In het onderzoek Bada Bing worden een parlementariër en de eigenaar van een bordeel veroordeeld voor ambtelijke omkoping. De eigenaar wordt tevens veroordeeld voor belastingfraude. In deze bijdrage gaan wij nader in op een aantal aspecten dat in deze zaken aan de orde was. Daarbij hebben we ons beperkt tot de invulling van de omkoping in de zaak van de parlementariër en de formele aspecten die speelden bij de belastingfraude. Deze aspecten springen het meest in het oog gezien de overeenkomsten en verschillen met de Nederlandse (fiscale) strafrechtspleging. |
Artikel |
Bada Bing Bada BoomOverpeinzingen over omkoping en belastingfraude in het Caribische deel van het Koninkrijk |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 3 2019 |
Trefwoorden | Ambtelijke omkoping, Belastingfraude, Una via, Ne bis in idem |
Auteurs | Mr. K.M.G. Demandt en Mr. M. Coenen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Geef mij toegang tot uw smartphone!Een zoektocht naar de wettelijke grondslag van de gedwongen biometrische ontgrendeling van de smartphone |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 3 2019 |
Trefwoorden | Smartphone, (biometrische) ontgrendeling, Legaliteitsbeginsel, Privacy, Vingerafdruk |
Auteurs | Mr. W. Albers, Mr. T. Beekhuis en Mr. C.M. Taylor Parkins-Ozephius |
SamenvattingAuteursinformatie |
Uit een aantal vonnissen blijkt dat rechters zoekende zijn naar de wettelijke grondslag voor de gedwongen biometrische ontgrendeling van een smartphone. Zo worden de artikelen 3 Pw en 141/142 Sv, artikel 94 Sv e.v. en artikel 61a Sv genoemd. Deze bijdrage gaat nader in op deze bepalingen om inzicht te geven, mede in het licht van artikel 1 Sv en artikel 8 EVRM, in de zoektocht van de rechters. Gepoogd wordt een antwoord te geven op de vraag welke de meest aangewezen grondslag is voor deze wijze van ontgrendeling. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Afwikkeling Personenschade, Aflevering 2 2019 |
Trefwoorden | Letselschade, Aansprakelijkheid |
Auteurs | Mr. H. de Hek |
SamenvattingAuteursinformatie |
Wie de jurisprudentie op het gebied van letselschade wil bijhouden, doet er de laatste jaren verstandig aan niet alleen de uitspraken van civiele rechters te volgen, maar ook die van strafrechters. |
Artikel |
Wet forensische zorg: doelen, middelen en verwachte knelpunten |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 5 2019 |
Trefwoorden | forensische zorg, forensische ggz, weigerende observandi, medisch beroepsgeheim |
Auteurs | Prof. mr. P.A.M. Mevis, mr. A.W.T. Klappe en prof. mr. M.J.F. van der Wolf |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 1 januari 2019 is de Wet Forensische Zorg grotendeels in werking getreden, uitgezonderd de twee ‘ingrijpendste’ onderdelen. Dat betreft de mogelijkheid voor de strafrechter om een zorgmachtiging af te geven en de mogelijkheid van doorbreking van het medisch beroepsgeheim bij verdachten die medewerking weigeren aan gedragskundig onderzoek. In deze bijdrage wordt weergegeven hoe de wet haar doelen beoogt te bereiken en bediscussieerd of deze middelen daartoe wel geschikt zijn. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 3 2019 |
Trefwoorden | herstelrecht, restorative justice, just culture, medische aansprakelijkheid, schade |
Auteurs | Mr. B.S. Laarman |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt onderzocht wat er vanuit een ‘herstelgericht’ perspectief te zeggen is over de afwikkeling van medische schade. Biedt restorative just culture aanknopingspunten voor een afwikkeling van medische schade die beter aansluit bij de behoeften van betrokkenen? |
Artikel |
De rol van de regering bij de totstandkoming van initiatiefwetgeving |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 5 2019 |
Trefwoorden | Grondwet, initiatiefwetgeving, initiatiefrecht, ambtelijke bijstand |
Auteurs | Mr. H.M.B. Breunese |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel bespreekt welke rol de regering speelt bij de totstandkoming van initiatiefwetgeving. Die rol is beperkter dan bij andere wetgeving. Bij de voorbereiding van initiatiefvoorstellen wordt soms ambtelijke bijstand verleend, maar in dat geval vertolkt de ambtenaar niet het standpunt van het kabinet. In de fase van de parlementaire behandeling is de rol van het kabinet prominenter: het kabinet bepaalt dan zijn inhoudelijke standpunt over het initiatiefvoorstel. Pas in de fase na de afronding van de parlementaire behandeling heeft de regering een doorslaggevende rol: een door beide Kamers aangenomen initiatiefvoorstel wordt slechts wet als de regering dat bekrachtigt. |
Artikel |
Over een grens: Nederlandse vondelingen uit of naar het buitenland |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Veiligheid, Aflevering 2 2019 |
Trefwoorden | Vondeling, migratie, Nederland, rationelekeuzetheorie, gelegenheidstheorie |
Auteurs | Kerstin van Tiggelen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Within the group of Dutch foundlings, 28% are migratory foundlings: children coming from abroad to the Netherlands (inbound foundlings), and children going abroad from the Netherlands (outbound foundlings). According to the rational choice theory, there is at some point a rational decision behind human action, based on consideration of costs and benefits – terminology reminiscent of the origins within economic science. When viewed from that perspective, cross-border abandonment may be regarded to be a conscious effort to hinder detection. After all, abandonment of foundlings has been a criminal offence in the Netherlands since at least the Middle Ages. There is therefore also a vested interest in not attracting attention. Anyone abandoning a child and wishing to protect their identity will be attracted to locations that lack effective supervision, defined as guardianship within the criminological routine activities theory. However, the less familiar a location, the trickier it is to avoid visibility. Does the rational consideration of costs and benefits result in migratory foundlings being abandoned just over the border (in order that the perpetrators attract the least possible attention) or actually further inland (in order to detract from the cross-border activity, for example)? Is there a comparable choice in terms of distance when people abandon native foundlings – children found in their country of birth? Relevant questions indeed, as greater insight into such variables can support the direction taken by detection activities. This study is an exploratory analysis of the distance between the domicile or birth location and the abandonment location of cross-border foundlings. The results will then be compared with the distances in the case of domestic foundlings. |
Artikel |
Slachtofferbewust en herstelgericht werken in de reclasseringspraktijk |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Herstelrecht, Aflevering 2 2019 |
Trefwoorden | slachtofferbewust werken, herstelgerichte detentie, gevangenis, reclassering |
Auteurs | Jacqueline Bosker en Vivienne de Vogel |
SamenvattingAuteursinformatie |
The last years victim awareness has received special attention in the Dutch probation service. Three goals are central: respecting the rights and interests of the victim, mapping and increasing victim awareness of the probation client, and working towards the possibilities for recovery. Based on discussions with probation officers, this contribution sketches a picture of how this takes shape in practice. Experience shows that good results are achieved, but that more training and attention to the subject is needed to give it a full place in the probation work. |
Article |
|
Tijdschrift | Family & Law, augustus 2019 |
Auteurs | Elise Blondeel MSc en prof. dr. Wendy De Bondt |
SamenvattingAuteursinformatie |
This article is part of a broader discussion about attaining a full-fledged child-friendly (criminal) justice. Attaining that goal is particularly challenging in cases of international parental abduction, due to the involvement of two branches of law. It is examined to what extent the current interaction guarantees a decision in the best interests of the child. More specifically, the implications of the adage le criminel tient le civil en état are scrutinised from a children’s rights perspective. |
General Comment |
De implementatie van kinderrechten tijdens de adolescentie: General Comment No. 20 en de positie van adolescenten in het Nederlandse strafrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Jeugdrecht, Aflevering 2 2019 |
Trefwoorden | Kinderrechten, IVRK, Adolescentie, Jongvolwassenen, Jeugdstrafrecht |
Auteurs | E.P. Schmidt LLM, BSc |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage staat General Comment No. 20 van het VN-Kinderrechtencomité, over het implementeren van kinderrechten tijdens de adolescentie, centraal. De aanleiding voor en inhoud van de General Comment worden in hoofdlijnen besproken. Daarnaast wordt specifiek aandacht besteed aan een onderwerp dat door het Kinderrechtencomité in het bijzonder van belang wordt geacht voor de bescherming van de rechten van adolescenten: het strafrecht. In dat kader wordt ook de positie van adolescenten in het Nederlandse straf(proces)recht behandeld. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Veiligheid, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | Interorganisationele samenwerking, Politie, Gemeenten, bestuurlijke aanpak, overlast en criminaliteit |
Auteurs | Renze Salet |
SamenvattingAuteursinformatie |
In the Netherlands, over the past 25 years mayors have had an increasing number of formal powers, based on administrative law, to fight against crime and disorder. Now, the Dutch mayors have the power to impose a restraining order, to close houses in case of drugs and/or drugs trade, or to decline a request for a permit when it might be used for illegal activities. |
Artikel |
Erfrecht in de onderwereld (deel IV): de nabestaanden |
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht, Aflevering 4 2019 |
Trefwoorden | afgeleide onrechtmatige daad, beneficiaire aanvaarding, affectieschade, shockschade, criminele nalatenschap |
Auteurs | Mr. L.A.G.M. van der Geld |
SamenvattingAuteursinformatie |
Aan de hand van twee recente uitspraken wordt ingegaan op de afgeleide onrechtmatige daad en de affectieschade. Er kan secundaire aansprakelijkheid zijn als er sprake is van een afgeleide onrechtmatige daad. Waren de ouders van Tristan van der V. zich ervan bewust dat hun zoon derden leed zou gaan betrokkenen? Het Hof Den Haag deed er onlangs uitspraak over. De ouders en broer van Anne Faber hebben affectieschade gevorderd. In het hoger beroep van Michael P. werd daar onlangs door het Hof Arnhem-Leeuwarden een uitspraak over gedaan. De mogelijkheid om affectieschade te vorderen (in het strafrechtelijke proces) is op 1 januari 2019 ingegaan. |
Artikel |
Kan de aangepaste Belgische abortuswet ook Nederland inspireren? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 4 2019 |
Trefwoorden | abortus, abortus in België, abortus in Nederland, Wet afbreking zwangerschap |
Auteurs | Mr. P.L. Garré |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel bespreekt de recente wijzigingen aan de Belgische abortuswetgeving en gaat na of sommige aanpassingen ook nuttig kunnen zijn voor een hervorming van de Waz. Deze wijzigingen in de Belgische wetgeving dienen slechts in beperkte mate als inspiratiebron voor een mogelijke aanpassingen aan de Nederlandse wetgeving. |
Artikel |
Een erfzonde in het strafrecht |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 7 2019 |
Auteurs | Gerard Spong |
Auteursinformatie |
Artikel |
Raadsman van politie |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 7 2019 |
Auteurs | Erik Jan Bolsius en Lucien Kroon |
Auteursinformatie |
Artikel |
|
Tijdschrift | Netherlands Journal of Legal Philosophy, Aflevering 1 2019 |
Auteurs | Thomas Jacobus de Jong |
Samenvatting |
In deze bijdrage staat de activiteit van bewijzen in strafzaken centraal. Betoogd wordt dat de vigerende rationalistische opvatting van strafrechtelijk bewijzen eraan voorbij gaat dat het bewijzen zich allereerst voltrekt op een vóór-reflectief niveau. Het primaire blikveld van de mens is namelijk niet het objectiverende kennen, zoals in de rationele bewijstheorieën wordt voorondersteld, maar de praktische relatie tot de wereld. In dit kader wordt eerst de filosofische achtergrond van de rationalistische bewijsopvatting in kaart gebracht, in het bijzonder de invloed van Aristoteles en Descartes. Vervolgens worden de daaruit voortkomende bevindingen aan de hand van ideeën en inzichten die zijn ontleend aan de existentiële fenomenologie kritisch gewaardeerd. Dit leidt tot de uiteenzetting van een hermeneutische opvatting van strafrechtelijk bewijzen. |
Artikel |
De elektronische betekening van gerechtelijke mededelingen: kanttekeningen bij een betrekkelijk nieuwe regeling |
Tijdschrift | Tijdschrift Modernisering Strafvordering, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | elektronische betekening, e-betekening, Wetboek van strafvordering, Wet herziening tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen, Berichtenbox, Berichtenbox app, akte van uitreiking |
Auteurs | Drs. J.W. van Wetten |
SamenvattingAuteursinformatie |
De auteur concludeert dat wanneer de huidige regeling van de e-betekening in ongewijzigde vorm in Hoofdstuk 9 van Boek 1 van het nieuwe Wetboek van Strafvordering zou worden opgenomen en in werking zal treden, niet verwacht mag worden dat deze in de praktijk enige toegevoegde waarde zal hebben. Bovendien kan worden geconcludeerd dat de regeling dermate techniekafhankelijk is geformuleerd dat deze in de weg staat aan de toepassing van een handige en gebruikersvriendelijke voorziening als de Berichtenbox app. Wenselijk is de regeling te herzien met als vertrekpunt dat het elektronisch ontvangen van gerechtelijke kennisgevingen geen geheel vrijblijvende aangelegenheid is voor de justitiabele. Het invoeren van een verplichting tot elektronische ontvangst voert wellicht te ver. Voorgesteld wordt aan een eenmaal gegeven instemming voor het elektronische ontvangen van gerechtelijke kennisgevingen de consequentie te verbinden dat de verzending van een kennisgeving door het Openbaar Ministerie voldoende is om een betekening in persoon aan te nemen. Dat zal het geval kunnen zijn indien de werking van de te gebruiken voorziening een grote mate van zekerheid biedt dat de kennisgeving de juiste persoon bereikt, dat – behoudens de mogelijkheid van een verstoring – de aan de persoon verzonden kennisgeving (doordat hij hiervan langs verschillende kanalen wordt genotificeerd) de persoon niet zal kunnen ontgaan en dat de verzending op bij wet voorschreven wijze wordt gelogd en in machinaal gegenereerde standaardverklaringen wordt vastgelegd opdat de rechter – mocht dit nodig zijn – de e-betekening kan controleren. |
Artikel |
Schikken of beschikken?Buitengerechtelijke afdoening van grote en bijzondere strafzaken in een gemoderniseerd Wetboek van Strafvordering |
Tijdschrift | Tijdschrift Modernisering Strafvordering, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | buitengerechtelijke afdoening, transactie, strafbeschikking, modernisering Wetboek van Strafvordering |
Auteurs | Mr. dr. E. Sikkema en Mr. dr. W.S. de Zanger |
SamenvattingAuteursinformatie |
|
Artikel |
Het professionele verschoningsrecht in het nieuwe wetboek |
Tijdschrift | Tijdschrift Modernisering Strafvordering, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | geheimhoudingsplicht advocaat, professionele verschoningsrecht, Modernisering Wetboek van Strafvordering, getuigenverhoor, doorzoeking en inbeslagneming |
Auteurs | Mr. dr. N.A.M.E.C. Fanoy |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de conceptwetsvoorstellen tot vaststelling van Boek 1, 2 en 6 van het nieuwe Wetboek van Strafvordering is een aantal voorstellen gedaan voor een nieuwe regeling van het ‘professionele verschoningsrecht’: het verschoningsrecht van bepaalde beroepsbeoefenaren met een vertrouwenspositie die in het kader van hun beroepsuitoefening een geheimhoudingsplicht hebben. Deze bijdrage gaat in op de voorgestelde bepalingen die betrekking hebben op het professionele verschoningsrecht bij het getuigenverhoor en bij een doorzoeking en inbeslagneming bij professioneel verschoningsgerechtigden dan wel ‘derden’. De nadruk ligt op de geheimhoudingsplicht en het verschoningsrecht van de advocaat. De wetgever beoogt met de voorgestelde bepalingen de reikwijdte en de omvang van het verschoningsrecht te verduidelijken en in overeenstemming te brengen met recente ontwikkelingen in jurisprudentie en rechtspraktijk. In de bijdrage worden de voorstellen nader beschouwd in het licht van deze doelstelling. |
Artikel |
Een voorzet voor de modernisering van het jeugdstrafprocesrecht in lijn met het IVRK en met oog voor de knelpunten in de praktijk |
Tijdschrift | Tijdschrift Modernisering Strafvordering, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | jeugdige verdachten, buitengerechtelijke afdoening, IVRK, jeugdstrafzitting, EU-Richtlijn procedurele waarborgen jeugdige verdachten |
Auteurs | Mr. dr. J. uit Beijerse en Mr. C.L. van der Vis |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt een voorzet gedaan om de modernisering van het jeugdstrafprocesrecht nog meer in lijn te brengen met de uit het IVRK voortvloeiende eisen. Achtereenvolgens wordt aandacht besteed aan de plaats van het jeugdstrafprocesrecht in het voorgestelde wetboek, aan de bijzondere positie van de buitengerechtelijke afdoening van jeugdstrafzaken door het Openbaar Ministerie en worden voorstellen gedaan met het oog op diverse zich in de jeugdstrafprocespraktijk voordoende knelpunten. |