Fermentation production processes for biofuel lead to sustainable energy, but the fermenters can also be used to dispose illegal wastes. Although it’s known that the fermentation business is susceptible for illegal behavior, so far little empirical research is carried out about the modus operandi and criminogenic factors. In this study a crime script analysis (CSA) is conducted to map the criminal process. This analysis shows that the true nature of the illegal waste is concealed by trading without or with falsified (transport) documents and illegal blending. Legal traders operate illegal and form the crucial connection between disposers and end receivers. Criminogenic factors, such as complexity of regulation and inspection, European policy differences and the lack of profitability of the fermenters, make the branch vulnerable for criminal behavior. Intervention options are formulated per phase of the criminal process and aim at prevention or increasing the chance being caught. |
Zoekresultaat: 502 artikelen
Artikel |
Hier zit een luchtje aan. Over het wegwerken van afvalstoffen door co-vergisting |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Criminologie, Aflevering 2 2018 |
Trefwoorden | Environmental crime, Crime script analysis, Green criminology, Waste |
Auteurs | Shanna Mehlbaum MSc. |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
|
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 5 2018 |
Trefwoorden | vermogensscheiding, effectenbewaring, MiFID II, EMIR, CSD-verordening |
Auteurs | Prof. mr. W.A.K. Rank |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit – in twee delen te verschijnen – artikel worden de toezichtrechtelijke en civielrechtelijke aspecten van vermogensscheiding bij beleggingsondernemingen op een rijtje gezet en geanalyseerd. Dit eerste deel betreft een beschrijving van de Europese toezichtregels. Het tweede deel – te verschijnen in MvV 2018, afl. 6 – betreft de Nederlandse toezichtregels en de privaatrechtelijke implementatie van de vermogensscheiding. Uit dit deel blijkt ook hoe beide soorten rechtsregels zich tot elkaar verhouden. |
Boekbespreking |
Zorgen over de zorgplichtBespreking proefschrift ’t Hart over zorgplicht bij financiële dienstverlening |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 2 2018 |
Trefwoorden | Zorgplicht financiële dienstverleners, Financieel toezicht, AFM, Buitenwettelijk toezicht, Legaliteitsbeginsel |
Auteurs | Mr. dr. A.G. Mein |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het proefschrift van ’t Hart omvat een beschrijving en analyse van de zorgplicht voor financiële dienstverleners. Inachtname van die zorgplicht is van groot belang voor de bedrijfsvoering van financiële ondernemingen. Op basis van zijn analyse van de werking van de zorgplicht in de praktijk, doet ’t Hart een aantal voorstellen voor een effectievere en evenwichtiger werking van die zorgplicht. Kritisch is ’t Hart over het toezicht van de AFM op de naleving van de zorgplicht. Dat zou buitenwettelijk zijn en heeft in de praktijk een te grote impact op de invulling van de zorgplicht. In het verlengde daarvan doet hij dan ook voorstellen voor zorgvuldigheid waaraan het toezicht van de AFM in dit verband zou moeten voldoen. |
Redactioneel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 1 2018 |
Auteurs | Margot Aelen |
Auteursinformatie |
Peer-reviewed artikel |
Nieuwe bevoegdheden van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd in oprichtingAdequate rechtsbescherming voor zorgaanbieders gewaarborgd? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 1 2018 |
Trefwoorden | Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd i.o., toezicht, actieve openbaarmaking van inspectiegegevens, aanwijzingsbevoegdheid, rechtsbescherming |
Auteurs | Ton Duijkersloot, Alina Koelewijn en Karen Top |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt ingegaan op de nieuwe aanwijzingsbevoegdheid van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd i.o. ten aanzien van de organisatiestructuur van zorgaanbieders op grond van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen in de zorg en op de wettelijke grondslag die is gecreëerd in de Gezondheidswet voor het actief openbaar maken van bepaalde toezichtgegevens door de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd i.o. Is bij deze nieuwe bevoegdheden de rechtsbescherming van zorgaanbieders door de bestuursrechter op adequate wijze gewaarborgd? Zijn in het bijzonder de waarborgen van de artikelen 6 en 8 EVRM gerespecteerd? Naar het oordeel van de auteurs kan dit worden betwijfeld en ligt hier een taak voor de wetgever. |
Peer-reviewed artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 1 2018 |
Trefwoorden | transparantie, openbaarmaking, verantwoording, inspectie, responsief toezicht |
Auteurs | Meike Bokhorst en Judith van Erp |
SamenvattingAuteursinformatie |
Veel toezichthouders streven naar ‘transparantie’, maar hoe dit in de praktijk vorm moet krijgen, is niet altijd evident. Bestaand onderzoek naar transparantie heeft zich vooral gericht op de effecten van openbaarmaking van toezichtinformatie op gedrag van ondertoezichtgestelden. Dit artikel presenteert een breder analysekader, waarin we onderscheid maken tussen transparantie (openbaar maken), verantwoording (oordeel mogelijk maken) en responsiviteit (reactie en dialoog). We passen dit kader toe op de openbaarheidsstrategie van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd en de Inspectie van het Onderwijs ten aanzien van de openbaarmaking van kwaliteitsoordelen over instellingen. Bij beide inspecties zien we een ontwikkeling in de tijd van transparantie naar verantwoording naar responsiviteit. Het analysekader kan ook voor andere toezichthouders behulpzaam zijn bij het maken van afwegingen ten aanzien van het delen van informatie met hun stakeholders. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 3-4 2018 |
Trefwoorden | rechtspersoon-bestuurder, rechtspersoon-commissaris, niet-uitvoerende bestuurder, one-tier board |
Auteurs | Prof. mr. M.L. Lennarts |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Roo verdedigde onlangs in dit tijdschrift de stelling dat tot nog toe niet is gebleken van overtuigende redenen om de vervulling van de niet-uitvoerende bestuurdersfuncties te beperken tot natuurlijke personen. In deze bijdrage plaatst de auteur een aantal kanttekeningen bij deze stelling en de onderbouwing daarvan. Daarbij stelt zij de wijze waarop de rechtspersoon-bestuurder thans in Nederland is geregeld ter discussie. |
Praktijk |
Kroniek rechtspraak bestuursrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 2 2018 |
Trefwoorden | Bestuursrecht, Wkkgz, Kwzi, WtZi, Gmw |
Auteurs | Mr. M.L. Batting, mr. J.A.E. van der Jagt-Jobsen en mr. M.A. de Vries |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze kroniek, die een periode van bijna twee jaar beschrijft, bespreekt een groot aantal bestuursrechtelijke uitspraken op het gebied van de gezondheidszorg. Ook de meest belangwekkende uitspraken over de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en de Jeugdwet worden besproken. Achtereenvolgens komen aan de orde: algemeen bestuurs(proces)recht, uitspraken over de Wet BIG, over de Wkkgz en de Kwzi, jurisprudentie over de WTZi, de Gmw en de Wgp, uitspraken over de Wob, een uitspraak over de Wbp, jurisprudentie over de Wmo 2015 en de Jeugdwet. Als laatste komen de rapporten van de Nationale ombudsman aan de orde. |
Artikel |
Advocaat voor witte boorden |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 5 2018 |
Auteurs | Erik Jan Bolsius en Martijn Gijsbertsen |
Auteursinformatie |
Consumenten |
|
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 3-4 2018 |
Trefwoorden | Massaschade, Groepsvordering, Toezichthouder, Consumentenvereniging, New Consumer Deal |
Auteurs | Mr. dr. B. van Hattum |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Europese Commissie heeft als onderdeel van een New Consumer Deal (hierna: de Deal) een richtlijnvoorstel gepubliceerd waar de invoering van een groepsvordering in de Europese Unie wordt voorgesteld om te kunnen garanderen dat de Europese consument ten volle van zijn rechten als EU-burger kan genieten. De Commissie kiest voor het toebedelen van de groepsvordering aan een met specifieke voorwaarden omklede entiteit. In de praktijk zal dit neerkomen op het toekennen van een groepsvordering aan een consumentenvereniging, een voor een specifieke vorm van massaschadeafwikkeling opgerichte en door de overheid ondersteunde stichting en/of een toezichthouder. In hoeverre is deze keuze van de Commissie een gamechanger in het speelveld van massaschadeafwikkeling en zal de invoering van een groepsvordering bijdragen aan het door de commissie beoogde doel van het waarborgen van de rechten van de EU-burger? |
Telecommunicatie |
Een nieuw kader voor netwerk- en informatiebeveiliging: een cultuuromslag? |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 3-4 2018 |
Trefwoorden | Netwerk- en informatiebeveiliging, Gegevensbescherming, Cybersecurity, Telecommunicatierecht, vitale infrastructuur |
Auteurs | J.P. Kalis LL.M. en Prof. mr. G.P. van Duijvenvoorde |
SamenvattingAuteursinformatie |
Veiligheid, bescherming en beveiliging van ICT-netwerken en digitale diensten, alsook van telecommunicatienetwerken en -diensten zijn van groot belang in de huidige informatiemaatschappij. In dit artikel worden de voornaamste ontwikkelingen besproken in zowel de Nederlandse wetgeving als Europese regelgeving om in dit kader een beveiligingscultuur te bewerkstelligen. Met name de stand van zaken rond de Wet gegevensbescherming en cybersecurity, de Europese Netwerk- en informatiebeveiligingsrichtlijn en diens implementatie krachtens de Cybersecuritywet, en de laatste ontwikkelingen in de telecommunicatieregulering worden behandeld. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 3 2018 |
Trefwoorden | ambtshalve, consumentenbescherming, financieel toezichtrecht, gedragstoezicht, B2C |
Auteurs | Mr. A.G.F. Ancery |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt stilgestaan bij de vraag of de door het HvJ EU geformuleerde verplichting tot ambtshalve toepassing van consumentenbeschermende bepalingen ook moet gelden voor financieel toezichtrecht, voor zover de bepalingen daarvan ook ten dele de particuliere belegger beogen te beschermen. |
Artikel |
Een schip op het strand is een baken in zeeOver de criminogene rol van bedrijven en overheden bij shipbreaking |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Criminologie, Aflevering 1 2018 |
Trefwoorden | shipbreaking, state-corporate crime, environmental crime, case study, waste |
Auteurs | Jasmien Claeys MSc en Dr. Lieselot Bisschop |
SamenvattingAuteursinformatie |
Shipbreaking is the dismantling of discarded vessels to reuse parts and recycle secondary raw materials. The majority of discarded vessels ends up on Southeast Asian beaches, dismantled without regard for the environment or human health. Our case study analyses the environmental crime of shipbreaking by using the theoretical framework of state-corporate crime as a frame of analysis. We focus on Germany and Greece as countries of origin and Bangladesh as a country of destination. Our findings show that shipbreaking is the result of a complex criminogenic interplay of economic and political actors on national as well as international level. |
Jurisprudentie |
Over de voorlegplicht en de cautieNoot bij CBb 26 oktober 2017, ECLI:NL:CBB:2017:343 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 1 2018 |
Trefwoorden | Voorlegplicht, Handhaving, Cautie, Toezichthouder, Financieel toezicht |
Auteurs | Mr. C. de Rond en Mr. M. Altena |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft met deze (tussen)uitspraak een beroep van appellant op schending van de toepassing van de ‘voorlegplicht’ zoals neergelegd in artikel 5:44, tweede en derde lid van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) afgedaan op het relativiteitsbeginsel. De annotatoren gaan in op de betekenis van de voorlegplicht en meer in het bijzonder de wijze waarop financieel toezichthouders in de praktijk toepassing geven aan de voorlegplicht. Daarnaast heeft het CBb overwegingen gewijd aan de cautie en de toepassing van de cautie, zoals neergelegd in artikel 5:10a Awb. |
Jurisprudentie |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 1 2018 |
Auteurs | Prof. mr. H.J.B. Sackers (red.), mr. A.A. Feenstra, prof. dr. R.C.P. Haentjens e.a. |
Artikel |
Een nietig huwelijk, maar (nog) geen nietig testament |
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht, Aflevering 1 2018 |
Trefwoorden | bescherming ouderen/financieel misbruik ouderen, artikel 1:69 BW, artikel 4:55 lid 2 BW, vertegenwoordiging bij uiterste wilsbeschikking, nietigverklaring uiterste wil en huwelijk |
Auteurs | Mr. J.H.M. ter Haar |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op grond van artikel 1:69 BW kunnen bloedverwanten in rechte lijn van een der echtgenoten verzoeken een huwelijk nietig te verklaren. Sinds 1 april 2014 kunnen bloedverwanten in neerdalende lijn een dergelijk verzoek al meteen doen na het ontstaan van het huwelijk. Zij hoeven dus niet meer te wachten tot het huwelijk is geëindigd. De wetgever had hierbij oog voor de situatie waarin sprake is van een ouder die ten tijde van de huwelijksvoltrekking niet in staat was zijn wil te verklaren, terwijl dit voor de ambtenaar van de burgerlijke stand niet kenbaar was. In deze bijdrage komt naar aanleiding van een recent geval de vraag aan de orde of het gerechtvaardigd is dat een huwelijk van een persoon die niet in staat was zijn wil te bepalen tijdens zijn leven nietig verklaard kan worden, terwijl een door deze persoon gemaakte uiterste wilsbeschikking gedurende zijn leven niet aantastbaar is. Er wordt een aanbeveling gedaan voor een hanteerbare oplossing. |
Artikel |
Nieuwe witwastypologieën in de strijd tegen witwassen met virtuele betaalmiddelen |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 4 2017 |
Trefwoorden | Bitcoin, Witwassen, Facilitator, Strafrecht, Cryptocurrency |
Auteurs | Mr. S. Visser |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bitcoin is mede vanwege zijn anonieme karakter een populair betaalmiddel van criminelen geworden. In opsporingsonderzoeken van de FIOD en de politie komen de aan bitcoin gerelateerde fenomenen ‘de bitcoinhandelaar’ en ‘de bitcoinmixer’ in relatie met witwassen voor. Deze fenomenen worden uitgelegd in dit artikel. Het artikel eindigt met de drie nieuwe, door de FIU gevalideerde witwastypologieën over de aan- en verkoop van virtuele betaalmiddelen. |
Artikel |
Anti-witwasrichtlijn: werk aan de winkel |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 10 2017 |
Auteurs | Virgil Matroos en Annemarije Schoonbeek |
Auteursinformatie |
Artikel |
Een nieuwe taak en een nieuwe balans |
Tijdschrift | De Gerechtsdeurwaarder, Aflevering 4 2017 |
Auteurs | Marijke Kaptein |
Praktijk |
De implementatie van de vierde en vijfde anti-witwasrichtlijn |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 4 2017 |
Trefwoorden | Wwft, witwassen, uiteindelijk belanghebbende, politiek prominente personen, vierde anti-witwasrichtlijn |
Auteurs | Mr. J.M. van Poelgeest |
SamenvattingAuteursinformatie |
De vierde anti-witwasrichtlijn is in werking getreden en diende uiterlijk 26 juni 2017 te zijn geïmplementeerd. In verband met de implementatie van de richtlijn wijzigt onder meer de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft). In dit artikel worden de belangrijkste wijzigingen besproken als gevolg van de Implementatiewet registratie uiteindelijk belanghebbenden en de Implementatiewet vierde anti-witwasrichtlijn. De implementatie heeft een aanzienlijke impact op het beleid van alle instellingen die onder de Wwft vallen. Zo zullen de instellingen hun beleid moeten aanpassen en gebruik moeten gaan maken van het register met uiteindelijk belanghebbenden. De risicogebaseerde benadering komt nog meer naar voren in het cliëntenonderzoek dat door de instellingen moet worden verricht. |