Afstand tot agrarisch bedrijf. Gezondheid. GGD-advies. |
Zoekresultaat: 3256 artikelen
Jurisprudentie |
ABRvS 29 juni 2016, nr. 201508421/1/R1 (Bergen (Lb)/bestemmingsplan) (ECLI:NL:RVS:2016:1794) |
Tijdschrift | StAB, Aflevering 4 2016 |
Auteurs | Daniëlle Roelands-Fransen |
Samenvatting |
Geen sprake van een milieuneutrale verandering van de inrichting |
Artikel |
Wwft en het strafrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 4 2016 |
Trefwoorden | Wwft, Strafrecht, Cliëntenonderzoek, Meldplicht, Ongebruikelijke transactie |
Auteurs | Mr. J.P. Rozemeijer en mr. C. van der Meulen |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Wwft-meldplichtigen zijn de poortwachters van het economische stelsel in de strijd tegen witwassen en terrorismefinanciering. Indien die poortwachters zich niet houden aan hun meldplicht van ongebruikelijke transacties of de plicht tot cliëntenonderzoek kunnen zij naast bestuurs- of tuchtrechtelijk ook strafrechtelijk worden vervolgd. In dit artikel een analyse van de toenemende hoeveelheid strafrechtelijke jurisprudentie met betrekking tot Wwft/WED-zaken. In het bijzonder aandacht voor enkele Wwft/WED-specifieke leerstukken, te weten kleurloos opzet, het instellingsbegrip, de ‘ongebruikelijke transactie’, de vervolgingsuitsluitingsgrond, het transactiebegrip en de samengestelde transactie. Dit artikel behandelt tevens de vraag waarom Wwft-feiten strafrechtelijk worden aangepakt. |
Artikel |
Succes- en faalfactoren bij het strafrechtelijk afpakken van crimineel vermogen bij milieucriminaliteit |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 4 2016 |
Trefwoorden | Milieucriminaliteit, Milieu(straf)recht, Afpakken, Strafrechtelijk afpakken, Financieel rechercheren |
Auteurs | N. van Zanden, MSc en Dr. R. Neve |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het besef dat milieucriminaliteit hoofdzakelijk wordt gepleegd om er geld mee te verdienen is, anders dan bij ‘traditionele’ vormen van georganiseerde criminaliteit zoals drugs- en mensenhandel, van betrekkelijk recente datum. Om die reden is er langere tijd minder geïnvesteerd in financiële capaciteit bij milieuteams bij de Nationale Politie, Inspectie Leefomgeving en Transport en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit. De laatste jaren is getracht om deze achterstand in te lopen. In dit artikel wordt de huidige stand van zaken besproken aangaande de financiële focus en het strafrechtelijk afpakken van crimineel vermogen bij milieucriminaliteit. |
Artikel |
Civiele vorderingen en transnationale racketeeringEen kritische lezing van het arrest van het Amerikaanse Hooggerechtshof in RJR Nabisco tegen de Europese Gemeenschap |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 4 2016 |
Trefwoorden | racketeering, extraterritorialiteit, private vorderingen, Verenigde Staten, Europese Unie |
Auteurs | Prof. dr. C.M.J. Ryngaert |
SamenvattingAuteursinformatie |
In RJR Nabisco besliste het Amerikaanse Hooggerechtshof dat de Europese Unie en haar lidstaten in de VS geen civiele vordering konden indienen op basis van de Amerikaanse racketeeringwetgeving wanneer de schade van racketeering buiten de VS is ingetreden. De redenering van het Hof dat deze uitspraak internationale spanning voorkomt, overtuigt niet, integendeel. Deze uitspraak past in een evolutie waarbij Amerikaanse rechtbanken een steeds isolationistischer houding aannemen tegenover transnationale zaken. Men mag verwachten dat dergelijke zaken, met inbegrip van strafzaken, zich steeds meer zullen verplaatsen naar andere jurisdicties, waaronder de EU en Nederland. |
Artikel |
Wat is een behoorlijke verzekering in het kader van goed werkgeverschap? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 4 2016 |
Trefwoorden | behoorlijke verzekering, polissenonderzoek, werkgeversaansprakelijkheid, werknemersschade |
Auteurs | Mr. J.R. Goudkuil |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Hoge Raad heeft in 2011 voor werkgevers een behoorlijke verzekeringsplicht in het leven geroepen met betrekking tot de werknemers die zich tijdens de uitoefening van werkzaamheden in het verkeer bevinden. Wat wordt verstaan onder een behoorlijke verzekering? Om deze centrale vraag te onderzoeken zijn eerst aanknopingspunten gezocht in de jurisprudentie. Hierna zijn meerdere verzekeringspolissen onderzocht om te bezien wat een gangbare verzekeringspolis is. Het voornaamste onderzoeksresultaat is dat verzekeraars het Burgerlijk Wetboek van toepassing hebben verklaard. Enerzijds betekent dit in beginsel volledige schadevergoeding voor de werknemer, anderzijds betekent dit dat eventuele onduidelijkheden wat betreft de schadevergoeding aan de rechter worden overgelaten. |
Artikel |
Schade door een ongeschikte medische hulpzaak ex artikel 6:77 BW: een rechtsvergelijking met Frankrijk en Duitsland |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 4 2016 |
Trefwoorden | artikel 6:77 BW, medische hulpzaken, Frans aansprakelijkheidsrecht, Duits aansprakelijkheidsrecht |
Auteurs | Mr. V.J.P. Ramaekers |
SamenvattingAuteursinformatie |
De aansprakelijkheidsregeling voor gebruikers van ongeschikte medische hulpzaken volgens artikel 6:77 BW heeft geleid tot rechtsonzekerheid en discussie. Om nieuwe inzichten te verkrijgen is het interessant om een rechtsvergelijking te maken met twee nabijgelegen landen die voor wat betreft het rechtssysteem en de juridisch-culturele ontwikkeling op Nederland lijken. In deze bijdrage is daarom onderzocht wie in Frankrijk en Duitsland door patiënten kunnen worden aangesproken, wat daar de tendensen in zijn en op welke manier het Nederlandse recht daar inspiratie aan kan ontlenen. |
Artikel |
Over de esthetica van het rechtTragedie en christendom |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Religie, Recht en Beleid, Aflevering 3 2016 |
Trefwoorden | Tragedie, Esthetica, Dionysisch, Apollinisch, Liefde |
Auteurs | Dr. Timo Slootweg |
SamenvattingAuteursinformatie |
Aesthetics of law entails a philosophical inquiry into the art and beauty of jurisprudence. In respect to this field of inquiry, Nietzsche’s The Birth of Tragedy (1872) has been largely ignored. Since Socrates’ ‘emancipation’ of the apollonian from the Dionysian element, the art of politics and law, has been founded almost exclusively on logic and scientific knowledge. This tradition of nihilistic ‘socratism’, culminated eventually in legalism and legal positivism that have subdued the acknowledgement of life, subjectivity and creativity. In line with Nietzsche, this article explores the prospective of a ‘rebirth of tragedy’. But in difference to him, it designates this rebirth to develop from out of the spirit of Christianity and Christian existentialism. Paul Scholten in particular, is interpreted as one whose biblical personalist approach resounds this tragic sense of law. |
Artikel |
Franse toestanden?Veranderende visies op religieuze vrijheid in Nederland en Europa |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Religie, Recht en Beleid, Aflevering 3 2016 |
Trefwoorden | Godsdienstvrijheid;, Liberalisme, Secularisme, ontkerkelijking, gewetensvrijheid, morele gemeenschappen |
Auteurs | Dr. mr. Floris Mansvelt Beck |
SamenvattingAuteursinformatie |
Ideas about the purport and value of religious liberty differ from place to place and can change over time. Over the past fifty years, the trend of secularization has laid the social foundations for a reassessment of religious liberty in the Netherlands. Prompted by the confrontation with Islam, the process of reassessment has gained urgency from, but is also hampered by, terrorist attacks and the migration crisis. However that may be, the result is a prioritization of individual autonomy above freedom of conscience in religious matters. This is borne out by an analysis of parliamentary debates in the Netherlands since 2000 and is explained as part of a broader shift from conscience-based to autonomy-based interpretations of liberalism in Dutch society. |
Praktijk |
Een verkenning van het fenomeen ‘reliance’ verstrekken in de overname- en financieringspraktijk |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 4 2016 |
Trefwoorden | reliance letter, due diligence-rapport, zorgplicht |
Auteurs | Mr. K.J. Koops en Mr. H.K. Schrama |
SamenvattingAuteursinformatie |
De auteurs duiden in dit artikel de situatie waarin een advocaat een derde door middel van een ‘reliance letter’ laat afgaan op zijn due diligence-rapport. Zij gaan daarbij in op de vraag of in die situatie een zorgplicht van de advocaat tegenover de derde ontstaat en wat de omvang van die zorgplicht is. De auteurs zien goede redenen om aan te nemen dat de advocaat en de derde op basis van de reliance letter een overeenkomst aangaan, maar achten onaannemelijk dat een (eigen) zorgplicht van de advocaat tegenover de derde ontstaat. |
Casus |
Vennootschappelijke medezeggenschapsrechten in een grensoverschrijdende inbound fusieHet toepassingsbereik van art. 2:333k lid 3 onder c BW |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 4 2016 |
Trefwoorden | art. 2:333k BW, art. 16 Tiende Richtlijn, grensoverschrijdende fusie, inbound, medezeggenschapsregime |
Auteurs | R.L. Pouwer |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 1 juli 2015 is art. 2:333k BW gewijzigd. Sinds deze wijziging lijkt krachtens de letterlijke bewoording van art. 2:333k lid 3 onder c BW bij elke grensoverschrijdende inbound fusie het regime van dit artikel te moeten worden toegepast. Ook wanneer bij geen van de fuserende vennootschappen voorafgaand aan de fusie vennootschappelijke medezeggenschap bestaat. In dit artikel zet de auteur op basis van bronnenonderzoek uiteen waarom zij het regime in de hiervoor beschreven situatie niet toepasselijk acht. |
Praktijk |
Uitzendkrachten inhuren: wanneer wordt goedkoop duurkoop? |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 4 2016 |
Trefwoorden | inlenersaansprakelijkheid, art. 34 Invorderingswet 1990, G-rekening, verklaring omtrent het betalingsgedrag, verjaring |
Auteurs | Mr. N.J. Schutte |
SamenvattingAuteursinformatie |
De inlenersaansprakelijkheid van art. 34 van de Invorderingswet 1990 is een vrijwel zuivere risicoaansprakelijkheid. Deze wordt ingeroepen als een uitlener van personeel loonbelasting of premies onbetaald laat. Het is voor de inlener lastig en administratief bewerkelijk om afdoende maatregelen te nemen tegen een dergelijke aansprakelijkstelling. Verjaring van het recht tot aansprakelijkstelling vindt maar zelden plaats en ook de disculpatieregeling werkt slechts in uitzonderingsgevallen. Alleen de storting van de loonbelasting- en premiecomponent door de inlener op een geblokkeerde rekening van de uitlener is afdoende. Dit artikel gaat in kort bestek op de meeste problemen in waar de inlener mee te maken kan krijgen. |
Artikel |
Verwerking van het enquêterecht |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 10-11 2016 |
Trefwoorden | rechtsverwerking, enquêterecht, Cordial, artikel 2:350 BW, artikel 2:349 BW |
Auteurs | Mr. D.L. Barbiers |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel worden enkele kanttekeningen geplaatst bij de Cordial-beschikking waarin de Hoge Raad voor de eerste keer besliste dat rechtsverwerking in het enquêterecht toepassing vindt. Verder wordt ingegaan op hoe rechtsverwerking zich verhoudt tot de ontvankelijkheidstermijn van artikel 2:349 lid 1 BW en de belangenafweging van artikel 2:350 BW. |
Artikel |
Eigen schuld in beleggingsadviesrelaties |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 12 2016 |
Trefwoorden | beleggingsadvies, eigen schuld, schadebeperking, zorgplicht |
Auteurs | Mr. A.G.F. Ancery |
SamenvattingAuteursinformatie |
In beleggingsadviesrelaties geeft de belegger zelf opdracht voor de koop en verkoop van effecten. Hij doet dat op advies van de beleggingsonderneming. In hoeverre is er nog ruimte voor eigen schuld van de belegger als de beleggingsonderneming bij het geven van een advies haar zorgplicht schendt? |
Artikel |
De discretionaire ruimte bij het gebruik van geweld: hoe kleiner, hoe beter? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Criminologie, Aflevering 4 2016 |
Trefwoorden | discretionary space, use of force, Training, Survey, hypothetical cases |
Auteurs | Jannie Noppe |
SamenvattingAuteursinformatie |
First line police officers need a certain amount of discretion as they have to deal with various and complex situations on a daily basis. In this article the author examines the extent to which police officers have room for discretion in their use of force. We start from Mastrofski’s proposition that in case of decisions to use deadly force (use of firearm) police officers’ discretionary space must be restricted as much as possible. In case of less intrusive use of force, police officers may have more room for discretion. We used data from a small survey in three local police forces in Belgium to examine whether police officers have similar opinions on the decision to use their firearm – in comparison with the decision to use lower levels of force (non-firearm/non-lethal). Furthermore, we compare police officers who are highly trained in the use of force, with less trained police officers. Our results indicate that police officers are indeed more univocal when it comes to decisions to use their firearm, especially in case of more trained police officers. |
Artikel |
Aanbestedingsrechtelijke uitsluitingsgronden en het mededingingsrecht: wat moet een mededingingsjurist weten van de mogelijkheden tot uitsluiting in het aanbestedingsrecht? |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 6 2016 |
Trefwoorden | aanbesteding, uitsluitingsgronden, ernstige fout, valse verklaring, proportionaliteit |
Auteurs | Maurice Esssers en Robert Fröger |
SamenvattingAuteursinformatie |
Met de per 1 juli 2016 geïntroduceerde wijzigingen van de Aanbestedingswet 2012 is het kader voor aanbestedingsrechtelijke uitsluitingsgronden gewijzigd. In dit artikel staan de uitsluitingsgronden centraal die voor beoefenaars van het mededingingsrecht relevant zijn. Met name wanneer ACM boetes oplegt wegens overtreding van (sectorspecifieke) regelgeving, gaan deze uitsluitingsgronden in latere aanbestedingen een rol spelen. Aspecten van een besluit die een impact hebben op de aanbestedingsrechtelijke kansen van ondernemingen zijn onder meer: de duur van de overtreding, de aard van de overtreding, de wijze van afdoening, de rechtspersonen waaraan de overtreding wordt toegerekend, de publicatiedatum en de mate van verwijtbaarheid. |
Artikel |
Ministeriabel – ministersbenoeming als een voor beroep vatbare beschikking |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 4 2016 |
Trefwoorden | ministeriabiliteit, screening, toetsing, ministers, integriteit |
Auteurs | Dr. R.S.J. Martha LLM |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Landsverordening integriteit (kandidaat-)ministers heeft de pennen aan het schrijven gekregen. Want levert de in de landsverordening bedoelde schriftelijke mededeling van het niet voordragen voor benoeming een beschikking op in de zin van de Lar? Kan een minister inzake een dergelijke medeling bij de burgerlijke of bestuursrechtelijke rechter terecht? En zo ja, hoe zal deze rechter daarmee om moeten gaan? In deze bijdrage en de drie daaropvolgende bijdragen zijn dr. Martha LLM, prof. mr. Rogier en dr. mr. Sybesma hierover in discussie. |
Artikel |
E-commerce sector inquiryDe voorlopige (mededingingsrechtelijke) bevindingen van de Europese Commissie |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 10 2016 |
Trefwoorden | E-commerce, Sector inquiry, mededinging, SWD(2016) 312, Sectoronderzoek |
Auteurs | Mr. drs. D.P. Kuipers en Mr. M.A.M.L. van de Sanden |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 15 september 2016 heeft de Europese Commissie als onderdeel van haar Digital Single Market-strategie een rapport gepubliceerd waarin de voorlopige bevindingen van haar e-commerce sector inquiry zijn opgenomen. Dit rapport brengt de praktijken aan het licht die tot een beperking van de concurrentie zouden kunnen leiden. De bevindingen uit het rapport kunnen mogelijk een grote impact hebben op de e-commerce sector in de Europese Unie. In dit artikel worden de belangrijkste door de Commissie geïdentificeerde ontwikkelingen en praktijken beschreven alsmede of die ontwikkelingen en praktijken aanleiding geven tot mededingingsbezwaren. Het definitieve rapport wordt in het eerste kwartaal van 2017 verwacht. |
Artikel |
Hof van Justitie eist in de cementzaken een steviger fundament onder inlichtingenverzoeken |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 10 2016 |
Trefwoorden | Mededinging, Inlichtingenverzoek, motivering, zelfincriminatie, 1/2003 |
Auteurs | Mr. J.W. Fanoy en Mr. T. Raats |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de cementzaken concludeert het Hof van Justitie dat de Europese Commissie haar inlichtingenverzoek onvoldoende had gemotiveerd. In dit artikel wordt de verwachte impact van deze uitspraak besproken. Daarnaast gaan auteurs in op (rechts)vragen die het arrest oproept. |
Artikel |
E-commerce, collectieve verbodsacties en rechtskeuzebedingen in consumentenovereenkomsten: verfijning van het Europees conflictenrecht |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 10 2016 |
Trefwoorden | Voorvraag, Collectieve verbodsacties, E-commerce, Rechtskeuze, Scope-rules |
Auteurs | Mr. R.P. Streng |
SamenvattingAuteursinformatie |
In HvJ 28 juli 2016, zaak C-191/15, Verein für Konsumenteninformation/Amazon EU Sárl, ECLI:EU:C:2016:612 heeft het Hof van Justitie geoordeeld dat oneerlijke bedingen in online gesloten of nog te sluiten overeenkomsten met consumenten en tegen het gebruik waarvan met een preventieve collectieve verbodsactie wordt geageerd, het karakter hebben van verbintenissen uit overeenkomst. De rechtmatigheid van dergelijke bedingen moet daarom, ook wanneer de rechtmatigheidstoets als voorvraag opkomt in het kader van een niet-contractuele collectieve verbodsactie, worden beoordeeld naar het recht dat door Verordening (EG) nr. 593/2008 (Rome I) wordt aangewezen. Daarentegen is volgens de advocaat-generaal alleen Verordening (EG) nr. 864/2007 (Rome II) relevant. |