In deze bijdrage wordt ingegaan op de ACM-besluiten inzake Bencis en CVC van 30 november 2014. Met deze besluiten heeft ACM, in navolging van de praktijk van de Europese Commissie, voor het eerst investeringsmaatschappijen beboet voor een inbreuk begaan door een dochtervennootschap. In eerste instantie is alleen de dochtervennootschap, Meneba, aansprakelijk gehouden voor een gestelde kartelinbreuk. In twee nieuwe besluiten zijn Bencis en CVC, beide investeerders, alsnog beboet als gevolg van de inbreuk begaan door hun dochtervennootschap Meneba. De besluiten roepen een aantal interessante vragen op, waaronder met betrekking tot (1) de – in lijn met Europese jurisprudentie – lage standaard die ACM toepast voor toerekening van de inbreuk aan moedervennootschappen, in lijn met recente Europese jurisprudentie; (2) het nemen van een nieuw besluit ten aanzien van de moedervennootschappen; en (3) de wijze van omzetberekening voor de boete. |
Zoekresultaat: 190 artikelen
Jurisprudentie |
Meelzaak – beperking aansprakelijkheid investeringsmaatschappijen door ACM?ACM-besluiten inzake Bencis en CVC d.d. 30 november 2014 |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 3 2015 |
Trefwoorden | Meel, Toerekening, Ne bis in idem, Investeringsmaatschappij, Boeteberekening |
Auteurs | Paul van den Berg en Jeannette ten Cate |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Aanbodbundeling en gezamenlijke verkoop van primaire landbouwproducten – hoever reikt het kartelverbod? |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 5 2015 |
Trefwoorden | GMO, mededingingsrecht, kartelverbod, landbouwsector, producentenorganisatie |
Auteurs | Mr. Eric Janssen en Mr. Sjaak van der Heul |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de vorig jaar in werking getreden GMO-Verordening worden producenten van primaire landbouwproducten gestimuleerd hun producten gezamenlijk af te zetten. Wanneer gezamenlijke afzet tevens centrale prijsstelling en/of aanbodbundeling impliceert, kan een spanningsveld ontstaan met het kartelverbod dat concurrentiebeperkende afspraken zoals prijsafspraken en quotering verbiedt. In deze bijdrage wordt nader ingegaan op de verhouding tussen de GMO-Verordening en het kartelverbod, waarbij de (on)mogelijkheden voor samenwerking in de landbouwsector worden geschetst. |
Artikel |
Exceptie van de mededingingsbepalingen voor (schijn)zelfstandigen: de zaak FNV Kiem |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 4 2015 |
Trefwoorden | mededinging, sociaal beleid, werknemerschap, schijnzelfstandigen |
Auteurs | Prof. mr. F.J.L. Pennings |
SamenvattingAuteursinformatie |
Volgens het Albany-arrest zijn cao-bepalingen die op werknemers betrekking hebben onder bepaalde voorwaarden uitgesloten van de werking van de mededingingsbepalingen van het VWEU (art. 101). In het arrest FNV Kiem is de vraag aan de orde of een bepaling die in een cao is opgenomen reeds om die reden buiten de mededingingsbepalingen valt. Als het antwoord hierop ontkennend is dan is de vraag of de omstandigheid dat de bepaling betrekking heeft op zelfstandigen, maar (ook) bedoeld is ter verbetering van arbeidsvoorwaarden of werkgelegenheid van werknemers tot gevolg heeft dat de mededingingsbepalingen dergelijke cao-bepalingen niet verbieden. Het Hof van Justitie antwoordde dat bepalingen die betrekking hebben op zelfstandigen niet buiten de werkingssfeer van artikel 101 VWEU vallen. Dit is echter anders wanneer het om schijnzelfstandigen gaat. Vervolgens gaf het Hof van Justitie een ruime definitie van ‘schijnzelfstandigen’, zodat het arrest meer mogelijkheden geeft om cao-bepalingen die betrekking hebben op ‘zelfstandigen’ te maken dan op het eerste gezicht lijkt. |
Praktijk |
Private enforcement van het mededingingsrecht: de toekomst van schadevergoedingsprocedures voor kartelschade in Nederland |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 1 2015 |
Trefwoorden | private enforcement, private handhaving van het mededingingsrecht, civiele schadevergoedingsacties wegens kartelschade |
Auteurs | J. Houdijk en T. Schäfers |
SamenvattingAuteursinformatie |
De handhaving c.q. afdwinging van (de normen van) het mededingingsrecht kent een duale uitwerking. Deze kenmerkt zich namelijk door een publiekrechtelijke en een privaatrechtelijke dimensie. De publiekrechtelijke handhaving is in handen van de nationale mededingingsautoriteiten, zoals de Autoriteit Consument & Markt in Nederland, en van de Europese Commissie binnen de Europese Unie. Publiekrechtelijke interventie heeft tot dusver steeds voorop gelopen binnen de Europese Unie en binnen de EU-lidstaten. Privaatrechtelijke handhaving, dan wel private enforcement, is echter aan een opkomst bezig: het betreft hier de toepassing van mededingingsrechtelijke normen in geschillen tussen private partijen, in het bijzonder in procedures die draaien om schadeverhaal ten aanzien van schade die een onderneming heeft geleden door de kartelgedragingen van andere marktpartijen. De opkomst van het fenomeen van private enforcement van het mededingingsrecht is recent kracht bij gezet door nieuwe regelgevingsinitiatieven van de Europese Commissie. In de Nederlandse rechtspraak zijn inmiddels de eerste schadevergoedingszaken vanwege (gestelde) kartelschade aanhangig. Ondanks deze initiatieven staat private enforcement van het mededingingsrecht in Nederland nog in de kinderschoenen: er zijn nog veel onduidelijkheden en nog vele stappen te zetten alvorens het is uitgegroeid tot een volwassen rechtsgebied. Denk hierbij aan de vaststelling c.q. berekening van geleden schade. Ook op het vlak van de organisatie en financiering van claim(procedure)s zijn interessante ontwikkelingen gaande in de vorm van voorstellen tot nieuwe Nederlandse wetgeving op het gebied van de ‘class action’. |
Redactioneel |
Effectief, efficiënt en innovatief markttoezicht |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 2 2015 |
Auteurs | Eric van Damme |
Artikel |
Burgemeester en mediationMeningen over de toekomst van mediation als instrument voor behoorlijk bestuur |
Tijdschrift | Nederlands-Vlaams tijdschrift voor mediation en conflictmanagement, Aflevering 4 2014 |
Trefwoorden | public administration, mediation, mayor, organizational development |
Auteurs | Ad Kil en Tanja de Jonge |
SamenvattingAuteursinformatie |
In recent years in The Netherlands around 120 mayors were trained as mediator. Focus of this multi method research was to collect the view of those mayors on – the future of - mediation as a tool in local public administration. More specific in conflicts with citizens, industry and other shareholders. Response rates on online survey was below standards but yield some descriptive aspects of this mayor group. Focus groups were informative. Mediation in local public administration is an accepted and successful phenomenon fact and will be further incorporated. Those mayors were pioneers and innovators but want to pass this method to organizational levels. One plead for incorporating principles and practice of mediation in all administrative processes and protocols. |
Artikel |
Eenzijdige openbaarmaking van informatie: waar ligt de grens? |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 6 2014 |
Trefwoorden | Eenzijdige openbaarmaking marktgedrag, Doelbeperking, Besloten marktgedrag/niet besloten marktgedrag, Cheap talk, o.a.f.g./onderling afgestemde feitelijke gedraging |
Auteurs | Onno Brouwer en Lorenzo Coppi |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze bijdrage bespreekt aan de hand van een aantal recente zaken, waaronder begrepen het toezeggingsbesluit van ACM inzake mobiele netwerkoperatoren, de vraag op basis van welke criteria een eenzijdige openbaarmaking van informatie op mededingingsbezwaren kan stuiten in een context waarin geen sprake is van ‘uitwisseling’ van informatie of een hardcore kartel. Autoriteiten lijken soms snel eenzijdige openbaarmakingen aan te merken als een doelbeperking. De auteurs pleiten zowel op basis van economische als juridische gronden voor een meer gebalanceerd analysekader: alleen gedrag dat op basis van voldoende algemeen erkende ervaring kan worden verondersteld de concurrentie te schaden, kan worden aangemerkt als een doelinbreuk. In veel gevallen zijn eenzijdige mededelingen omtrent marktgedrag concurrentiebevorderend of niet dusdanig concurrentiebeperkend dat zij zouden moeten worden gekwalificeerd als een doelinbreuk. |
Artikel |
De modernisering voorbij: de mededingingsbeperking in het kartelverbod en in het staatssteunverbodEen aanzet voor een vergelijkende studie |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 9 2014 |
Trefwoorden | Modernisering, Mededingingsbeperking, Kartelverbod, Staatssteun, Economische benadering |
Auteurs | Dr. Laura Parret |
SamenvattingAuteursinformatie |
Zowel de mededingingsregels als de staatssteunregels hebben de afgelopen jaren een zogenoemde modernisering ondergaan. De meest recente modernisering, die van de staatssteunregels, vond inspiratie in de eerdere modernisering van de mededingingsregels. Beide hebben minstens één gemeenschappelijk kenmerk: de invoering van een meer economische benadering. Aanleiding genoeg om stil te staan bij het verband tussen beide onderdelen van het brede mededingingsrecht. Deze bijdrage doet dat aan de hand van het aan de artikelen 101 en 107 VWEU gemeenschappelijke begrip ‘mededingingsbeperking’ en de impact van de modernisering daarop. Zullen de respectievelijke moderniseringen het kartelverbod en het staatssteunverbod dichter bij elkaar brengen of juist niet? |
Artikel |
Kwantificering van schadevorderingen in mededingingszaken |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 4 2014 |
Trefwoorden | schadevordering, Richtlijn betreffende bepaalde regels voor schadevorderingen volgens nationaal recht wegens inbreuken op bepalingen van het Europese mededingingsrecht, artikel 101 en 102 VWEU, kwantificering, schade |
Auteurs | Prof. dr. Wim Driehuis |
SamenvattingAuteursinformatie |
De recentelijk aanvaarde Richtlijn betreffende bepaalde regels voor schadevorderingen wegens inbreuken op artikel 101 en 102 EU in nationale civiele rechtszaken wordt vergezeld van een gids voor het kwantificeren van de schade. De gids behandelt de meest gangbare methoden en technieken, maar spreekt geen expliciete voorkeur uit aan de hand van hun voor- en nadelen. Dit artikel bespreekt de inhoud van de gids en komt tot de conclusie dat de Commissie wel degelijk een bepaalde rangorde prefereert. |
Artikel |
Overkreditering bij consumentenkrediet |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 7-8 2014 |
Trefwoorden | consumentenkrediet, overkreditering, doorwerking publiekrecht, (bijzondere) zorgplicht, omvang schade |
Auteurs | Mr. M.H.P. Claassen en Mr. J.L. Snijders |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bij overkreditering zal een consument veelal genoegdoening proberen te krijgen via de ‘(bijzondere) zorgplicht’. Daarnaast levert schending van een publiekrechtelijke norm (art. 4:34 Wft) ook rechtstreeks een onrechtmatige daad op. In beide gevallen spelen lastige kwesties ten aanzien van causaal verband, de omvang van de schade en eventuele eigen schuld. |
Artikel |
Herziening TabaksrichtlijnOver de nieuwe Tabaksrichtlijn en de implicaties voor de Nederlandse rechtsorde |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 6 2014 |
Trefwoorden | interne markt, volksgezondheid, harmonisatie, Richtlijn 2014/40/EU, intellectueel eigendom |
Auteurs | Mr. R.A. Fröger en Mr. K. de Weers |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 14 maart 2014 is de nieuwe Tabaksrichtlijn 2014/40/EU (hierna: de Richtlijn) vastgesteld. De nieuwe Tabaksrichtlijn brengt een ingrijpende wijziging op het gebied van de productie en distributie van tabaksproducten met zich mee. Op 20 mei 2016 moet de Richtlijn in de Nederlandse wetgeving zijn geïmplementeerd. In deze bijdrage worden de belangrijkste kenmerken van de Richtlijn besproken en wordt kort ingegaan op de gevolgen voor de Nederlandse rechtsorde. |
Artikel |
Kroniek Nederlands mededingingsrecht 2013 |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 2 2014 |
Trefwoorden | kroniek, regelgeving, mededingingsafspraken, machtspositie, procedurele aangelegenheden |
Auteurs | Mr. Robert Bosman en Mr. Edmon Oude Elferink |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze kroniek worden de besluiten en informele zienswijzen besproken die ACM in 2013 op het gebied van het kartelverbod en het verbod van misbruik van economische machtspositie heeft genomen. De voor de toepassing van het mededingingsrecht aangewezen bestuursrechters wezen in totaal zeventien uitspraken in kartel- en daarmee gerelateerde zaken. In 2013 viel ook definitief het doek voor de NMa. Na een periode van ruim vijftien jaar waarin de NMa het mededingingsrecht in Nederland op de kaart zette, ging de toezichthouder op in ACM. Kortom, er viel ook in dit verslagjaar weer het nodige te beleven. |
Redactioneel |
De toestand in de mededingingsrechtelijke wereld |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 1 2014 |
Auteurs | Paul Lugard |
Auteursinformatie |
Artikel |
Regiomaatschappen in de zorg |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 1 2014 |
Trefwoorden | regiomaatschap, medisch specialist, marktmacht |
Auteurs | Ramsis Croes, Murat Duman en Misja Mikkers |
SamenvattingAuteursinformatie |
Medisch specialisten hebben een bijzondere positie in ons zorgstelsel. Iets minder dan de helft van de specialisten werkt in loondienst, de anderen werken als vrijgevestigde specialisten in een maatschap. Voor deze laatste groep zijn de verhoudingen met het ziekenhuis vastgelegd in de toelatingsovereenkomsten. Steeds vaker fuseren maatschappen van medisch specialisten tot ziekenhuis overstijgende regiomaatschappen. De regiomaatschappen zijn maatschappen waarvan de aangesloten specialisten voor meerdere ziekenhuizen tegelijk werken. Specialisten geven aan dat kwaliteit een belangrijk motief is om regiomaatschappen te vormen. In deze bijdrage laten wij zien dat de vorming van regiomaatschappen leidt tot een toename van marktmacht. Daarnaast bespreken we de mogelijkheden om de eventuele negatieve gevolgen via het (sector specifieke) mededingrecht aan te pakken. |
Artikel |
Mededingingstoezicht op maatschappen van zorgaanbieders: welke rol is weggelegd voor ACM respectievelijk NZa? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 7 2013 |
Trefwoorden | maatschap van zorgaanbieders, mededingingstoezicht |
Auteurs | Mr. dr. E.M.H. Loozen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Zorgaanbieders werken vaak samen in maatschapsverband. Dit artikel positioneert de maatschap binnen het Nederlandse algemene en zorgspecifieke mededingingsrecht. Eerst wordt onderzocht of fusies tussen maatschappen van vrijgevestigde medisch specialisten van verschillende ziekenhuizen onder het concentratietoezicht dan wel het kartelverbod uit de Mededingingswet moeten worden beoordeeld. Daarna wordt onderzocht wat en wanneer op grond van artikel 48 en 45 Wet marktordening gezondheidszorg tegen maatschappen kan worden ondernomen. Hierbij wordt tevens ingegaan op de ACM-lijn maatschappen en ziekenhuizen alsmede het NZa-besluit in Thuisapotheek – Huisartsenpraktijk Prinsenbeek. |
Boekbespreking |
M.Ph.M. Wiggers, De NMa en de NZa in de curatieve zorgsector. Een toetsing aan het Europees mededingingsrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 5 2013 |
Auteurs | Mr. S.J. Beeston |
Auteursinformatie |
Artikel |
De rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie op het gebied van het mededingingsrecht: ontwikkelingen in de jaren 2011 en 2012 |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 5 2013 |
Trefwoorden | Restrictieve afspraken, Misbruik van machtspositie, ToepassingsvoorwaardenProcedureel, Fundamentele rechtsbeginselen |
Auteurs | Mr. E. Oude Elferink en mr. E.L.H. Mattioli |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel worden enkele belangrijke ontwikkelingen besproken die zich in de jaren 2011 en 2012 aan het Hof van Justitie van de Europese Unie hebben voorgedaan op het terrein van het mededingingsrecht. Nu er op de Kirchberg in de genoemde periode meer dan 160 beschikkingen en arresten zijn geproduceerd, gaat het om een selectie van de interessantste thema’s. |
Artikel |
De wenselijkheid van een algemene zorgplicht in de Wft |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 2 2013 |
Trefwoorden | Wijzigingswet financiële markten 2014, Wet op het financieel toezicht, Autoriteit Financiële Markten, zorgplicht, financiëledienstverleners |
Auteurs | mr. N.A. van Opbergen |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het wetsvoorstel Wijzigingswet financiële markten 2014 wordt voorgesteld een algemene zorgplicht voor financiëledienstverleners vast te leggen in de Wet op het financieel toezicht (art. 4:24a nieuw). Belangrijkste argument daarvoor is informatiescheefheid tussen financiëledienstverleners en klanten. Belangrijkste argument daartegen is rechtsonzekerheid voor financiëledienstverleners, omdat onduidelijk zou zijn wanneer de zorgplicht wordt overtreden. Voor een succesvolle handhaving van de algemene zorgplicht is vereist dat de AFM dit alleen doet in evidente gevallen. Het voorgestelde artikel moet deels worden gewijzigd. |
Artikel |
Inrichting van meervoudig toezicht op marktwerking |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 2 2013 |
Trefwoorden | marktwerking, semipublieke sectoren, afbakening, algemeen mededingingstoezicht, sectorspecifiek toezicht |
Auteurs | Mr. dr. E.M.H. Loozen |
SamenvattingAuteursinformatie |
In semipublieke sectoren is naast het algemene mededingingstoezicht krachtens de Mededingingswet ook sprake van aanvullend, sectorspecifiek toezicht op marktwerking. De reden daarvoor is dat de algemene mededingingsbevoegdheden niet altijd toereikend zijn om zeker te stellen dat marktwerking in deze sectoren ook daadwerkelijk het algemeen belang dient. Het AMM-instrument, dat de mogelijkheid biedt om ondernemingen die beschikken over ‘aanmerkelijke marktmacht’ ex ante te reguleren, beschermt het publieke mededingingsbelang. Sectorspecifiek fusietoezicht is gericht op de bescherming van andere publieke belangen. In deze bijdrage wordt de afbakening tussen het aanvullende toezicht en het algemene mededingingstoezicht besproken. |
Redactioneel |
Bespiegelingen over mededinging toen en nu (2) |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 5 2012 |
Auteurs | Prof. mr. T.R. Ottervanger |
Auteursinformatie |