De heersende opvatting dat voor het gebruik van patiëntgegevens in een klachtenprocedure uitdrukkelijke toestemming van een patiënt nodig is, moet in het kader van de inwerkingtreding van de Wkkgz worden heroverwogen. Twee belangrijke wijzigingen in het klachtrecht geven daarvoor aanleiding: (1) een zorgaanbieder is voor de interne behandeling van een klacht niet langer verplicht gebruik te maken van een onafhankelijke klachtencommissie en (2) een zorgaanbieder is verplicht zich aan te sluiten bij een geschilleninstantie die (in tweede instantie) bij wege van bindend advies over een klacht oordeelt. Als een zorgaanbieder zelf een oordeel velt over de gegrondheid van een klacht moet het gebruik van patiëntgegevens in dat kader ook zonder toestemming van de patiënt mogelijk zijn. De procedure bij een geschilleninstantie valt onder de reikwijdte van artikel 6 lid 1 EVRM. De daarmee samenhangende waarborgen zouden ook van toepassing moeten zijn op de afhandeling van een klacht in ‘eerste aanleg’. |
Artikel |
Het gebruik van patiëntgegevens in de nieuwe klachtenprocedure |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 7 2016 |
Trefwoorden | Klachtrecht, Wkkgz, patiëntgegevens, verdediging, art. 6 EVRM |
Auteurs | Mr. C.E. Philips-Santman |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
De verzwaarde betwistplicht: gebrekkige verslaglegging en een rechtsvergelijkend perspectief |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 7 2016 |
Trefwoorden | verzwaarde betwistplicht, gebrekkige verslaglegging, rechtsvergelijking |
Auteurs | Mr. A. Beekhof |
SamenvattingAuteursinformatie |
Een belangrijke factor die eraan bijdraagt dat medische schade weinig verhaald wordt, is dat de bewijslast bij de patiënt ligt, terwijl het bewijsmateriaal zich veelal bij de hulpverlener bevindt. In de Nederlandse rechtspraak is voor dit probleem een oplossing gevonden in de zogenoemde ‘verzwaarde stelplicht’ of ‘verzwaarde betwistplicht’. Een belangrijke vraag is wat in het kader van deze plicht rechtens is wanneer de medische verslaglegging gebrekkig is. De antwoorden op deze vraag geven aanleiding tot rechtsvergelijking: de bewijsrechtelijke positie van de patiënt heeft bij onze oosterburen in bepaalde situaties een meer afgewogen regeling gekregen. |
Artikel |
Civiele aansprakelijkheid voor het gebruik van medische applicaties |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 7 2016 |
Trefwoorden | medische applicaties, software, medische hulpmiddelen, civiele aansprakelijkheid |
Auteurs | Mr. A.J. Zijlstra |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het toenemende gebruik van smartphones en de technologische ontwikkelingen op het gebied van medische applicaties hebben voor grote veranderingen gezorgd binnen de gezondheidszorg. Ook de juridische wereld wordt geconfronteerd met dit fenomeen, aangezien de schade die voortvloeit uit het gebruik van medische applicaties zou kunnen leiden tot claims. In dit artikel wordt onderzocht in hoeverre medische applicaties passen binnen het wettelijk kader van een gebrekkig product en een ongeschikte hulpzaak. Daarnaast worden verschillende verhaalsmogelijkheden voor de patiënt behandeld, wanneer een dergelijke applicatie wordt ingezet bij een geneeskundige behandelingsovereenkomst. |
Artikel |
De nieuwe geschillenbeslechting in de zorg: (heel veel) superrechters gevraagd |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 3 2016 |
Trefwoorden | Wkkgz, buitengerechtelijke geschiloplossing, geschilleninstantie zorg, klachten- en geschillenregeling |
Auteurs | Mr. dr. E. Pans |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Wkkgz betekent een ingrijpende hervorming van het klacht- en geschilrecht in de gezondheidszorg. Per 1 januari 2017 is die regeling van kracht. De auteur schetst enkele activiteiten die op dit moment achter de schermen bij de direct betrokken partijen plaatsvinden. Daarnaast signaleert zij acht knelpunten van de Wkkgz en licht deze toe vanuit de theorie en de praktijk. |
Artikel |
Aansprakelijkheid van de (letselschade)advocaat voor informatieverzuimen: het bewijs van de zorgplichtschending en de (ontbrekende) eigen schuld van de cliënt |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 2 2016 |
Trefwoorden | informatieverzuim, (letselschade)advocaat, bewijs, aanvullende stelplicht, uitsluiting eigen schuld |
Auteurs | Prof. mr. I. Giesen |
SamenvattingAuteursinformatie |
De beroepsbeoefenaar – en dus ook de letselschadeadvocaat – die een informatieverplichting schendt, zal enigszins op zijn aansprakelijkheidsrechtelijke tellen moeten passen als het om het bewijs van die zorgplichtschending en het (bewijs van het) causaal verband gaat. Maar daar is die advocaat nog redelijk ‘beschermd’. Geraakt een cliënt voorbij die hindernissen, dan is het echter snel afgelopen: eigen schuld als verweer mag niet meer in beeld komen, althans mag slechts een marginale rol spelen, zo wordt betoogd. |
Artikel |
Reflecties op het verantwoord gebruik van kunstmatige intelligentie |
Tijdschrift | Justitiële verkenningen, Aflevering 3 2016 |
Trefwoorden | Artificial Intelligence, Ethical dilemma’s, Designing process, Restrictions and controls, Human rights |
Auteurs | Dr. M.V. Dignum en Prof.dr. J. van den Hoven |
SamenvattingAuteursinformatie |
The potential perils of robots and other forms of artificial intelligence (AI) have been a subject for discussion since the 1950s. Nevertheless it seems that society is still not prepared for the great impact of the rapid advancement of AI in the last decennium and the many ethical dilemmas involved. How can moral, social and legal values be integrated in the designing process of AI technologies? Is it imaginable that these AI systems would ever be considered as ethical entities? How to control these systems? The authors argue that we should not only analyze these problems, but also reflect on ethics itself. AI has the potential to change the way we live and work. But it is important to introduce restrictions and controls to guarantee our freedom, autonomy and fundamental human rights. |
Artikel |
Kroniek Burgerlijk Procesrecht |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 5 2016 |
Auteurs | Robert Hendrikse, Leonie Rammeloo, Marianne Valk e.a. |
Artikel |
Kroniek Aansprakelijkheidsrecht |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 5 2016 |
Auteurs | Alexander Briejer, Gert-Jan de Jager, Jocelynn Tetelepta e.a. |
Artikel |
Toekomstbestendige wetgeving: duurzaam? wendbaar? duurzaam wendbaar? |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 2 2016 |
Trefwoorden | toekomstbestendige wetgeving, Right to Challenge, experimenteerbepaling, doelregulering |
Auteurs | Gert Jan Veerman |
SamenvattingAuteursinformatie |
‘Toekomstbestendigheid’ is in de mode, dat geldt ook voor het idee van de toekomstbestendige wetgeving. Van oorsprong betekent toekomstbestendig: duurzaam. Dat wordt geïllustreerd aan de hand van het materiaal waarop teksten vroeger werden vastgelegd en van ideeën over de aard en oorsprong van regels: een godheid, de natuur, het wezen van de mens. Empirisch gesproken, is wetgeving niet zo duurzaam, maar wordt zij aangepast aan de maatschappelijke omstandigheden. Dat is in het algemeen zo, maar is ook vast te stellen voor de recente tijd. Een onderzoek naar wetten die de laatste tien jaar niet zijn gewijzigd, laat zien dat dergelijke wetgeving nauwelijks voorkomt en dat die zeer specifieke situaties betreft. |
Artikel |
Geen wetsvoorstel Goed bestuur in de zorg: terecht of niet? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 3 2016 |
Trefwoorden | Voorontwerp Wet bestuur en toezicht rechtspersonen, Zorgbrede Governancecode, UMC, academische ziekenhuizen |
Auteurs | Mr. dr. A.G.H. Klaassen |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt onderzocht of het terecht is dat VWS in het licht van het Voorontwerp Wet bestuur en toezicht rechtspersonen afziet van een separaat wetsvoorstel Goed bestuur in de zorg over bestuur en intern toezicht. Naar de mening van de auteur is dat het geval, maar dat betekent in haar ogen niet dat er geen specifieke regels voor de zorgsector meer nodig zijn. Haar aanbeveling is om voor stichtingen onder andere de bevoegdheid tot benoeming en ontslag van bestuurders en van leden van het intern toezicht in zorgspecifieke wetgeving vast te leggen, evenals het aantal vereiste leden van het intern toezicht. Daarnaast gaat de auteur in op de vraag wat de gevolgen van het Voorontwerp zijn voor bijzondere academische ziekenhuizen. |
Artikel |
De Wkkgz is er: een nieuwe klachten- en claimregeling in de zorg! |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 2 2016 |
Trefwoorden | Wkkgz, klachtenfunctionaris, klachtenbehandeling, geschilleninstantie, termijnen |
Auteurs | Mr. W.R. Kastelein |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze bijdrage gaat in op de interpretaties die hebben plaatsgevonden bij de parlementaire behandeling van de Wkkgz in de Eerste Kamer en de gevolgen die dit heeft of kan hebben voor patiënten/cliënten en zorgaanbieders. Het behandelt: de reikwijdte van de Wkkgz, de positie van de klachtenfunctionaris, de termijn van klachtenbehandeling, de samenloop van klachten en claims, de openbaarheid, de status van de uitspraken van de geschilleninstantie en de van toepassing zijnde termijnen. |
Artikel |
Vergoeding van integriteitsschade mede bezien vanuit een mensenrechtelijk perspectief |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 1 2016 |
Trefwoorden | integriteitsschade, immateriële schade, schadevergoeding, informatieplicht, zelfbeschikkingsrecht |
Auteurs | A.M. Overheul |
SamenvattingAuteursinformatie |
Met vergoeding van integriteitsschade wordt een vergoeding van immateriële schade toegekend wegens een inbreuk op het zelfbeschikkingsrecht. Hiermee verschuift het juridische obstakel van de causaliteit naar het schadebegrip. De vraag is of deze ‘schadepost’ daadwerkelijk juridisch relevante ‘schade’ is. De wetgever heeft zich hierover niet uitgelaten en de Hoge Raad heeft zich op dit punt nog niet uitgesproken. De wijze waarop het EHRM omgaat met het zelfbeschikkingsrecht kan inspiratie bieden voor de invulling van het Nederlandse concept ‘integriteitsschade’. In deze bijdrage wordt daarom niet alleen stilgestaan bij de discussie in Nederland over de invulling van dit concept, maar wordt ook een vergelijking gemaakt met rechtspraak van het EHRM over de schending van het recht op informatie in medische aansprakelijkheidszaken. De vraag is met name hoe de begrenzing van deze schadepost eruit zou moeten zien. |
Artikel |
Verkeersonveiligheid(Personen)schade, oorzaken en maatregelen |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 1 2016 |
Trefwoorden | verkeersveiligheid, verkeersongeval, verkeersgewonden, verkeersdoden, letsellast |
Auteurs | Dr. ir. W.A.M. Weijermars |
SamenvattingAuteursinformatie |
In 2014 vielen 570 verkeersdoden en 20.700 ernstig verkeersgewonden in het Nederlandse verkeer. Ongeveer een op de vijf ernstig verkeersgewonden houdt blijvende beperkingen over aan de verwondingen. Alle verkeersongevallen samen kosten de maatschappij naar schatting € 12,5 miljard per jaar. Ernstig verkeersgewonden en fietsers vormen belangrijke aandachtsgroepen. In de kern ontstaat verkeersonveiligheid doordat verkeersdeelnemers kunnen botsen en daarbij letsel kunnen oplopen. Sommige groepen verkeersdeelnemers zijn kwetsbaarder (bijvoorbeeld ouderen) of hebben een hogere ongevalskans (bijvoorbeeld jongeren) dan gemiddeld. Ook bepaalde weersomstandigheden en risicogedrag (snelheid, alcohol, afleiding) verhogen de ongevalskans en/of letselernst. Er zijn allerlei maatregelen genomen om ongevallen te voorkomen en de letselernst te beperken. |
Artikel |
Hora ruit, tempus fluit. Boek 10 BW, WCOD, Rome II en het overgangsrecht |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 2 2016 |
Trefwoorden | Boek 10 BW, WCOD, Rome II, overgangsrecht, onrechtmatige daad |
Auteurs | Mr. Y.A. Rampersad en Mr. J.A. van der Weide |
SamenvattingAuteursinformatie |
Met de inwerkingtreding van Boek 10 BW onder gelijktijdige intrekking van de Wet conflictenrecht onrechtmatige daad (WCOD) op 1 januari 2012 is er een overgangsrechtelijk probleem ontstaan bij de conflictenrechtelijke afwikkeling van internationale onrechtmatige daden. In deze bijdrage trachten de auteurs een oplossingsrichting aan te reiken voor deze overgangsrechtelijke problematiek aan de hand van de Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek. |
Artikel |
Doorbreking van het causaal verband |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 2 2016 |
Auteurs | Halime Celik |
Auteursinformatie |
Artikel |
Het wetsvoorstel affectieschade |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 1 2016 |
Trefwoorden | affectieschade, immateriële schade, claimcultuur, letselschade |
Auteurs | Mr. drs. M.J.J. de Ridder |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 20 juli 2015 heeft de Minister Van der Steur (Veiligheid en Justitie) een nieuw wetsvoorstel voor vergoeding van affectieschade bij de Tweede Kamer ingediend Het artikel bespreekt dit wetsvoorstel en de consequenties die dit wetsvoorstel voor het medische aansprakelijkheidsrecht heeft. Het huidige wettelijke kader wordt geschetst en vervolgens worden de bepalingen van het wetsvoorstel besproken en de consequenties daarvan voor het medische aansprakelijkheidsrecht. |
Artikel |
Ongerechtvaardigde verrijking en onverschuldigde betalingProefschrift van mr. S.R. Damminga |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 1 2016 |
Trefwoorden | verrijkingsrecht, onverschuldigde betaling, ongerechtvaardigde verrijking |
Auteurs | Mr. drs. J.W.M.K. Meijer |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt het proefschrift van Damminga besproken, waarin hij de vorderingen uit ongerechtvaardigde verrijking en onverschuldigde betaling opnieuw plaatst in het wettelijk systeem, daarbij geïnspireerd door het Duitse recht. |
Artikel |
Drieluikherstelbemiddeling bij seksueel misbruik, een symbiose van erkenning en financiële genoegdoening |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 4 2015 |
Trefwoorden | seksueel misbruik, herstelbemiddeling, Rooms-Katholieke Kerk, erkenning, financiële genoegdoening |
Auteurs | Mr. dr. L.P.M. Klijn |
SamenvattingAuteursinformatie |
Uit de contacten met slachtoffers van seksueel misbruik binnen kerkelijk verband werd duidelijk dat zij andere behoeften hadden dan enkel schadevergoeding. Met name omdat in het verleden het misbruik was ontkend of was genegeerd, bleek vooral erkenning belangrijk. Hiervoor is het nodig dat partijen tot elkaar worden gebracht. Enkel toekennen van schadevergoeding via een schadevergoedingsprocedure is daarvoor niet een passende remedie, want die brengt partijen eerder tegenover elkaar dan tot elkaar. Samen met slachtoffers is gezocht naar een weg waarbij erkenning en schadevergoeding zo konden worden gebundeld dat het een niet ten koste van het ander ging. Dat leidde tot de (door)ontwikkeling van de drieluikherstelbemiddeling. Daarover gaat dit artikel. |
Artikel |
Vessel protection, van zorgplicht naar zelfverdediging |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Veiligheid, Aflevering 0304 2015 |
Trefwoorden | Security, Piracy, public vs. private responsibilities, policy making, paradigm changes |
Auteurs | Henk Warnar |
SamenvattingAuteursinformatie |
This article demonstrates the influence of intellectual debate in policy paradigm changes. In response to piracy around the Horn of Africa, Dutch naval forces have participated in NATO and EU counter piracy operations since 2008. Although successful, also self protection measures by the merchant ships are required to provide security to individual ships. Since 2008 Dutch ship owners have advocated to amend legislation to allow private armed security teams (PAST) for individual protection, similar to policies by most foreign countries. Because of sensitivities concerning the private use of arms, policymakers, politicians, stakeholders and advisors have circumvented the issue. Instead of addressing the question of self defense, the paradigm of state monopoly for violence and the state’s obligation to provide security, made individual protection by embarked military teams to develop as a governmental service at levels that turned out to be unachievable for the armed forces. This policy caused several types of friction. Currently, the only acceptable solution seems to be to allow PAST and legislation is being prepared accordingly. A successful paradigm change however can only be achieved if an adequate new paradigm is constructed by intellectual debate. (Hall, Visser & Hemerijck) So far this debate has been too limited in scope. Debate has been state centric and focused on legal views and regulation. To resolve friction, additional analysis of differing roles by the state and individual entrepreneurs is required. Such analysis argues that the state severely reduces individual protection and politicians decide on the fundamental question of self defense by ships at the high seas. |
Artikel |
Het concept-wetsvoorstel modernisering tuchtrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 8 2015 |
Auteurs | Prof. mr. J.C.J. Dute |
Auteursinformatie |