Minister Schippers (VWS) is een verklaard tegenstander van fusies tussen zorgverzekeraars en zorgaanbieders. Als gevolg van de Europese schaderichtlijnen kan zorgverzekeraars echter niet worden verboden om zorgaanbieders in bezit te hebben. Om verticale integratie sterk te ontmoedigen zou de minister kunnen besluiten om artikel 11 lid 1 Zvw te clausuleren. En wel zodanig dat zorgverzekeraars alleen nog zorg mogen aanbieden of vergoeden die wordt geleverd door zorgaanbieders waarmee de zorgverzekeraar niet organisatorisch verbonden is in de zin van artikel 24b van Boek 2 BW. Een dergelijke clausulering is echter hoogst onwenselijk. Zorgverzekeraars hebben dan minder mogelijkheden om hun zorgplicht waar te maken. Ook wordt de substantiële doelmatigheidswinst die met verticale integratie kan worden bereikt dan onmogelijk gemaakt. Behalve onwenselijk is het tegengaan van verticale integratie ook onnodig. Het huidige toezichtkader is toereikend om mededingingsproblemen te voorkomen. Met het oog op een doelmatige zorgverlening zou de minister toetreding van verticaal geïntegreerde zorgorganisaties moeten vergemakkelijken in plaats van tegenwerken. |
Artikel |
Verticale integratie tussen zorgverzekeraars en zorgaanbieders |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 1 2011 |
Trefwoorden | gezondheidszorg, verticale integratie, Europese schaderichtlijnen, mededingingstoezicht |
Auteurs | Mr. dr. E.H.M. Loozen, Prof. dr. F.T. Schut en Dr. M. Varkevisser |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Kwaliteitsindicatoren in de zorg: hoe om te gaan met gaming en erosie van intrinsieke motivatie? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 1 2011 |
Trefwoorden | kwaliteitsindicatoren, zorg, gaming, intrinsieke motivatie |
Auteurs | Dr. S. Adamini, Prof. dr. M. Canoy en Dr. W. Oortwijn |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het meten van kwaliteit van de zorg is in het (nieuwe) zorgstelsel van groot belang. De sector is al jaren bezig is om het eens te worden over kwaliteitsstandaarden en indicatoren. Gebruik van kwaliteitsindicatoren kan gepaard gaan met twee risico’s: gaming en erosie van intrinsieke motivatie. Deze risico’s kunnen beperkt worden door indicatoren betrekking te laten hebben op het primaire zorgproces en draagvlak bij zorgprofessionals te organiseren. Daarnaast is het zaak te kiezen voor eenvoudige indicatoren en genuanceerde conclusies, in combinatie met het ‘pas toe of leg uit’-principe en visitaties. |
Artikel |
Herstelrecht in een populistische context |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Herstelrecht, Aflevering 1 2011 |
Trefwoorden | networks, citizen initiatives, democracy, Populism |
Auteurs | Hans Boutellier |
SamenvattingAuteursinformatie |
Hans Boutellier is giving a panoramic overview of important changes in society. As worked out in his recent book De improvisatiemaatschappij (The improvisation society) he describes that society has evaluated into a network society in which social ordering is primarily a matter of self-organizing mechanisms. The aim for self-ordering would be a possibility for a further growth of restorative practices, but at the same time we are dealing with a penal-populist culture. In that culture citizenship, dialogue and self-ordering are suspect and – paradoxically – safety is expected to be delivered only by the state. |
Artikel |
‘Supplier codes of conduct’ en mensenrechten in een keten van contractenOver enige vermogensrechtelijke implicaties van gedragscodes met betrekking tot mensenrechten en milieu in contractuele relaties |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 1 2011 |
Trefwoorden | gedragscode, mensenrechten, ketenaansprakelijkheid, zelfregulering, transnationaal privaatrecht |
Auteurs | Mr. M.-J. van der Heijden |
SamenvattingAuteursinformatie |
Tegen de achtergrond van ernstige mensenrechtenschendingen van toeleveranciers in ontwikkelingslanden en sterk groeiende economieën, zoals China en India, stellen steeds meer ondernemingen supplier codes of conduct agreements (gedragsregels voor hun leveranciers in overeenkomsten) op als zelfregulerende mechanismen die mensenrechtenschendingen zouden moeten tegengaan in een internationale context waarin ondernemingen niet door de internationale gemeenschap of gastlanden aansprakelijk gehouden worden. De achtergrond van het opstellen van de codes en daarmee de relevantie van het onderwerp worden kort in de inleiding besproken. Vervolgens wordt aangegeven wat de inhoud van deze gedragscodes is en hoe de verschillende codes zich tot elkaar verhouden in een context van een proliferatie van gedragscodes. Ondanks de diversiteit van codes is een proces van standaardisering zichtbaar, zodat enige algemene opmerkingen mogelijk zijn. Daarna wordt de vraag behandeld wat de juridische impact van de codes kan zijn, enerzijds door hun effect op de relatie tussen de contractspartijen en op de positie van werknemers in ontwikkelingslanden aan de hand van verschillende situatieschetsen te toetsen, en anderzijds door de status van de codes onder Nederlands recht te beoordelen. Afsluitend volgt een aantal slotopmerkingen over mogelijke (toekomstige) implicaties en hoe supplier codes of conduct agreements passen in ontwikkelingen van transnationaal privaatrecht, constitutionalisering van privaatrecht, zelfregulering, en aansprakelijkheid in een web van relaties. |
Artikel |
Vertrouwen in een lerende wetgever |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 1 2011 |
Trefwoorden | wetgevingsbeleid, vertrouwen, regeldruk, zelfregulerend vermogen |
Auteurs | Prof. dr. R.A.J. van Gestel |
SamenvattingAuteursinformatie |
De laatste jaren is in het wetgevingsbeleid het begrip vertrouwen centraal komen te staan. Vertrouwen zou de sleutel zijn tot de ‘regellichte samenleving’. De idee hierachter is dat je in een samenleving van ‘high trust’ minder regels nodig hebt. Professionals in het onderwijs, de politie, de zorg enzovoort zouden daarom meer keuze- en beslissingsvrijheid moeten krijgen. Daarnaast wordt vaak verdedigd dat de overheid meer zaken over dient te laten aan de eigen verantwoordelijkheid van bedrijven en maatschappelijke organisaties. De vraag die de auteur aan de orde wil stellen, luidt daarom: in hoeverre is aannemelijk dat het gebrek aan vertrouwen bij de wetgever in het zelfregulerend vermogen van de samenleving een aanjager is voor toenemende regelverdichting? |
Artikel |
Omstreden gelijkheidOver de constructie van (on)gelijkheid van vrouwen en mannen in partnergeweld |
Tijdschrift | Justitiële verkenningen, Aflevering 8 2010 |
Auteurs | R. Römkens |
SamenvattingAuteursinformatie |
Intimate partner violence (IPV) changed from a private problem to a public concern over the last decades. It has become subject of various discourses in different domains. In the social sciences the gender-based discriminatory nature of IPV is contested by some researchers who claim a gender equality in IPV. They call for a gender-neutral approach to IPV as a family problem, de-contextualized from gender-based inequalities. In the Netherlands this degendering is reflected in current policy discourse. However, in the international legal human rights domain, IPV is unequivocally considered to be an issue that affects women disproportionately as a form of women's discrimination that is the result of unequal power relations. Both international binding human rights law and recent ruling of the ECHR impose binding duties to acknowledge this. This article addresses the paradox that is reflected in these two positions and how to get beyond it. |
Artikel |
Strafrecht en huiselijk geweld |
Tijdschrift | Justitiële verkenningen, Aflevering 8 2010 |
Auteurs | P. van der Valk |
SamenvattingAuteursinformatie |
Many public prosecutors see a link between domestic violence and violence in the public sphere. In the beginning of this century the fight against domestic violence was integrated into the national security policy of The Netherlands. The growing attention for domestic violence combined with better registration has led to an enormous grow of criminal justice cases of domestic violence. The article analyses the public prosecution policy towards domestic violence. Nowadays even without a report suspects can be brought to trial if the charges can be proved. On the one hand the public prosecution aims to lay down a standard, on the other hand perpetrators are confronted with a set of conditions forcing them to accept professional help in order to bring about a change in their behaviour and prevent recidivism. In this way an effective use of criminal justice could contribute to a reduction of domestic violence and crime in general. |
Artikel |
Kritische uitingen over individuele zorgverleners op het internet: waar ligt de grens? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 1 2011 |
Trefwoorden | internetuitlating, publicatie van persoonsgegevens, vrije meningsuiting, eer en goede naam |
Auteurs | Mr. dr. M.C. Ploem en prof. mr. A.C. Hendriks |
SamenvattingAuteursinformatie |
De door artikel 10 EVRM beschermde vrije meningsuiting biedt patiënten(organisaties) de ruimte zich vrijelijk uit te laten over hun ervaringen binnen de zorg(verlening). Dit uitgangspunt geldt ook voor (kritische) internetpublicaties over het handelen van individuele zorgverleners. Hieraan zijn, gelet op de rechtspraak van het EHRM, wel grenzen te stellen. Heeft de uitlating bovenal een grievend karakter of gaat het om een zware beschuldiging die niet door feiten wordt onderbouwd, dan is de kans reëel dat deze – in de ogen van de rechter – een inbreuk vormt op het recht van de zorgverlener in zijn eer, goede naam en reputatie te worden beschermd. |
Artikel |
Commissievoorstel inzake teelt Genetisch Gemodificeerde Organismen: less is more? |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 1 2011 |
Trefwoorden | Commissievoorstel inzake teelt Genetisch Gemodificeerde Organismen, coëxistentiemaatregelen, GGO |
Auteurs | Dr. W.Th. Douma |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Europese Commissie stelde op 13 juli 2010 aanpassingen van de Europese regelingen inzake genetisch gemodificeerde organismen (COM(2010)380 def.) voor, waardoor lidstaten de teelt van GGO’s op hun grondgebied geheel of gedeeltelijk zouden mogen beperken. Daarnaast vaardigde de Commissie op dezelfde dag een uitgebreide toelichting uit in de vorm van Mededeling COM(2010)375 def., en een nieuwe Aanbeveling inzake coëxistentiemaatregelen. Bekeken wordt welke veranderingen er in de praktijk zouden kunnen optreden als het Commissievoorstel zou worden aangenomen, welke principiële bezwaren er inmiddels tegen het voorstel werden ingebracht. Met name wordt onderzocht of de verruiming van de mogelijkheid om teelt van GGO’s in specifieke lidstaten te verbieden er feitelijk toe zal leiden dat er méér GMO’s in de EU zullen worden toegelaten dan nu het geval is. Verder wordt bekeken welke redenen voor teeltverboden zouden kunnen worden aangevoerd. |
Artikel |
Achter de voordeur met stedelijke interventieteams. Ontkokering of verkokering? |
Tijdschrift | Justitiële verkenningen, Aflevering 8 2011 |
Auteurs | M. Schuilenburg en C. Dijkstra |
SamenvattingAuteursinformatie |
Intervention teams are among the most discussed tools in the current process of securitisation. Their integrated approach takes into account all underlying causes of insecurity and quality of life. For a more effective approach authorities and organisations have to cooperate and let go of their mutual boundaries. But can the participants put aside their differences in perspectives and policies? This article discusses the goal of ‘ontkokering’ (‘decompartalisation’), this was done through a study of the practices of intervention team SIP in Amsterdam. On basis of thirteen interviews and observations the authors argue that there are three main mechanisms or ‘molar barriers’, which conserve the old structures in the integrated approach of the intervention team: ‘methodical robustness’, ‘institutional robustness’ and ‘financial robustness’. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Netherlands Journal of Legal Philosophy, Aflevering 2 2011 |
Trefwoorden | populism, self-inclusion, vitalism, democracy, Lefort |
Auteurs | Bert Roermund |
SamenvattingAuteursinformatie |
Does populism add value to the political debate by showing that the ideals of Enlightenment are too abstract and rationalist to understand politics in democratic terms? The paper argues two theses, critically engaging Lefort’s work: (i) instead of offering valuable criticism, populism feeds on the very principle that Enlightenment has introduced: a polity rests on self-inclusion with reference to a quasi-transcendent realm; (ii) populism’s appeal to simple emotions feeds on the vitalist (rather than merely institutionalist) pulse in any polity. Both dimensions of politics are inevitable as well as elusive. In particular with regard to the vitalist pulse we have no response to the half-truths of populism, as both national and constitutional patriotism seem on the wrong track. |
Artikel |
Herstelrecht en de maatschappelijke (re)integratie van de dader |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Herstelrecht, Aflevering 4 2010 |
Trefwoorden | restorative justice, social work, reintegration, structural problems |
Auteurs | Maria Bouverne-De Bie en Rudi Roose |
SamenvattingAuteursinformatie |
Social (re-)integration is such a complex phenomenon that it is not possible to make a direct link between restorative justice and social reintegration of offenders. If one considers restorative justice, not in its utility for maintaining the law but as a praxis of social work, one could get the impression that restorative justice runs the risk of individualizing the social problem of crime by making offenders responsible and of losing sight of the structural dimensions causing or contributing to criminality. The same structural dimensions may appear to be a blockade for effective emancipation of offenders from their often marginal and powerless positions. Considered as a praxis of social work, restorative justice should be able to promote (the awareness of) accountability and the mutual exploration of the many roads that can lead to effective emancipation and reintegration. |
Artikel |
‘Uitgediende hetaeren, verjaagde concubines en in den steek gelatenen’De opsluiting van vrouwelijke bedelaars eind negentiende eeuw |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Criminologie, Aflevering 4 2010 |
Trefwoorden | Gender, Geschiedenis, Vrouwelijke bedelaars, Rijkswerkinrichting |
Auteurs | Drs. Marian Weevers en Prof. dr. mr. Catrien Bijleveld |
SamenvattingAuteursinformatie |
The backgrounds of the female vagabonds and beggars at the end of the 19th century show that contrary to their male counterparts, these females originated almost exclusively from the lower echelons of society. Their professions and those of their parents and husbands were low and ill-paid. Disease was prevalent, mortality was high and many of them had physical or psychological problems. Most of them were single and 25 percent had children out of wedlock. 20 Percent was convicted for mostly minor crimes. Because of their behaviour it is likely that they were not accepted by their family and received no support from the church or other institutions for relief of the poor. To beg and get convicted to RWI-placement may have been their only remaining survival strategy once they were old and ill. |
Artikel |
Sneeuwwitje en de machomanSekse en gender in de (Nederlandstalige) criminologie |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Criminologie, Aflevering 4 2010 |
Trefwoorden | gender, Feminisme, criminologische theorie |
Auteurs | Prof. dr. Dirk J. Korf, Dr. Martina Althoff en Prof. Els Enhus |
SamenvattingAuteursinformatie |
This special issue focuses on the role of sex/gender in Dutch and Belgian criminological and penological research and theory. This introductory article draws the history of thought and research within Dutch-language criminology and explores international developments, in particular the influence of feminist critique on theory and research.This framework serves the positioning of the other contributions, on the one hand research exploring the differences in crime between men and women and on the other hand empirical and theoretical articles focusing on (the social construction of) gender. Finally some innovative methodological findings will be discussed, also with regard to future criminological research. |
Artikel |
Een upgrade van het zorgbeleid van de NMa: de derde versie van de Richtsnoeren voor de zorgsector |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 6 2010 |
Trefwoorden | zorg en mededinging, publieke belangen en mededinging, diensten van algemeen economisch belang, begrip onderneming |
Auteurs | Prof. mr. J.W. van de Gronden |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 9 maart 2010 stelde de NMa haar Richtsnoeren voor de zorgsector vast. Dit is alweer de derde versie van deze richtsnoeren die de NMa publiceert. De NMa wil graag tegemoet komen aan de onzekerheden die in de zorgsector over toelaatbaarheid van bepaalde afspraken en andere praktijken bestaan. Een belangrijke kwestie in dit verband is welke rol publieke belangen spelen. In de onderhavige bijdrage staat daarom de vraag centraal of de NMa in de Richtsnoeren de verhouding tussen het mededingingsrecht en de publieke zorgbelangen heeft verduidelijkt. |
Artikel |
Ik en mijn medepatiëntJuridisering in de gezondheidszorg |
Tijdschrift | Recht der Werkelijkheid, Aflevering 3 2010 |
Trefwoorden | market of health care, legalization, patients rights |
Auteurs | Margo Trappenburg |
SamenvattingAuteursinformatie |
Two types of legalization can be distinguished. In type 1 legal relations between parties are changed, without consequences for others. In legalization type 2 a change in legal positions does have consequences for third parties. The gradual change in the legal position of patients, managerial measures and the transition to ‘demand driven care’ have changed the relations between patients and doctors, nurses etc. But they had also profound external effects. They have influenced especially other interests than the quality of medical care, like equal treatment of patients and professional discretion. Decision making about the granting of rights should incorporate these external effects. |
Artikel |
De Wcz en kwaliteit van zorg |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 8 2010 |
Auteurs | Prof. mr. J. Legemaate |
Artikel |
De privacyproblematiek van de jeugdgezondheidszorg: wetgevende en beleidsmatige ontwikkelingen |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 7 2010 |
Auteurs | Mr. E.B. van Veen |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Religie, Recht en Beleid, Aflevering 3 2010 |
Trefwoorden | gelaatsbedekkende kleding, boerka, godsdienstvrijheid, wetgeving |
Auteurs | Paul van Sasse van Ysselt |
SamenvattingAuteursinformatie |
The last decade the wearing of face hiding clothes has come up as a rather new phenomenon in the Netherlands and surrounding countries. Although not that many people wear them, a rather wide aversion exists against this phenomenon and is directed especially against the Islamic burqa. A rather intensive public and political debat is going on concerning the allowance of those clothes. In different countries, among which the Netherlands, France and Belgium, the legislator is drafting laws which aim to forbid the wearing of these clothes. This article gives an overview of the debate on this issue in especially the aforementioned countries and reflects upon it, with a special focus on the freedom of belief and religion. |
Artikel |
De gezondheid van de zorgverzekeringEen evaluatie van de Zorgverzekeringswet |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 6 2010 |
Auteurs | Mr. J.M. van der Most |