Als een geschikte koper is gevonden voor een te executeren onroerend goed, is het doorlopen van het wettelijke executietraject vaak nog nodig om het goed te bevrijden van rechten van derden of omdat de hypotheekgever weigert mee te werken. Een pre-auction agreement biedt dan uitkomst. De auteur beschrijft inhoud en toelaatbaarheid van een pre-auction agreement en pleit voor een regeling die onderhandse executoriale verkoop buiten het stramien van Rechtsvordering mogelijk maakt. |
Artikel |
Pre-auction agreement: mag dat? Ja, dat mag (onder voorwaarden) |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 11 2014 |
Trefwoorden | art. 3:268 BW, hypotheek, executie, onderhandse verkoop, pre-auction agreement |
Auteurs | Mr. R.J. Philips |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Religie, Recht en Beleid, Aflevering 3 2014 |
Trefwoorden | Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding (2001), Hulp bij zelfdoding door een niet-arts, Zelfbeschikking, Zaak Heringa |
Auteurs | Mr. Marjolein Rikmenspoel |
SamenvattingAuteursinformatie |
Recently there’s a lot of debate within the Netherlands about the criminality of assistance by someone who’s not a doctor towards the death of a loved one. In the Heringa lawsuit a son has helped his (step)mother who wished to no longer live (considered her life to be ‘completed’) to die at an age of 99. The helper non-doctor risks criminal pursuit and punishment. The central argument of the lobby to establish a more humane approach towards the persevered need is personal autonomy. This article aims to clarify the debate and to stimulate another way of thinking towards the situation of, mostly, elderly who want to decide and act independently regarding their death. |
Article |
|
Tijdschrift | Erasmus Law Review, Aflevering 3 2014 |
Trefwoorden | private international law, applicable law, overriding mandatory provisions, transnational employment relations, posting of workers |
Auteurs | Prof.dr. Aukje A.H. Ms van Hoek |
SamenvattingAuteursinformatie |
The regulation of transnational employment in the European Union operates at the crossroads between private international law and internal market rules. The private international law rules are currently laid down in the Rome I Regulation. This regulation is complemented by the Posted Workers Directive, a directive based on the competences of the EU in the field of free movement of services. The current contribution first describes the rules which determine the law applicable to the employment contract under Article 8 Rome I Regulation and the way these rules are interpreted by the CJEU before critically analysing these rules and the reasoning that seems to lie behind the court’s interpretation (section 2). The law applying to the contract is, however, only of limited relevance for the protection of posted workers. This is due inter alia to the mandatory application of certain rules of the country to which the workers are posted, even if a different law governs their contract. This application of host state law is based on Article 9 Rome I Regulation in conjunction with the Posted Workers Directive. Section 3 describes the content of these rules and the – to some extent still undecided – interaction between the Rome I Regulation and the PWD. The conclusion will be that there is an uneasy match between the interests informing private international law and the interests of the internal market, which is not likely to be resolved in the near future. |
Artikel |
Wetgevingsbeleid springlevend! |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 5 2014 |
Trefwoorden | wetgevingskwaliteitsbeleid, nota Vertrouwen in wetgeving, kwaliteit van wetgeving, wetgever, wetgevingsbeleid |
Auteurs | Drs. S.A.P.J. van Melis |
SamenvattingAuteursinformatie |
De nota ‘Vertrouwen in wetgeving’ heeft gezorgd voor een koerswijziging in het wetgevingskwaliteitsbeleid. In de afgelopen tien jaren heeft dit veel concrete resultaten opgeleverd om de kwaliteit van wetgeving te verbeteren. Dit is in tegenspraak met de eerste stelling bij het proefschrift van M. Bokhorst, Bronnen van legitimiteit. Over de zoektocht van de wetgever naar zeggenschap en gezag, die stelt dat het wetgevingsbeleid anno 2014 op sterven na dood lijkt. Een terecht gebruik van het woord ‘lijkt’, want het wetgevingsbeleid is springlevend. Dit artikel beschrijft de koerswijziging in het wetgevingskwaliteitsbeleid en de bereikte resultaten. Met het oog op de toekomst worden enkele perspectieven voor het wetgevingsbeleid geschetst. |
Artikel |
Hypothecair krediet: de klant centraal of soms toch niet?De invloed op de civielrechtelijke verhouding tussen particulier en hypothecair financier van overheidsregulering voor de precontractuele fase |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 7-8 2014 |
Trefwoorden | Wft, (hypothecair) krediet, zorgplicht, AFM, overkreditering |
Auteurs | Mr. drs. M. van Eersel |
SamenvattingAuteursinformatie |
Publiekrechtelijke regels hebben een significante invloed gekregen op de civielrechtelijke verhouding tussen partijen in de financiële sector. Dit geldt ook voor de relatie tussen banken en consumenten die de aankoop van een eigen woning willen financieren. In deze bijdrage wordt ingegaan op de betekenis hiervan in de precontractuele fase. |
Artikel |
Detentiebeleving van strafrechtelijk gedetineerden zonder verblijfsrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Criminologie, Aflevering 2 2014 |
Trefwoorden | detention, detention experiences, importation theory, deprivation theory, foreign national prisoners without legal residence |
Auteurs | Mieke Kox MA, Steven de Ridder MSc, An-Sofie Vanhouche MSc e.a. |
SamenvattingAuteursinformatie |
The detention experiences of male criminal foreign national prisoners without legal residence receive little attention in penological literature. A qualitative study amongst 30 prisoners with and 16 prisoners without legal residence in the penitentiary institution Tilburg shows that contacts with the social network and the preparation of the reintegration in society are (more) complicated for foreign national prisoners without legal residence. Besides, communication with the staff is more difficult for this group. These factors have negative impact on their detention experiences. The results show that both deprivation and importation theory apply to foreign national prisoners without legal residence. However, importation aspects – especially the lack of legal residence – may substantially and systematically increase the deprivation and result in additional exclusion and isolation mechanisms for this particular group. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Preadviezen Vereniging voor de vergelijkende studie van het recht, Aflevering 1 2013 |
Auteurs | Eric Brewaeys |
Auteursinformatie |
Article |
|
Tijdschrift | Family & Law, juni 2013 |
Auteurs | Dr. Jinske Verhellen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Met de financiële steun van het FWO Vlaanderen werd een doctoraat geschreven over grensoverschrijdend familierecht in de praktijk. Opzet van het onderzoek was om de concrete toepassing van het Belgisch Wetboek IPR grondig door te lichten. De auteur onderzocht of de doelstellingen van de wetgever werden bereikt in de praktijk. Hiertoe steunde zij op drie bronnen: 1) een databank met meer dan 3000 adviesvragen aan het Steunpunt IPR; 2) diepte-interviews met magistraten gespecialiseerd in familiezaken met een internationaal aspect; 3) 659 rechterlijke uitspraken. Dit empirisch bronnenmateriaal gaf de auteur een goed zicht op de wijze waarop rechtbanken en administraties de IPR-regels toepassen. Het artikel gaat uitvoerig in op de empirische onderzoeksmethode en bespreekt enkele onderzoeksbevindingen en beleidsaanbevelingen. |
Article |
|
Tijdschrift | Family & Law, augustus 2012 |
Auteurs | Machteld Vonk en Dr. Henny Bos |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel wordt aandacht besteed aan duo-moederschap in Nederland vanuit een ontwikkelingspsychologisch/pedagogisch en een juridisch perspectief. Allereerst wordt aandacht besteed aan de huidige juridische situatie en de ontwikkelingen die zich recent daarin hebben voorgedaan. Uit deze bespreking rijst een aantal vragen met betrekking tot de relatie tussen de duo-moeders, het kind en de (on)bekende donor, die vervolgens vanuit ontwikkelingspsychologisch perspectief worden besproken. In het laatste deel van het artikel wordt aandacht besteed aan de voorgestelde wetgeving met betrekking tot de positie van het kind in een gezin met twee moeders, waarbij aan de hand van de ontwikkelingspsychologische bevindingen wordt gekeken naar de kwaliteit van het voorstel. |
Article |
European Employment Law Cases 2012/2 |
Tijdschrift | European Employment Law Cases, Aflevering 2 2012 |
Article |
|
Tijdschrift | ARBAC, mei 2012 |
Auteurs | mr. Vivian Bij de Vaate |
SamenvattingAuteursinformatie |
Een bekende uitzondering op het uitgangspunt van toezicht in twee feitelijke instanties is het appelverbod bij de ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Krachtens art. 7:685 lid 11 BW kan tegen een ontbindingsbeschikking hoger beroep noch cassatie worden ingesteld. Dit roept vragen op met betrekking tot de rechtsbescherming van werknemers en werkgevers, mede gegeven de eisen die daaraan vanuit art. 6 EVRM gesteld kunnen worden. De auteur onderzoekt of het appelverbod in overeenstemming is met de voornoemde hogere norm en of eventuele misslagen in de ontbindingsbeschikking, ondanks het wettelijk appelverbod, hersteld kunnen worden. Aandacht wordt besteed aan de mogelijkheden van doorbreking van het appelverbod, herstel, herroeping en het leerstuk van de onrechtmatige rechtspraak. Onderzocht wordt of, en zo ja, voor welke gebreken in de ontbindingsbeschikking en de ontbindingsprocedure deze acties uitkomst kunnen bieden. |
Article |
|
Tijdschrift | Erasmus Law Review, Aflevering 3 2011 |
Auteurs | Klaus Heine |