In dit artikel wordt beschreven hoe de opvattingen inzake medezeggenschap in het overheidsbeleid zich hebben ontwikkeld sinds de opkomst van de gedachten daarover in de jaren zeventig. Nadat de studentenprotesten van 1968 ook in Nederland tot democratisering van de universiteiten hadden geleid met de Wet Universitaire Bestuurshervorming (1970), werd de aanzet voor medezeggenschap in de hele semipublieke sector vooral gegeven door de commissie-Van der Burg, die in 1977 rapport uitbracht. In alle sectoren werd nadien de medezeggenschap wettelijk geregeld, soms na zeer lange discussies. En nog altijd is de discussie niet uitgewoed. De commissie-Halsema besprak in haar rapport van 2013 voor een deel dezelfde thema’s als de commissie-Van der Burg, in het licht van beoogde verbeteringen in het besturen van de inmiddels sterk veranderde instellingen. En de WRR liet in 2014 zijn licht over deze materie schijnen. Welke beleidsagenda levert dit nu op? |
Zoekresultaat: 329 artikelen
Artikel |
Van meezeggen en tegenspreken – van democratisering naar een lastig gesprek |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 1 2016 |
Trefwoorden | Medezeggenschap, Onderwijs, Commissie Behoorlijk Bestuur |
Auteurs | drs. D.P. van den Bosch |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Ontwikkelingen in de governance van onderwijsinstellingen en de rol van medezeggenschap daarbij |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 1 2016 |
Trefwoorden | Medezeggenschap, Kwaliteit van onderwijs, Goed bestuur |
Auteurs | mr. J.A.P. Veringa en mr. L. Schouten BA |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt teruggekeken op de ontwikkelingen in de afgelopen tien jaar van sturing in het onderwijs en de rol van de medezeggenschap hierbij. De vraag wat de visie op de rol van maatschappelijk belanghebbenden is en in welke mate de overheid met succes belanghebbenden (zowel de medezeggenschap als andere stakeholders) stimuleert om de kwaliteit van het onderwijs en van het bestuur te verbeteren staat in deze bijdrage centraal. In alle onderwijssectoren is in juridische zin de positie van de medezeggenschap versterkt, maar de medezeggenschap heeft volgens de auteurs beperkte invloed gehad in situaties waar problemen aan het ontstaan waren. Hier valt winst te behalen. Hiermee kan ook de legitimatie van de semipublieke instellingen in het onderwijs worden versterkt. Wij zijn van oordeel dat de rol van de medezeggenschap een meer integraal onderdeel van de visie op goed bestuur in het onderwijs zou moeten zijn. |
Artikel |
Inspraak van verstandelijk gehandicaptenEffectiviteit en ineffectiviteit van wet- en regelgeving |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 1 2016 |
Trefwoorden | Wetgeving, Naleving, Inspraak, Medezeggenschap |
Auteurs | Mr. dr. M. Malsch en Mr. M.L.W. Verhagen-Maat |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel bespreekt de doelstellingen van de wet- en regelgeving die van toepassing is op inspraak in de zorg en onderzoekt de doelbereiking in de praktijk. Ingegaan wordt op de doelstelling en naleving van de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen (WMCZ) en van wetten en beleidsregels die betrekking hebben op andere vormen van inspraak van verstandelijk gehandicapten, zoals het zorgplan en het leefwensenonderzoek. Geen van de betrokken wetten of beleidsregels blijkt in de praktijk te functioneren conform het doel: vergroting van de daadwerkelijke inspraak van de cliënt. De vraag wordt gesteld of wet- en regelgeving een geschikte methode is om betere inspraak te bevorderen. In de conclusies worden suggesties voor verbetering van mogelijkheden van inspraak gedaan, waarbij aandacht wordt besteed aan zowel wet- en regelgeving en toezicht als alternatieve benaderingen. |
Casus |
Enkele gedachten over de arbeidsovereenkomst in het concern |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 4 2015 |
Trefwoorden | arbeidsovereenkomst, concern, werknemer |
Auteurs | Prof. dr. R.M. Beltzer |
SamenvattingAuteursinformatie |
De werknemer in het concern heeft veelal niet alleen te maken met degene met wie hij de arbeidsovereenkomst ondertekende, maar ziet zich tevens geconfronteerd met allerhande ‘derden’ die direct of indirect hun invloed uitoefenen op de arbeidsovereenkomst. Denk aan de situatie dat de werkgever niet meer in staat is het loon te betalen omdat de moedervennootschap al haar leningen heeft opgeëist. Een ander concernonderdeel kan zelfs in het geheel niet als derde worden ervaren, bijvoorbeeld in de veelvoorkomende situatie dat de werknemer binnen een concern feitelijk permanent werkt binnen een andere vennootschap dan die waarmee hij de arbeidsovereenkomst sloot. De centrale vraag van de auteur is of het recht voldoende rekening houdt met de arbeidsovereenkomst binnen het concern. |
Artikel |
Hoe subjectief en onredelijk is de uitleg van Belgische cao’s? |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 4 2015 |
Trefwoorden | Rechtsvergelijking, Belgisch recht, Haviltex, Cao |
Auteurs | Prof. F. Dorsemont |
Auteursinformatie |
Artikel |
Strijd tegen misbruik van rechtspersonen: twee nieuwe registers voor aandeelhouders in opkomst |
Tijdschrift | Vennootschap & Onderneming, Aflevering 7/8 2015 |
Trefwoorden | UBO-register, centraal aandeelhoudersregister, fraude, antiwitwasrichtlijn, privacy aandeelhouders |
Auteurs | Mr. F. van Zanten en Mr. S.S.M. Rutten |
SamenvattingAuteursinformatie |
Recentelijk is een richtlijn aangenomen waarbij het verplicht wordt voor bedrijven om gegevens over hun ultimate beneficial owner (UBO) ‘openbaar’ te maken in een register. Daarnaast ligt er een conceptwetsvoorstel ter invoering van een centraal aandeelhoudersregister. De auteurs bespreken van beide registers de achtergrond, geven een inhoudelijke toelichting en sluiten af met een vergelijking, tevens in tabelvorm. |
Artikel |
C’est arrivé près de chez vous! Het arrest Italmoda en het ontzeggen van rechten aan de particulier op grond van de EU-richtlijn |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 5 2015 |
Trefwoorden | btw-fraude, omgekeerde verticale werking, Mangold-doctrine, fraudebestrijding, fiscale neutraliteit |
Auteurs | Dr. Thomas Vandamme |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt stilgestaan bij de uitspraak van het Hof van Justitie in de zaak Italmoda waarin een nieuw aspect van directe werking van richtlijnen naar voren komt. Nationale overheden zijn verplicht rechten te weigeren als niet aan de materiële vereisten voor de verkrijging daarvan is voldaan. Dat is met name het geval als de begunstigde van btw-faciliteiten betrokken bleek te zijn geweest bij fraude of misbruik van recht. Deze zaak is voor fiscalisten van groot belang, temeer omdat hij vragen oproept ten aanzien van de relatie tussen fraudebestrijding en fiscale neutraliteit. Het arrest heeft echter ook een institutioneel belang dat het btw-recht overstijgt. In hoeverre wordt het verbod van omgekeerde verticale werking van richtlijnen, en daaraan gekoppeld het verbod tot het direct opleggen van verplichtingen aan de particulier, ingeperkt? |
Artikel |
De implementatie van artikel 16 van de richtlijn voor grensoverschrijdende fusies: third time’s a charm? |
Tijdschrift | Vennootschap & Onderneming, Aflevering 4 2015 |
Trefwoorden | grensoverschrijdende fusie, implementatie Richtlijn 2005/56/EG, werknemersmedezeggenschap, artikel 2:333k BW |
Auteurs | Mr. S.S.M. Rutten |
SamenvattingAuteursinformatie |
Recentelijk heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie een arrest gewezen waarin het stelt dat de medezeggenschapsrechten van werknemers bij een grensoverschrijdende fusie uit Richtlijn 2005/56/EG niet correct zijn geïmplementeerd. Naar aanleiding hiervan heeft de Nederlandse wetgever artikel 2:333k BW in zijn geheel herzien. De auteur bespreekt of deze wijzigingen in lijn zijn met deze richtlijn. |
Artikel |
Praktijkervaring met een cao-commissie |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 1 2015 |
Trefwoorden | ABN AMRO, afwijking cao, Ontslagcommissie, Geschillenregeling, sociaal plan |
Auteurs | Mr. A.H. Van Empel en Mr. R. Hansma |
Auteursinformatie |
Casus |
Vennootschapsrechtelijke werking van aandeelhoudersovereenkomsten: führt jeder Konsequenz zum Teufel? |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 1 2015 |
Trefwoorden | doorwerking van aandeelhoudersovereenkomsten, art. 2:8 lid 2 BW |
Auteurs | W.J. Oostwouder en M. Wessel |
SamenvattingAuteursinformatie |
Er zijn verschillende uitspraken gepubliceerd waarin doorwerking van aandeelhoudersovereenkomsten is aangenomen onder de specifieke omstandigheden van het geval. In dit artikel wordt door prof. mr. W.J. Oostwouder en mr. M. Wessel bezien in hoeverre aandeelhoudersovereenkomsten vennootschapsrechtelijke werking hebben. De auteurs zullen zich tevens richten op de principiële vraag in hoeverre de doorwerkingsjurisprudentie leidt tot de conclusie dat de aandeelhoudersovereenkomst bij besluitvorming van een vennootschapsorgaan prevaleert boven het bepaalde in Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en de statuten. De auteurs signaleren verschillende aandachtspunten bij de beantwoording van deze vraag en dat er wel degelijk een goedaardige, maar niet-onbelangrijke ‘duivel’ om de hoek komt kijken, die dikwijls over het hoofd wordt gezien. |
Casus |
Governance en bescherming van banken |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 3 2014 |
Trefwoorden | banken, publiek belang, publiek aandeelhouderschap, privatisering, Interventiewet, overheidsinvloed, vijandige overnames, beschermingsconstructies, certificering |
Auteurs | Prof. mr. D.F.M.M. Zaman, Mr. G.M. Portier en Mr. dr. J. Nijland |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage bespreken de auteurs de vraag welke publiek- en privaatrechtelijke mogelijkheden er bestaan om op permanente wijze een bank (of andere financiële instelling) te beschermen tegen beleid dat niet gericht is op het publieke belang. Daarbij worden mogelijke publiek- en privaatrechtelijke instrumenten vergeleken en geplaatst in een nationaal- en Europeesrechtelijk kader. Aangezien publiekrechtelijke instrumenten uit hoofde van de Interventiewet slechts onder bepaalde voorwaarden inzetbaar zijn (dreigende insolventie van de onderneming of instabiliteit van het financieel stelsel) en traditionele beschermingsconstructies slechts kunnen worden ingezet ter voorkoming van vijandige overnames, zien de auteurs mogelijkheden voor het gebruik van aanvullende privaatrechtelijke instrumenten ter stimulering van beleid van banken gericht op het publieke belang. |
Artikel |
|
Tijdschrift | ARBAC, augustus 2014 |
Auteurs | mr. Nataschja Hummel |
Samenvatting |
De afgelopen jaren verloopt het collectief arbeidsvoorwaardenoverleg bij de overheid stroef; in een aantal gevallen hebben de ambtenarenorganisaties het overleg zelfs geheel opgeschort. Zij menen dat het opschorten van het overleg tot gevolg heeft dat het bevoegd gezag geen besluiten kan nemen ten aanzien van nieuwe arbeidsvoorwaarden en reorganisaties, omdat niet wordt voldaan aan de voorgeschreven overlegverplichtingen. Eenzijdige opschorting van het overleg wordt daarmee een belangrijk pressiemiddel voor de ambtenarenorganisaties. Met name de centrales van overheidspersoneel binnen de sector Defensie zien hierin een alternatief voor de werkstaking: militairen mogen immers niet staken. In de overlegregeling voor de sector Defensie wordt deze situatie niet geadresseerd. Kernvraag in deze bijdrage is in hoeverre de minister van Defensie deze impasse formeel kan doorbreken. |
Hoofdartikel |
De binding van werkgevers aan collectieve arbeidsovereenkomstenEnkele beschouwingen over juridische factoren die binding bevorderen of verzwakken |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 2 2014 |
Trefwoorden | cao, alternatieve binding, vakbonden, rechtsvergelijking, representativiteit |
Auteurs | Prof. F. Dorssemont |
SamenvattingAuteursinformatie |
De dekkingsgraad (vertaling van coverage) van cao's wordt gedefinieerd als de verhouding van het aantal werknemers dat gebonden is aan een cao tot het geheel van de werkende bevolking. In deze bijdrage beperk ik me tot een analyse van de juridische factoren die de binding van werkgevers bevorderen dan wel bemoeilijken. De volgende nationale rechtsordes worden in het onderzoek op systematische wijze betrokken: België, Nederland, Italië, Frankrijk en Duitsland. De problematiek van de binding aan (Europese) cao's wordt eveneens onderzocht binnen de rechtsorde van de Europese Unie. |
Artikel |
Grensoverschrijdende omzetting en de jaarrekening |
Tijdschrift | Vennootschap & Onderneming, Aflevering 0708 2014 |
Trefwoorden | grensoverschrijdende omzetting, jaarrekeningrecht, titel 2.9 BW |
Auteurs | Mr. R.A. Hagens |
SamenvattingAuteursinformatie |
Vanaf het moment van grensoverschrijdende omzetting is de vennootschap onderworpen aan het jaarrekeningrecht van de ontvangende lidstaat. De auteur bespreekt in deze bijdrage enkele aandachtspunten. |
Artikel |
Horizontale werking van het EU-Grondrechtenhandvest: de kogel lijkt door de kerk |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 5 2014 |
Trefwoorden | Richtlijn 2002/14/EG, Recht op informatie en raadpleging van werknemers binnen een onderneming, EU-Handvest van de Grondrechten, Algemene beginselen van EU-recht, Horizontale werking |
Auteurs | Prof. mr. H.C.F.J.A. de Waele |
SamenvattingAuteursinformatie |
Kunnen bepalingen uit het EU-Handvest van de Grondrechten worden ingeroepen in horizontale verhoudingen, dat wil zeggen in gedingen waarin twee private partijen tegenover elkaar staan? In het arrest Association de médiation sociale lijkt het Hof van Justitie deze principevraag bevestigend te beantwoorden. Daarbij onderstreept het bovendien de vitaliteit van de Mangold/Kücükdeveci-rechtspraak, waarin al eerder werd uitgemaakt dat richtlijnbepalingen die een uitwerking vormen van een algemeen beginsel van EU-recht, onder omstandigheden eveneens als zodanig in gedingen tussen particulieren kunnen worden toegepast. Tegelijkertijd houdt het Hof van Justitie zich echter op de vlakte en krijgen de theoretische mogelijkheden geen praktisch vervolg, omdat er in casu een beroep werd gedaan op een onvoldoende concrete Handvestbepaling. Ogenschijnlijk heeft het hiermee niettemin een beslissende stap gezet, en is voor toekomstige gevallen de kogel door de kerk.HvJ EU 15 januari 2014, zaak C-176/12, Association de médiation sociale/Union locale des syndicats CGT, Hichem Laboubi, Union départementale CGT des Bouches-du-Rhône, Confédération générale du travail, n.n.g. |
Wetenschap |
Het enquêterecht en het toetsen van besluiten in arbitrage |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 2 2014 |
Trefwoorden | Arbitrage, vernietigen, besluiten, enquêtegeschillen, beroepsrecht, art 2:16 BW, art 26 WOR, geschillenregeling, Groenselect, Erasmus/Harbour |
Auteurs | Mr. H.R. Pleiter |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het vernietigen van besluiten is evenals het enquêterecht vanwege de openbare orde non-arbitrabel. De erga omnes-werking van de uitspraak/voorzieningen staat aan de arbitrabiliteit in de weg. De auteur betoogt dat de praktijk baat kan hebben bij een geval-tot-gevalbenadering ten aanzien van arbitrabiliteit van enquêtegeschillen. Met het vernieuwde bv-recht is beoogd de betrokkenen ruimte te geven bij het regelen van de rechtsgevolgen binnen de vennootschap; de rechter moet dit respecteren. De auteur stelt dat met implementatie van het beroepsrecht van art. 26 WOR in Boek 2 BW de erga omnes-werking niet langer aan arbitrabiliteit van besluiten in de weg zal staan. |
Artikel |
Voorontwerp regeling grensoverschrijdende omzetting van kapitaalvennootschappen |
Tijdschrift | Vennootschap & Onderneming, Aflevering 5 2014 |
Auteurs | Mr. M.P. van Agt |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage bespreekt de auteur de reikwijdte, toepassing en procedure van het voorontwerp grensoverschrijdende omzetting kapitaalvennootschappen. |
Praktijk |
Het vijandig bod |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 1 2014 |
Trefwoorden | vijandig bod, openbaar bod, activistische aandeelhouder, biedingsregels, stakebuilding, melding zeggenschap, beschermingsconstructie, KPN, América Móvil |
Auteurs | Mr. W.W.C.I.G. Bijveld |
SamenvattingAuteursinformatie |
Vijandige biedingen komen met enige regelmaat voor in de Nederlandse openbarebiedingenpraktijk. Van een ‘vijandig bod’ wordt gesproken indien de besturen van een potentiële bieder en een doelvennootschap geen overeenstemming kunnen bereiken over het voorgenomen openbaar bod van de potentiële bieder. De huidige regelgeving omtrent openbare biedingen behandelt een ‘vijandig bod’ op enkele bepalingen na niet anders dan een volledig openbaar bod. Enkele belangrijke regels die een vijandige bieder tegen zal komen gedurende het biedingsproces zijn onder andere de regels omtrent het melden van zeggenschap, de bepaling over de aankondiging van een vijandig bod, de ‘put up or shut up’-regeling en art. 4 en 5 van de SER Fusiegedragsregels 2000. Naast deze regels zal in het artikel tevens worden ingegaan op de overnamestrijd tussen América Móvil en KPN. |
Jurisprudentie |
Ondernemingsprocesrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 1 2014 |
Auteurs | Prof. mr. H.E. Boschma en Mr. P.G.F.A. Geerts |
Auteursinformatie |
Artikel |
De kredietverschaffer met enquêtebevoegdheid |
Tijdschrift | Vennootschap & Onderneming, Aflevering 1 2014 |
Trefwoorden | enquêtebevoegdheid, bank, pandakte, kredietverschaffer, Ondernemingskamer |
Auteurs | Mr. S.M.H. van Boheemen |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage bespreekt de auteur de enquêtebevoegdheid van een bank in haar hoedanigheid van kredietverschaffer. Hierbij wordt onder meer ingegaan op de beschikking van de Ondernemingskamer waarbij een bank bevoegd werd geacht om bij de Ondernemingskamer een enquêteverzoek in te dienen ten aanzien van de onderneming die zij financierde. |