In deze bijdrage wordt de rol die exoneraties in b2b-verhoudingen spelen besproken en formuleert de auteur regels die bij het opstellen van een goede exoneratiebepaling van nut kunnen zijn. De auteur wijst op het belang van het juridisch (logistiek) kwalificeren van de overeenkomst, de vraag of de schadeplicht voortvloeit uit een temporeel of kwalitatief ten achter blijven en op de uitleg van exoneraties. Onderzocht wordt ook of toetsing van het beding aan de beperkende werking van de redelijkheid veel verschilt van de norm ‘onredelijk bezwarend’ uit artikel 6:233 sub a Burgerlijk Wetboek en de omstandigheden die in de rechtspraak een rol spelen bij de beantwoording van de vraag of een exoneratie terzijde moet worden gesteld. |
Zoekresultaat: 544 artikelen
Artikel |
‘Schuldenwijzer is een mooi instrument voor schuldhulpverlening’ |
Tijdschrift | De Gerechtsdeurwaarder, Aflevering 2 2019 |
Auteurs | André Moerman |
Auteursinformatie |
Contracten maken |
|
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 3 2019 |
Trefwoorden | Exoneratie, Schadeplichtigheid, Verzuim, Opzet of bewuste roekeloosheid, Beperkende werking redelijkheid en billijkheid |
Auteurs | Prof. mr. T.H.M. van Wechem |
SamenvattingAuteursinformatie |
Kroniek rechtspraak |
Kroniek rechtspraak Europees recht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 4 2019 |
Trefwoorden | geneesmiddelen, hulpmiddelen, beroepskwalificaties, discriminatie, mededinging |
Auteurs | mr. N.A.D. Groot, mr. M.A.M. Verduijn en mr. drs. J.J. Rijken |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze kroniek bevat een overzicht van de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ EU) en het Gerecht van de Europese Unie (Gerecht EU) op het gebied van het gezondheidsrecht in de afgelopen twee jaar. De precieze kroniekperiode is 1 februari 2017 tot 1 april 2019. |
Artikel |
Kroniek Vermogensrecht |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 7 2019 |
Auteurs | Coen Drion, Anna Zwalve, Bastiaan Kout e.a. |
Artikel |
De invloed van het EU-recht op het Nederlandse consumentenkooprecht |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 7-8 2019 |
Trefwoorden | consumentenbescherming, contractenrecht, EU-recht, koop (op afstand), informatieplicht |
Auteurs | Mr. S. van Beek en Prof. mr. H.N. Schelhaas |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel wordt met een kritische blik een aantal belangrijke ontwikkelingen in het Nederlandse consumentenkooprecht geanalyseerd, die onder invloed van het EU-recht tot stand zijn gekomen. Hierbij passeren de regeling over de koop op afstand, de (remedies bij) non-conformiteit en de klachtplicht de revue. |
Artikel |
Pye v. United Kingdom: Hoe het constitutionele goederenrecht een kans miste onbillijke verjaringsverkrijgingen tegen te gaan |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 7-8 2019 |
Trefwoorden | verkrijging door verjaring, adverse possession, Pye, openbare registers, constitutioneel goederenrecht |
Auteurs | Mr. dr. B. Hoops |
SamenvattingAuteursinformatie |
In Pye besliste het EHRM dat het Engelse equivalent van verjaringsverkrijgingen niet in strijd was met art. 1 Eerste Protocol bij het EVRM. Het EHRM hield hierbij onvoldoende rekening met de verschillen tussen verjaringszaken. Dit artikel toont aan hoe een meer genuanceerde beoordeling onbillijke van billijke verjaringsverkrijgingen had kunnen scheiden. |
Jurisprudentie |
Misgelopen woongenot en vergoeding van materiële schadeRb. Noord-Nederland 1 maart 2017, ECLI:NL:RBNNE:2017:715 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 2 2019 |
Trefwoorden | misgelopen woongenot, gemis van het onstoffelijk voordeel, aardbeving, gaswinning, vergoeding materiële schade |
Auteurs | Mr. dr. R. Rijnhout en T. Rotscheid LLB |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 1 maart 2017 wees de Rechtbank Noord-Nederland vonnis in een zaak die ging over de vergoeding van immateriële schade en de vergoeding van vermogensschade in de zin van het gemis van het onstoffelijk voordeel, zijnde gederfd woongenot, ten gevolge van aardbevingen ontstaan door gaswinning door de Nederlandse Aardolie Maatschappij. Deze annotatie concentreert zich uitsluitend op laatstgenoemde schadepost. Ondanks dat het vonnis ruim twee jaar oud is, zijn de vragen die het oproept nog zeer actueel. Zo is recentelijk door de Rechtbank Noord-Nederland in een andere zaak hierover een prejudiciële vraag voorgelegd aan de Hoge Raad. |
Artikel |
Het nieuwe goud: betalen met data |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 6 2019 |
Trefwoorden | persoonsgegevens, data, ontbinding, consumentenbescherming, toestemming |
Auteurs | Mr. dr. C. Spierings |
SamenvattingAuteursinformatie |
Gebruikers betalen voor veel online diensten niet met geld, maar met gegevens In dit artikel onderzoekt de auteur welke bescherming consumenten kunnen ontlenen aan de op 11 juni 2019 in werking getreden richtlijn over digitale inhoud en digitale diensten (2019/770) en de Algemene verordening gegevensbescherming. |
Artikel |
‘Een beetje genot is ook genot’, zelfs op het sterfbed. |
Tijdschrift | AdvoTip, Aflevering 11 2019 |
Auteurs | Prof. mr. dr. B.M.E.M. Schols |
Artikel |
Het onderliggende conflict: afblijven of uitdiepen? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 2 2019 |
Trefwoorden | schikking, civiele rechter, conflictoplossing, comparitie |
Auteurs | Rick Verschoof |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op de comparitie na antwoord besteden de civiele rechter en de kantonrechter tegenwoordig vaker aandacht aan het conflict. Het ‘conflict’ als tegenhanger van het ‘geschil’. Hoe maken rechters hun keuze om dat al dan niet te doen? Hoe diep gaat hun aandacht? Beheersen zij de grondbeginselen van het conflictgesprek? Wat vinden partijen van het optreden van de rechters op dit gebied? De antwoorden staan in dit artikel en uitgebreider in het boek Geschikt of niet geschikt van Rick Verschoof en Wibo van Rossum. |
Artikel |
Groot in Bolsward |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 6 2019 |
Auteurs | Erik Jan Bolsius en Sophie Kroon |
Auteursinformatie |
Artikel |
Kroniek Vennootschapsrecht |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 4 2019 |
Auteurs | Bas Visée en Rik Analbers |
Auteursinformatie |
Column |
Mr. X faciliteert een drugslab |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 4 2019 |
Auteurs | Trudeke Sillevis Smitt |
Artikel |
Als het niet kan zoals het moet...Op zoek naar ambtenaren met mandaat en durf in het sociaal domein |
Tijdschrift | Handicap & Recht, Aflevering 1 2019 |
Auteurs | Mr. dr. M.F. Vermaat |
SamenvattingAuteursinformatie |
|
Artikel |
Wie heeft een wiethok op zolder?Een kwantitatief onderzoek naar risico- en beschermende factoren op persoons- en buurtniveau voor illegale hennepplantages in woningen |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Criminologie, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | indoor cannabis cultivation, risk factors, individuals, neighbourhoods |
Auteurs | Emily Berger MSc, Vera de Berk MSc, Dr. Joris Beijers e.a. |
SamenvattingAuteursinformatie |
Illegal weed cultivation is increasingly perceived as an important societal problem. Most of existing research in this area focuses on the criminal organisations active on the cannabis market and the criminal profits that are gained here. The current study however focuses on the actors at the bottom of the cannabis market – the home growers – and aims at answering the following research question: what factors influence the chance of encountering an illegal weed cultivation at a certain residential address? In this study, the risk and protecting factors are taken into consideration on both the individual level (e.g. family composition and financial position of residents) and the neighbourhood level (e.g. social cohesion, physical disorganisation, level of criminality in a certain neighbourhood). In the current study, data of 401 illegal hemp cultivation sites discovered between 2011 and 2016 in homes in Eindhoven, the Netherlands, were analysed. Data from various quantitative data sources – like municipal data (BRP and data from the Social Domain) and data from the municipal neighbourhood monitors – were combined and analysed through a multilevel logistic regression. The results suggest that the likelihood of an illegal weed cultivation site is most prominently influenced by individual factors. Being married for instance seems to decrease the risk, whereas being divorced seems to increase the risk. The housing type also turns out to be of influence. On a neighbourhood level, physical disorganisation and the presence of other hemp cultivation sites in the neighbourhood are the only predictors for hemp cultivation. The results are discussed in the light of criminological theories regarding participation in crime, using the theoretical concepts motivation, opportunity, and control. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Criminologie, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | jihadi travellers, terrorism, terrorist financing, financial independence |
Auteurs | Dr. Melvin Soudijn |
SamenvattingAuteursinformatie |
The present article examines the financial life of 131 jihadi travellers (JTs), also known as foreign terrorist fighters, from the Netherlands. For the purpose of the research, access was acquired to all their banking transactions in the year preceding their departure: over 60,000 transactions in total. Their income from work or employment, various forms of social assistance, student grants, and other income or expenditure were examined. The data provided a good picture of their financial independence, i.e., the extent to which they were capable of making their own living or needed to claim assistance from the authorities. The analysis shows that it is highly exceptional for Dutch JTs to be financially independent. Only 5 percent have sufficient income from work or employment without making any claims on the government for financial assistance, and are free of mounting debts. The low score can for a large part be explained by the fact that almost half of the JTs are under 23 years of age and/or receive a student grant. Their financial picture largely resembles ordinary students. Older JTs (over 22 years of age, and not having received a student grant for at least one year) underperform, however. Only 9 percent are financially independent. Financial support could perhaps be used to monitor or steer recipients’ role in society. |
Wetenschap |
|
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | bestuurdersaansprakelijkheid, bewijspositie, gezag van gewijsde |
Auteurs | Mr. H.J. Vetter |
SamenvattingAuteursinformatie |
Recente rechtspraak roept de vraag op welke verweermogelijkheden een op grond van art. 2:11 BW aansprakelijk gestelde bestuurder heeft als de rechtspersoon-bestuurder onherroepelijk is veroordeeld. En hoe is de positie van een op grond van onrechtmatige daad aansprakelijk gestelde bestuurder die zich wil verweren tegen de omvang van de schade van een crediteur van de rechtspersoon, als de rechtspersoon zelf is veroordeeld bij in kracht van gewijsde gegaan vonnis? In deze bijdrage wordt met een beroep op het leerstuk van het gezag van gewijsde bepleit dat de bestuurder meer ruimte voor verweer heeft dan wel wordt aangenomen. |
Jurisprudentie |
Jurisprudentieoverzicht |
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht, Aflevering 2 2019 |
Auteurs | Mr. S.C. den Engelse |
Auteursinformatie |
Artikel |
Ontbinding: effectief wapen of zwaard van Damocles? |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | Ontbinding, Artikel 6:265 BW, Tenzij-bepaling, Tekortkoming, Verzuim |
Auteurs | Mr. I.W.M. Olthof |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het Eigen Haard-arrest heeft de Hoge Raad bevestigd dat de toets voor de ontbinding van overeenkomsten laagdrempelig blijft, in die zin dat in beginsel iedere tekortkoming volstaat en dat een beroep op de tenzij-bepaling niet terughoudend moet worden beoordeeld. Bij de beoordeling van die tenzij-bepaling zijn vervolgens in beginsel alle omstandigheden van het geval – en niet alleen de bijzondere aard of geringe betekenis van de tekortkoming – in gelijke mate van belang. Concrete handvatten voor de houdbaarheid van een ontbindingsberoep in de praktijk bevat het arrest echter niet. Uitspraken van feitenrechters laten zien dat een breed scala aan omstandigheden wordt meegewogen, maar dat een beroep op ontbinding toch in de meeste gevallen slaagt. Voor meer zekerheid over de ingeroepen ontbinding zullen partijen (nog altijd) heldere contractuele afspraken moeten maken. |
Artikel |
Verifieerbare vorderingen, de stand van zaken na Credit Suisse/Jongepier q.q. |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 3 2019 |
Trefwoorden | faillissement, verifieerbare vorderingen, wederkerige overeenkomsten, fixatiebeginsel, schadevergoedingsvordering |
Auteurs | Mr. D.D. Nijkamp en Mr. M.C.J. Jonckers |
SamenvattingAuteursinformatie |
Naar aanleiding van Credit Suisse/Jongepier q.q. wordt besproken (1) in hoeverre vorderingen die voortvloeien uit reeds bestaande rechtsverhoudingen na faillissement ter verificatie ingediend kunnen worden, (2) of dit leidt tot een wenselijke uitkomst, en (3) in hoeverre hiermee tegemoet wordt gekomen aan de in de literatuur geuite kritiek op Koot Beheer/Tideman q.q. |