Bijdrage van de bestuursvoorzitter van de ACM over de Concept Leidraad Duurzaamheidsafspraken. |
Zoekresultaat: 22169 artikelen
Redactioneel |
Urgentie, policentrische actie en klimaatverandering |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 4-5 2020 |
Auteurs | Anna Gerbrandy en Wolf Sauter |
Auteursinformatie |
Artikel |
ACM’s klaroenstoot voor duurzaamheid |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 4-5 2020 |
Trefwoorden | ACM, duurzaamheid, Concept Leidraad Duurzaamheidsafspraken |
Auteurs | Martijn Snoep |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Call for papersThemanummer ‘Big data-toepassingen bij de politie’ (2021/4) |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Veiligheid, Aflevering 4 2020 |
Artikel |
Eerlijk zullen we alles breukdelen. Jij véél meer dan ik.Rechtbank Noord-Holland 20 november 2020, ECLI:NL:RBNHO:2020:9677 |
Tijdschrift | EstateTip Review, Aflevering 39 2020 |
Trefwoorden | Huwelijkse voorwaarden |
Auteurs | Prof. mr. dr. B.M.E.M. Schols |
Titel |
De verstrekking van juridische voorwaarden in het voorportaal van de cloud |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | account, cloudcontract, algemene voorwaarden, toestemming, gegevensbescherming |
Auteurs | Mr. dr. Evert Neppelenbroek |
SamenvattingAuteursinformatie |
Steeds meer particulieren maken gebruik van een cloudprovider voor het delen of bewaren van documenten. Bij het aanmaken van het account voor de toegang tot deze digitale dienst moeten deze gebruikers akkoord gaan met de juridische voorwaarden. In deze bijdrage wordt de terbeschikkingstelling van deze voorwaarden kritisch bekeken vanuit de regelingen over algemene voorwaarden in het Burgerlijk Wetboek en over toestemming als grond voor gegevensverwerking in de Algemene Verordening Gegevensbescherming. |
Artikel |
Een decennium oordelen over doorlopende kredieten: uiteenlopende interpretaties van het contractuele rentewijzigingsbeding |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | rentewijzigingsbeding, kredietovereenkomsten, marktrente, doorlopend krediet, Kifid |
Auteurs | Mr. drs. Ruud van de Meerakker |
SamenvattingAuteursinformatie |
Recent hebben zowel de Commissie van Beroep financiële dienstverlening als diverse rechters uitspraken gedaan over rentewijzigingsbedingen. Dergelijke bedingen gebruikten kredietverstrekkers van doorlopende kredietovereenkomsten om de variabele rente van die kredieten aan te passen. De uitspraken markeren de verschuiving van een nadruk op contractvrijheid en marktwerking naar de focus op een zekere mate van marktregulering en consumentenbescherming. In deze bijdrage wordt uiteengezet via welke weg deze verschuiving het afgelopen decennium heeft plaatsgevonden en wordt bijzondere aandacht gegeven aan de huidige stand van zaken, waarin twee wegen te herkennen zijn. Door de Commissie van Beroep is het beding uitgelegd – zodat consumenten mochten verwachten dat hun rente in de pas zou blijven met de marktrente. In de rechtspraak is in veel gevallen besloten tot vernietiging van het beding. Geconcludeerd wordt welke van de beide oordelen het meest overtuigt. |
Actualia contractspraktijk |
Een nieuwe wet, een nieuw geluid – veranderingen voor de franchiseovereenkomst door de Wet franchise |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | franchise, contractenrecht, kwalificatie, goodwill, zorgplicht |
Auteurs | Mr. drs. J.H.M. Spanjaard |
SamenvattingAuteursinformatie |
Waarschijnlijk treedt per 1 januari 2021 de Wet franchise in werking. Deze wet brengt nogal wat wijzigingen mee voor de contractspraktijk. In dit artikel wordt bij enkele wezenlijke wijzigingen in de wet stilgestaan en worden denkrichtingen voor de kwalificatie van de overeenkomst, de informatieplicht, de zorgplicht en goodwill en non-concurrentie gegeven. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | Franchisewet, voorrangsregel, internationaal privaatrecht, artikel 9 Rome I Verordening |
Auteurs | Prof. mr. dr. Edwin van Wechem en Mr. Michiel Bijloo |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel 7:922 BW van de nieuwe Wet franchise bepaalt dat ten aanzien van in Nederland gevestigde franchisenemers niet ten nadele kan worden afgeweken van de Titel franchise en dat een beding in strijd met artikel 920 nietig is, ongeacht het recht dat de franchiseovereenkomst beheerst. In deze bijdrage wordt onderzocht of dit de betekenis en status kan hebben van een voorrangsregel in het internationaal privaatrecht, meer precies in de zin van art. artikel 9 Rome I Verordening. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Recht der Werkelijkheid, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | Corona, Crime, Lockdown, Opportunity theory, COVID-19 |
Auteurs | Dr. Edwin Kruisbergen, Marco Haas MA, Drs. Joanieke Snijders e.a. |
SamenvattingAuteursinformatie |
To control the COVID-19 outbreak Dutch government opted for a so-called intelligent lockdown. The virus as well as the lockdown caused significant personal and societal damage. It also created, however, a unique natural experiment. How did the forced stay in affect the crime levels? This article presents empirical data on crime trends during the lockdown. Initially, the general crime level decreased sharply. However, the general crime level quickly returned to pre-lockdown levels. Different types of crime displayed divergent trends, e.g. property crimes decreased sharply whereas online crime rates increased considerably. These trends fit rather well with an opportunity theoretical approach regarding crime. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Recht der Werkelijkheid, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | Corona crisis, judiciary, ICT, Court delay, Trias politica |
Auteurs | Dr. Frans van Dijk en Mr. dr. Eddy Bauw |
SamenvattingAuteursinformatie |
Four phases of the Corona crisis are distinguished: a first acute phase, the gradual transition to a new normal, the economic downturn and the long run. The article describes what happened in the courts in the first and in the beginning of the second phase, and what is subsequently likely to happen. In the acute phase the court buildings shut down, and adjudication came largely to a halt. The courts were late in opening up, and as a result backlogs of, in particular, criminal cases increased. The courts extended their use of digital tools (e.g. tele-hearings) that, while allowing cases to proceed, did not fully protect the rights of parties. While so far the volume of commercial cases and bankruptcies has not increased, a (rapid) increase is inevitable. Contract breach will be wide spread, and will give rise to fundamental legal issues. For economic recovery it is essential that the courts give clear and consistent guidance in these matters quickly. This requires the courts to reduce the currently long duration of civil cases, and to use the available procedures to get expeditious decisions of the Supreme Court. The courts will also need to develop their ICT-instruments rapidly to guarantee the rights of parties. After a difficult first phase, the courts now face the challenge to effectively guide society through the Corona crisis and its aftermath, and thereby play its role in the trias politica. |
Discussie |
|
Tijdschrift | Recht der Werkelijkheid, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | Pandemic, Cost-benefit analysis, qaly, Opportunity costs, COVID-19 |
Auteurs | Dr. Roel Pieterman |
SamenvattingAuteursinformatie |
Most countries in the world chose a more or less stringent form of lockdown policy in order to protect citizens from contagion. This essay offers a critical perspective by asking for the Netherlands whether flattening the curve does not cost more healthy life years (qaly’s) than it saves. A cost-benefit analysis is performed discussing four issues. First: how many qaly’s are actually saved by the lockdown measures? Second: what are the opportunity costs of the lockdown? This means investigating how many qaly’s could have been generated if the economic cost of the lockdown had been spent directly into health care. Third: investigating how many qaly’s are lost because of postponing regular care. And fourth: discussing how many qaly’s are at stake because of excess unemployment. While acknowledging uncertainties the conclusion seems unavoidable: lockdown has and will cost more qaly’s than it generates. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Recht der Werkelijkheid, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | Risk society, Cosmopolitan solidarity, Refexive modernization, Healthcare regulation, COVID-19 |
Auteurs | Mr. dr. Tobias Arnoldussen |
SamenvattingAuteursinformatie |
The COVID-19 pandemic caused overcrowded IC units. In the Netherlands a discussion erupted on what category of patients should be granted a bed, if there would not be enough place to treat everybody. In this article the medical guidelines for this situation as well as the public discussion are examined and related to Ulrich Beck’s theory of reflexive modernization. It is argued that discussion and regulation of this dilemma follow reflexive patterns, albeit patchy. The discussion and regulation displayed reflective understanding of the perilous position of the elderly and frail but issues of class and ethnicity were not discussed. This research revealed that Beck’s theory holds its own when tested in an empirical situation, but it has weaknesses in regard to the predicted emergence of cosmopolitan solidarity. |
Redactioneel |
|
Tijdschrift | Recht der Werkelijkheid, Aflevering 3 2020 |
Auteurs | Prof. dr. Koen Van Aeken |
Auteursinformatie |
Annotatie |
Bindende minimumtarieven voor echte zelfstandigen: een analyse van Nederlands en Europees rechtHvJ EU 4 juli 2019, C-377/17, ECLI:EU:C:2019 (Commissie/Duitsland) |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | Minimumtarief, Zelfstandigen, Verkeersvrijheden, Mededingingsrecht, Avv-cao’s |
Auteurs | Prof. mr. Femke Laagland |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het zzp-dossier houdt de politieke gemoederen in Nederland al geruime tijd bezig. Een van de maatregelen waarover wordt nagedacht is een minimumtarief voor zelfstandigen. Een conceptwetsvoorstel minimumtarief zelfstandigen kon op draagvlak rekenen in politiek, wetenschap en praktijk, maar sneuvelde op de uitvoerbaarheid. De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft zijn hoop nu gevestigd op de sociale partners. Ook andere landen trachten bindende minimumtarieven voor zelfstandigen te realiseren. In 2019 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie zich uitgelaten over de Duitse HOAI, waarin vaste honoraria voor architecten en ingenieurs zijn vastgelegd. De Duitse wet bleek in strijd met de vrijheid van vestiging. In deze annotatie wordt het arrest geanalyseerd en wordt nagegaan hoe de Nederlandse initiatieven zich verhouden tot het Europese recht. De annotatie sluit af met aanbevelingen voor een Nederlandse coherente aanpak die de Europese toets kan doorstaan. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | Migratie, Derdelanders, Arbeidsuitbuiting |
Auteurs | Mr. drs. Gerrie Lodder |
SamenvattingAuteursinformatie |
Arbeidsmigratie is in de EU een belangrijk en actueel onderwerp. Enerzijds, omdat steeds meer landen in de EU te kennen geven dat ze voor het op peil houden van het arbeidspotentieel hun toevlucht moeten nemen tot het aantrekken van arbeidsmigranten van buiten de EU. Anderzijds blijkt dat er regelmatig sprake is van uitbuiting van deze arbeidsmigranten. In EU-wetgeving in het algemeen en de regulering van migratie van onderdanen van derde landen (derdelanders) naar de EU in het bijzonder wordt aandacht besteed aan de kwetsbare positie van derdelanders en een eerlijke behandeling. Het doel van migratiewetgeving is echter met name ook het beheersen van migratie, het bestrijden van illegale migratie en het stimuleren van economische ontwikkeling. Deze verschillende doelen kunnen met elkaar botsen. In dit artikel wordt onderzocht wat de invloed is van de EU-migratiewetgeving op de uitbuiting van arbeidsmigranten. |
Annotatie |
One train! (but different working conditions)CJEU 19 December 2019, C-16/18, ECLI:EU:C:2019:1110 (Michael Dobersberger v Magistrat der Stadt Wien) |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | Posting of workers, International train, Transport sector, Subcontracting, Short-term posting |
Auteurs | Marco Rocca |
SamenvattingAuteursinformatie |
The Dobersberger decision of the Court of Justice of the European Union deals with the legal situation of posted workers on an international train. These workers, employed by a Hungarian company and based in Hungary, operate on a train connecting Budapest with Salzburg and Munich. The Court concludes against their inclusion under the Posting of Workers Directive, considering their connection to the Austrian territory as too limited. This decision is based on a selective representation of the facts and sits difficultly with the letter of the law and the intention of the legislator. |
Wetenschap |
De Wet opheffing verpandingsverbodenEen kritische bespreking van de nieuwe regeling van art. 3:83 lid 3 en 4, 3:94 lid 5 en 3:239 lid 5 BW, alsmede van het overgangsrecht |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | cessie- en verpandingsverboden, Overdraagbaarheid, Nietigheid, Vormvoorschrift, goederenrecht |
Auteurs | Mr. dr. M.H.E. Rongen |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt aandacht geschonken aan het wetsvoorstel ‘Wet opheffing verpandingsverboden’. Na inwerkingtreding van de wet kunnen de overdraagbaarheid en verpandbaarheid van een geldvordering op naam die voortkomt uit de uitoefening van een beroep of bedrijf niet meer door een beding tussen schuldenaar en schuldeiser worden uitgesloten of beperkt. De Wet opheffing verpandingsverboden beoogt de kredietmogelijkheden van het bedrijfsleven te vergroten door zeker te stellen dat bedrijfsmatig verkregen geldvorderingen als onderpand voor financieringen kunnen worden ingezet. De nieuwe regeling, de daarin opgenomen uitzonderingen en het overgangsrecht worden kritisch besproken. |
Wetenschap en praktijk |
Selectieve betalingen in het zicht van (mogelijke) insolventie – ruim baan voor de bestuurder? |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | Ontvanger/Roelofsen, faillissement, bestuurdersaansprakelijkheid, Ingwersen q.q./Kromme Leek c.s., verhaalsfrustratie |
Auteurs | Mr. L.M. Linskens en Mr. S.C.M. van Thiel |
SamenvattingAuteursinformatie |
Een bestuurder van een bv of nv wordt in tijden van financiële krapte veel vrijheid gegund om zelf te bepalen welke schuldeisers hij wel en welke hij (nog) niet voldoet. Deze vrijheid wordt slechts begrensd door de wet (pauliana) en door de jurisprudentie omtrent selectieve betalingen. Op grond van die jurisprudentie is een bestuurder die in een situatie waarin er blijvend meer schulden dan middelen zijn gelieerde crediteuren boven andere crediteuren behandelt, in beginsel persoonlijk aansprakelijk jegens die andere crediteuren. In de literatuur is bepleit dat deze ‘in beginsel’-regel zou moeten gelden voor alle betalingen die een bestuurder verricht nadat het faillissement van de vennootschap onvermijdelijk is geworden. Uit het arrest Ingwersen q.q./Kromme Leek c.s., dat eerder dit jaar werd gewezen, volgt dat de Hoge Raad hier echter geen aanleiding voor zag. In deze bijdrage staat de vraag centraal of dit betekent dat de Hoge Raad de bestuurder zelfs in een dergelijke situatie nog ruim baan geeft om zijn eigen keuzes te maken. Aan het einde wordt bezien hoe de lagere jurisprudentie tot nu toe hierop heeft gereageerd. |
Wetenschap |
|
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | fiscale kwalificatieverschillen, ATAD 2, cv/bv-structuur, ‘check the box’-regeling, Internationale belastingontwijking |
Auteurs | Prof. dr. J.N. Bouwman |
SamenvattingAuteursinformatie |
Met ingang van 1 januari 2020 is de tweede EU-richtlijn tegen belastingontwijking, ATAD 2, in afdeling 2.2A van de Nederlandse vennootschapsbelasting geïmplementeerd. ATAD 2 bestrijdt fiscale voordelen – in de vorm van een aftrek zonder heffing dan wel een dubbele aftrek (hybride mismatches) – die ontstaan in grensoverschrijdende situaties omdat de belastingstelsels van landen niet op elkaar aansluiten. In de bijdrage worden de vanuit Nederlands perspectief meest in het oog lopende hybride mismatches besproken (waaronder de cv/bv-structuur en het gebruik van de Amerikaanse check-the-box-regeling). Tevens wordt ingegaan op de wijze waarop de mismatches worden bestreden. Voorts is er aandacht voor de documentatieverplichting die is ingevoerd om de maatregelen tegen hybride mismatches effectief te kunnen toepassen. Ten slotte is een aantal kanttekeningen geplaatst bij de wijze waarop de Nederlandse wetgever ATAD 2 heeft geïmplementeerd. |
Wetenschap en praktijk |
Leveranciers van elektriciteit en warmte in financiële moeilijkheden: een verkenning van de wettelijke regelingen |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | energie, warmtewet, banken, noodsituatie, faillissement |
Auteurs | Mr. drs. P. van Asperen en Prof. mr. H. Koster |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel onderzoeken de auteurs de regelingen uit de Elektriciteitswet 1998 en de Warmtewet die gericht zijn op het voorkomen van financiële problemen dan wel de toezichthouder de mogelijkheid geven in te grijpen als dat nodig is. Deze regelingen zijn bedoeld ter bescherming van afnemers tegen die situaties waarbij een leverancier van elektriciteit of warmte in de financiële problemen komt. Zij vergelijken deze regelingen met de regelingen uit de Wet op het financieel toezicht of Europese regelgeving gericht op het voorkomen van financiële problemen bij banken. De auteurs kiezen voor deze vergelijking met banken omdat deze ondernemingen, net als bij elektriciteit en warmte, een maatschappelijke functie kunnen vervullen. De vraag die zij stellen, is of de regelingen voor banken een inspiratiebron kunnen zijn voor het waarborgen van de belangen van de afnemers van elektriciteit en warmte. |