De klachtplicht is van toepassing op alle ‘verbintenissen’, maar dan wel alleen bij ‘gebrekkige prestaties’. De auteur verkent het toepassingsbereik van de klachtplicht aan de hand van deze begrippen. Aan de orde komen onder meer zorgplichten, onrechtmatige daad, de betaling van een geldsom en interne bestuurdersaansprakelijkheid. |
Zoekresultaat: 1251 artikelen
Artikel |
|
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 2 2020 |
Trefwoorden | verbintenis, gebrek, zorgplicht, geldsom, bestuurdersaansprakelijkheid |
Auteurs | Mr. J.J. Valk |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Het toepasselijk recht op gebundelde kartelschadeclaimsVan mozaïek tot Rubik’s Cube |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 1-2 2020 |
Trefwoorden | kartelschade, Rome II, WCOD, marktregel, lex fori |
Auteurs | Mr. dr. L.M. van Bochove |
SamenvattingAuteursinformatie |
Een internationale kartelschadevordering wordt beheerst door het recht van het land waar de markt is beïnvloed. In de praktijk blijkt deze marktregel echter moeilijk toepasbaar, vooral wanneer vorderingen gebundeld worden ingediend. Dit artikel bespreekt de knelpunten van de marktregel en onderzoekt de praktische en juridische haalbaarheid van alternatieve aanknopingspunten. |
Consumenten |
Modernisering van het Europese consumentenrecht: meer vlees op het bot (II) |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 7-8 2019 |
Trefwoorden | handhaving, online marktplaatsen, informatieplichten, dynamic pricing, bedenktijd |
Auteurs | Prof. dr. M.B.M. Loos |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel en de in de vorige aflevering van dit tijdschrift opgenomen bijdrage bespreek ik de vraag of de Moderniseringsrichtlijn in haar uiteindelijke vorm de in de New Deal-mededeling gedane belofte waarmaakt van modernisering en verbetering van de handhaving van het consumenten-acquis. In het eerste deel van deze bijdrage heb ik mij daartoe gericht op de individuele en publiekrechtelijke handhaving van het consumentenrecht en op dynamic pricing en informatieverplichtingen voor online marktplaatsen. In dit tweede en laatste deel bespreek ik de vraag met wie de consument nu eigenlijk contracteert als de overeenkomst via een online marktplaats wordt gesloten, behandel ik kort enkele vereenvoudigingen voor handelaren en ga ik in op de herziene regels voor de bedenktijd van consumenten. In de conclusie wordt de vraag of de Moderniseringsrichtlijn de in de New Deal-mededeling gedane belofte waarmaakt, beantwoord. |
Mededinging |
|
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 7-8 2019 |
Trefwoorden | verticale overeenkomsten, verticale prijsbinding, Leidraad. Afspraken tussen leveranciers en afnemers, e-commerce, koersverandering |
Auteurs | Mr. J.B. van der Blij en Mr. dr. T.D.O. van der Vijver |
SamenvattingAuteursinformatie |
Met de publicatie van de ‘Leidraad. Afspraken tussen leveranciers en afnemers’ onderstreept de ACM de nieuw ingeslagen weg met betrekking tot verticale prijsbinding: er zal meer aandacht bestaan voor en strenger worden opgetreden tegen verticale prijsbinding. Deze actievere handhaving staat duidelijk in contrast met het (prioriterings)beleid dat de ACM slechts vier jaar eerder uiteenzette in het Visiedocument over verticale afspraken. De nieuwe koers is mede ingegeven door de vlucht die internetverkoop heeft genomen en zorgt ervoor dat de ACM weer in pas loopt met de Commissie (en de rest van de EU-lidstaten). |
Artikel |
Aansprakelijkheid dga als verkoper voor het faciliteren van katvangerfraude |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 10-11 2019 |
Trefwoorden | katvanger, dga, artikel 6:162 BW, verkopen aandelen |
Auteurs | Mr. S.E. Streng |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel ziet op de aansprakelijkstelling van een dga voor het verkopen van zijn aandelen aan een katvanger. De auteur kiest voor een nieuwe invalshoek waarbij de dga niet als bestuurder of aandeelhouder aansprakelijk kan worden gehouden, maar als verkoper. Ook wordt er stilgestaan bij de wetenschapsvraag en wat er verwacht mag worden van een dga die zijn aandelen in een insolvente vennootschap verkoopt. |
Artikel |
De stellige ontkenning van een elektronische ondertekeningIs art. 159 lid 2 Rv toe aan modernisering? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 4 2019 |
Trefwoorden | Elektronische handtekening, Stellige ontkenning, Bewijskracht |
Auteurs | Rob van Esch |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel gaat de auteur in op de toepassing van art. 159 lid 2 Rv en andere juridische aspecten van een stellige ontkenning van een elektronische ondertekening. Hij betoogt dat toepassing van deze bepaling ook bij een stellige ontkenning van een elektronische handtekening tot resultaten kan leiden waarmee de praktijk uit de voeten kan als haar reikwijdte wordt beperkt tot de waarheid van de ondertekende verklaring. |
Artikel |
De overname van Sandd door PostNL |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 5 2019 |
Auteurs | Eric van Damme |
Auteursinformatie |
Artikel |
|
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 6 2019 |
Trefwoorden | ruimtegevende wetgevingsinstrumenten, right to challenge, experimenteerbepaling, vrijstelling, ontheffing |
Auteurs | Mr. D.R.P. de Kok |
SamenvattingAuteursinformatie |
In zijn jaarverslag over 2018 presenteert de Raad van State zijn ideaal van de wet als een pijler van ‘buigzaam beton’. Met dat ‘beton’ (rechtszekerheid) zit het bij de Raad wel goed, maar die buigzaamheid (flexibiliteit) komt er wat bekaaid af. Daarom gaat dit artikel in op manieren om die flexibiliteit in wetgeving te bereiken. Die manieren worden gecategoriseerd en voorzien van commentaar. Uiteraard komt daarbij ook het right to challenge aan bod, als één van die instrumenten en als benchmark voor de andere. Het artikel sluit af met aanbevelingen tot aanpassing van de Aanwijzingen voor de regelgeving. |
Uit het veld |
Toezicht in een wereld zonder grenzen roept dilemma’s op voor de natiestaten |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 2 2019 |
Trefwoorden | globalisering, toezicht, platformbedrijven, neoliberalisme, democratische natiestaten |
Auteurs | Jaap Koelewijn |
SamenvattingAuteursinformatie |
De wereldeconomie is na 2001 snel verder geïntegreerd. De globalisatie heeft een extra dimensie gekregen door de opkomst van platformbedrijven. Het gaat hier feitelijk om virtuele ondernemingen die zich betrekkelijk eenvoudig aan de fiscale regels kunnen onttrekken. Ook de financiële sector is sterk geglobaliseerd, maar het toezicht op deze sector is nog steeds grotendeels voorbehouden aan lokale autoriteiten. Om effectief toezicht te kunnen houden zouden de natiestaten bevoegdheden moeten overdragen aan supranationale autoriteiten. Dat staat echter op gespannen voet met de mogelijkheid om op basis van een lokaal democratische legitimatie beleid te voeren. In deze bijdrage worden een aantal casusposities geanalyseerd en verschillende oplossingsrichtingen besproken. |
Artikel |
De (Belgische) Wet Medische Ongevallen en het medisch ongeval zonder aansprakelijkheid |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 4 2019 |
Trefwoorden | Belgische Wet Medische Ongevallen, Fonds Medische Ongevallen, abnormale schade, medisch ongeval zonder aansprakelijkheid (MOZA), vermijdbare schade |
Auteurs | Dr. W. Buelens |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 20 juni 2018 verdedigde de auteur succesvol zijn doctoraal proefschrift over het medisch ongeval zonder aansprakelijkheid. Dit begrip omvat een nieuw, subjectief vergoedingsrecht voor slachtoffers van medische ongevallen, los van de aansprakelijkheid van een zorgverlener, en werd ingevoerd door de wet van 31 maart 2010 betreffende de vergoeding van schade als gevolg van gezondheidszorg. Deze bijdrage bevat enkele krachtlijnen met betrekking tot de invulling van dit begrip. |
Annotatie |
Ontslag en wijziging van arbeidsvoorwaarden na overgang: ‘no hay mayor dificultad que la poca voluntad’ |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 3 2019 |
Trefwoorden | Overgang van onderneming, Ontslagbescherming, Eto-redenen, Wijziging arbeidsvoorwaarden, Harmonisatie van arbeidsvoorwaarden |
Auteurs | Mr. dr. R.M. Beltzer en Mr. B.C.L. Kanen |
SamenvattingAuteursinformatie |
De auteurs betogen in deze annotatie dat het Europese Hof van Justitie zijn rechtspraak ten aanzien van ontslagbescherming bij overgang van onderneming voortzet, en dat duidelijker wordt dat deze bescherming verre van absoluut is. De uitspraak vormt voor de auteurs reden voor een bespiegeling over de (gewenste) balans tussen ontslagbescherming en ontslagrechtvaardiging. Zij gaan daarbij tevens in op de mogelijkheid arbeidsvoorwaarden te wijzigen en oordelen dat de wijzigingsbevoegdheid die de Europese richtlijn aan lidstaten biedt niet te beperkt moet worden opgevat. |
Artikel |
De werking van internationale sancties in NederlandHoe de ontwikkeling, opsporing en vervolging van internationale sancties in Nederland plaatsvindt |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 4 2019 |
Trefwoorden | internationaal, sancties, strategische goederen, Sanctiewet, douane |
Auteurs | Mr. J. Pauwelussen Mcrim en M. Pijls |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel wordt stilgestaan bij de achtergrond, geschiedenis en de ontwikkeling van internationale sancties. Tegen de achtergrond van de ontstaanshistorie wordt in dit artikel een beeld geschetst van het doel en de noodzaak van sancties. Vervolgens wordt beschreven welke wetgeving in Nederland van toepassing is op sanctieovertredingen en wordt relevante jurisprudentie behandeld. Ten slotte wordt er vanuit een praktische invalshoek beschreven op welke wijze de opsporing en vervolging is georganiseerd. |
Artikel |
Sanctieregelgeving en Wwft: same same, but different! |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 4 2019 |
Trefwoorden | Sanctiewet 1997, Wwft, compliance, strategische goederen, sancties |
Auteurs | Mr. T.J. Kodrzycki en Mr. J.G. Geertsma |
SamenvattingAuteursinformatie |
Een deugdelijk complianceprogramma is verplicht onder de Wwft en de Sanctiewet 1977 en draagt bij aan risicobeheersing van strafvervolging. Onder de Sanctiewet 1977 zien we in recente jaren een toename in strafrechtelijke vervolging en veroordeling. Onderzocht wordt een aantal verschillen en overeenkomsten in de eisen die toezichthouders stellen aan complianceprogramma’s ten aanzien van de Wwft en de Sanctiewet 1977. Overlap wordt geconstateerd ten aanzien van geliste landen, meldplichten aan toezichthouders, identificeren van UBO’s, onderzoek naar cliënten/zakelijke relaties/transacties, identificeren van PEP’s. De Wwft en Sanctiewet 1977 gaan uit van verschillende normenkaders: risk based (Wwft) en rule based (Sanctiewet 1977). |
Artikel |
Transitcriminaliteit en logistieke knooppunten in Nederland |
Tijdschrift | Justitiële verkenningen, Aflevering 5 2019 |
Trefwoorden | Drug trafficking, airports, seaports, security checks, corruption |
Auteurs | Renushka Madarie MSc en Dr. Edwin Kruisbergen |
SamenvattingAuteursinformatie |
The Netherlands functions as an important source and transit country for international organized drug trafficking. This is in part due to its large logistical nodes in the world economy, like the airport and the seaport. Based on in-depth analyses of sixteen cases of the Dutch Organized Crime Monitor, this article explores how drug traffickers operate at logistical nodes, in particular airports. The results demonstrate that organized crime groups deploy mainly three types of tactics to traffic drugs, namely defying, avoiding, and neutralizing security checks. Occupational embeddedness is manifested through several job-related factors. Autonomy, mobility, and the similarity between legitimate duties and criminal activities facilitate discrete engagement in organized crime activities during work time. Port employees are also attractive to organized crime groups because of their job-related social capital and knowledge. |
Annotatie |
Belang van openbare infrastructuur binnen de Wet Markt en OverheidCBb 11 juni 2019, ECLI:NL:CBB:2019:233 (Gemeente Hellevoetsluis/ACM) |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 6 2019 |
Trefwoorden | infrastructuur, integrale kosten, overheid, haven |
Auteurs | Ekram Belhadj |
SamenvattingAuteursinformatie |
In 2016 stelde de ACM vast dat de gemeente Hellevoetsluis bij de exploitatie van ligplaatsen in boxen in een aantal havens in strijd met artikel 25i lid 1 Mededingingswet de integrale kosten niet had doorberekend. De kern van deze zaak is welke kosten tot de integrale kosten moeten worden gerekend. De discussiepunten vormen de kosten van de publieke haveninfrastructuur en de vermogenskosten van het water waarin de ligplaatsen liggen. Het punt dat in deze annotatie wordt belicht betreft de kosten van de publieke haveninfrastructuur die naar het oordeel van het College ten dele bij de integrale kosten berekend moeten worden. |
Artikel |
De investeringstoets in vitale infrastructuren: laatste redmiddel of reden tot zorg? |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 6 2019 |
Trefwoorden | vitale sectoren, investeringstoets, Europees recht, telecommunicatiesector, openbare veiligheid |
Auteurs | Tessa van Breugel, Saskia Lavrijssen en Leigh Hancher |
SamenvattingAuteursinformatie |
In maart 2019 is het wetsvoorstel ongewenste zeggenschap telecommunicatie ingediend bij de Tweede Kamer. Dit wetsvoorstel introduceert een investeringstoets in de telecommunicatiesector. Het is een aanvulling op het bestaande wet- en regelgevend kader dat veelal is ingevoerd ten tijde van de privatisering en liberalisering van vitale infrastructuursectoren. Dit kader biedt volgens de regering niet langer afdoende bescherming tegen nationale veiligheidsrisico’s die in de huidige tijd door buitenlandse overnames en investeringen in de vitale infrastructuur kunnen ontstaan. De investeringstoets behoort tot een nieuw soort instrumentarium (de zogenoemde ‘tweedegeneratie-instrumenten’) met een grotere reikwijdte en breder toepassingsbereik dat in steeds meer EU-lidstaten zijn intrede doet. Hoewel het recent vastgestelde EU-screeningskader aanzienlijke ruimte laat aan EU-lidstaten om screening van investeringen vorm te geven, moet de wijze waarop deze ruimte wordt ingevuld in overeenstemming zijn met de fundamentele Europese vrijverkeerbepalingen. Dit artikel concludeert dat het wetsvoorstel in de huidige vorm een ongerechtvaardigde belemmering van het vrij verkeer vormt en herbezinning behoeft. |
Boekbespreking |
Bespreking van het boek ‘Advocaten en bemiddeling’ van Tom Wijnant |
Tijdschrift | Nederlands-Vlaams tijdschrift voor mediation en conflictmanagement, Aflevering 2-3 2019 |
Auteurs | Eric Lancksweerdt |
Auteursinformatie |
Staatssteun |
Stimulerende steunverlening volgens het arrest Eesti Pagar |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 7-8 2019 |
Trefwoorden | stimulerend effect, onrechtmatige staatssteun, terugvordering, rente, verjaring |
Auteurs | Mr. dr. P.C. Adriaanse |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het arrest Eesti Pagar heeft het Hof van Justitie de taak van steunverleners bij beoordeling van het stimulerend effect van steunverlening afgebakend. Verder heeft het Hof van Justitie een verplichting voor steunverleners uitgesproken om op eigen initiatief alle consequenties te trekken uit niet-naleving van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening, waaronder verplichte terugvordering met inbegrip van rente. In dat kader heeft het Hof van Justitie zich ook uitgelaten over het vertrouwensbeginsel, verjaring en de vordering van rente. Het arrest is voor de praktijk van belang omdat het meer duidelijkheid geeft over de toepassing van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening. |
Op 29 juli 2018 trad Richtlijn (EU) 2018/958 van het Europees Parlement en de Raad van 28 juni 2018, betreffende een evenredigheidsbeoordeling voorafgaand aan een nieuwe reglementering van beroepen, in werking. Zoals de titel doet vermoeden stelt deze richtlijn voorschriften vast voor een gemeenschappelijk kader om voorafgaand aan de invoering van nieuwe of de wijziging van bestaande reglementering van beroepen, de evenredigheid van die bepalingen te beoordelen. De lidstaten dienen de richtlijn uiterlijk op 30 juli 2020 te hebben omgezet. |
Consumenten |
|
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 9-10 2019 |
Trefwoorden | consumentenbescherming, consumentenkoop, digitale inhoud |
Auteurs | Mr. dr. M.Y. Schaub |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze bijdrage belicht enkele aspecten van twee nieuwe richtlijnen op het terrein van consumentenbescherming, te weten Richtlijn (EU) 2019/770 (Richtlijn digitale inhoud) en Richtlijn (EU) 2019/771 (nieuwe Richtlijn consumentenkoop). Deze richtlijnen voorzien onder meer in regels die specifiek zijn toegesneden op digitale producten en goederen met digitale elementen. |