Geldvordering; kort geding; toepasselijkheid polisvoorwaarde; tweedelijns GGZ |
Zoekresultaat: 2327 artikelen
Jurisprudentie |
2012/30 Voorzieningenrechter Rechtbank Breda 16 mei 2012 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 6 2012 |
Trefwoorden | Geldvordering, kort geding, toepasselijkheid polisvoorwaarde, tweedelijns GGZ |
Samenvatting |
Artikel |
Kaderwetgeving en de verstrooiing van de wetgevende macht |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 3 2012 |
Trefwoorden | kaderwetgeving, delegatie, snelheid en slagvaardigheid, primaat van de wetgever |
Auteurs | Prof. dr. R.A.J. van Gestel |
SamenvattingAuteursinformatie |
De laatste jaren heeft zowel de Raad van State als de Eerste Kamer zich herhaaldelijk met klem verzet tegen het vermeendelijk toegenomen gebruik van kaderwetgeving vanwege de inbreuk die kaderwetten al snel zouden maken op het primaat van de wetgever. Het belangrijkste bezwaar tegen kaderwetten lijkt het gevaar dat het parlement als medewetgever buiten spel wordt gezet door te kiezen voor open normen in wetgeving en veelvuldige delegatie van regelgevende bevoegdheid naar het bestuur of het overlaten van nadere normstelling aan private regelgevers. Een vaak genoemd motief voor het gebruik van kaderwetten is het streven naar meer snelheid en slagvaardigheid in het wetgevingsproces. De vraag is echter of snelheid wel het daadwerkelijke motief is achter de inzet van kaderwetgeving, aangezien de tijdwinst die ermee wordt geboekt, vaak twijfelachtig lijkt. Denkbaar is ook dat veeleer sprake is van een verstrooiing van de wetgevende macht mede als gevolg van het tanende gezag van het parlement als medewetgever. Daarnaast lijkt de invloed van Europa belangrijke gevolgen te hebben voor het gebruik van kaderwetgeving en valt op dat het fenomeen kaderwet zeker geen nieuw of louter nationaal verschijnsel is. Het gebruik van kaderwetgeving lijkt populair in tijden van crisis en komt zowel op Europees niveau (kaderrichtlijnen) als in de ons omringende landen (lois-cadres, Rahmengesetze, skeleton bills, enzovoort) regelmatig voor. |
Eindverantwoordelijk psychiater; samenwerkingsverband; verantwoordelijkheid voor eigen handelen of nalaten |
Artikel |
Wilsonbekwaamheid en vertegenwoordigingDe eerste thematische wetsevaluatie |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 5 2012 |
Trefwoorden | vertegenwoordiging, vroegere wilsuitingen, wetsevaluatie, wilsonbekwaamheid, zorgvolmachten |
Auteurs | Prof. mr. J.C.J. Dute en prof. mr. J.K.M. Gevers |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel doet verslag van een thematische wetsevaluatie waarin een groot aantal wettelijke regelingen zijn bestudeerd met betrekking tot de daarin opgenomen regels inzake wilsonbekwaamheid en vertegenwoordiging. Het in het kader van de evaluatie uitgevoerde onderzoek bevatte, naast analyse van nationale wetgeving en zelfregulering, ook een rechtsvergelijkende en een belangrijke empirische component. Geconcludeerd wordt dat de Nederlandse regelgeving (die sterkere en zwakkere kanten heeft) op een aantal punten niet de regels biedt die (ook gelet op internationale standaarden) nodig zijn voor een optimale balans tussen zelfbeschikking en bescherming. In het rapport van het evaluatieonderzoek worden dan ook aanbevelingen gedaan ter verbetering van wetgeving en beleid, onder meer betreffende het omgaan met wilsonbekwaamheid, verheldering van het vertegenwoordigingsregiem en verbetering van procedurele rechtsbescherming. |
Artikel |
Het Wetsvoorstel cliëntenrechten zorg (Wcz): een versterking van medezeggenschapsrechten van de cliënt(enraad)? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 5 2012 |
Trefwoorden | cliënt, cliëntenraad, medezeggenschap, Wcz, WMCZ |
Auteurs | Mr. X.R. Ras en mr. dr. G.W. van der Voet |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt stilgestaan bij de nieuwe medezeggenschapsregeling in het Wetsvoorstel cliëntenrechten zorg (Wcz) en wordt ingegaan op de belangrijkste wijzigingen ten opzichte van de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen (WMCZ). Deze wijzigingen blijken – overeenkomstig het doel van de Wcz – op veel punten te leiden tot een versterking van de rechtspositie van de cliënt(enraad). Anderzijds kunnen kritische kanttekeningen worden geplaatst bij de inperking van het toepassingsgebied van de nieuwe medezeggenschapsregeling ten opzichte van het toepassingsgebied van de huidige WMCZ. Tot slot wordt geconstateerd dat een aantal mogelijkheden tot (verdere) verbetering van de medezeggenschapsregeling onbenut is gebleven. |
Jurisprudentie |
2012/23 Rechtbank ’s-Gravenhage 4 april 2012 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 5 2012 |
Samenvatting |
Exhibitieplicht; 843aRv: vrijheid intern vormen van gedachten |
Wrakingverzoek; partijdigheid: verzoek afgewezen |
Column |
Over tbs, de weigerende observandus en het verschoningsrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 5 2012 |
Trefwoorden | beroepsgeheim, tbs, weigering medewerking onderzoek, verschoningsrecht |
Auteurs | Mr. E.J.C. de Jong |
SamenvattingAuteursinformatie |
Aan daders van (ernstige) strafbare feiten kan tbs worden opgelegd. Nodig is dan dat tijdens het begaan van het strafbaar feit een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestvermogens bestond. Dat dient onderzocht te worden als daartoe aanleiding bestaat. Sommige verdachten weigeren medewerking aan zo’n onderzoek, uit angst voor tbs of om andere redenen. Een weigering betekent niet dat geen tbs kan worden opgelegd. Soms is dat feitelijk toch onmogelijk. In verband daarmee is het voorstel gedaan dat de rechter kan gelasten dat hulpverleners aan de onderzoekers gegevens verstrekken die betrekking hebben op bijvoorbeeld eerdere contacten met de psychiatrie. Dit voorstel is zeer kritisch ontvangen. Bezien wordt of dat geheel terecht is. |
Hoofdbehandelaarschap; regie behandeling patiënt; verwijtbaar handelen |
Diversen |
Meten van de effecten van toezicht‘Yes we can!’? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 2 2012 |
Trefwoorden | toezicht, effecten, effectmeting |
Auteurs | Prof. dr. H.B. Winter |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de tweede Kaderstellende visie op toezicht uit 2005 is het uitgangspunt ‘minder last, meer effect’, zoals de titel van dat kabinetsstuk luidt. Toezichtslasten moeten worden teruggedrongen en de meerwaarde van toezicht, het effect, moet toenemen. Maar, wat zijn effecten van toezicht? Hoe kunnen toezichtseffecten worden vastgesteld? Waarom is het belangrijk aandacht te schenken aan effecten van toezicht? De Inspectieraad besteedt veel aandacht aan dit onderwerp, hoe kan het dat inspecties en autoriteiten op dat vlak maar langzaam in beweging komen? Gelukkig zijn er ook goede voorbeelden van effectmetingen, ook in de Nederlandse inspectiepraktijk. Dit artikel belicht een aantal van die ‘best practices’ en geeft enkele adviezen en handreikingen. |
Artikel |
Effectmeting in het toezicht op de financiële sector‘If your business is harm-control, show me the harms you have controlled!’ |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 2 2012 |
Trefwoorden | effectmeting, financieel toezicht, indicatoren, verantwoording |
Auteurs | Prof. dr. P.L.C. Hilbers, D.R. Rijsbergen, K. Raaijmakers e.a. |
SamenvattingAuteursinformatie |
Er wordt in toenemende mate van financieel toezichthouders verwacht dat ze de effectiviteit van hun handelingen inzichtelijk kunnen maken. In de praktijk blijkt dit echter niet eenvoudig. Dit artikel onderzoekt de uitdagingen en mogelijkheden ten aanzien van effectmeting en levert een bijdrage aan de ontwikkeling van concrete indicatoren voor effectmeting in de financiële toezichtpraktijk. |
Artikel |
Effectiviteit van toezicht: tijd voor responsive evaluation |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 2 2012 |
Trefwoorden | effectiviteit, toezicht, responsive evaluation, effectevaluatie |
Auteurs | Drs. P. Welp |
SamenvattingAuteursinformatie |
Toezichthouders staan onder toenemende druk om duidelijk te maken hoe resultaten van hun toezicht zich verhouden tot de lasten die het veroorzaakt. In de praktijk blijkt echter dat informatie over de effecten van toezicht vaak ontbreekt. De oorzaak daarvan wordt meestal gezocht in de complexiteit van het meten van effecten van toezicht. In dit artikel wordt een aantal aanvullende verklaringen gepresenteerd, zoals spanningsvelden rond publieke verantwoording, de organisatiecultuur en het belang van toezichtspecifieke waardeoriëntaties. Gepleit wordt voor een responsieve aanpak van evaluaties (responsive evaluation) waarbij deze factoren meer aandacht krijgen. Op die manier kunnen evaluaties een zinvolle bijdrage leveren aan de verbetering en legitimering van het toezicht. |
Artikel |
Huiselijk geweld samen geweldloos de baasHerstel van verbindingen en (her)nemen van regie met een Eigen Kracht-conferentie |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Herstelrecht, Aflevering 2 2012 |
Trefwoorden | empowering victims, domestic violence, Family Group Conference |
Auteurs | Hilleke Crum |
SamenvattingAuteursinformatie |
Rooted in forty years of history and experience a new concept is developed in empowering victims of domestic violence. Sheltering is not the solution to stop the violence; domestic violence is a social problem instead of an individual issue. The Orange Houses is a Dutch women’s refuge shelter with a new approach: ‘sheltered in the open’. The Orange House is visible and recognisable and one of the consequences is working with all family members in order to stop the violence.Family Group Conference as a decision making model appears to be effective for families to make their own plans. When given responsibility of the situation and the solution, families, also in situations of domestic violence, create, according to themselves and professionals as well, safe and creative plans that fit.Illustrated by a personal story it becomes clear that family can and will make the positive difference for members of them in trouble.Research is an important key to ensure that civilians in comparable situations – for instance elderly abuse, abuse by professionals, divorce – do have the choice of making their own plans and decisions before or instead of professional intervention. |
Praktijk |
Kroniek Nederlands mededingingsrecht 2011 |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 2 2012 |
Trefwoorden | regelgeving, mededingingsafspraken, machtspositie, procedurele aangelegenheden |
Auteurs | Mr. A.R. Bosman, Mr. E. Oude Elferink, Mr. R.N.A. Nieuwmeyer e.a. |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het verslagjaar 2011 bracht een aardige oogst aan zaken en ontwikkelingen voort. De NMa rondde zes kartelzaken af met een boetebesluit en legde daarmee aan vierendertig ondernemingen een boete op van in totaal 39,7 miljoen euro. Dat bedrag is beduidend lager dan in 2010, maar aanmerkelijk hoger dan in 2009. Twee natuurlijke personen hebben boetes opgelegd gekregen van in totaal 75.000 euro. Aan geen van de kartelzaken die tot boetes hebben geleid is een clementiemelding voorafgegaan. Daar staat tegenover dat in drie zaken gebruik is gemaakt van informatie afkomstig van andere overheidsinstanties. In zes zaken is het onderzoek stopgezet vanwege onvoldoende bewijs. |
Praktijk |
Kroniek concentratiecontrole 2011 |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 2 2012 |
Trefwoorden | concentratiecontrole, kroniek, concentratie, concurrentie |
Auteurs | Mr. J.W. Fanoy en Mr. N.C. Stive |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze kroniek geeft een overzicht van de belangrijkste besluiten en informele zienswijzen van de Nederlandse Mededingingsautoriteit en de Nederlandse rechtspraak met betrekking tot concentratiecontrole. Ook zal nieuw beleid op dit gebied kort aan bod komen. Waar nodig hebben schrijvers kanttekeningen geplaatst bij de besluiten. |
Artikel |
Dossier Arbeid & Recht mei 2012 |
Tijdschrift | Dossier Arbeid & Recht, Aflevering 05 2012 |
Auteurs | Prof. mr. C.J. Loonstra en Mr. B. Hoogendijk |
Praktijk |
Kroniek rechtspraak strafrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 4 2012 |
Trefwoorden | deskundigenbewijs, IGZ, medische fouten, Professionele standaard, verschoningsrecht |
Auteurs | Mr. B.C.W. van Eijck en mr. C.W. Noorduyn |
SamenvattingAuteursinformatie |
Aan bod komt de jurisprudentie van 1 november 2010 tot 1 maart 2012. Er wordt stilgestaan bij uitspraken betreffende het (afgeleid) medisch verschoningsrecht. Centraal daarbij staat het door de Hoge Raad te hanteren toetsingskader en de daaraan gekoppelde vraag wanneer sprake is van zeer uitzonderlijke omstandigheden. Verder wordt een aantal uitspraken besproken waarbij medische fouten, zowel binnen de reguliere geneeskunst als in het alternatieve circuit, strafrechtelijk worden afgedaan. De professionele standaard en de geldende medische inzichten, ingevuld door deskundigen spelen daarbij een belangrijke rol. Verder wordt kritisch gekeken naar de samenloop van tucht- en strafrechtelijke procedures ter zake van hetzelfde feitencomplex. |
Column |
De consulent en de niet-aanspreekbare patiëntEen commentaar op de nadere uitleg van het euthanasiestandpunt van de KNMG |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 4 2012 |
Trefwoorden | consultatieplicht, Euthanasiewet, gevorderde dementie, niet-aanspreekbare patiënt, schriftelijke wilsverklaring |
Auteurs | Prof. dr. G.A. den Hartogh |
SamenvattingAuteursinformatie |
De KNMG heeft onlangs in een nadere uitleg van het Standpunt euthanasie uit 2003 de ‘medisch-professionele norm’ geformuleerd dat bij de wettelijk vereiste consultatie de consulent met de patiënt over de euthanasie moet hebben gecommuniceerd. Daarbij wordt erkend dat toepassing van de norm ertoe kan leiden dat een euthanasie als onzorgvuldig moet worden beschouwd hoewel die aan alle zorgvuldigheidseisen van de Euthanasiewet voldoet. Ik betoog in dit commentaar dat de KNMG weinig argumenten aanvoert waarom het nodig zou zijn strikter te zijn dan de wet en dat geen van deze argumenten overtuigt. |
|
Artikel |
Wie betaalt de schade van de patiënt in geval van een disfunctionerende prothese? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 4 2012 |
Trefwoorden | aansprakelijkheid, arts, medisch hulpmiddel, producent, prothese, zorgverzekering |
Auteurs | Mr. R.P. Wijne |
SamenvattingAuteursinformatie |
De afgelopen tijd wordt in de media veel aandacht besteed aan disfunctionerende protheses. Het blijkt niet om één zaak te gaan, maar betreft verschillende soorten protheses. Veelal zijn grote aantallen patiënten de dupe van een disfunctionerende prothese en lijden zij materiële en immateriële schade. In het onderhavige artikel wordt onderzoek gedaan naar de vergoedingsmogelijkheden in geval van schade die het gevolg is van een bij de geneeskundige behandeling gebruikte disfunctionerende prothese. Daarbij wordt acht geslagen op hetgeen de zorgverzekeraar, de arts en de producent aan de patiënt zouden moeten vergoeden en van welke verweren deze partijen zich kunnen bedienen. |