In de literatuur wordt aangenomen dat de werknemer die meent dat de voor de opzegging van zijn arbeidsovereenkomst afgegeven ontslagvergunning ondeugdelijk is, twee vorderingen ten dienste staan: een vordering uit onrechtmatige daad jegens het UWV en een kennelijk onredelijk ontslagprocedure tegen de werkgever. Er zijn echter voor de werknemer ook andere gerechtelijke procedures denkbaar. Allereerst kan met een beroep op het Holtrop/Smith-arrest van de Hoge Raad uit 2001 worden betoogd dat het mogelijk is om de ondeugdelijkheid van de aan de werkgever verleende ontslagvergunning aan te vechten door de nietigheid daarvan in te roepen. Ten tweede lijkt het op grond van het Van Hooff Elektra-arrest onder omstandigheden mogelijk een beroep te doen op de nietigheid van de opzegging wegens misbruik van bevoegdheid wanneer de werkgever gebruikmaakt van een ondeugdelijke ontslagvergunning. Deze twee ‘nieuwe’ procedures zijn in het kader van artikel 6 EVRM zeer gewenst. Zij voldoen, in tegenstelling tot de onrechtmatige daadsactie jegens het UWV en de kennelijk onredelijk ontslagprocedure, zowel qua toetsingsbevoegdheid als gewenste uitkomst aan de vereisten van artikel 6 EVRM, zodat deze procedures in staat zijn het gebrek dat op dit punt kleeft aan artikel 6 BBA te helen. |
Zoekresultaat: 201 artikelen
Artikel |
Rechtsbescherming tegen een ondeugdelijke ontslagvergunning bezien in het licht van artikel 6 EVRM |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 2 2011 |
Trefwoorden | ontslagrecht, arbeidsprocesrecht, artikel 6 BBA, artikel 6 EVRM, misbruik van bevoegdheid |
Auteurs | Mr. D.M.A. Bij de Vaate |
SamenvattingAuteursinformatie |
Jurisprudentie |
ABRvS 9 februari 2011, nr. 201006127/1/H2, Borne/verzoek om planschadevergoeding |
Tijdschrift | StAB, Aflevering 2 2011 |
Auteurs | Berthy van den Broek |
Samenvatting |
Relevantie van de feitelijke situatie. |
Article |
|
Tijdschrift | ARBAC, juni 2011 |
Auteurs | mr. Vivian mrs. Bij de Vaate |
Samenvatting |
In this article, I will plead two 'new' proceedings against an inferior permission to terminate employment: (1) an appeal to the nullity of the permission to terminate employment and (2) an appeal to the nullity of the withdrawal. These procedures offer the employee an adequate remedy in the light of article 6 ECHR, in contrast with the claims for unfair dismissal (in Dutch: kennelijk onredelijk ontslag) and wrongful government act. |
Praktijk |
Kroniek rechtspraak mededingingsrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 4 2011 |
Trefwoorden | concentratiecontrole, kartels, marktwerking, mededinging, NMa |
Auteurs | Mr. C.T. Dekker, mr. E. Belhadj en mr. E. Hameleers |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze kroniek wordt de toepassing van de Mededingingswet in de zorgsector in 2010 besproken. Het accent ligt op beslissingen van de NMa op het gebied van concentratiecontrole. Daarbij wordt veel aandacht geschonken aan hoe de NMa relevante markten afbakent en de effecten op de mededinging beoordeelt. Tevens komt de handhaving van het kartelverbod aan de orde en wordt kort ingegaan op nieuwe beleidsregels. |
Praktijk |
Kroniek Nederlands mededingingsrecht 2010Regelgeving, mededingingsafspraken, machtsposities en procedurele aangelegenheden |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 2 2011 |
Trefwoorden | kroniek, NMa-procedures, kartel, machtspositie, boete |
Auteurs | Mr. C.T. Dekker, Mr. E. Belhadj en Mr. E. Hameleers |
SamenvattingAuteursinformatie |
In 2010 heeft de NMa in 12 zaken boetes opgelegd voor ruim € 137 miljoen aan in totaal 33 ondernemingen. Zo werden twee zorginstellingen beboet voor overtreding van het kartelverbod, evenals diverse ondernemingen in de meelsector en ondernemingen in de bouw. Ook legde de NMa in 2010 voor het eerst boetes op aan natuurlijke personen voor feitelijk leidinggeven aan een overtreding van de Mededingingswet. Tevens heeft de NMa twee toezeggingsbesluiten genomen. De rechtbank Rotterdam en het CBb hebben diverse belangwekkende uitspraken gedaan, waaronder de uitspraken in de zaken CRV Holding, Vereniging van Reizigers en de boomkwekerijen. |
Artikel |
Lsp in het omgevingsrecht en de Awb |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Omgevingsrecht, Aflevering 1 2011 |
Trefwoorden | Afdeling 4.1.3.3 Awb, lex silencio positivo, positieve fictieve beschikking, omgevingsvergunning van rechtswege |
Auteurs | Mr. dr. K.J. de Graaf en H.A. Komduur |
SamenvattingAuteursinformatie |
Sinds de implementatie van de Europese Dienstenrichtlijn op 28 december 2009 kent de Awb een regeling waardoor een toestemming van rechtswege wordt geacht te zijn verleend in het geval niet tijdig wordt beslist op een aanvraag. Deze regeling doet zich ook gevoelen in het omgevingsrecht. Zo geldt de zogenaamde lex silencio positivo per 1 oktober 2010 voor elke aanvraag voor een omgevingsvergunning waarop de reguliere procedure van toepassing is. De regeling is mede het gevolg van de wens van de overheid om de burger binnen de wettelijke beslistermijn rechtszekerheid te bieden over zijn aanvraag. Het systeem van fictieve positieve besluiten zou daarom op zoveel mogelijk toestemmingsstelsel van toepassing moeten zijn. In deze bijdrage staat allereerst centraal voor welke toestemmingsstelsels het systeem van de lex silencio positivo geldt. Vervolgens worden de juridische haken en ogen van de regeling besproken en wordt ingegaan op de vraag of de betrokken burgers rechtszekerheid ontlenen aan een van rechtswege verleende vergunning. |
Artikel |
De versterking van de symbolische kracht van de Grondwet |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 2 2011 |
Trefwoorden | Grondwet, preambule, misbruik, grondrechten, symboliek, toetsing, Staat |
Auteurs | Mr. A. Rouvoet en Mr. J. Pot |
SamenvattingAuteursinformatie |
De normerende kracht van de Grondwet hangt mede af van de versterking van de symbolische werking daarvan. De Staatscommissie Grondwet heeft hiervoor helaas geen oog. De auteurs komen daarom met enkele aanvullingen op het advies van de Staatscommissie: in navolging van internationale mensenrechtenverdragen kan een preambule verwoorden dat de verwerkelijking van onze rechten en vrijheden niet alleen een zaak is van de overheid, maar ook van de samenleving. Het opnemen van een antimisbruikbepaling in de Grondwet geeft richting hoe met negatief gebruik van grondrechten in rechtsstatelijke zin om te gaan. |
Jurisprudentie |
Burgerlijk procesrecht in de (voormalige) Nederlandse Antillen en Aruba |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 1 2011 |
Trefwoorden | procesrecht, rechtsmacht, bewijsrecht, cassatie, Gemeenschappelijk Hof van Justitie |
Auteurs | Mr. F.J.P. Lock |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze kroniek wordt rechtspraak uit 2010 van de Hoge Raad en het Gemeenschappelijk Hof van Justitie in (voormalig) Antilliaanse en Arubaanse zaken besproken, onder meer onder de noemers ‘cassatierechtspraak’, ‘betekeningsperikelen’, ‘aanvang appèltermijn’, ‘art. 40 Statuut van het Koninkrijk der Nederlanden’, ‘interregionale en internationale rechtsmacht’, ‘bewijsrecht’ en ‘actieve rechter’. Voorts worden de gevolgen van de recente staatkundige veranderingen voor het burgerlijk procesrecht in het Caribische deel van het Koninkrijk besproken, alsmede recente ontwikkelingen op de gebieden van wetgeving en literatuur. |
Praktijk |
Wetgevingscuriosa voor de West |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 6 2010 |
Trefwoorden | wetgeving, Statuut voor het Koninkrijk, BES, ministeriële regelingen |
Auteurs | Mr. T.C. Borman |
SamenvattingAuteursinformatie |
Aan de inhoud en het proces rond de ‘wetten voor de West’ is inherent dat zich daarbij tal van bijzonderheden voordeden. Diverse saillante ‘curiosa’ worden in deze bijdrage beschreven. Onder andere wordt ingegaan op de omvorming van Nederlands-Antilliaanse regelingen tot Nederlandse ‘BES-regelingen’ en de bekendmaking daarvan. Ook komen terminologische kwesties ter sprake. Verder wordt ingegaan op de (record)omvang van de nieuwe wetgeving en de aanpassingswetgeving. Ook wetsprocedurele kwesties komen ter sprake, waaronder bijzonderheden rond de adviesprocedure bij de Raad van State, het houden van wetgevingsoverleg over voorstellen van rijkswet, de taal in het parlement en kwesties rond amendering door bijzondere gedelegeerden. |
WetgevingEU |
De Europese Grondwet is dood - leve de Europese Grondwet |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 9 2007 |
Trefwoorden | herziening EU-verdragen |
Auteurs | R. Barents |
WetgevingEUuitvoering |
Particuliere handhaving; de burger en zijn advocaat als premiejagers: voor de kartelautoriteiten |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 12 2006 |
Trefwoorden | mededinging |
Auteurs | M.C.M. van Dijk |
Jurisprudentie |
Het arrest Pearle: bekijkt het Hof het begrip staatssteun met een nieuwe bril? |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 10 2004 |
Trefwoorden | staatssteun |
Auteurs | A. Sinnaeve |
Artikel |
Vuurwerkramp Enschede: de Staat gaat vrijuit |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 10 2010 |
Trefwoorden | vuurwerkramp, overheidsaansprakelijkheid, Enschede, ramp |
Auteurs | Mr. E.M. van Orsouw |
SamenvattingAuteursinformatie |
Aanleiding voor deze bijdrage is de uitspraak van de Hoge Raad op 9 juli 2010 over de vuurwerkramp. Waar de vordering bij de Hoge Raad strandt op cassatietechnische gronden, werpt de zaak niettemin vele interessante vragen op. Wat is de invloed van politieke keuzes op de vraag wat we van de overheid mogen verwachten in het kader van rampenbestrijding? Wat te doen met gevaar van wijsheid achteraf bij de beoordeling of een bepaalde ramp had kunnen en moeten worden voorkomen? Heeft de kennis van een enkele ambtenaar te gelden als kennis van ‘de Staat’? Mag de Staat bij zijn doen en laten zonder meer vertrouwen op de naleving van afgegeven vergunningen? |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Religie, Recht en Beleid, Aflevering 2 2010 |
Trefwoorden | shariarechtbank, religieus familierecht |
Auteurs | Prof. dr. mr. Maurits Berger |
SamenvattingAuteursinformatie |
Pursuant to discussions on the application of Islamic family law in the Netherlands, for example by means of so-called sharia courts, this article will discuss the situation of religious family law and family courts in the Netherlands. Such ‘parallel’ legal systems have existed in the Dutch legal system for a long time, and have been accepted both legally and socially. The Islamic version of such a system – which apparently does not exist – would not be much different. Comparisons with England and Canada in this respect do not hold. However, the objections against the possible application of an Islamic legal system within the Netherlands are not only based on legal arguments, but are mostly of a social nature, such as integration of Muslims and the position of Muslim women. |
Boekbespreking |
Gedogen blijft jurisprudentie en literatuur bezighouden |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Omgevingsrecht, Aflevering 3 2010 |
Auteurs | Mr. G.A. van der Veen |
SamenvattingAuteursinformatie |
F.R. Vermeer, Gedogen door bestuursorganen, Kluwer 2010 |
Artikel |
Stuiting van de verjaring in en buiten rechte |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 9 2010 |
Trefwoorden | verjaring, stuiting, voorlopige bewijslevering, voorlopig getuigenverhoor |
Auteurs | Mr. M.L. Tuil |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel staan de eisen die de Hoge Raad stelt aan de stuiting van de verjaring in en buiten rechte centraal. Daarbij wordt in het bijzonder ingegaan op de stuitingsproblematiek in het kader van onderhandelingen en stuiting van de verjaring door handelingen zoals het verzoek tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor. |
Jurisprudentie |
ABRvS 9 juni 2010, nr. 200907405/1/M2 (Ministerie VROM) |
Tijdschrift | StAB, Aflevering 3 2010 |
Auteurs | Aletta Blomberg |
Samenvatting |
Geen aanleiding om last onder dwangsom met terugwerkende kracht op te heffen nu geen sprake is van nieuw gebleken feiten of omstandigheden. |
Jurisprudentie |
Kennelijk onredelijk ontslag vanuit historisch perspectief verklaard |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 2 2010 |
Trefwoorden | kennelijk onredelijk ontslag, schadevergoeding, vergoeding naar billijkheid, begroten, ex tunc, ontbinding, kantonrechtersformule, leeftijdsdiscriminatie |
Auteurs | Mr. D.J. Buijs |
SamenvattingAuteursinformatie |
De arresten Van de Grijp/Stam en Rutten/Breed met betrekking tot kennelijk onredelijk ontslag hebben geleid tot commotie. Dat is begrijpelijk in het kader van de rechtsontwikkeling van het afgelopen decennium, maar wanneer de problematiek wordt geplaatst in het kader van de rechtsontwikkeling van de afgelopen eeuw, wordt het nieuwe onder de zon gevormd door de invoering van het nieuwe BW en de onbedoelde gevolgen daarvan voor de als bijzondere overeenkomst aangemerkte arbeidsovereenkomst. De arbeidsovereenkomst is minder bijzonder dan sommigen menen en de leer van de Hoge Raad met betrekking tot kennelijk onredelijk ontslag vergt weliswaar vaardigheden, maar de praktijk leert dat de rechter door de Hoge Raad niet voor een onmogelijke opgave wordt gesteld. |
Redactioneel |
Boeteberichten |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 4 2010 |
Auteurs | Prof. mr. A.T. Ottow |
Auteursinformatie |
Artikel |
|
Tijdschrift | Vermogensrechtelijke Analyses, Aflevering 2 2009 |
Trefwoorden | rechtsmachtverdeling, privaatrecht, publiekrecht, bestuursrechtelijke geldschulden |
Auteurs | Dr. mr. M.W. Scheltema |
SamenvattingAuteursinformatie |
Er bestaan in verhoudingen tussen een burger en de overheid drie vormen van doorwerking van het publiekrecht in het privaatrecht. De eerste vorm van doorwerking hangt samen met de rechtsmachtverdeling tussen de burgerlijke rechter en de bestuursrechter. De tweede vorm van doorwerking hangt samen met de voorrang van publiekrechtelijke normen in het privaatrecht. Deze voorrang kan op twee manieren worden bereikt. Het is mogelijk dat publiekrechtelijke normen op onaanvaardbare wijze worden doorkruist indien gebruik gemaakt wordt van een privaatrechtelijke bevoegdheid. Een andere wijze waarop deze voorrang kan worden bewerkstelligd is het opnemen van een regeling in het publiekrecht van materie die ook in het BW is geregeld. De derde vorm van doorwerking betreft de doorwerking van publiekrechtelijke regels via open normen in het privaatrecht. Met het oog op de toekomst rijst de vraag welke van deze drie vormen van doorwerking in de toekomst zullen blijven bestaan en welke het meest prominent zullen worden. |