In deze bijdrage bespreekt de auteur het gebruik van de inquisitoire enquête als middel om de feiten te doen vaststellen en te vergaren voor de civielrechtelijke aansprakelijkheid van bestuurders en/of commissarissen. |
Zoekresultaat: 205 artikelen
Jaar 2010 xArtikel |
‘Vissen’ naar het feitensubstraat voor de civielrechtelijke aansprakelijkheid van bestuurders en commissarissen |
Tijdschrift | Vennootschap & Onderneming, Aflevering 6 2010 |
Trefwoorden | inquisitoire enquête, fishing expedition, bestuurdersaansprakelijkheid, procesefficiency |
Auteurs | Mr. D. Slotema |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
De Turnaround Kamer van de rechtbank?Naar een alternatief systeem voor reorganisatie en conflictoplossing bij dreigende insolventie |
Tijdschrift | Nederlands-Vlaams tijdschrift voor mediation en conflictmanagement, Aflevering 2 2010 |
Trefwoorden | resolving financial distress, turnaround management, (court-annexed) bankruptcy mediation, insolvency |
Auteurs | Jan Adriaanse |
SamenvattingAuteursinformatie |
In this article it is argued that bankruptcy courts really can help in preventing distressed companies to become bankrupt. However, the use of judicial reorganization procedures (moratoria) should then be abolished. By nature judicial reorganization instruments invoke polarization of debtors and creditors in fact making the (financial) problems of distressed companies worse. A new system for reorganization and dispute settlement should be introduced, at least in the Netherlands, in which insolvency judges act as mediators in confidential negotiation sessions between companies and their creditors. These negotiations should take place at an early stage of the insolvency process, in to be established (neutral) ‘Turnaround Chambers’ of district courts, and should be accompanied by a holistic business turnaround process taking place at the company at stake. By introducing this alternative system the dramatic failure rate of current judicial reorganization procedures (between 73%-95% in the Netherlands) can and will be reduced dramatically. |
Artikel |
Interview met Lex Penders, regierechter in Utrecht |
Tijdschrift | Nederlands-Vlaams tijdschrift voor mediation en conflictmanagement, Aflevering 2 2010 |
Trefwoorden | interview, Pilot Customized Conflict Resolution, judge-conflictmanager |
Auteurs | Brigitte Chin-A-Fat en Bart Prinsen |
SamenvattingAuteursinformatie |
An interview was held with Lex Penders, judge in the court of Utrecht. Subject of the interview was the role of the judge as regierechter (judge-conflictmanager) in the pilot project Customized Conflict Resolution. He talks about his experiences in the pilot and his ideas for future improvements in court hearings. |
Artikel |
Criminaliteit, migratie en etniciteitNieuwe richtingen binnen een complex en beladen onderzoeksterrein |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Criminologie, Aflevering 2 2010 |
Trefwoorden | migratie, Criminaliteit en etniciteit, Nederland, België |
Auteurs | Prof. dr. Joanne van der Leun, Dr. Mariska Kromhout, Dr. Marleen Easton e.a. |
SamenvattingAuteursinformatie |
In this thematic issue various angles of crime and migration are addressed. This introductory article focuses on differences in the debate and research on crime and migration in the Netherlands and Belgium. According to the authors (and editors of this issue) both sound research and a critical debate is needed in order to prevent rash conclusions which might exclude large groups of immigrants, asylum seekers and others. This special issue demonstrates the diversity of the relations between migration and crime and the various angles from which these can be studied. |
Artikel |
De nieuwe groepsvrijstelling verticale beperkingen – een bescheiden stap vooruit |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 3 2010 |
Trefwoorden | groepsvrijstelling verticale beperkingen, wijzigingsvoorstel, Verordening (EU) nr. 330/2010 |
Auteurs | Mr. H.H.P. Lugard en Dr. T. van Dijk |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het novembernummer van 2009 van dit tijdschrift bespraken wij de voorstellen tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2790/ 1999 en de daarbij behorende richtsnoeren die de Commissie in juli 2009 bekend maakte. Inmiddels heeft de Commissie op 20 april van dit jaar de definitieve tekst van de nieuwe verordening, Verordening (EU) nr. 330/2010, alsmede de aangepaste richtsnoeren, vastgesteld. De nieuwe regeling treedt op 1 juni 2010 in werking en zal tot 31 mei 2022 van kracht blijven. Voor overeenkomsten die ingevolge Verordening (EG) nr. 2790/1999 op 31 mei 2010 vrijgesteld zijn van het verbod van artikel 101, eerste lid, van het Verdrag betreffende de Europese Unie, maar niet in overeenstemming zijn met de voorwaarden van de nieuwe verordening, geldt een overgangstermijn van een jaar.In deze bijdrage staan wij summier stil bij de belangrijkste wijzigingen ten opzichte van de Commissievoorstellen van juli 2009. Voor een uitgebreidere bespreking van de aanpassingen van de verordening en richtsnoeren verwijzen wij de lezer graag naar onze eerdere bijdrage. |
Boekbespreking |
Erik-Jan Zippro: Privaatrechtelijke handhaving van mededingingsrecht |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 3 2010 |
Trefwoorden | Privaatrechtelijke handhaving van mededingingsrecht |
Auteurs | Mr. R. Meijer |
SamenvattingAuteursinformatie |
Ook het recht kent trends. Een trend waar we de laatste tijd veel over horen is de zogenoemde privaatrechtelijke handhaving van het mededingingsrecht. Hoewel er een overvloedige hoeveelheid literatuur is verschenen over dit onderwerp ontbrak het aan een boek dat vanuit het Nederlands recht een volledig – voor zover mogelijk – overzicht gaf van de problematiek. Met de dissertatie van Erik-Jan Zippro waarop hij op 27 november 2008 is gepromoveerd aan de Universiteit Leiden is deze leemte opgevuld |
Artikel |
Europese Commissie doet recht aan discussie omtrent verticale prijsbinding |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 3 2010 |
Trefwoorden | verticale prijsbinding, hardekernbeperking, economisering mededgingingsrecht, bewijsrecht art. 101 VWEU |
Auteurs | F.A.H. van Doorn MSc LL.M. |
SamenvattingAuteursinformatie |
Een van de meest controversiële onderwerpen in het mededingingsrecht is zonder twijfel het beleid ten aanzien van verticale prijsbinding. Hoewel economische theorieën en ontwikkelingen in de VS op het eerste gezicht aanleiding lijken te geven voor een andere conclusie, kiest de Commissie er in de nieuwe groepsvrijstelling en bijbehorende richtsnoeren opnieuw voor om deze omstreden verticale restrictie als hardekernbeperking aan te merken. Door te kiezen voor deze strikte regel, maar toch de deur open te laten voor rechtvaardigingen in individuele gevallen, doet de Commissie recht aan de juridische én de economische discussie, waarin het instrument nu eenmaal de schijn tegen heeft. |
Artikel |
Chain-management of change-management in de tbs?De reclasseringswerker tussen stilstand en verandering, tussen toezicht en rehabilitatie |
Tijdschrift | PROCES, Aflevering 3 2010 |
Trefwoorden | reclasseringswerker, risicotaxatie, toezicht, tbs, rehabilitatie |
Auteurs | Jaap van Vliet |
SamenvattingAuteursinformatie |
De reclassering voert een groot deel uit van de extramurale begeleiding van de tbs, zoals bij de tbs met voorwaarden, het proefverlof en voorwaardelijke beëindiging van de verpleging. Daarmee vormt de reclassering een belangrijk deel van de forensische psychiatrie in nederland. Desondanks wordt de reclassering in het tbs-veld vaak niet als zodanig beschouwd. De reclasseringsorganisaties zijn verantwoordelijk voor twee min of meer tegengestelde taken: absolute maatschappelijke veiligheid en tegelijkertijd maximale vrijheid voor de tbs-gestelde. Onder invloed van risicotaxatie en risicomanagement tracht de reclasseringswerker zijn taak te beperken tot toezicht en controle, terwijl rehabilitatie en change-management noodzakelijk zijn. Dit vraagt om de ontwikkeling van meer professionaliteit van reclasseringswerkers. |
Artikel |
De nieuwe tegenstrijdigbelangregeling en de praktijk |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 2 2010 |
Trefwoorden | tegenstrijdig belang, wetsvoorstel bestuur en toezicht, artikel 2:146/256 BW, persoonlijk belang bestuurders en commissarissen |
Auteurs | Prof. mr. A.F.M. Dorresteijn |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het wetsvoorstel 31 763 (bestuur en toezicht) bevat een nieuwe regeling van het tegenstrijdig belang welke er in de kern op neerkomt dat bestuurders en commissarissen niet mogen deelnemen aan besluitvorming indien zij daarbij een persoonlijk tegenstrijdig belang hebben. In deze bijdrage wordt de nieuwe regeling onder de loep genomen, mede met het oog op vragen die zich in de praktijk kunnen gaan voordoen. Allereerst wordt de nieuwe regeling in kort bestek geschetst, gevolgd door enkele kanttekeningen. Voor een goed begrip van de regeling worden ook enkele met het tegenstrijdig belang verwante aangelegenheden gesignaleerd die buiten de nieuwe regeling vallen. Daarna worden enkele specifieke opmerkingen gemaakt met het oog op de praktijk. Deze bijdrage wordt afgesloten met een samenvatting van de belangrijkste bevinden en een conclusie. |
Artikel |
Schuivende panelen, corporate compliance als broeders hoeder? |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 2 2010 |
Trefwoorden | zorgplicht, piramidefonds, bijzondere zorgplicht ten opzichte van derden, niet-gereguleerde beleggingsinstellingen, Banken |
Auteurs | Mr. E.P. van Banning |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de afgelopen jaren zijn enkele omvangrijke financiële fraudes aan het licht gekomen rondom niet-gereguleerde beleggingsinstellingen die bij particuliere beleggers miljoenen euro’s hebben opgehaald. Tegelijkertijd zien wij de ontwikkeling dat banken in toenemende mate aansprakelijk gesteld worden vanuit een tekortkoming in de zorgplicht ten aanzien van de beleggers in dit soort instellingen. In dit artikel wordt aan de hand van een literatuur- en praktijkonderzoek getracht antwoord te geven op de vraag of er een verschuiving heeft plaatsgevonden van toezicht van de AFM op de niet-gereguleerde beleggingsinstellingen naar zorgplicht van banken ten opzichte van derdenbeleggers in niet-gereguleerde beleggingsinstellingen die klant bij hun zijn (‘schuivende panelen’). Op basis van de bevindingen uit het onderzoek doet de auteur tevens enkele suggesties voor banken om de risico’s bij het accepteren van een niet-gereguleerde beleggingsinstelling als klant zo beperkt mogelijk te houden. |
Artikel |
‘Een sterke tweede pijler. Naar een toekomstbestendig stelsel van aanvullende pensioenen.’Een beschouwing van de bevindingen van de commissie-Goudswaard |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 2 2010 |
Trefwoorden | Commissie-Goudswaard, aanvullend pensioen, pensioenopbouw, rapport-Goudswaard, tweedepijlerpensioenen, pensioenfondsen, commissie-Frijns |
Auteurs | Mr. J.G.E. van Leeuwen |
SamenvattingAuteursinformatie |
In 2008 werd de kwetsbaarheid van het stelsel van aanvullende pensioenen duidelijk toen veel pensioenfondsen in een situatie van onderdekking terechtkwamen en herstelplannen moesten indienen bij DNB. Vragen rond het beleggingsbeleid en het risicobeheer tegen de achtergrond van de dalende dekkingsgraden van pensioenfondsen waren voor minister Donner aanleiding tot het instellen van een tweetal commissies, te weten de commissie-Frijns (onderzoek naar beleggingsbeleid en risicobeheer van pensioenfondsen) en de commissie-Goudswaard (onderzoek naar toekomst- en schokbestendigheid van aanvullende pensioenen en mogelijk oplossingen het stelsel te verbeteren). In dit artikel wordt ingegaan op de bevindingen van de commissie-Goudswaard die uit haar rapport ‘Een sterke tweede pijler: naar een toekomstbestendig stelsel van aanvullende pensioenen’ naar voren komen. Hierbij wordt o.a. ingegaan op de karakteristieken van het aanvullend pensioenen (tweede pijler), de zwakke plekken van het pensioenstelsel en de mogelijke oplossingen hiervoor die door de commissie-Goudswaard worden aangedragen. Tevens wordt aandacht besteed aan de kabinetsreactie op het rapport en worden de diverse besproken oplossingen tegen elkaar afgewogen. |
Artikel |
De zorgplicht van de bestuurder van een rechtspersoon |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 2 2010 |
Trefwoorden | zorgplicht, bestuurder, behoorlijke taakvervulling, governance-code |
Auteurs | Prof. mr. A.F. Verdam |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de verhouding tussen een rechtspersoon en haar bestuurder kan men spreken van een zorgplicht van de bestuurder. Die zorgplicht vloeit ook voort uit de wettelijke plicht van de bestuurder tot behoorlijke taakvervulling. De norm van behoorlijke taakvervulling is van toepassing op een scala van rechtspersonen in een breed spectrum van omstandigheden. Daarmee kan de norm niet anders zijn dan een algemene bepaling met een open karakter. In deze bijdrage wordt aan deze open norm nader invulling gegeven aan de hand van codes en guidelines, als relatief nieuwe normeringsinstrumenten, waaronder de corporate governance code voor beursvennootschappen. Ingegaan wordt o.a. op de follow-up van de code voor beursvennootschappen, de status daarvan in het gemene recht, en de doorwerking ervan op de voor de bestuurder geldende verplichtingen. |
Redactioneel |
In dit nummer |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 2 2010 |
Samenvatting |
In een redactioneel artikel geeft de redactie een toelichting op het tijdschriftnummer in kwestie. |
Artikel |
Kredietcrisis en het jaarverslag |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 2 2010 |
Trefwoorden | jaarverslag, kredietcrisis, externe verslaggeving |
Auteurs | Dr. D.H. van Offeren en Drs. C.A. Arnold |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het jaar 2008 gaat de geschiedenis in als het jaar waarin de kredietcrisis wereldwijd heeft toegeslagen. In het derde en vooral het vierde kwartaal raakten vele economieën in West-Europa in een recessie. In dit artikel wordt stilgestaan bij de vraag in hoeverre ondernemingen in hun jaarverslag over 2008 informatie hebben verstrekt over de kredietcrisis en de risico’s die hieruit voorvloeien. Aan bod komen allereerst de verslaggevingsregels die van toepassing zijn op het jaarverslag en de internationale ontwikkelingen op dit gebied. Vervolgens wordt aan de hand van een empirisch onderzoek van 75 jaarverslagen van Nederlandse beursgenoteerde ondernemingen over 2008 geanalyseerd welke informatie er wordt verstrekt over de risico’s die zijn verbonden aan de gevolgen van de kredietcrisis voor de onderneming. In dit kader wordt tevens gekeken naar de invloed van de kredietcrisis op de toekomstverwachtingen van de ondernemingen. Ten slotte wordt besproken welke onderzochte jaarverslagen naar de mening van auteurs als best practices kunnen worden aangemerkt. |
Artikel |
Shareholders vs. Stakeholders; wie wint? |
Tijdschrift | Vennootschap & Onderneming, Aflevering 5 2010 |
Trefwoorden | hoogste macht, aandeelhoudersvergadering, kredietcrisis, checks and balances, macht |
Auteurs | Mr. M.L.S.W.E. de Lange en Mr. P. van der Veld |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage bespreken de auteurs de vragen of de AVA de hoogste macht heeft binnen een vennootschap, welke rol de AVA in het algemeen bij de kredietcrisis heeft gespeeld en welke mate van macht wenselijk is voor de AVA. |
Artikel |
Voorlopige voorzieningen in enquêteprocedures en de bescherming van het recht op eigendom |
Tijdschrift | Vennootschap & Onderneming, Aflevering 5 2010 |
Trefwoorden | verwatering, voorlopige voorziening, bescherming van eigendom, artikel 1 EP EVRM |
Auteurs | Mr. R. Niesink |
SamenvattingAuteursinformatie |
Aan de hand van een recente beschikking van de Ondernemingskamer (Inter Access) wordt de verhouding geanalyseerd tussen voorlopige voorzieningen in enquêteprocedures en de bescherming van het recht op eigendom zoals opgenomen in het EVRM. |
Artikel |
Scheiding van zeggenschapsrechten en vermogensrechten bij registergoederen |
Tijdschrift | Vennootschap & Onderneming, Aflevering 5 2010 |
Trefwoorden | certificering registergoederen, scheiding zeggenschapsrechten en vermogensrechten |
Auteurs | Mr. Y. Demirtas en Mr. M.K. Daverschot |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage bespreken de auteurs een aantal mogelijkheden voor het scheiden van zeggenschaps- en vermogensrechten bij registergoederen met behulp van vennootschapsrechtelijke structuren. |
Artikel |
De verhouding tussen hoofdprocedure en schadestaatprocedure |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 5 2010 |
Trefwoorden | schadestaatprocedure, procesrecht, exoneratiebeding, exoneratieclausule, aansprakelijkheid(srecht) |
Auteurs | Mr. J. de Bie Leuveling Tjeenk |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel staan vijf recente arresten van de Hoge Raad centraal, waarin verschillende aspecten van de verhouding tussen de hoofdprocedure en de schadestaatprocedure aan de orde komen. Vier van deze vijf uitspraken laten zien dat de rechter een relatief grote vrijheid heeft in de keuze welke geschilpunten in welke fase van het geding worden beslist. De wens om partijen hun materiële rechten zo veel mogelijk te laten verwezenlijken zonder hen door extra procesrechtelijke hoepels te laten springen, voert in deze uitspraken duidelijk de boventoon. Een procespartij die stelt dat een bepaald geschilpunt in de hoofdprocedure beslist had moeten worden, of juist in de schadestaatprocedure, vindt over het algemeen weinig gehoor bij de Hoge Raad. |
Artikel |
Toets of geen toets? Is de Haaksbergen-rechtspraak staatssteunproof? |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 4 2010 |
Trefwoorden | ‘Haaksbergen’-jurisprudentie, aanmeldingsplicht, standstill verplichting / artikel 108, derde lid VWEU, steunmaatregel, staatssteunbegrip / artikel 107, eerste lid VWEU, ruimtelijke ordening |
Auteurs | Mr. E.V.A. Henny en Mr. J.M. Davidson |
SamenvattingAuteursinformatie |
Naar aanleiding van een recente uitspraak van de Rechtbank Arnhem, bespreekt dit artikel de wijze waarop de bestuursrechter de staatssteunregels toepast in zogenoemde ‘Haaksbergen’-situaties. Wanneer vernietiging wordt gevorderd van een besluit in de sfeer van de ruimtelijke ordening, omdat de financiering ervan geschiedt met niet aangemelde staatssteun, laat de bestuursrechter dikwijls na te toetsen of aan alle voorwaarden van artikel 107, eerste lid VWEU is voldaan. Dit artikel onderzoekt in hoeverre de nationale rechter op grond van het communautaire recht gehouden is om in geval van een beroep op artikel 108, derde lid VWEU – al dan niet expliciet – aan alle voorwaarden van artikel 107, eerste lid VWEU te toetsen en geeft commentaar op de onvolledige toets van de bestuursrechter in Haaksbergen’-situaties. |
Artikel |
Een bouwwerk met krimpnaden: het besluit inzake staatssteun aan de Nederlandse woningcorporaties nader bekeken |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 4 2010 |
Trefwoorden | woningcorporatie, DAEB-vrijstelling, Sint Servatius |
Auteurs | Mr. H.M.H. Speyart |
SamenvattingAuteursinformatie |
De toepassing van het Unierecht op de Nederlandse woningcorporatie is geen rustig bezit. Na het in het vorige nummer van dit blad besproken arrest van het Hof van Justitie van de EGin de zaak Sint Servatius, waarin het vrije verkeer van kapitaal werd toegepast op de voor Nederlandse woningcorporaties geldende territoriale beperkingen, volgde op 15 december 2009 het Commissiebesluit waarbij na jaren van onderhandelen een aanpassing van het bestaande steunregime voor woningcorporaties werd goedgekeurd. |