Dit artikel bevat een beschrijving van de stelselherziening Omgevingsrecht in het tweede en derde kwartaal van 2019. |
Zoekresultaat: 793 artikelen
Redactioneel |
Participatie in en onder de Omgevingswet |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Omgevingsrecht, Aflevering 3 2019 |
Auteurs | Mr. H.A.J. (Henk) Gierveld |
Auteursinformatie |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Omgevingsrecht, Aflevering 3 2019 |
Trefwoorden | Omgevingswet, Aanvullingswet natuur, Aanvullingswet geluid |
Auteurs | Mr. H.W. (Wilco) de Vos |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Eerder verbindend dan visionairEen analyse van de overwegingen van burgemeesters bij het gebruiken van de handhavende bevoegdheden uit de Wet Damocles |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Veiligheid, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | home closure, Mayors, political leadership, leadership style, the Netherlands |
Auteurs | Ineke Bastiaans en Niels Karsten |
SamenvattingAuteursinformatie |
Several authors fear that the expansion of Dutch mayors’ executive powers in the field of safety and security will harm their position as non-partisan and consensus-oriented leaders. Empirical research into how mayors use their powers, however, is still rare. From a leadership perspective, the current article analyzes how mayors in the region of South East Brabant in Netherlands use their administrative power to close homes involved in drug-related crime. Drawing on Fischer’s framework of discursive practices, we analyze mayors’ considerations in terms of the argumentation they provide for closing homes. Our analysis, which draws on interviews and document analysis, covers 27 cases from the police region of South-East Brabant and includes 120 considerations. Our findings indicate that mayors vindicate home closures mostly through policy-derived technical and situational argumentations. Vindications that aspire a particular societal effect, such as the reduction of criminal activity, or ideological motivations are rarer, which is indicative of a non-decisive leadership style. In addition, mayors mostly respect the local closure policies. As such, they show very little decisive and individualistic leadership. And, to the extent that they deviate from agreed-upon regional policies, their motivation is to be able to take into account unique local circumstances. In the use of their administrative powers mayors, thus, show mostly situational and adaptive leadership, which, rather than as visionaries, positions them as caretakers. The leadership style of Dutch mayor in the use of this administrative power is, thus, much more in accordance with their traditional bridging-and-bonding leadership style than some authors suspect. Some of the limitations of our study are that we have analyzed closure decisions from one region only and that real-life decisions are susceptible to contextual influences. At the same time, our study provides a rare insight into real-world mayoral leadership in the Netherlands in the field of safety and security. |
Redactioneel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Omgevingsrecht, Aflevering 2 2019 |
Trefwoorden | vertrouwensbeginsel, handhaving |
Auteurs | Prof. mr. G.A. (Gerrit) van der Veen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit redactioneel gaat in op de uitspraak van de grote kamer van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State over het vertrouwensbeginsel in het omgevingsrecht. |
Artikel |
De uitwerking van de Dienstenrichtlijn in het Nederlandse stelsel van ruimtelijke ordening |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Omgevingsrecht, Aflevering 2 2019 |
Trefwoorden | diensten, detailhandel, bestemmingsplan |
Auteurs | Mr. dr. M.R. (Marleen) Botman en Mr. D.S.P. (Daniëlle) Roelands-Fransen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Auteurs gaan in op recente jurisprudentie van met name de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State over de vraag of de haar voorgelegde ruimtelijke voorschriften die economische activiteiten reguleren in overeenstemming zijn met de regels van het vrij verkeer, meer specifiek de vrijheid van vestiging en de Europese Dienstenrichtlijn 2006/123/EG. Zij gaan met name in op de vraag in hoeverre ruimtelijke voorschriften de vestiging van detailhandel kunnen reguleren door middel van brancheringsregelingen (de zaak Appingedam had namelijk betrekking op een brancheringsregeling voor de vestiging van detailhandel). Aan het slot van hun artikel geven zij een doorkijkje naar de toets aan de Dienstenrichtlijn onder het systeem van de Omgevingswet. |
Artikel |
Milieuzones: leiden alle wegen nog naar Rome? |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 4 2019 |
Trefwoorden | milieuzone, luchtkwaliteit, luchtverontreiniging, harmonisering milieuzones, verkeersbesluit |
Auteurs | Mr. dr. F.A.G. Groothuijse, Mr. K.M. Landman en Mr. W.S. Zorg |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel gaan auteurs in op de opkomst van milieuzones en een aantal daarmee gepaard gaande juridische knelpunten. De op handen zijnde harmonisering van milieuzones, de verhouding tussen decentralisatie en harmonisatie, de (beperkte) democratische legitimering van milieuzones en de (toetsing van de) evenredigheid van verkeersbesluiten passeren hierbij de revue. Afsluitend komen ook de Omgevingswet, en de eventuele gevolgen van deze wet voor het instellen van milieuzones en de gesignaleerde knelpunten aan bod. |
Artikel |
De rol van de VNG bij de totstandkoming van gemeentelijke verordeningen |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 4 2019 |
Trefwoorden | gemeenten, modelverordeningen, regelgeving, VNG |
Auteurs | Mr. V.K. Smit |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het ontwerpen en beschikbaar stellen van modelverordeningen is een van de diensten die de VNG aan haar leden verleent. Naar hun aard zorgen de modelverordeningen voor uniformiteit tussen gemeenten die het model volgen. In het licht van het motief voor decentralisatie en omdat het de VNG niet past om in haar modelverordeningen eenzijdig beleidsmatige keuzes te maken, wordt er bij het opstellen van de modelverordeningen naar gestreefd gemeenten zo veel mogelijk beleidsruimte van betekenis te laten. In het kader van dit themanummer over decentrale regelgeving verschaft dit artikel inzicht in de totstandkoming van VNG-modelverordeningen en het gebruik daarvan door gemeenten. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Religie, Recht en Beleid, Aflevering 2 2019 |
Trefwoorden | Hindoetempel, Burgerlijke gemeente, Welstandscommissie, Rol architecten, Lokale politiek |
Auteurs | Dr. Freek L. Bakker |
SamenvattingAuteursinformatie |
Currently the Netherlands count 44 Hindu temples. Most of them are arranged in converted school buildings, shops and other edifices not meant to be used as a Hindu house of worship. In 2000 the first purpose-built Hindu temple was constructed, and after that date five other purpose-built prayer houses of Hindu background were built. This article analyses the interaction between the initiators and the representatives of the local governments in the process between the first plans and the ultimate result. It will become clear that the various municipalities acted differently in the implementation of the national and local regulations concerning building religious prayer houses. The people initiating the construction of these buildings also operated variously. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 2 2019 |
Trefwoorden | Openbare orde, Ondermijning, Bestuurlijke aanpak, Handhaving, Bestuursrecht |
Auteurs | Prof. dr. A.C.M. Spapens |
SamenvattingAuteursinformatie |
Een bestuurlijke aanpak van ondermijnende criminaliteit, al dan niet als onderdeel van een integrale aanpak, is in Nederland inmiddels gemeengoed. Toch bestaan er nog volop misverstanden over, die ook aanleiding geven tot niet altijd terechte kritiek. Het handhavingsinstrumentarium waarop deze aanpak is gebaseerd vinden we in alle landen terug. De mate waarin het wordt toegepast om (zware en georganiseerde) misdaad te bestrijden verschilt echter, al naar gelang de aard, ernst en de historie van die problematiek. Een bestuurlijke aanpak is een manier om hogere drempels op te werpen voor criminele bedrijfsprocessen, maar is geen afzonderlijk alternatief voor het strafrecht. |
Artikel |
Een mogelijke inpassing van de G1000 op nationaal niveau |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 3 2019 |
Trefwoorden | G1000, burgerparticipatie, deliberatie, representatieve democratie, wetgevingsproces |
Auteurs | Mr. M. van Zanten, G.J.P. Penders, L.S.R. Frietman e.a. |
SamenvattingAuteursinformatie |
De G1000 is als vorm van burgerparticipatie herhaaldelijk ingezet op lokaal niveau als aanvulling op de representatieve democratie. Daarmee voorziet de G1000 in potentie in de behoefte van veel burgers aan (meer) politieke betrokkenheid. In dit artikel gaan de auteurs daarom in op de vraag of en hoe de G1000 ook op nationaal niveau, in het wetgevingsproces, kan worden ingepast. Daarbij wordt eerst ingegaan op de behaalde resultaten van de G1000 op lokaal niveau en de toegevoegde waarde van het instrument ten opzichte van andere vormen van burgerparticipatie. Vervolgens wordt gekeken welke constitutionele grenzen het grondwettelijk stelsel stelt aan de inpassing van een G1000 op nationaal niveau. De auteurs komen tot de conclusie dat een G1000 binnen deze grenzen kan worden ingepast, waarbij tegelijkertijd de basisprincipes van de G1000 zoveel mogelijk worden gerespecteerd. Zij dragen in dat kader enkele ideeën aan voor de daadwerkelijke implementatie van de G1000 in het nationale wetgevingsproces. |
Artikel |
Zomerzaken |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 6 2019 |
Auteurs | Stijn Dunk |
Annotatie |
Onderzoeksplicht of zorgvuldigheidsplicht bij de Wet Markt en Overheid? Het CBb verleent park-assist aan gemeentenRb. Rotterdam 21 september 2017, ECLI:NL:RBROT:2017:7170; Rb. Rotterdam 22 maart 2018, ECLI:NL:RBROT:2018:2123; Rb. Rotterdam 22 maart 2018, ECLI:NL:RBROT:2018:2119; CBb 18 december 2018, ECLI:NL:CBB:2018:660 |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 2 2019 |
Auteurs | Jasper Sluijs |
Auteursinformatie |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Omgevingsrecht, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | Omgevingswet, stelselherziening |
Auteurs | Mr. H.W. (Wilco) de Vos |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage gaat de auteur in op de voortgang van de stelselherziening omgevingsrecht (de Omgevingswet). In deze aflevering staat het proces centraal van de parlementaire behandeling van de voorstellen voor de Invoeringswet en de Aanvullingswetten bodem, natuur, geluid en grondeigendom. |
Artikel |
Een buitengerechtelijke procedure voor zuivere bestuursgeschillen? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Omgevingsrecht, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | procesrecht, bestuursgeschil, rechtsbescherming |
Auteurs | Prof. mr. K.J. (Kars) de Graaf, Prof. mr. dr. A.T. (Bert) Marseille en Mr. M. (Marc) Wever |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage doen de auteurs verslag van een onderzoek naar bestuursgeschillen die in opdracht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is uitgevoerd. |
Kroniek |
Kroniek publiekrechtelijke handhaving Mededingingswet 2018 |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 1 2019 |
Auteurs | Cees Dekker en Ekram Belhadj |
Auteursinformatie |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | Feitelijk leidinggeven, Exclusieve bestuurstaak, Stichtse Vecht, Pikmeer, Immuniteit |
Auteurs | Mr. dr. M.J. Hornman |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op grond van de Pikmeerjurisprudentie deelt de feitelijk leidinggever in de immuniteit van het openbare lichaam waaraan deze is verbonden. In de literatuur wordt ten onrechte aangenomen dat die immuniteit onverenigbaar is met de Straatsburgse positieve verplichtingen-rechtspraak. Deze rechtspraak verplicht enkel tot vervolging indien de betrokken overheidsfunctionaris een wezenlijk persoonlijk verwijt wegens dood door schuld kan worden gemaakt. In alle gevallen waarin deze aansprakelijkheidsdrempel is gehaald, kan de immuniteit eenvoudig worden omzeild door de betrokkene uit hoofde van ‘eigen daderschap’ te vervolgen. Alleen voor minder ernstige gevallen blijft de immuniteit overeind, maar in die situaties bestaat geen verplichting tot vervolging. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Veiligheid, Aflevering 4 2018 |
Trefwoorden | Historie, Operationeel leider, Bureaupolitiek, Beethovenfout voor samenwerking |
Auteurs | Bernard Groot en Ira Helsloot |
SamenvattingAuteursinformatie |
The operational leader, the ‘gold commander’, fulfils a crucial function in crisis- and disaster management in the Netherlands. He is held responsible for the total coordination of all collaborating emergency services and supports/advises the Mayor, the Commander in Chief. Unfortunately, this function has never been very effective in practise, as shown by many evaluations. From a scientific point of view, it is easy to understand why the operational leader cannot be effective in the Dutch crisis management organisation. The operational leader has no authorities and has been seated in an emergency operation centre far from the Mayor. This article examines why this issue has not been solved, despite 30 years of studying and adjusting the Dutch crisis management organisation. |
Column |
Mr. X noemt iets belachelijk |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 10 2018 |
Auteurs | Trudeke Sillevis Smitt |
Artikel |
Gevallen helden van bedrijfsleven en openbaar bestuurDe ‘fall from grace’ van witteboordencriminaliteit |
Tijdschrift | Tijdschrift over Cultuur & Criminaliteit, Aflevering 2 2018 |
Trefwoorden | white-collar crime, status degradation, sanctioning, executives, punishment |
Auteurs | Prof. dr. Wim Huisman en Drs. Dennis Lesmeister |
SamenvattingAuteursinformatie |
In criminology, it is generally assumed that the high social status of white-collar offenders prevents them of being targeted by criminal law enforcement. But when they do, they suffer greater social and economic damage because of this high social status. Empirical research on the consequences of criminal law enforcement and conviction for white-collar offenders is scarce, and limited to the US and the UK. This paper used biographies of convicted former executives in business and public office in the Netherlands, to analyse these consequences and the process of the ‘fall from grace’ of white-collar offenders. The consequences are described in four life-domains: health, the private sphere, the occupational sphere and the social sphere. The results show that Dutch executives, in line with findings for the Anglo-American white-collar offenders, experience status degradation and suffer much collateral damage of criminal law enforcement. After the initial horror of imprisonment, they endure prison life fairly well. Individual competences and remaining social and economic capital enable them to return to normal life, although they cannot return to pre-conviction levels of social status. |
Artikel |
De katholieke sociale leer over de relatie gelovige/burger, samenleving en seculiere staat |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Religie, Recht en Beleid, Aflevering 3 2018 |
Trefwoorden | kerk-staatverhoudingen, canoniek recht, katholieke sociale leer, Geschiedenis, Staatsleer; Rooms-Katholieke Kerk |
Auteurs | Mr. dr. Maurice van Stiphout |
SamenvattingAuteursinformatie |
In the 19th century in many Western states, the close relationship between Church and State came to an end and the Roman Catholic Church developed into a major and active player on social and educational level in society separate from the State. |