De Rechtbank Rotterdam heeft het besluit op bezwaar van de NMa vernietigd. De door de NMa aan Wegener en (ex-)bestuurders opgelegde boetes zijn door de rechtbank fors verlaagd. Volgens de rechtbank had de NMa ten onrechte rechttoe rechtaan de Boetebeleidsregels toegepast wat leidde tot veel te hoge boetes. Daarnaast was de scope van de overtreding volgens de rechtbank beperkter dan de NMa had aangenomen. Omdat sprake was van voortdurende overtredingen faalt het beroep op verjaring. De door de NMa aan twee commissarissen opgelegde boetes zijn door de rechtbank geschrapt. Volgens de rechtbank vervulden de commissarissen een toezichthoudende rol. Aansprakelijkheid voor boetes past daar volgens de rechtbank niet bij. |
Zoekresultaat: 265 artikelen
Jurisprudentie |
Wegener herzienRb. Rotterdam 27 september 2012 |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 6 2012 |
Trefwoorden | voorschrift artikel 41 Mw, Boetebeleidsregels 2009, feitelijk leidinggever, verjaring |
Auteurs | Mr. L.E.J. Korsten |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Reflecties over de algemeenheid van goederen |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 4 2012 |
Auteurs | E. Dewitte en V. Sagaert |
Auteursinformatie |
Artikel |
Afbakening van bevoegdheden en de toepassing van het ne bis in idem-beginsel in het mededingingsrecht na het Toshiba-arrest |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 5 2012 |
Trefwoorden | Ne bis in idem-beginsel, Verordening 2003/1/EG, competentieverdeling, handhaving, boete |
Auteurs | Mr. R. Elkerbout LL.M |
SamenvattingAuteursinformatie |
43 jaar na het Walt Wilhelm-arrest heeft de grote kamer van het Hof van Justitie zich in het Toshiba-arrest opnieuw uitgelaten over de onderlinge afbakening van bevoegdheden tussen de Commissie en de nationale mededingingsautoriteiten alsook over de betekenis van het ne bis in idem-beginsel bij de handhaving van het mededingingsrecht in grensoverschrijdende kartelzaken. De auteur bespreekt in deze bijdrage het arrest en de implicaties daarvan voor de afbakening van bevoegdheden binnen het Europese netwerk van mededingingsautoriteiten. Voorts wordt een aantal kritische kanttekeningen geplaatst bij het oordeel van het Hof van Justitie aangaande de toepassing van het ne bis in idem-beginsel in de onderhavige kartelzaak. |
Praktijk |
Kroniek rechtspraak bestuursrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 8 2012 |
Trefwoorden | Awb, Bestuursrecht, Jurisprudentie, kroniek |
Auteurs | Mr. A.C. de Die en mr. C. Velink |
SamenvattingAuteursinformatie |
De kroniek geeft een overzicht van de bestuursrechtelijke uitspraken op het gebied van het gezondheidsrecht in de periode februari 2011 tot en met juli 2012. Naast de jaarlijks terugkerende onderwerpen zoals de begrippen ‘besluit’ en ‘belanghebbende’, komen ook meer specifieke onderwerpen aan bod, zoals de beginselplicht en actieve openbaarmaking. Aandacht verdient in ieder geval de Wob-uitspraak over de openbaarmaking van het suïciderapport waardoor onder andere duidelijkheid is verkregen over de privacybescherming na overlijden. Ook interessant is de Wbp-uitspraak over de kennisneming van documenten in het kader van een onderzoek naar het functioneren van een medisch specialist. |
Artikel |
Tegen dovemansoren? |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 5 2012 |
Trefwoorden | strafrechtswetenschap, antiterrorismewetgeving, crime complex, social media |
Auteurs | Mr. dr. M.A.H. van der Woude |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage gaat de auteur, mede aan de hand van de casus van de antiterrorismewetgeving, nader in op de vraag wat de betekenis is van de strafrechtswetenschap bij de totstandkoming van nieuwe wet- en regelgeving op het terrein van orde en veiligheid. Haar standpunt is dat de rol van de strafrechtswetenschap binnen het wetgevingsproces tegenwoordig te beperkt is en geoptimaliseerd zou kunnen worden. Hierbij worden de strafrechtswetenschapper en de strafwetgever niet alleen in de schijnwerpers gezet, maar wordt ook de belangrijke en onlosmakelijke band tussen beiden benadrukt. |
Artikel |
Cultuur van organisaties als aangrijpingspunt voor toezicht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 3 2012 |
Trefwoorden | toezicht, handhaving, regulering, organisatiecultuur, inspecteren |
Auteurs | Prof. dr. ing. F.J.H. Mertens |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het toezicht wordt getracht organisaties in hun feitelijk functioneren te beïnvloeden en te beheersen. Een van de aspecten van organisaties waar de belangstelling van de toezichthouders steeds meer naar uit gaat, is cultuur. Cultuur wordt dan gezien als de ‘driver’ achter het handelen van organisaties en in de wens om gevaren te voorkomen zoekt de toezichthouder naar aangrijpingspunten die tijdig zicht geven op waarschijnlijk gedrag en vooral ongewenst gedrag. In deze bijdrage bespreekt de auteur enkele problemen die aan de cultuurnotie als aangrijpingspunt van wettelijk toezicht verbonden zijn. Concluderend leidt het artikel tot het inzicht dat aan de cultuurnotie nog veel onduidelijk is en dat de hantering ervan in het toezicht dan ook meer vragen oproept dan dat er mee beantwoord kunnen worden. |
Artikel |
Omgevingswet: gemiste of benutte kansen? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Omgevingsrecht, Aflevering 2 2012 |
Trefwoorden | Omgevingswet, integraal toetsingskader, omgevingsverordening, gefaseerde invoering, rechtsbescherming |
Auteurs | Prof. dr. F.P.C.L. Tonnaer |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Omgevingswet beoogt de veelheid aan wetten in het omgevingsrecht te integreren. In deze bijdrage bespreekt de auteur enkele dilemma’s in het wetgevingsproces. Daarbij wordt in het bijzonder aandacht besteed aan: de voorlopige keuze van de minister om de gemeentelijke structuurvisie niet te verplichten, een herhaald pleidooi voor het streven naar een integraal toetsingskader voor omgevingsvergunningen, de problematiek die samenhangt met het hanteren van twee procedures voor onderdelen van de gemeentelijke omgevingsverordening en de (te) rooskleurige manier waarop de minister aankijkt tegen de invoering van de Omgevingswet. |
Artikel |
Surveilleren en opsporen in een internetomgeving |
Tijdschrift | Justitiële verkenningen, Aflevering 5 2012 |
Trefwoorden | Policing, Internet, open-source intelligence, iColumbo, police power |
Auteurs | J.J. Oerlemans en B.J. Koops |
SamenvattingAuteursinformatie |
Publicly available information on the Internet about people or criminal acts can be relevant to criminal investigations. This article analyses to what extent Dutch criminal procedure law allows open source intelligence for law-enforcement purposes. When more than ‘minor’ privacy interferences arise, an explicit investigatory power in the criminal procedure code is required. Minor infringements are allowed under the general task description in the Police Act 1993. It is unclear however when ‘substantial’ privacy infringements arise. On the basis of ECHR jurisprudence on foreseeability and the Dutch criteria for ‘systematic observation’, the authors conclude that Internet data-gathering will often require an explicit investigatory power and can only be used for criminal investigation with an order from the public prosecutor, but not, except for small-scale and ad hoc searches, for general police practice purposes. Because the Internet is much different in its nature from a decade ago and the investigatory powers are not in all respects easily applicable to Internet surveillance, the authors argue that the Dutch legislator must take action and make clear under which conditions information on the Internet can be gathered by law enforcement. |
Column |
Provisieafspraken tussen cliënten en financiële dienstverleners: van de privaatrechtelijke contractsvrijheid naar de publiekrechtelijke iustum pretium |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 2 2012 |
Auteurs | Prof. dr. O.O. Cherednychenko |
SamenvattingAuteursinformatie |
Naar het huidige Nederlandse contractenrecht is voor de geldigheid van een overeenkomst niet vereist dat er een zekere evenredigheid bestaat tussen de wederzijdse prestaties van twee private partijen. De heersende opvatting in het Nederlandse (en Europese) privaatrecht is dat de iustum pretium-leer (leer van de rechtvaardige prijs) geen deel van het contractenrecht uitmaakt en ook niet zou mogen uitmaken. Het in het Nederlandse privaatrecht ingenomen standpunt ten aanzien van de iustum pretium-leer wordt echter in belangrijke mate doorkruist voor wat betreft de provisieafspraken tussen de cliënt en de financiële dienstverlener door de recente invoering van de ‘kennelijke onredelijkheidsnorm’ in de financiële toezichtwetgeving. In deze bijdrage wordt ingegaan op deze ontwikkeling in het bestuursrecht en haar betekenis voor de contractspraktijk. |
Artikel |
Nationale koppen op EU-regelgeving; een relevante discussie? |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 6 2012 |
Trefwoorden | nationale koppen, implementatie, harmonisatie, regeldruk |
Auteurs | Mr. dr. J. Stoop |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel gaat over de vraag of het relevant is nationale koppen (op EU-regelgeving) te onderscheiden van ‘gewoon’ nationaal beleid. De conclusie luidt dat dit niet het geval is. |
Casus |
Enkele AFM-boetebesluiten ter zake van overkreditering langs de lat van het bepaalbaarheidsgebod |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 2 2012 |
Trefwoorden | AFM, bepaalbaarheidsgebod, bestuurlijke boete, boetebesluit, overkreditering |
Auteurs | Mr. C.F.J. van Tuyll |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage staat de vraag centraal of de AFM, als deze tot beboeting overgaat, de door haar voorgestane invulling van het financiële voorschrift vooraf voldoende kenbaar maakt aan de markt. Deze verplichting vloeit voort uit het bepaalbaarheidsgebod dat via de band van art. 7 EVRM van toepassing is op bestuurlijke boetes. De auteur onderzoekt aan de hand van diverse boetebesluiten die de AFM in 2010-2011 wegens overkreditering aan kredietverstrekkers als Rabobank, ING, DSB en ELQ Hypotheken N.V. heeft opgelegd of de AFM de door haar voorgestane invulling van bepaling ter zake van overkreditering vooraf voldoende helder kenbaar heeft gemaakt aan de markt. Na het wettelijk kader van het overkrediteringsvoorschrift te hebben geschetst, gaat de auteur in op de algemene gedachte achter de open norm. Voorts worden de diverse boetebesluiten van de AFM die aan de geselecteerde kredietverstrekkers zijn opgelegd, besproken en beoordeeld. Bij de beoordeling of de AFM zich wel voldoende rekenschap heeft gegeven van het bepaalbaarheidsgebod staat centraal of de boeteoplegging voor ondertoezichtstaanden in voldoende mate te voorzien was, in het licht van eerder door de AFM gegeven interpretaties ten aanzien van het voorschrift. |
Artikel |
Over de effectiviteit van mediation in gevallen van geweld tussen partnersResultaten van een empirisch onderzoek in Oostenrijk |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Herstelrecht, Aflevering 2 2012 |
Trefwoorden | herstelrecht, slachtoffer-daderbemiddeling, huiselijk geweld, geweld tegen vrouwen |
Auteurs | Christa Pelikan |
SamenvattingAuteursinformatie |
The Austrian social historian Christa Pelikan wrote in 2009 an article with the following title: On the efficacy of Victim-Offender-Mediation in cases of partnership violence in Austria, or: Men don’t get better, but women get stronger: Is it still true? |
Boekbespreking |
De ideale controlegroep voor Nederland |
Tijdschrift | Recht der Werkelijkheid, Aflevering 1 2012 |
Auteurs | Erhard Blankenburg |
SamenvattingAuteursinformatie |
In this feature authors review recently published books on subjects of interest to readers of Recht der Werkelijkheid. |
Artikel |
Menarini en KME: marginale of volle toetsing van mededingingsboetes door de rechter? |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 4 2012 |
Trefwoorden | mededinging, boetes, beoordelingsruimte, beleidsvrijheid, ambtshalve toetsing |
Auteurs | Mr. dr. R. Stijnen |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de zaak Menarini heeft het Europees Hof voor de Rechten van de Mens geoordeeld dat de toetsing van mededingingsboetes door de Italiaanse bestuursrechter voldoet aan de eisen van artikel 6 EVRM. Vlak daarna heeft het Hof van Justitie in de zaak KME geoordeeld dat het algemene wettigheidstoezicht tezamen met de volledige rechtsmacht van de unierechter bij door verordeningen bepaalde sancties voldoen aan de eisen van een effectieve rechtsbescherming als thans verankerd in artikel 47 Handvest. De vraag is of deze arresten gevolgen hebben voor de beoordelings- en beleidsruimte van de Europese Commissie of de nationale mededingingsautoriteit. |
Praktijk |
Kroniek Nederlands mededingingsrecht 2011 |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 2 2012 |
Trefwoorden | regelgeving, mededingingsafspraken, machtspositie, procedurele aangelegenheden |
Auteurs | Mr. A.R. Bosman, Mr. E. Oude Elferink, Mr. R.N.A. Nieuwmeyer e.a. |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het verslagjaar 2011 bracht een aardige oogst aan zaken en ontwikkelingen voort. De NMa rondde zes kartelzaken af met een boetebesluit en legde daarmee aan vierendertig ondernemingen een boete op van in totaal 39,7 miljoen euro. Dat bedrag is beduidend lager dan in 2010, maar aanmerkelijk hoger dan in 2009. Twee natuurlijke personen hebben boetes opgelegd gekregen van in totaal 75.000 euro. Aan geen van de kartelzaken die tot boetes hebben geleid is een clementiemelding voorafgegaan. Daar staat tegenover dat in drie zaken gebruik is gemaakt van informatie afkomstig van andere overheidsinstanties. In zes zaken is het onderzoek stopgezet vanwege onvoldoende bewijs. |
Artikel |
Mogelijkheden en beperkingen van de internettap |
Tijdschrift | Justitiële verkenningen, Aflevering 3 2012 |
Auteurs | J.J. Oerlemans |
SamenvattingAuteursinformatie |
The future of wiretapping is threatened by encryption and developments in the telecommunications industry. Internet communications changed the wiretapping landscape fundamentally. In practice it is often impossible to wiretap all possible internet connections. Not all communication providers are obliged to execute wiretap orders. This limits the use of a wiretap in an increasingly digital world. Although the content of certain encrypted Voice-over-IP communications and private messages might not be visible to law enforcement officials, the traffic data are. These traffic data show when the suspect connects to certain communication services, which provide important clues to proceed in a criminal investigation. It is important to have a discussion whether our wiretap laws need to be amended to better fit the needs of law enforcement. However, to make such a debate possible we need transparency. A good first step is to provide details and statistics about the use of internet wiretaps. |
Artikel |
Politieonderzoek in open bronnen op internetStrafvorderlijke aspecten |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Veiligheid, Aflevering 2 2012 |
Trefwoorden | criminal investigation, surveillance, OSINT, investigation powers, legal basis |
Auteurs | Bert-Jaap Koops |
SamenvattingAuteursinformatie |
Analysing large amounts of data goes to the heart of the challenges confronting intelligence and law enforcement professionals today. Increasingly, this involves Internet data that are ‘open source’ or ‘publicly available’. Projects such as the European FP7 VIRTUOSO aim at developing platforms for open-source intelligence by law enforcement and public security, which open up opportunities for large-scale, automated data gathering and analysis. However, the mere fact that data are publicly available does not imply an absence of restrictions to researching them. This paper investigates one area of legal constraints, namely Dutch criminal-procedure law in relation to open-source data gathering by the police. Which legal basis is there for this activity? And under what conditions can foreign open sources be investigated? |
Hoofdartikel |
Grenzen aan de rechtsvormende taak van de rechter in het privaatrecht en het arbeidsrecht |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 1 2012 |
Trefwoorden | rechtsvormende taak, wetgever-plaatsvervanger, rechtszekerheid, privaatrechtelijke benadering |
Auteurs | Prof. mr. C.J.H. Jansen en Prof. mr. C.J. Loonstra |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het lijkt een bijna uitgemaakte zaak dat de rechter een rechtsvormende taak heeft. De Hoge Raad heeft op het gebied van het algemene privaatrecht grenzen aan deze taak gesteld, bijvoorbeeld door te overwegen dat een bepaalde oplossing vanuit het oogpunt van rechtszekerheid onaanvaardbaar is of dat een bepaalde uitspraak de rechtsvormende taak van het college te boven gaat. Naar aanleiding van een drietal recente arbeidsrechtelijke uitspraken van de Hoge Raad onderzoeken de schrijvers de grenzen aan zijn rechtsvormende taak op het terrein van het arbeidsrecht. In het verleden ging het college op dit politiek gevoelige rechtsgebied wel erg ver in zijn optreden als wetgever-plaatsvervanger. |
Artikel |
Compliance by designHet inbouwen van regelgeving in bedrijfsprocessen en informatiesystemen |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 2 2012 |
Trefwoorden | procesanalyse, business process management, compliance by design, toezicht |
Auteurs | Dr. J. Hulstijn |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het naleven van regelgeving en het toezicht daarop steunen op informatieverwerking. Informatiesystemen worden ingezet voor het verzamelen en beoordelen van bewijs dat men aan de regels voldoet, maar ze worden ook steeds vaker ingezet om gedrag te beïnvloeden. Bedrijfsprocessen en informatiesystemen worden dan zo ontworpen dat men als vanzelf aan de regels voldoet: ‘compliance by design’. In deze bijdrage wordt besproken op welke wijze algemene regelgeving kan worden vertaald in specifieke eisen en definities voor informatiesystemen. Het zet een stappenplan uit voor een juridische procesanalyse en benoemt enkele aandachtspunten die juridische experts kunnen helpen te zorgen dat het resulterende proces effectief is en rechtmatig. Toepassing van het stappenplan wordt geïllustreerd aan de hand van voorbeelden. |
Artikel |
Technologie en wetgeving in cyberspace: verstandshuwelijk of innige relatie? |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 2 2012 |
Trefwoorden | ICT, technoregulering, privacy |
Auteurs | Prof. mr. dr. M. Hildebrandt, Prof. dr. R.E. Leenes en Mr. M.H.A.F. Lokin |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt een schets gegeven van de ontwikkelingen in cyberspace, ofwel de informatiegestuurde samenleving, en de wijze waarop de rechtsstaat daar een plaats in kan en moet krijgen. De auteurs benaderen dit vraagstuk vanuit twee invalshoeken, namelijk die van ‘juridische bescherming by design’ en die van ‘(computer)code as regulation’. De eerste invalshoek betreft de vraag hoe fundamentele waarden en grondrechten kunnen worden geborgd door ze een herkenbare en afdwingbare plaats te geven in de ICT-infrastructuren die ons dagelijks leven inmiddels beheersen. De tweede betreft de vraag hoe technologie ons de norm kan stellen, en welke randvoorwaarden daar noodzakelijkerwijs bij vervuld moeten worden om te zorgen dat de techniek niet met het recht op de loop gaat.Dit stelt de wetgever voor nieuwe uitdagingen. Meer geschreven regels zijn niet voldoende om de technologische ontwikkelingen in goede banen te leiden. Het vergt dat juristen en architecten daadwerkelijk elkaars werelden gaan delen, in het proces van ontwerp van zowel de regels als de systemen waarin deze een plaats moeten krijgen. |