Het recht op vakantie is inmiddels niet meer weg te denken uit het arbeidsrecht. In deze bijdrage wordt ingegaan op de samenhang tussen het Europese recht op vakantie dat is neergelegd in de Arbeidstijdenrichtlijn en de regeling van het recht op vakantie in onze nationale wetgeving. Daarbij komt een aantal vragen aan de orde. Wat betekent de Europese regelgeving en rechtspraak voor het recht op jaarlijkse vakantie van de Nederlandse werknemer? Op welke punten is het Nederlandse recht geharmoniseerd en op welke punten, wellicht ten onrechte, (nog) niet? Ook komt aan de orde of daar waar de Nederlandse wetgever heeft geprobeerd om het nationale recht te harmoniseren, dit wel succesvol is geweest. De beantwoording van deze vragen leert dat er een aantal onduidelijkheden bestaat rondom het Europese recht op vakantie en de vertaling daarvan door de Nederlandse wetgever. |
Artikel |
An all-European holiday?De vakantieregeling in de Arbeidstijdenrichtlijn en het Burgerlijk Wetboek |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 2 2015 |
Trefwoorden | Vakantieregeling, Arbeidstijdenrichtlijn, Europees recht, Implementatie |
Auteurs | Mr. dr. H.J. van Drongelen, Mr. J. TenHoor en Mr. dr. S.J. Rombouts |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Tuchtrecht – meer tucht dan rechtVoorzittersrede VGR 2015 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 5 2015 |
Trefwoorden | tuchtrecht, strafrecht, artikel 6 lid 1 EVRM |
Auteurs | Prof. mr. A.C. Hendriks |
SamenvattingAuteursinformatie |
De tuchtcolleges hebben afgelopen jaren de tuchtrechtelijke normen zowel ratione personae als ratione materiae fors opgerekt. Het tuchtrecht drijft daarmee af van zijn oorspronkelijke doelstellingen, te weten het bewaken van de kwaliteit van de beroepsuitoefening. In plaats daarvan lijkt het tuchtrecht steeds meer te verworden tot instrument om onwenselijk gedrag van beroepsbeoefenaren, zowel beroepsmatig gedrag als in de privésfeer, te kunnen bestraffen. Ook anderszins glijdt het tuchtrecht af naar een vorm van strafrecht light. Dit roept fundamentele vragen op. |
Artikel |
Een nieuwe methode voor het berekenen van schade bij overlijdenTotstandkoming van de nieuwe rekenmethodiek in de Richtlijn Rekenmodel Overlijdensschade |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 2 2015 |
Trefwoorden | derving levensonderhoud, Notitie Denktank Overlijdensschade, Richtlijn Rekenmodel Overlijdensschade, De Letselschade Raad |
Auteurs | Mr. H.M. Storm |
SamenvattingAuteursinformatie |
Samen met Jessica Laumen, initiatiefneemster en voorzitter van de Denktank Overlijdensschade, staat de auteur stil bij de totstandkoming van de Notitie Overlijdensschade van de Denktank en de inhoud daarvan. De Notitie bevat een nieuwe rekenmethodiek voor het vaststellen van overlijdensschade (derving levensonderhoud) en kwam na veel discussie en overleg met alle marktpartijen in de letselschadewereld en met behulp van onderzoek van het Nibud tot stand. Op deze nieuwe rekenmethodiek in de Notitie van de Denktank en het onderzoeksrapport van het Nibud is de nieuwe Richtlijn Rekenmodel Overlijdensschade van De Letselschade Raad gebaseerd. De inhoud van de richtlijn wordt besproken. |
Artikel |
Het werk van de familierechercheur: een bron van stress of een bron van persoonlijke groei? |
Tijdschrift | PROCES, Aflevering 3 2015 |
Trefwoorden | Familierechercheurs, werkgerelateerde stress, secundaire traumatische stress, secundaire posttraumatische groei |
Auteurs | Marieke Saan MSc, Lidewij Bollen MSc en Dr. Mr. Maarten Kunst |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dutch family liaison officers inform and support trauma victims or their relatives. Recent studies suggest that professionals working with trauma victims may develop work-related stress. However, other studies have shown that professionals can also develop personal growth from their experiences with traumatized persons. This study was the first to investigate to what extent Dutch family liaison officers experience work-related stress or personal growth. Results suggest that the majority of the respondents experience no or very low levels of work-related stress. Levels of personal growth appear to be rather low as well, but seem to be more broadly dispersed. These findings suggest that Dutch family liaison officers are able to cope with the potentially negative effects of their work and even experience positive outcomes from working with traumatized persons. In spite of this, many participants provided suggestions for further improvement of their work practices. |
Artikel |
Erfrecht in de onderwereld (deel 2) |
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht, Aflevering 3 2015 |
Trefwoorden | bijstandsfraude, belastingfraude, navordering, Wet op de economische delicten, naam zuiveren van erflater |
Auteurs | Mr. L.A.G.M. van der Geld |
SamenvattingAuteursinformatie |
Erfgenamen kunnen worden geconfronteerd met door erflater gepleegde fraude, zoals bijstandsfraude en belastingfraude. Wat betekent dat voor de nalatenschap? Erfgenamen kunnen ook zelf fraude plegen door bijvoorbeeld vermogen te blijven verzwijgen en daarover geen aangifte te doen. Deel 2 van een drieluik over erfrecht in de onderwereld. |
Artikel |
De melding en afhandeling van calamiteiten |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 3 2015 |
Trefwoorden | Inspectie voor de Gezondheidszorg, Leidraad meldingen 2013, calamiteiten, openheid |
Auteurs | Prof. mr. J. Legemaate |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Kwaliteitswet zorginstellingen verplicht zorgaanbieders tot het melden van calamiteiten bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg. Deze meldplicht is nader geregeld in de Leidraad meldingen IGZ 2013. De afgelopen tien jaar heeft de meldplicht van calamiteiten herhaalde malen aanleiding gegeven tot vragen en discussie. In dit artikel worden de belangrijkste discussiepunten besproken, waaronder de relatie met veilig melden, openheid rond calamiteiten en de relatie IGZ-OM. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Religie, Recht en Beleid, Aflevering 1 2015 |
Trefwoorden | crematorium, rituelen, rouw, secularisering, beleid |
Auteurs | Martin J.M. Hoondert |
SamenvattingAuteursinformatie |
Crematoria in the Netherlands develop from utility buildings to places where attention is paid to death rituals, commemoration and mourning. This trend is clearly visible in policy and subsequent activities of the Tilburg Crematorium (the Netherlands). This article describes this policy and positions it in the broader context of cultural and religious developments in the Netherlands. |
Artikel |
Slachtoffer- en herstelgericht werken in Justitiële Jeugdinrichtingen: nieuwe data, groeimodel en advies |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Herstelrecht, Aflevering 1 2015 |
Trefwoorden | Europese Slachtofferrichtlijn, slachtoffergericht werken,, herstelgericht werken, justitiële jeugdinrichtingen |
Auteurs | Anneke van Hoek |
SamenvattingAuteursinformatie |
This article provides data about qualitative and quantitative research that was executed in juvenile detention centres in The Netherlands in the framework of the EU-funded Restorative Justice in Europe project. The results of a survey amongst 75 staff members are presented. Special attention is paid to the restorative handling of internal conflicts and crimes within the detention centre. Restorative Justice Nederland, executing this research, also developed a self-assessment tool for prisons, the Organisational Maturity Grid Restorative Practices, that can be used to assess how ‘mature’ restorative practices are within an organisation. Based on this maturity grid and the data of the research advice is provided on how restorative practices within juvenile detention centres can be brought to the next level. |
Artikel |
Beperkingen aan en dilemma’s van de slachtoffergerichte aanpak van mensenhandel; een blik op arbeidsuitbuiting. |
Tijdschrift | PROCES, Aflevering 2 2015 |
Trefwoorden | Slachtoffers, Mensenhandel, Arbeidsuitbuiting, Immigratiebeleid |
Auteurs | Prof. mr. dr. Tineke Cleiren, Prof. dr. Joanne van der Leun en Dr. Masja Van Meeteren |
SamenvattingAuteursinformatie |
In their article on the victim orientation in the combat against human trafficking – in particular labour exploitation – Cleiren, Van der Leun and Van Meeteren highlight the limitations of the protection of victims in practice. Based on a brief legal analysis and a secondary reading of the empirical literature, they conclude that the rights of victims remain subordinate to the main aims of the relevant legal domains: criminal law and immigration law. In addition, the practices-based analysis shows a mismatch between a victim-oriented approach and preferences and perceptions of many migrants involved as well as existing tensions between different legal domains. |
Artikel |
Slachtoffers van onrecht: de psychologie van secundaire victimisatie (en positieve reacties voor slachtoffers) |
Tijdschrift | PROCES, Aflevering 2 2015 |
Trefwoorden | slachtofferrechten, just-world theorie, negatieve reacties richting slachtoffers, steun richting slachtoffers |
Auteurs | Dr. Michèlle Bal |
SamenvattingAuteursinformatie |
Victims play an increasingly more prominent role in the criminal justice process. While the consequences of victim participation in the judicial process have been criticized by researchers and practitioners alike, the possible negative consequences of secondary victimization has been largely neglected in this debate. From a social psychological perspective, I discuss research on just-world theory that can explain these negative reactions and give some insight into the processes that play a role in both negative and positive reactions toward victims. Implications for the law practitioners and scholars will be discussed. |
Artikel |
Strafrecht en de (kwaliteit van) zorgEen benadering vanuit de gezondheidsrechtelijke praktijk |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 2 2015 |
Trefwoorden | strafrecht, tuchtrecht, kwaliteit van zorg, meldingsprocedure IGZ-OM |
Auteurs | Mr. W.R. Kastelein |
SamenvattingAuteursinformatie |
Wat is het effect van het gebruik van het strafrecht in de zorg op de kwaliteit van zorg? Bij een vergelijking van de jurisprudentie in tucht- en strafzaken lijkt de strafrechter bij hetzelfde feitencomplex grondiger onderzoek te doen. Vanuit die optiek is het feit dat er, mede ten gevolge van een onvoldoende instroom van zaken bij het OM, weinig levensdelicten in de zorg strafrechtelijk worden getoetst een gemiste kans. Die instroom zou wellicht beter kunnen worden gewaarborgd door een meldingsprocedure bij IGZ met een ‘doormelding’ aan het OM van potentiële levensdelicten in de zorg, vergelijkbaar met de meldingsprocedure euthanasie. |
Artikel |
De officier van justitie als kampvechter |
Tijdschrift | PROCES, Aflevering 1 2015 |
Trefwoorden | Openbaar Ministerie, Slachtoffer, Communicatie, heldere taal |
Auteurs | Prof. dr. Henk Elffers |
SamenvattingAuteursinformatie |
The public prosecutor should act as the knight fighting in court for a victim. A much more communicative strategy instead of one aiming at a juridical discourse will reframe what is happening in court and make it understandable for victims and public in general, Examples are given of how to do so. A discussion on the effects of such a strategy is presented. |
Artikel |
Het Consultatievoorstel: goed, maar nog niet perfect |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 4 2014 |
Trefwoorden | Consultatievoorstel schadevergoeding zorg- en affectieschade, immateriële schade, vorderingsrecht van naasten en nabestaanden, vergoeding, zorgschade, affectieschade |
Auteurs | Mr. A.J. Van, Mr. A.H. Blok en Mr. J.L. van Schoonhoven |
SamenvattingAuteursinformatie |
De wetgever is voornemens om vier veranderingen aan te brengen in het schadevergoedingsrecht, zo blijkt uit het Consultatievoorstel schadevergoeding zorg- en affectieschade. Eén daarvan heeft betrekking op de overgang van het recht op vergoeding voor immateriële schade (art. 6:106 BW), de andere drie veranderingen raken direct het vorderingsrecht van naasten en nabestaanden. In deze bijdrage zullen met name de praktische kanttekeningen bij het conceptwetsvoorstel worden besproken die door de commissie Wetgeving van de Vereniging van Advocaten voor Slachtoffers van Personenschade in hun advies aan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie aan de orde zijn gesteld. |
Artikel |
Het Consultatievoorstel schadevergoeding zorg- en affectieschade: een beschrijving |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 4 2014 |
Trefwoorden | Consultatievoorstel schadevergoeding zorg- en affectieschade, affectieschade, vorderingsrecht van naasten en nabestaanden, vergoeding, zorgschade |
Auteurs | Mr. dr. R. Rijnhout |
SamenvattingAuteursinformatie |
De wetgever is voornemens om vier veranderingen aan te brengen in het schadevergoedingsrecht, zo blijkt uit het Consultatievoorstel schadevergoeding zorg- en affectieschade. Eén daarvan heeft betrekking op de overgang van het recht op vergoeding voor immateriële schade (art. 6:106 BW), de andere drie veranderingen raken direct het vorderingsrecht van naasten en nabestaanden. Deze bijdrage geeft een beschrijving van het voorstel en vormt een inleiding op de bijdragen van Van, Blok en Van Schoonhoven (commissie Wetgeving van de Vereniging van Advocaten voor Slachtoffers van Personenschade) en van Kremer (directeur Stichting Personenschade Instituut van Verzekeraars) in dit nummer. |
Artikel |
Affectieschade en zorgschade; een (on)mogelijk duo? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 4 2014 |
Trefwoorden | Consultatievoorstel schadevergoeding zorg- en affectieschade, immateriële schade, vorderingsrecht van naasten en nabestaanden, vergoeding, zorgschade, affectieschade |
Auteurs | Mr. F.Th. Kremer |
SamenvattingAuteursinformatie |
De wetgever is voornemens om vier veranderingen aan te brengen in het schadevergoedingsrecht, zo blijkt uit het Consultatievoorstel schadevergoeding zorg- en affectieschade. Eén daarvan heeft betrekking op de overgang van het recht op vergoeding voor immateriële schade (art. 6:106 BW), de andere drie veranderingen raken direct het vorderingsrecht van naasten en nabestaanden. In deze bijdrage geeft de auteur een reactie op het conceptwetsvoorstel vanuit de kant van verzekeraars. |
Artikel |
Prevalentie van ernstige misdrijven bij slachtoffer-daderbemiddeling |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Herstelrecht, Aflevering 4 2014 |
Trefwoorden | seriousness, offenses, mediation, range of cases, outcome |
Auteurs | Wendy Schreurs, Sven Zebel en Elze Ufkes |
SamenvattingAuteursinformatie |
A debate exists in the literature about the question whether (different forms of) mediated contact between victims and offenders occur and are appropriate only after minor offenses. This contribution therefore examines whether a relationship exists between the seriousness of offenses and the degree to which in practice cases result in mediated contact, in the Dutch context. More specifically, we report the first findings of a study aimed to (a) examine the seriousness of cases that were registered at the foundation Slachtoffer in Beeld (Victim in Focus; responsible for the execution of mediated contacts between victims and offenders in the Netherlands), and (b) compare the seriousness of cases at this foundation that resulted in different forms of mediated contact (including cases in which no contact emerged). To this end, we sampled 200 cases from the data system of Victim in Focus in a random manner; consequently, the seriousness of each of these cases was coded. The mean duration of incarceration sentenced for specific offenses in the Netherlands was used as an (as objective as possible) indication of the seriousness of the offenses in these cases. The results indicated that the cases registered at Victim in Focus do not consist exclusively of minor offenses. A substantial part consists of more serious offenses, especially when this is compared to the prevalence of all (minor and serious) offenses in the Netherlands. In addition, we observed no relationship between the seriousness of cases and the form of mediated contact (or no contact) that emerged at Victim in Focus; mediated contact arose to the same degree for serious compared to minor offenses. The implications of these results for the debate mentioned above are discussed, taking into account the manner in which victim-offender mediation is organized in the Netherlands. |
Artikel |
Hoe beelden eren: zoektocht naar betekenisgeving |
Tijdschrift | PROCES, Aflevering 6 2014 |
Trefwoorden | Beeldmateriaal, Betekenisgeving, Visuele analyse |
Auteurs | Dr. Gabry Vanderveen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Images can honour and dishonour people. But they only do so when that specific meaning is assigned to the image. This article shows that the meaning of images is dynamic and subjective in nature, using three analytical dimensions: content, format and context. These three dimensions are explored in two series of images: painted portraits of deceased American soldiers and photographs of posters of Palestinian suicide bombers. Whether these images are honouring or dishonouring the people portrayed depends on the viewer who constructs their meaning. This not only gives the creator and distributor a (moral) responsibility, but the viewer as well. |
Artikel |
De no-cure-no-payovereenkomst in verhouding tot de redelijkheidstoets bij de begroting van buitengerechtelijke kostenEen analyse van HR 26 september 2014, ECLI:NL:HR:2014:2797 (De Jonge/Scheper Ziekenhuis) |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 12 2014 |
Trefwoorden | no cure, no pay, contingency fee, dubbele redelijkheidstoets, buitengerechtelijke kosten, maatstaf art. 6:96 lid 2 BW |
Auteurs | Dr. Drs. D.L.M.T. Dankers-Hagenaars |
SamenvattingAuteursinformatie |
Een benadeelde sluit met zijn belangenbehartiger een no-cure-no-payovereenkomst. Moet bij de begroting van de buitengerechtelijke kosten op grond van art. 6:96 lid 2 sub b en c BW rekening worden gehouden met die overeenkomst? De omstandigheden van het geval legitimeren dat het redelijk is dat de kosten zijn gemaakt. |
Artikel |
De nieuwe erfrechtelijke penshonado-regeling? |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 4 2014 |
Trefwoorden | erfrecht, penshonado, legitieme portie, interregionaal, conflictregels |
Auteurs | Anita C.E. Sewberath Misser LLM |
SamenvattingAuteursinformatie |
Een artikel dat is afgeleid van de afstudeerscriptie van de auteur met als titel De invloed van de afschaffing van de legitieme portie op het interregionaal erfrecht binnen het Koninkrijk der Nederlanden. |
Article |
|
Tijdschrift | Family & Law, november 2014 |
Auteurs | Petra Kuik, Wendy Schrama en Prof. dr. Leon Verstappen |
Samenvatting |
In deze bijdrage worden de resultaten van een empirisch onderzoek dat in 2013 is verricht naar de inhoud van gemaakte samenlevingsovereenkomsten gepresenteerd. De beroepsgroep die zich met het maken van samenlevingsovereenkomsten bezig houdt - het notariaat - is bevraagd over deze praktijk aan de hand van een digitale vragenlijst. Daarmee is het qua opzet een verkennend onderzoek, dat een eerste beeld geeft van de notariële praktijk. In deze bijdrage worden de resultaten van een empirisch onderzoek dat in 2013 is verricht naar de inhoud van gemaakte samenlevingsovereenkomsten gepresenteerd. De beroepsgroep die zich met het maken van samenlevingsovereenkomsten bezig houdt - het notariaat - is bevraagd over deze praktijk aan de hand van een digitale vragenlijst. Daarmee is het qua opzet een verkennend onderzoek, dat een eerste beeld geeft van de notariële praktijk. De inhoud van de doorsnee samenlevingsovereenkomst verschilt aanzienlijk van die van huwelijkse voorwaarden. Bedingen waaruit vermogensrechtelijke solidariteit tussen ongehuwd samenwonenden blijkt (inkomens- of vermogensverrekening of alimentatiebedingen), komen slechts zeer beperkt voor in samenlevingsovereenkomsten, terwijl die juist in huwelijkse voorwaarden zeer frequent voorkomen. Ook op andere onderdelen verschaft dit onderzoek interessante bevindingen. Nader onderzoek is gewenst om meer inzicht te krijgen in de praktijk van het maken van samenlevingsovereenkomsten. --- In this paper, the authors present an empirical research on the content of cohabitation contracts in the Netherlands, conducted in 2013. The legal professionals who mostly deal with cohabitation contracts - the notaries - have been asked to fill in a digital questionnaire. The format of this research is exploratory, painting a first picture of legal practice on making cohabitation contracts. The content of the average cohabitation contract differs very much compared to the content of the average marriage contract. Clauses that express solidarity between cohabitants (sharing income or property values or maintenance) are rare in cohabitation contracts, whereas they are rather popular in matrimonial property contracts. Further research is necessary to gain more insight into the legal practice of making cohabitation contracts. |