In the Netherlands, the penalization of human smuggling has become broader and more severe. This development is part of a crimmigration trend that describes an increase of immigration-related criminal offenses. Currently, the provision does not include a financial component, nor does it exclude acts with a humanitarian motive. The validity of such severe prohibitions, especially those including acts that are not morally reprehensible, is questioned through the concept of ‘humanitarian smuggling’. Moral reprehensibility is one of the criteria for criminalization that provide a framework for the reflection on the Dutch prohibition of human smuggling that is conducted in this article. |
Zoekresultaat: 1138 artikelen
Artikel |
Misdaad of heldendaad: humanitaire mensensmokkel bezien vanuit de crimmigratietrend |
Tijdschrift | Crimmigratie & Recht, Aflevering 1 2020 |
Trefwoorden | asiel, crimmigratie, mensensmokkel, humanitaire hulp, vervoerdersaansprakelijkheid |
Auteurs | Mr. Anna Chatelion Counet |
SamenvattingAuteursinformatie |
Jurisprudentie |
Overzicht Jurisprudentie september 2019 t/m februari 2020 |
Tijdschrift | Crimmigratie & Recht, Aflevering 1 2020 |
Artikel |
De deskundige in het gemoderniseerde Wetboek van Strafvordering |
Tijdschrift | Tijdschrift Modernisering Strafvordering, Aflevering 1 2020 |
Trefwoorden | deskundige, technisch opsporingsambtenaar, modernisering Strafvordering, benoeming, schriftelijke stukken |
Auteurs | Mr. dr. R.A. Hoving |
SamenvattingAuteursinformatie |
De modernisering van het Wetboek van Strafvordering biedt de mogelijkheid om aan de slag te gaan met de vragen en problemen inzake de inschakeling van deskundigen in het strafproces en het toezicht op het functioneren van deze deskundigen. In dit artikel wordt aandacht besteed aan de vraag in hoeverre enkele problemen die in de literatuur zijn benoemd, worden opgelost door de voorgestelde veranderingen van de regels over (1) de afbakening van het begrip deskundige, (2) de inschakeling van deskundigen en (3) het gebruik van deskundigenbewijs. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift Modernisering Strafvordering, Aflevering 1 2020 |
Trefwoorden | recht op privacy, handschriftonderzoek en stemvergelijkend onderzoek, vingerafdruk, inbeslagneming van voorwerpen, DNA-onderzoek |
Auteurs | Prof. mr. T. Blom |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het nieuwe wetboek worden ‘nieuwe’ opsporingsbevoegdheden geïntroduceerd die normaal gesproken openlijk worden toegepast maar straks ook heimelijk mogen worden ingezet. Het betreft het vergelijkend vingerafdrukken- en handpalmonderzoek, het handschrift- en stemvergelijkend onderzoek, inbeslagneming van voorwerpen en de inzet van daartoe strekkende steunbevoegdheden, het bij gelegenheid van een doorzoeking of betreden van plaatsen overnemen van gegevens en het bevel tot verstrekken van gegevens. In het artikel wordt aangegeven dat de invoering van deze bevoegdheden noodzakelijk en ook wenselijk is, waarbij de wettelijke regeling bovendien voldoet aan de eisen die daaraan door het EHRM worden gesteld. Het voordeel van codificatie is bovendien dat waar het nu vaak om een ongeregelde praktijk gaat, door codificatie duidelijk wordt onder wiens gezag de toepassing van de bevoegdheid valt en aan welke voorwaarden moet zijn voldaan voordat de bevoegdheid mag worden toegepast. |
Artikel |
Zaken oplossen met behulp van de DNA-databank: een pleidooi voor een brede inhoudelijke discussie over de voorgenomen wijziging van de Wet DNA-V |
Tijdschrift | Tijdschrift Modernisering Strafvordering, Aflevering 1 2020 |
Trefwoorden | Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden, DNA-databank, conservatoire afname, opsporing, DNA |
Auteurs | Mr. M. Goos MM en Prof. mr. L. Stevens |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op grond van de Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden (Wet DNA-V) worden DNA-celmateriaal en DNA-profielen van veroordeelden bewaard. Omdat sommige veroordeelden onvindbaar blijken voor de afname van hun celmateriaal zal vermoedelijk de wet worden aangepast opdat conservatoire afname mogelijk wordt. DNA wordt dan reeds afgenomen tijdens het opsporingsonderzoek maar pas verwerkt na veroordeling. Deze bijdrage plaatst de discussie over de juridische en praktische houdbaarheid van de conservatoire afname in een breder perspectief, namelijk die van de oorspronkelijke doelstellingen van de Wet DNA-V en de vraag naar de mogelijkheden van het afnemen én het reeds verwerken van DNA-celmateriaal tijdens het opsporingsonderzoek. |
Artikel |
Een inhoudelijk kompas voor een uit koers geraakte voorlopigehechtenispraktijk |
Tijdschrift | Tijdschrift Modernisering Strafvordering, Aflevering 1 2020 |
Trefwoorden | voorlopige hechtenis, onschuldpresumptie, ultimum remedium, theoretische grondslagen |
Auteurs | Mr. N. Hajjari |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel zal een inhoudelijk en operationeel normatief kader worden geformuleerd voor de toepassing van voorlopige hechtenis, waarbij de focus ligt op het zo veel mogelijk reduceren van het percentage onschuldigen dat aan het vrijheidsbenemende dwangmiddel wordt blootgesteld. Doel van de bijdrage is het inspireren van de wetgever om het moderniseringsproject te baat te nemen om de voorlopigehechtenisregeling grondig(er) te hervormen. |
Actualiteiten rechtspraak |
|
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 2 2020 |
Actualiteiten rechtspraak |
|
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 2 2020 |
Actualiteiten rechtspraak |
|
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 2 2020 |
Artikel |
Zorgen om zeden |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 2 2020 |
Trefwoorden | artikel 139h Sr, kinderpornografie, grooming, seksuele intimidatie in de openbare ruimte, seks tegen de wil |
Auteurs | Mr. S.F.J. (Sidney) Smeets |
SamenvattingAuteursinformatie |
Tegen de achtergrond van de reeds aangekondigde integrale herziening en modernisering van de zedenmisdrijven in het Wetboek van Strafrecht en in relatie tot recente en in voorbereiding zijnde strafbaarstellingen op zedengebied brengt de auteur in deze bijdrage een aantal ‘zorgen om zeden’ voor het voetlicht. De auteur wil de wetgever daarmee handvatten aanreiken om de zedentitel inhoudelijk en systematisch tot een helder en werkbaar geheel om te vormen |
Actualiteiten rechtspraak |
|
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 2 2020 |
Actualiteiten rechtspraak |
|
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 2 2020 |
Actualiteiten rechtspraak |
|
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 2 2020 |
Actualiteiten rechtspraak |
|
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 2 2020 |
Actualiteiten rechtspraak |
|
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 2 2020 |
Actualiteiten rechtspraak |
|
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 2 2020 |
Actualiteiten rechtspraak |
|
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 2 2020 |
Actualiteiten rechtspraak |
|
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 2 2020 |
Artikel |
De strafbare voortzetting van de werkzaamheid van een verboden organisatie in artikel 140 lid 2 Sr nader beschouwd |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 2 2020 |
Trefwoorden | voortzetting werkzaamheid, artikel 140 lid 2 Sr, verboden organisatie, deelneming, motorclub |
Auteurs | Mr. dr. A.N. (André) Kesteloo |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel gaat over de strafbaarstelling in artikel 140 lid 2 Sr en de uitleg van het bestanddeel ‘de voortzetting van de werkzaamheid van een verboden organisatie’ in het licht van de wetsgeschiedenis, recente opvattingen in de literatuur en aankomende wetgeving |
Artikel |
|
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 2 2020 |
Trefwoorden | lex certa, seksueel beeldmateriaal, afbeelding van seksuele aard, openbaar maken, artikel 139h Sr |
Auteurs | Mr. M. (Michael) Berndsen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 1 januari 2020 is een verbod op misbruik van seksueel beeldmateriaal in werking getreden. Het nieuwe artikel 139h Sr verbiedt het zonder toestemming vervaardigen van seksueel beeldmateriaal, het beschikken over zulk materiaal en het openbaar maken ervan. Bij het wetsvoorstel werden vanuit het parlement en de strafrechtketen de nodige kanttekeningen geplaatst. Ondanks amendementen die de strafbepaling wezenlijk hebben veranderd, is niet aan alle kritiekpunten uit de parlementaire behandeling tegemoetgekomen. In dit artikel wordt artikel 139h kritisch beschouwd, waarbij onder meer de afbakening van de bestanddelen centraal staat (lex certa). Eerst wordt kort stilgestaan bij de aanleiding voor de wetswijziging en de parlementaire behandeling ervan. Vervolgens staat het wetsartikel zelf centraal. Daarna worden enkele knelpunten van deze strafbaarstelling besproken. |