|
Zoekresultaat: 45 artikelen
Jurisprudentie |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 3 2019 |
Auteurs | Prof. mr. H.J.B. Sackers (red.), mr. A.A. Feenstra, mr. A.C.M. Klaasse e.a. |
Samenvatting |
Artikel |
Het punitieve karakter van de Educatieve Maatregel Gedrag en verkeer (EMG)Een analyse aan de hand van het begrip criminal charge ex artikel 6 lid 1 EVRM |
Tijdschrift | PROCES, Aflevering 2 2019 |
Trefwoorden | EMG, Huftercursus, Snelheidscursus, Vorderingsprocedure |
Auteurs | Victor Huurman |
SamenvattingAuteursinformatie |
This contribution deals with the punitive aspects of the Dutch ‘Educational Measure Behaviour and traffic’ rehabilitation course (EMG), thereby using the criminal charge concept (article 6 ECHR) and the alcohol interlock case law as indicators for the level of punitivity. As of 2009, Dutch drivers whom (repeatedly) commit traffic violations may be subjected to an EMG. Failing this course can cause a driver to have his or her driving licence suspended. The Dutch Driving Test Organization (CBR) lacks the possibility to take any individual circumstances into account. The question then arises as to whether the EMG may have a disproportionate impact in certain cases. It is argued that the imposition of the EMG predominantly qualifies as a criminal charge, requiring an extension of the current regime of legal protection. It is furthermore argued that the dominant position of the police officer who makes an EMG report should be reconsidered. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | verwevenheid privaatrecht en publiekrecht, wisselwerking bestuursrecht en privaatrecht, publiek- en privaatrechtelijke handhaving, dialoog, contractsvrijheid |
Auteurs | Mr. L.F. Wiggers-Rust |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het proefschrift van Hage bevat een intensief onderzoek naar de wisselwerking tussen bestuursrecht en privaatrecht op een drietal gebieden: het telecommunicatierecht, het consumentenrecht en het financiële recht. Hij beschouwt daarbij ook mogelijkheden tot verbetering daarvan in het belang van een effectieve handhaving. Het is daarmee uiterst actueel. |
Artikel |
De sluitingsbevoegdheid van artikel 13b Opiumwet: een mogelijk vervolgingsbeletsel voor het Openbaar Ministerie |
Tijdschrift | PROCES, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | Bestuurlijk sanctierecht, Bestuursstrafrecht, Openbaar Ministerie, Opiumwet |
Auteurs | Mr. dr. drs. Benny van der Vorm |
SamenvattingAuteursinformatie |
According to article 13b of the Dutch Drug Act, the mayor is authorized to close homes and buildings in case of violation of this act. The closure of these homes and buildings is considered as an administrative sanction with no punitive aim. However, in certain cases it is possible that the application of this sanction could to be considered as a criminal charge. If so, this might have consequences for a possible criminal prosecution, because of the concept that no legal action can be instituted twice for the same cause (ne bis in idem-principle). This could lead to the situation that the Dutch Public Prosecution Service might lose its right to prosecute. In the combat of ‘undermining criminality’ this would be a major upset. |
Redactioneel |
Bestuursrechtelijke criminologie: relevant voor het bijzondere strafrecht? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 3 2018 |
Trefwoorden | Bestuursrechtlijke criminologie, Bestuursstrafrecht, Bijzonder strafrecht, Bestuurlijke maatregel, Ondermijning |
Auteurs | Mr. dr. drs. B. van der Vorm |
SamenvattingAuteursinformatie |
De deeldiscipline bestuursrechtelijke criminologie is gericht op de werking van de bestuursrechtelijke handhaving. Het is een empirische wetenschap, die ook relevant is voor het bijzondere strafrecht. |
Artikel |
De ontwikkeling van de Wet Damocles: burgemeesters trekken zwaard in de strijd tegen drugs |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 3 2018 |
Trefwoorden | 13b Opiumwet, Drugscriminaliteit, Empirical legal research, Hennepteelt, Drugshandel |
Auteurs | Mr. L.M. Bruijn |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op grond van artikel 13b Opiumwet sluiten burgemeesters elk jaar honderden panden vanwege drugshandel en hennepteelt. Dit artikel geeft een zo volledig mogelijk overzicht van de ontwikkeling, uitleg en toepassing van deze sluitingsbevoegdheid. Allereerst wordt onderzocht hoe vaak de bevoegdheid wordt toegepast. Daarna vindt een kwantitatieve jurisprudentieanalyse plaats, waarbij o.a. wordt gekeken naar de winkans van belanghebbenden. Deze resultaten worden vervolgens verklaard aan de hand van een meer kwalitatieve jurisprudentieanalyse. Door gebruik van verschillende onderzoeksmethoden en de uitvoerige jurisprudentiebespreking levert dit onderzoek een wetenschappelijke bijdrage aan de discussie over de toepassing en uitbreiding van artikel 13b Opiumwet. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 2 2018 |
Trefwoorden | Awb, Lar, bestuursrecht, Koninkrijk, analoge toepassing |
Auteurs | Prof. mr. L.J.J. Rogier |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage staat de auteur stil bij het belang van de Nederlandse Algemene wet bestuursrecht (Awb) voor de rechtspraktijk in Curaçao. Met de Awb wordt nader betekenis gegeven aan bestuursrechtelijke regels die in Curaçao niet zijn opgeschreven of veel minder zijn uitgewerkt. De vragen die rijzen zijn of dat wel altijd kan en zo ja, aan welke grenzen het overnemen of analoog toepassen van regels uit de Awb in Curaçao dan is gebonden. |
Artikel |
De begrafenis- en crematiewetgeving van Curaçao, Aruba, Sint Maarten en de BES-eilanden |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 3 2018 |
Trefwoorden | begrafeniswetgeving, crematiewetgeving, concordantiebeginsel, rechtsvergelijking, Wet op de lijkbezorging |
Auteurs | Mr. W.A.M. Hu-a-ng |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel staat de auteur stil bij de juridische procedure van het cremeren en begraven. De auteur zal daarbij ingaan op de gelijkenissen en verschillen in de relevante wetgeving van Aruba, Curaçao en de rest van het Koninkrijk. |
Redactioneel |
Inleiding |
Tijdschrift | Justitiële verkenningen, Aflevering 4 2018 |
Auteurs | Mr. drs. Marit Scheepmaker |
Auteursinformatie |
Artikel |
Rechtsbescherming tegen de cumulatie van privaatrechtelijke en strafrechtelijke gebiedsverboden |
Tijdschrift | Justitiële verkenningen, Aflevering 2 2018 |
Trefwoorden | soccer banning order, pub banning order, criminal charge, accumulation, legal protection |
Auteurs | Mr. dr. drs. Benny van der Vorm |
SamenvattingAuteursinformatie |
There are different types of banning orders (criminal, administrative and private banning orders) and also various procedures for imposing these orders. According to the case law of the European Court of Human Rights (EctHR) it is unlikely that the private banning orders can be labelled as a criminal charge. The nature of the private banning orders is not punitive. These orders are to be regarded as recovery sanctions. However, applying the ‘Engel criteria’ will lead to the conclusion that some criminal banning orders are to be considered as a criminal charge. Accumulation between criminal and private law banning orders might be troublesome, but it is possible. It is recommended that the Public Prosecution Service is cautious when it comes to demanding a criminal banning order, when a private banning order has already been imposed. |
Jurisprudentie |
Over de voorlegplicht en de cautieNoot bij CBb 26 oktober 2017, ECLI:NL:CBB:2017:343 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 1 2018 |
Trefwoorden | Voorlegplicht, Handhaving, Cautie, Toezichthouder, Financieel toezicht |
Auteurs | Mr. C. de Rond en Mr. M. Altena |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft met deze (tussen)uitspraak een beroep van appellant op schending van de toepassing van de ‘voorlegplicht’ zoals neergelegd in artikel 5:44, tweede en derde lid van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) afgedaan op het relativiteitsbeginsel. De annotatoren gaan in op de betekenis van de voorlegplicht en meer in het bijzonder de wijze waarop financieel toezichthouders in de praktijk toepassing geven aan de voorlegplicht. Daarnaast heeft het CBb overwegingen gewijd aan de cautie en de toepassing van de cautie, zoals neergelegd in artikel 5:10a Awb. |
Jurisprudentie |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 1 2018 |
Auteurs | Prof. mr. H.J.B. Sackers (red.), mr. A.A. Feenstra, prof. dr. R.C.P. Haentjens e.a. |
Artikel |
Keuze voor een sanctiestelsel: bestuurlijke boete of bestuurlijke strafbeschikking? |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 5 2017 |
Trefwoorden | bestuurlijke boete, bestuurlijke strafbeschikking, rechtseenheid, doelmatigheid |
Auteurs | Prof. mr. H.E. Bröring |
SamenvattingAuteursinformatie |
Sinds de invoering van de bestuurlijke strafbeschikking zijn bepaalde voordelen van de bestuurlijke boete komen te vervallen. In deze bijdrage staat de vraag centraal wat anno 2017 de voordelen van de bestuurlijke boete zijn. Betoogd wordt dat bestuurlijkeboeterecht in materieel opzicht strafrecht is en in procedureel opzicht bestuursrecht, en dat de keuze voor de bestuurlijke boete daarom vooral op procedurele argumenten moet stoelen. Het belangrijkste procedurele argument ten gunste van de bestuurlijke boete is het vermijden van extra procedures. Het argument dat de bestuurlijke boete qua rechtsbescherming zou onderdoen voor de bestuurlijke strafbeschikking wordt van de hand gewezen. |
Artikel |
De bevordering van de rechtsbescherming op grond van het sanctiestelsel in de SZW-uitkeringswettenOver de keuze van het sanctiestelsel, de gevolgen van de uitspraken van de CRvB voor de toepassing ervan en de gevolgen van het ongevraagd advies van de Afdeling advisering |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 5 2017 |
Trefwoorden | uitkeringsfraude, bestuurlijke boete, opzet, grove schuld, rechtsbescherming |
Auteurs | J.A. Hofsteenge |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bij de SZW Fraudewet I werden de bestuurlijke boetes sterk verhoogd van 10 naar 100 procent van ten onrechte ontvangen uitkering. De CRvB heeft geoordeeld dat de hoge boetes om een indringender toets aan het evenredigheidsbeginsel vragen. Deze rechtspraak is gecodificeerd bij de SZW Fraudewet II, waarbij de strafrechtelijke begrippen ‘opzet’ en ‘grove schuld’ werden geïntroduceerd. Onder het nieuwe regime wordt bij de boeteoplegging meer onderscheid gemaakt tussen mensen die de intentie hebben gehad te frauderen en zij die deze intentie niet hebben gehad. Hiermee is de rechtsbescherming bevorderd in lijn met het ongevraagd advies van de Raad van State over sanctiestelsels. |
Artikel |
Bespiegelingen over de keuze tussen bestuursrecht en strafrecht |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 5 2017 |
Trefwoorden | sanctiestelsel, bestuurlijke boete, bestuurlijke strafbeschikking, ernstige gedraging, bestuursstrafrecht |
Auteurs | Mr. dr. drs. B. van der Vorm |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de nabije toekomst zal de wetgever zich gaan beraden over de zogenoemde ‘open context’ en ‘besloten context’. Deze criteria spelen een belangrijke rol ten aanzien van de keuze tussen het bestuursrecht en het strafrecht. Vanuit meerdere hoeken zijn deze criteria bekritiseerd, omdat ze te onbepaald zijn. In deze bijdrage wordt betoogd dat de wetgever meer gewicht moet toekennen aan het criterium van de ernstige gedraging. Er dient te worden gekozen voor het strafrecht indien sprake is van een ernstige gedraging, terwijl bestuursrechtelijk optreden mogelijk is bij minder ernstige gedragingen. Ten aanzien van de keuze tussen de bestuurlijke boete en de bestuurlijke strafbeschikking dient vooral pragmatisch te worden gekozen. |
Jurisprudentie |
De sanctiebevoegdheid van de burgemeester in artikel 13b OpiumwetNoot bij ABRvS 8 februari 2017, ECLI:NL:RVS:2017:294 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 3 2017 |
Trefwoorden | Woningsluiting, Opiumwet, Bestuursstrafrecht, Bestuurlijke herstelsanctie, Openbare orde |
Auteurs | Mr. dr. drs. B. van der Vorm |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op grond van artikel 13b Opiumwet kan de burgemeester een woning sluiten ter bestrijding van strafbare feiten uit de Opiumwet. De woningsluiting kan niet worden aangemerkt als een bestraffende sanctie. |
Artikel |
De handhaving van het vreemdelingenrecht in Curaçao |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 3 2017 |
Trefwoorden | vreemdelingenrecht, handhaving, Landsverordening toelating en uitzetting, Toelatingsbesluit, Landsverordening arbeid vreemdelingen |
Auteurs | Prof. mr. L.J.J. Rogier |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel staat de handhaving van het vreemdelingenrecht op basis van de Landsverordening toelating en uitzetting (Ltu), het Toelatingsbesluit (Tb) en de beleidsregels ter uitvoering van deze regelgeving centraal. Ook wordt aandacht geschonken aan de Landsverordening arbeid vreemdelingen (Lav), de Landsverordening identificatieplicht (Lvi), de Landsverordening basisverzekering ziektekosten (Lbz) en de Vestigingsregeling voor bedrijven, die ook aanknopingspunten bieden voor de handhaving van het vreemdelingenrecht. |
Jurisprudentie |
De toepasselijkheid van het familiaire verschoningsrecht ter zake van de procedure tot intrekking en terugvordering van bijstandNoot bij CRvB 21 februari 2017 ECLI:NL:CRVB:2017:612 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 2 2017 |
Trefwoorden | Bestuursstrafrecht, Bijstandsfraude, Bestuurlijk maatregelrecht, Familiaal verschoningsrecht, Cautie |
Auteurs | Mr. dr. drs. B. van der Vorm |
SamenvattingAuteursinformatie |
De intrekking en terugvordering van bijstand wordt aangemerkt als een bestuurlijke maatregel. In de onderhavige uitspraak van de Centrale Raad van Beroep blijkt dat appellant niet zijn hoofdverblijf had op het uitkeringsadres. De bijstand wordt daarom ingetrokken en teruggevorderd. Dit besluit is onder andere gebaseerd op een verklaring van de dochter van appellant. De Centrale Raad van Beroep overweegt dat aannemelijk is gemaakt dat de dochter door de sociale rechercheurs is gewezen op haar verschoningsrecht en deze verklaring ten grondslag kan worden gelegd aan het besluit tot intrekking en terugvordering van de bijstand. |
Artikel |
Een extra termijn van de Brzo-omgevingsdiensten voor het indienen van het VR: gunst of niet? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 4 2016 |
Trefwoorden | strafrecht, handhaving, vertrouwensbeginsel, Besluit risico’s zware ongevallen (Brzo), Gedogen |
Auteurs | Mr. B. d’Hooghe en mr. C.J. IJdema |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bedrijven die onder het zwaarste regime van het nieuwe Besluit risico’s zware ongevallen 2015 (hierna Brzo 2015) vallen, hadden vóór 1 juni 2016 een veiligheidsrapport moeten indienen dat aan de eisen van het Brzo 2015 voldoet. Dat was in de praktijk problematisch omdat inwerkingtreding van de Regeling risico’s zware ongevallen 2015 lang op zich heeft laten wachten en de PGS 6-richtlijn nog niet definitief is aangepast. Om die reden hebben de Brzo-omgevingsdiensten aan bestaande inrichtingen laten weten dat een ‘begunstigingstermijn’ zal worden geboden tot en met 1 januari 2017 om te voldoen aan het Brzo 2015. Wij hebben onderzocht of Brzo-bedrijven op basis van de brief inderdaad langer de tijd mochten nemen om een nieuw veiligheidsrapport in te dienen, of dat zij daardoor op het verkeerde been zijn gezet. |
Artikel |
Nice to know or need to knowNoodzakelijke strafrechtelijke gegevens voor bestuursrechtelijke sancties |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 3 2016 |
Trefwoorden | Motiveringsbeginsel, (verstrekking) politiegegevens, (herstellende of bestraffende) sanctie, Bestuurlijke Rapportage, Bewijsleer |
Auteurs | Mr. P. Ronteltap |
SamenvattingAuteursinformatie |
Vaak zijn strafrechtelijke gegevens nodig voor de bestuursrechtelijke aanpak van georganiseerde criminaliteit. Door de geheimhoudingsplicht mogen de politie en het Openbaar Ministerie niet meer gegevens verstrekken dan noodzakelijk. Daarom onderzoekt het artikel welke soort gegevens nodig zijn voor het onderbouwen van de meest voorkomende sancties. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen herstellende en bestraffende sancties. Het artikel sluit af met de conclusie dat de huidige wijze van informatieverstrekking niet vrij is van risico’s. |