Is het juist dat in het opgelaaide dikastocratiedebat de verantwoordelijkheid primair bij de wetgever wordt gelegd? Ook al biedt de wetgever de rechter de nodige ruimte, is de rechterlijke beslissingsmacht vooral gevolg van de door de rechtsleer gedragen wijzen van interpretatie en toepassing van de wet. Dat de wetgever zou stilzitten en lastige beslissingen aan de rechter (als plaatsvervanger) zou overlaten, lijkt een onjuist beeld, evenals het beeld dat de wetgever een onwenselijke uitspraak van de rechter altijd nog kan corrigeren. Typerend voor de verhouding wetgever – rechter is (rechtsvormende) samenwerking. Obsolete kaders als de triasleer en de Wet AB brengen de werkelijkheid niet dichterbij. |
Zoekresultaat: 1466 artikelen
Actualia |
Jeugdstrafrecht en penitentiair recht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Jeugdrecht, Aflevering 3 2020 |
Auteurs | Mr. T. de Vette |
Auteursinformatie |
Objets trouvés |
De wetgever als oorzaak van een dikastocratie? |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | Wetgever-plaatsvervanger, Trias politica, Rechter, Samenwerking |
Auteurs | Mr. dr. P.J.P.M. van Lochem |
SamenvattingAuteursinformatie |
Asiel en migratie |
Menselijke waardigheid en een waardige levensstandaard; de uitspraak van het Hof van Justitie inzake Zubair Haqbin |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 3-4 2020 |
Trefwoorden | opvang, asiel, menselijke waardigheid, rechten van het kind |
Auteurs | Prof. mr. A.B. Terlouw en Mr. dr. K.M. Zwaan |
SamenvattingAuteursinformatie |
Richtlijn 2013/33/EU (de Opvangrichtlijn) regelt welke opvangvoorzieningen aan asielzoekers moeten worden verstrekt en ook hun rechten op documenten, onderwijs en toegang tot de arbeidsmarkt en gezondheidszorg. In de uitspraak HvJ 12 november 2019, zaak C-233/18 inzake Zubair Haqbin oordeelt het Hof van Justitie dat de intrekking – al was het maar tijdelijk – van alle materiële opvangvoorzieningen of van de materiële opvangvoorzieningen die betrekking hebben op huisvesting, voeding of kleding, onverenigbaar is met de verplichting om ervoor te zorgen dat Haqbin een waardige levensstandaard geniet. Een dergelijke sanctie ontneemt hem immers de mogelijkheid om te voorzien in zijn meest elementaire behoeften. |
Artikel |
De toepassing van de Wet Bibob in de milieusector |
Tijdschrift | Boom Strafblad, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | Wet Bibob, Milieu, Vergunning, Ernstig gevaar, Evenredigheid |
Auteurs | Mr. R. (Rutger) ten Ham en Mr. F. (Frederike) Ahlers |
SamenvattingAuteursinformatie |
De afgelopen jaren ziet ongeveer 10% van de circa 300 jaarlijkse adviesaanvragen aan het Landelijk Bibob Bureau op adviezen in verband met milieuactiviteiten. In onze praktijk zien we recentelijk een groeiende aandacht bij het bevoegd gezag en het OM voor de mogelijkheden die de Wet Bibob biedt om milieuovertredingen te voorkomen. Tegelijkertijd is het aantal milieuregels in de afgelopen jaren alleen maar groter geworden. Voor ondernemingen kan de Wet Bibob grote gevolgen hebben, want zonder vergunning geen activiteiten. |
Artikel |
Ecocide als internationaal misdrijf? Perspectieven op vervolging en berechting in Nederland |
Tijdschrift | Boom Strafblad, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | Ecocide, Milieustrafrecht, Internationale misdrijven, Internationaal strafhof |
Auteurs | Prof. mr. G.K. (Göran) Sluiter en Mr. B. (Barbara) van Straaten |
SamenvattingAuteursinformatie |
Al geruime tijd leeft de wens ernstige milieumisdrijven (ecocide) onderdeel te laten uitmaken van het internationaal strafrecht, in het bijzonder de misdrijven waarover het Internationaal Strafhof rechtsmacht heeft. Het is op dit moment niet te voorspellen of en op welke wijze ecocide ooit volwaardig onderdeel gaat uitmaken van het positieve internationale strafrecht. Deze bijdrage richt zich op de vraag in hoeverre het actuele internationale strafrecht aanknopingspunten biedt voor vervolging van ecocide en op welke wijze Nederland in de nationale opsporings- en vervolgingspraktijk hiermee rekening zou moeten houden. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Boom Strafblad, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | Milieustrafrecht, Klimaatverandering, Handhaving klimaatwetgeving, Broeikasgas, Co2 |
Auteurs | Mr. S.J. (Sjoerd) Lopik en Mr. S.H. (Seppe) Stax |
SamenvattingAuteursinformatie |
Klimaatverandering is niet meer weg te denken uit het publieke debat. In het afgelopen jaar stond het onderwerp vaak op de politieke agenda, werd Greta Thunberg uitgeroepen tot Time Person of the Year en was het Urgenda-arrest een van de meest besproken gerechtelijke uitspraken van het jaar. Binnen het strafrecht wordt nog weinig aandacht aan klimaatverandering besteed, maar dat zal op korte termijn veranderen. Dit artikel bevat een verkenning naar de strafrechtelijke aansprakelijkheid van partijen die bijdragen aan klimaatverandering en de strafrechtelijke handhaving van klimaatwetgeving. |
Artikel |
De beperkte toepasbaarheid van artikel 173a en 173b Sr in de praktijk |
Tijdschrift | Boom Strafblad, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | Milieustrafrecht, Gemeengevaarlijke milieudelicten, Vervolging milieudelicten, Bijzondere opsporingsinstanties |
Auteurs | Mr. M. (Marleen) Velthuis |
SamenvattingAuteursinformatie |
In milieuzaken wordt met enige regelmaat door (bijzondere) opsporingsinstanties een verdenking geuit van overtreding van artikel 173a of 173b Sr. Kort gezegd wordt een (rechts)persoon er dan van verdacht dat hij opzettelijk, of door zijn schuld, een stof in de bodem, lucht of het oppervlaktewater heeft gebracht, waardoor gevaar voor de openbare gezondheid te duchten was. Tot een vervolging voor deze gemeengevaarlijke milieudelicten komt het minder vaak. Bovendien blijkt dat in de zaken waar het Openbaar Ministerie (OM) wel besluit tot vervolging, dit niet zelden tot een vrijspraak leidt. In dit artikel wordt onderzocht in hoeverre de artikelen 173a en 173b Sr in de praktijk met succes worden toegepast en of een uitbreiding of aanpassing van de wetgeving noodzakelijk is in dat licht. |
Artikel |
Heel Holland spoort opNaar een afwegingsmodel voor de politie in de omgang met burgers die zelfstandig onderzoek doen |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Veiligheid, Aflevering 2-3 2020 |
Trefwoorden | Participation, citizen, police, investigation, reciprocity |
Auteurs | Arnout de Vries, Shanna Wemmers, Stan Duijf e.a. |
SamenvattingAuteursinformatie |
Citizens investigating crimes themselves is a growing trend, because of democratization of information (e.g. social media), tools (e.g. apps) and knowledge (e.g. explanimations on YouTube). More and more citizens do their own research as modern Sherlocks. The police has to handle these trends in line with participant wishes and the law, but does not yet have concrete tools to do so. This article explores how the police participate in contemporary citizen criminal investigations, including the difficulties and benefits experienced. The obtained insights of the presented research serve as guidance, which can help police officers understand how to participate with citizens who have started, or want to start, a criminal investigation. The presented model explains how police can use it to better guide and stimulate, but also stop or protect citizens in their investigative activities. An app with professional guidance was piloted in four police units to participate with citizens that do their own research and learn from expectations and experiences. Citizens need guidance, but more importantly expect a certain degree of reciprocity in collaborating with police in criminal investigations. |
Artikel |
Strafvorderlijke kaders voor burgeropsporingWezenlijke handvatten voor politie, OM en strafrechter om op een zuivere manier om te gaan met informatie van opsporende burgers in strafzaken |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Veiligheid, Aflevering 2-3 2020 |
Trefwoorden | Burgeropsporing, Strafvordering, Politie, Particuliere recherche |
Auteurs | Sven Brinkhoff |
SamenvattingAuteursinformatie |
This article focusses on the use of information of citizens who conducted their own investigation in a criminal procedure. Three questions are important in such a situation: 1) is the prosecution of the suspect based largely or entirely on the information of the civilian?, 2) was this information obtained lawfully? and 3) is the information reliable? In this article these questions are discussed. |
General Comment |
General Comment No. 24: een weerspiegeling van een decennium aan ontwikkelingen |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Jeugdrecht, Aflevering 2 2020 |
Trefwoorden | jeugdstrafrecht, herziening, VN-Kinderrechtenverdrag, vrijheidsontneming, MACR |
Auteurs | Mr. A. Popescu |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze bijdrage beoogt de belangrijkste thema’s van de nieuwe General Comment No. 24 (2019) uit te lichten die door het VN-Kinderrechtencomité zijn aangevuld of in hun geheel nieuw zijn toegevoegd. De wijzigingen zijn doorgevoerd in reactie op het veranderende beeld van kinderen in jeugdstrafrechtstelsels, dat van invloed is geweest op een drietal thema’s waaromtrent het Comité positieve en negatieve trends heeft gesignaleerd. Zo uit het Comité bijvoorbeeld zijn zorgen over het aanhoudende gebruik van vrijheidsbeneming ten aanzien van kinderen en benadrukt het nogmaals de noodzaak voor buitengerechtelijke interventies als alternatief voor vrijheidsbeneming. Het Comité hanteert daarentegen een optimistische toon wanneer het komt te spreken over de nieuwe absolute minimumleeftijd voor strafrechtelijke aansprakelijkheid, die is verhoogd van 12 naar 14 jaar, en het prijst de lidstaten die verder reiken dan dat minimum. Met de onderhavige General Comment tracht het Comité zijn standpunten omtrent bestaande en nieuwe thema’s te herbevestigen of geheel nieuw toe te voegen en daarmee aan lidstaten een richtsnoer te bieden voor het creëren van een jeugdstrafrechtstelsel dat volledig in lijn is met het VN-Kinderrechtenverdrag. |
Artikel |
Over hulp bij zelfdodingEnkele gedachten naar aanleiding van de recente uitspraak van het Bundesverfassungsgericht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | hulp bij zelfdoding, euthanasiewetgeving, BVerfG, zelfbeschikkingsrecht, voltooid leven |
Auteurs | Prof. mr. J.K.M. Gevers |
SamenvattingAuteursinformatie |
Recent heeft het Duitse constitutionele hof een baanbrekende uitspraak gedaan waarin een wettelijke bepaling die het verlenen van hulp bij zelfdoding aan banden legt, met een beroep op het zelfbeschikkingsrecht nietig wordt verklaard. Volgens het hof zijn de mogelijkheden voor de wetgever op dit gebied grenzen te stellen zeer beperkt. Naar aanleiding van de uitspraak wordt ingegaan op de rol van de rechter, het oprukkend zelfbeschikkingsrecht en de positie van hulp bij zelfdoding ten opzichte van euthanasie. |
Actualiteiten rechtspraak |
NTS 2020/59HR 14 april 2020, 18/04945, ECLI:NL:HR:2020:638 |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 3 2020 |
Artikel |
Poging middels voorwaardelijk opzetDient er in concreto sprake te zijn geweest van een aanmerkelijke kans? |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | poging, uiterlijke verschijningsvorm, aanmerkelijke kans, opzet, objectieve derde |
Auteurs | Mr. R. (Rob) ter Haar en Mr. dr. M.J. (Mark) Hornman |
SamenvattingAuteursinformatie |
Welke rol speelt de aanmerkelijke kans bij de vraag of er sprake is van een strafbare poging? De auteurs betogen dat voor de beantwoording van de vraag of een kans aanmerkelijk is aansluiting moet worden gezocht bij het perspectief van de objectieve derde die, direct voorafgaand aan het moment van handelen, meekijkt over de schouder van de dader en die alleen die feiten en omstandigheden kent die de dader kent. Bepalend is of deze objectieve, in de schoenen van de dader staande, derde op basis van die kennis zou oordelen dat de mogelijkheid dat het voorziene gevolg zal intreden reëel en niet onwaarschijnlijk is. |
Artikel |
Groepsbelediging en vrijheid van meningsuiting |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | artikel 137c Sr, artikel 10 EVRM, maatschappelijk debat, onnodig grievend, politicus |
Auteurs | Mr. dr. A.J. (Aernout) Nieuwenhuis |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage staat groepsbelediging centraal. De auteur onderzoekt op welke wijze de rechter bij de uitleg van artikel 137c van het Wetboek van Strafrecht rekening dient te houden met de betekenis van de vrijheid van meningsuiting. De auteur bespreekt daartoe onder meer EHRM-jurisprudentie en de toepassing van het ‘drietrapsmodel’ van artikel 137c Sr in de Nederlandse rechtspraak. |
Actualiteiten rechtspraak |
NTS 2020/62HR 14 april 2020, 18/05085, ECLI:NL:HR:2020:619 |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 3 2020 |
Actualiteiten rechtspraak |
NTS 2020/69HR 31 maart 2020, 18/02307, ECLI:NL:HR:2020:504 + ECLI:NL:HR:2020:507 + ECLI:NL:HR:2020:510 |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 3 2020 |
Artikel |
|
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | dood verdachte/veroordeelde, ontvankelijkheid OM, artikel 69 Sr, artikel 6:1:21 Sv, artikel 16 Wet op de economische delicten |
Auteurs | Mr. dr. E.M. (Eelco) Moerman en Mr. dr. J.H.B. (Joeri) Bemelmans |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage staan de auteurs stil bij de straf(proces)rechtelijke gevolgen van de dood van de verdachte of veroordeelde en de ratio van die gevolgen. Onderzocht wordt welke uitzonderingen er bestaan op het uitgangspunt dat de rechten tot strafvervolging en strafexecutie vervallen door de dood van de verdachte of veroordeelde en of het uitgangspunt en de uitzonderingen daarop een coherent systeem vormen. Voorgesteld wordt om enkele bijzondere sanctiemodaliteiten te schrappen en om een commune maatregel te introduceren waarmee kan worden voorkomen dat in beslag genomen goederen die van misdrijf afkomstig blijken, aan de erfgenamen van de overledene ten deel vallen. |
Artikel |
Begrijpelijk ten laste leggenZo’n vijfentwintig jaar later… |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | grondslagleer, modernisering strafvordering, informatiefunctie, grondslagstelsel, kern van de beschuldiging |
Auteurs | Mr. dr. J. (Jan) Boksem |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage blikt de auteur terug op zijn proefschrift (Jan Boksem, Op den grondslag der telastlegging. Beschouwingen naar aanleiding van het Nederlandse grondslagstelsel, (diss. Nijmegen), Nijmegen: Ars Aequi Libri 1996.). De auteur stelt opnieuw de vraag of een leesbare / voor eenieder begrijpelijke tenlastelegging zou kunnen worden ingepast in het Nederlandse grondslagstelsel, zonder dat dit ten koste gaat van de voordelen van dit stelsel. Bij de beantwoording van die vraag worden onder meer de voorstellen die zijn gedaan in het kader van de modernisering van het Wetboek van Strafvordering en recente rechtspraak van de Hoge Raad betrokken. |
Artikel |
Beslag op levende dieren, knelpunten |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | strafvorderlijk beslag, dieren, artikel 552a Sv, proportionaliteit, machtiging vervreemding |
Auteurs | Mr. J.L. (Jaap) Baar |
SamenvattingAuteursinformatie |
De inbeslagname van een levend dier wordt beheerst door dezelfde regels die van toepassing zijn op levenloze voorwerpen. Omdat de stringente toets waaraan het beklag is onderworpen volgens de auteur in de praktijk tot onwenselijke uitkomsten leidt, betoogt hij dat met in beslag genomen dieren anders moet worden omgegaan dan met andere voorwerpen. Daartoe wordt een vergelijking gemaakt met de bestuursrechtelijke bewaring, wordt de machtiging tot vervreemding besproken en passeert de proportionaliteitstoets in het kader van beklagprocedures de revue. De auteur stelt voor de beklagrechter de mogelijkheid te geven teruggave onder voorwaarden te bewerkstelligen. |
Actualiteiten rechtspraak |
NTS 2020/72HR 6 maart 2020, 20/00470, ECLI:NL:HR:2020:389 |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 3 2020 |