Heeft het concordantiebeginsel na de herstructurering van 10 oktober 2010 nog een toekomst? Een literatuuronderzoek heeft tot de volgende conclusies geleid. Het concordantiebeginsel moet blijven bestaan. De open norm van artikel 39 lid 1 Statuut moet gehandhaafd blijven, daar het een landsaangelegenheid betreft. Omdat er veel onbewuste discordantie plaatsvindt, moet artikel 39 lid 2 Statuut aangescherpt worden. Concordantie van rechtspraak moet bij een leemte in de wet in lijn met de juridisch meest zuivere visie van Lewin afgebakend worden in het Statuut onder andere met het oog op de machtenscheiding en de autonomie van de Caribische landen. |
Zoekresultaat: 1035 artikelen
Artikel |
De toekomst van het concordantiebeginselEen onderzoek naar de vraag of het concordantiebeginsel zoals neergelegd in artikel 39 Statuut in de huidige vorm gehandhaafd moet blijven |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 3 2019 |
Trefwoorden | concordantiebeginsel, Statuut, landsaangelegenheid, consultatieplicht, leemte in de wet |
Auteurs | E. van Keeken |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 3 2019 |
Trefwoorden | verlofstelsel, Gemeenschappelijk Hof van Justitie, Gerecht in eerste aanleg, Hoger beroep, herziening |
Auteurs | Prof. mr. dr. G.G.J.A. Knoops |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Nederlandse advocaat die in het overzeese deel van het Koninkrijk wil optreden en daarvoor verlof heeft gekregen van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie, ziet zich gesteld voor een aantal juridische en praktische verschillen tussen de rechtsgang aldaar en hier in Nederland. In dit artikel zijn daarvan enkele voorbeelden gegeven, maar er bestaan uiteraard nog meer verschillen die van belang zijn voor het voeren van de verdediging. Het is dan ook van belang dat de Nederlandse advocaat die in het overzeese deel van het Koninkrijk gaat optreden, zich van tevoren terdege vergewist van deze verschillen en op dit gebied zal samenwerken met een lokale advocaat. |
Artikel |
Buitengerechtelijke afdoening van financieel-economische strafzaken op Curaçao |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 3 2019 |
Trefwoorden | Buitengerechtelijke afdoening, Transactie, Curaçao, Openbaar Ministerie, Fraudezaken |
Auteurs | Mr. D.S. Schreuders en mr. N. Van der Voort |
SamenvattingAuteursinformatie |
Transacties met het OM in financieel-economische en fraudezaken op Curaçao volgen grotendeels dezelfde procedure als Nederlandse strafzaken op het gebied van fraude en kennen dezelfde uitgangspunten en kenmerken. Toch zijn er ook verschillen tussen de transactieregelingen in Nederland en in Curaçao. In deze bijdrage wordt een beschrijving gegeven van de wijze van afdoening buiten de rechter om van financieel-economische strafzaken en fraudezaken, zoals die op Curaçao plaats kan vinden. Het artikel beoogt tevens (mede op basis van praktijkervaringen) inzicht te geven in dit sluitstuk van de strafrechtspleging vanuit een rechtsvergelijkend perspectief ten opzichte van Nederland. Met het oog op het komende Caribische Wetboek van Strafvordering en de modernisering van het Nederlandse Wetboek van Strafvordering is het immers buitengewoon interessant om de verdere ontwikkelingen in de schikkingspraktijk van het OM Curaçao en de overige overzeese gebiedsdelen de komende tijd scherp in de gaten te houden. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Afwikkeling Personenschade, Aflevering 2 2019 |
Trefwoorden | Letselschade, Aansprakelijkheid |
Auteurs | Mr. H. de Hek |
SamenvattingAuteursinformatie |
Wie de jurisprudentie op het gebied van letselschade wil bijhouden, doet er de laatste jaren verstandig aan niet alleen de uitspraken van civiele rechters te volgen, maar ook die van strafrechters. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 9 2019 |
Trefwoorden | verjaring, belangenafweging, derdenbescherming, laches-verweer, roofkunst |
Auteurs | Prof. mr. E.J.H. Schrage |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bij verjaring staan twee belangen op gespannen voet: het belang van de rechthebbende bij het behoud van zijn recht enerzijds en het belang van een ongestoord rechtsverkeer, dat bescherming van derden-verkrijgers te goeder trouw vereist, anderzijds. De common law kiest voor bescherming van het eerstgenoemde belang, de civil law van het laatste. Recentelijk zijn er echter aan beide zijden pogingen gaande om de scherpe kantjes van de tegenstelling af te slijpen. Die pogingen blijken niet altijd even gelukkig. |
Artikel |
Zekerheidsrechten op een aandeel in (een goed van) de gemeenschap van nalatenschap |
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht, Aflevering 5 2019 |
Trefwoorden | zekerheidsrecht op aandeel in gehele gemeenschap van nalatenschap, beschikken over aandeel in gemeenschappelijk goed afzonderlijk, beschikken over aandeel in gehele gemeenschap van nalatenschap, uitwinning aandeel in gehele gemeenschap van nalatenschap |
Auteurs | Prof. dr. S. Perrick |
SamenvattingAuteursinformatie |
Een deelgenoot in een gemeenschap van nalatenschap kan zijn aandeel in de gehele gemeenschap niet verpanden. In deze bijdrage bespreekt de auteur de mogelijkheid en de gevolgen van het vestigen van een zekerheidsrecht op een aandeel in een gemeenschappelijk goed afzonderlijk. Hij verduidelijkt de betekenis van de wettelijke regelingen, die een redelijk hoog abstractieniveau hebben, mede aan de hand van voorbeelden. |
Jurisprudentie |
Nietigverklaring van een testament bij leven van de testateur |
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht, Aflevering 5 2019 |
Trefwoorden | uiterste wil, meerderjarigenbewind, wilsgebrek, nietigverklaring, financieel misbruik |
Auteurs | Mr. dr. J.H.M. ter Haar |
SamenvattingAuteursinformatie |
Onlangs verklaarde de rechter een uiterste wil nietig. Het bijzondere aan de uitspraak was dat de testateur nog leefde. In een andere recente zaak werd een verzoek om een testament bij leven van de testateur nietig te verklaren afgewezen. In deze bijdrage worden beide uitspraken naast elkaar gezet. Er wordt ingegaan op de vraag in hoeverre het wenselijk is dat een uiterste wil nog tijdens leven van een testateur nietig verklaard kan worden. |
Artikel |
De Urgenda-zaak en de mogelijkheden voor internationale rechtspraak door de Nederlandse rechter in algemeen-belangacties |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 3 2019 |
Trefwoorden | staatsmachten, legitimatie, internationaal recht, Rookverbod-arrest, dualiteit rechtspraak |
Auteurs | Mr. dr. B.A. Kuiper-Slendebroek |
SamenvattingAuteursinformatie |
Met de Urgenda-zaak is niet alleen de dialoog geopend over de betekenis van het internationale klimaatrecht, de mogelijkheden voor algemeen-belangacties op andere gebieden en de verhouding tussen de Nederlandse staatsmachten, maar komt ook de rol van de nationale rechter in het internationale recht aan bod. Via de route van het EVRM wijst de Nederlandse rechter de Staat op zijn internationale verplichtingen – waaronder die van de positieve bescherming van mensenrechten – en brengt hij de rechtsopvattingen van internationaal en nationaal recht op één lijn. Dit getuigt van een actieve rol van de rechter. Geplaatst in het licht van internationale ontwikkelingen en het Rookverbod-arrest biedt deze rol ook mogelijkheden voor algemeen-belangacties wanneer de normen uit internationale verdragen in het concrete geval rechtstreeks toegepast kunnen worden door de rechter. |
Article |
|
Tijdschrift | Erasmus Law Review, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | international business courts, Netherlands Commercial Court, choice of court, recognition and enforcements of judgements |
Auteurs | Eddy Bauw |
SamenvattingAuteursinformatie |
The judicial landscape in Europe for commercial litigation is changing rapidly. Many EU countries are establishing international business courts or have done so recently. Unmistakably, the approaching Brexit has had an effect on this development. In the last decades England and Wales – more precise, the Commercial Court in London - has built up a leading position as the most popular jurisdiction for resolving commercial disputes. The central question for the coming years will be what effect the new commercial courts in practice will have on the current dominance of English law and the leading position of the London court. In this article I address this question by focusing on the development of a new commercial court in the Netherlands: the Netherlands Commercial Court (NCC). |
Article |
|
Tijdschrift | Erasmus Law Review, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | international jurisdiction, English, court language, Belgium, business court |
Auteurs | Erik Peetermans en Philippe Lambrecht |
SamenvattingAuteursinformatie |
In establishing the Brussels International Business Court (BIBC), Belgium is following an international trend to attract international business disputes to English-speaking state courts. The BIBC will be an autonomous business court with the competence to settle, in English, disputes between companies throughout Belgium. This article focuses on the BIBC’s constitutionality, composition, competence, proceedings and funding, providing a brief analysis and critical assessment of each of these points. At the time of writing, the Belgian Federal Parliament has not yet definitively passed the Bill establishing the BIBC, meaning that amendments are still possible. |
Article |
|
Tijdschrift | Erasmus Law Review, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | international commercial courts, the Netherlands Commercial Court (NCC), Chambers for International Commercial Disputes (Kammern für internationale Handelssachen), Brussels Ibis Regulation, choice of court agreements, formal requirements |
Auteurs | Georgia Antonopoulou |
SamenvattingAuteursinformatie |
In recent years, the Netherlands and Germany have added themselves to the ever-growing number of countries opting for the creation of an international commercial court. The Netherlands Commercial Court (NCC) and the German Chambers for International Commercial Disputes (Kammern für internationale Handelssachen, KfiH) will conduct proceedings entirely in English and follow their own, diverging rules of civil procedure. Aspiring to become the future venues of choice in international commercial disputes, the NCC law and the legislative proposal for the establishment of the KfiH allow parties to agree on their jurisdiction and entail detailed provisions regulating such agreements. In particular, the NCC requires the parties’ express and in writing agreement to litigate before it. In a similar vein, the KfiH legislative proposal requires in some instances an express and in writing agreement. Although such strict formal requirements are justified by the need to safeguard the procedural rights of weaker parties such as small enterprises and protect them from the peculiarities of the NCC and the KfiH, this article questions their compliance with the requirements upon choice of court agreements under Article 25 (1) Brussels Ibis Regulation. By qualifying agreements in favour of the NCC and the KfiH first as functional jurisdiction agreements and then as procedural or court language agreements this article concludes that the formal requirements set by the NCC law and the KfiH proposal undermine the effectiveness of the Brussels Ibis Regulation, complicate the establishment of these courts’ jurisdiction and may thus threaten their attractiveness as future litigation destinations. |
Artikel |
Benoeming deskundigen in testament?Het gesloten stelsel zit niet in de weg |
Tijdschrift | EstateTip Review, Aflevering 33 2019 |
Trefwoorden | Testament |
Auteurs | Prof. mr. dr. F.W.J.M. Schols |
Over de grens |
Over de Tiffany/Swatch-procedures en het Nederlandse materiële recht bezien vanuit internationale partijen |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 3 2019 |
Trefwoorden | uitleg en aanvulling, Rechtskeuze, Forumkeuze, internationale handelsgeschillen, NCC |
Auteurs | Mr. J.M. Luycks en Mr. drs. A.M.M. Hendrikx |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze bijdrage bevat een beschouwing naar aanleiding van de arbitrage en vernietigingsprocedure tussen Tiffany en Swatch. Het Nederlandse materiële recht bezien vanuit internationale partijen staat centraal, waarbij de focus ligt op het onderscheid tussen de uitleg en aanvulling van een overeenkomst en de gevolgen van een door partijen gemaakte rechtskeuze. |
Impressies |
De ‘prognose-torpedo’: een effectief verweermiddel tegen vorderingen in kort geding |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 3 2019 |
Trefwoorden | [ontbreken] Franchise, Exploitatie prognose, Dwaling, Kort Geding, Wilsgebrek |
Auteurs | Mr. J.H. Kolenbrander |
SamenvattingAuteursinformatie |
Een beroep op dwaling vanwege een ondeugdelijke prognose kan in kort geding een effectief verweermiddel zijn van een franchisenemer om de vordering van een franchisegever af te laten wijzen door de rechter. |
Article |
|
Tijdschrift | Family & Law, augustus 2019 |
Auteurs | Elise Blondeel MSc en prof. dr. Wendy De Bondt |
SamenvattingAuteursinformatie |
This article is part of a broader discussion about attaining a full-fledged child-friendly (criminal) justice. Attaining that goal is particularly challenging in cases of international parental abduction, due to the involvement of two branches of law. It is examined to what extent the current interaction guarantees a decision in the best interests of the child. More specifically, the implications of the adage le criminel tient le civil en état are scrutinised from a children’s rights perspective. |
Artikel |
Erfrecht in de onderwereld (deel IV): de nabestaanden |
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht, Aflevering 4 2019 |
Trefwoorden | afgeleide onrechtmatige daad, beneficiaire aanvaarding, affectieschade, shockschade, criminele nalatenschap |
Auteurs | Mr. L.A.G.M. van der Geld |
SamenvattingAuteursinformatie |
Aan de hand van twee recente uitspraken wordt ingegaan op de afgeleide onrechtmatige daad en de affectieschade. Er kan secundaire aansprakelijkheid zijn als er sprake is van een afgeleide onrechtmatige daad. Waren de ouders van Tristan van der V. zich ervan bewust dat hun zoon derden leed zou gaan betrokkenen? Het Hof Den Haag deed er onlangs uitspraak over. De ouders en broer van Anne Faber hebben affectieschade gevorderd. In het hoger beroep van Michael P. werd daar onlangs door het Hof Arnhem-Leeuwarden een uitspraak over gedaan. De mogelijkheid om affectieschade te vorderen (in het strafrechtelijke proces) is op 1 januari 2019 ingegaan. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | dekkingsgeschillen, uitleg polisvoorwaarden, redelijkheid en billijkheid, verzekeringsovereenkomst, Geschillencommissie Verzekeringen Curaçao |
Auteurs | Mr. dr. M.V.R. Snel |
SamenvattingAuteursinformatie |
Naar aanleiding van de uitspraak van de Geschillencommissie Verzekeringen Curaçao van 6 november 2015 verkent dit artikel de stand van zaken met betrekking tot de wijze(n) waarop een dekkingsgeschil tussen verzekeraar en verzekerde (kan) worden beslecht. Aangetoond wordt dat dit met name een kwestie van uitleg van de verzekeringsovereenkomst is, maar dat ook de redelijkheid en billijkheid een – afzonderlijke – rol kan spelen. Voor de toepassing van beide leerstukken is van belang eerst vast te stellen onder welke omstandigheden de verzekeringsovereenkomst tot stand is gekomen en wat de aard van de polisvoorwaarde(n) die in geding zijn is. |
Jurisprudentie |
De Hoge Raad in civiele zaken uit het Caribische deel van het Koninkrijk |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 1 2019 |
Auteurs | Mr. Th. Veling |
Auteursinformatie |
Artikel |
Het klassieke pleidooi wordt een fossiel |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 7 2019 |
Auteurs | Stijn Dunk |
Artikel |
Schadevergoeding onder de Algemene Verordening Gegevensbescherming |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 7-8 2019 |
Trefwoorden | AVG, schadevergoeding, privacy, aansprakelijkheid |
Auteurs | Mr. F.C. van der Jagt-Vink |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel wordt onderzocht in hoeverre de mogelijkheden om bij een schending van de privacywetgeving schadevergoeding te vorderen, worden versterkt door de komst van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Hierbij wordt specifiek aandacht besteed aan de mogelijkheid om een collectieve schadevergoedingsactie te starten. |