Recently a project was started that aims to systematically describe and explain the developments in the Criminal Code for the period 1886 - 2017. This article presents the first results of this new project, called the Historical Criminal Code (HWvSr). An overview is given of the long-term developments in the structure – the ‘external’ structure – of the Second Book of the Criminal Code since 1886. The analyzes show that its scope has been substantially expanded over the last 130 years, but also that various articles and article parts have been deleted. The article describes the most important changes in terms of both quantity and content. |
Zoekresultaat: 132 artikelen
Artikel |
Kroniek Formeel strafrecht |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 10 2019 |
Auteurs | Max den Blanken, Maike Bouwman, Rachel Bruinen e.a. |
Artikel |
Kroniek Materieel strafrecht |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 10 2019 |
Auteurs | Frezia Aarts, Rachel Bruinen, Dirk Dammers e.a. |
Artikel |
De veranderingen en groei van het Tweede Boek van het Wetboek van Strafrecht. Een historische analyse van zijn externe structuur in de periode 1886-2017 |
Tijdschrift | PROCES, Aflevering 5 2019 |
Trefwoorden | Strafrechtsgeschiedenis, Wetboek van Strafrecht, Historische Criminologie, Historisch Wetboek van Strafrecht (HWvSr) |
Auteurs | Marieke Meesters, Prof. Paul Nieuwbeerta en Prof. dr. Jeroen ten Voorde |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Wegwijs door het Caribisch fiscaal strafrechtThe game is changing |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 3 2019 |
Trefwoorden | Belastingfraude, Fiscaal strafrecht, Pleitbaar standpunt, ATV-richtlijnen, opzet |
Auteurs | Mr. K.M.G. Demandt |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de Cariben is het fiscale strafrecht volop in ontwikkeling. Zo zijn de bevoegdheidsverdeling tussen het Openbaar Ministerie en de Belastingdienst en de inkeerregeling als vervolgingsuitsluitingsgrond onderwerpen die steeds meer aan bod komen. Ook een beroep op het pleitbaar standpunt doet zijn intrede in het Caribische fiscale strafrecht. In dit artikel wordt ingegaan op de ontwikkelingen die zich de afgelopen jaren hebben voorgedaan. |
Jurisprudentie |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 3 2019 |
Auteurs | Prof. mr. H.J.B. Sackers (red.), mr. A.A. Feenstra, mr. A.C.M. Klaasse e.a. |
Samenvatting |
|
Artikel |
Eerder verbindend dan visionairEen analyse van de overwegingen van burgemeesters bij het gebruiken van de handhavende bevoegdheden uit de Wet Damocles |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Veiligheid, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | home closure, Mayors, political leadership, leadership style, the Netherlands |
Auteurs | Ineke Bastiaans en Niels Karsten |
SamenvattingAuteursinformatie |
Several authors fear that the expansion of Dutch mayors’ executive powers in the field of safety and security will harm their position as non-partisan and consensus-oriented leaders. Empirical research into how mayors use their powers, however, is still rare. From a leadership perspective, the current article analyzes how mayors in the region of South East Brabant in Netherlands use their administrative power to close homes involved in drug-related crime. Drawing on Fischer’s framework of discursive practices, we analyze mayors’ considerations in terms of the argumentation they provide for closing homes. Our analysis, which draws on interviews and document analysis, covers 27 cases from the police region of South-East Brabant and includes 120 considerations. Our findings indicate that mayors vindicate home closures mostly through policy-derived technical and situational argumentations. Vindications that aspire a particular societal effect, such as the reduction of criminal activity, or ideological motivations are rarer, which is indicative of a non-decisive leadership style. In addition, mayors mostly respect the local closure policies. As such, they show very little decisive and individualistic leadership. And, to the extent that they deviate from agreed-upon regional policies, their motivation is to be able to take into account unique local circumstances. In the use of their administrative powers mayors, thus, show mostly situational and adaptive leadership, which, rather than as visionaries, positions them as caretakers. The leadership style of Dutch mayor in the use of this administrative power is, thus, much more in accordance with their traditional bridging-and-bonding leadership style than some authors suspect. Some of the limitations of our study are that we have analyzed closure decisions from one region only and that real-life decisions are susceptible to contextual influences. At the same time, our study provides a rare insight into real-world mayoral leadership in the Netherlands in the field of safety and security. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Veiligheid, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | Interorganisationele samenwerking, Politie, Gemeenten, bestuurlijke aanpak, overlast en criminaliteit |
Auteurs | Renze Salet |
SamenvattingAuteursinformatie |
In the Netherlands, over the past 25 years mayors have had an increasing number of formal powers, based on administrative law, to fight against crime and disorder. Now, the Dutch mayors have the power to impose a restraining order, to close houses in case of drugs and/or drugs trade, or to decline a request for a permit when it might be used for illegal activities. |
Artikel |
Modernisering Strafvordering: de bevoegdheden met betrekking tot het lichaam en het ongemotiveerd uithollen van waarborgen |
Tijdschrift | Tijdschrift Modernisering Strafvordering, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | opsporing, ernstige bezwaren, strafvorderlijk onderzoek in en aan het lichaam, DNA-onderzoek, modernisering strafvordering |
Auteurs | Mr. dr. S. Brinkhoff |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het zesde hoofdstuk van Boek 2 van het concept-Wetboek van Strafvordering staan de strafvorderlijke bevoegdheden centraal die betrekking hebben op het lichaam. Voor een groot deel zijn de thans bestaande bevoegdheden samengebracht in één hoofdstuk en worden er maar een paar nieuwe bevoegdheden gecreëerd. In dit artikel wordt belicht dat tamelijk geruisloos en bovendien eenzijdig vanuit het perspectief van opsporingsbelangen op een aantal plekken de geldende waarborgen worden verminderd. Betoogd wordt dat daar niet te lichtvaardig toe moet worden overgaan. Zeker niet zonder deugdelijke onderbouwing en zeker niet bij bevoegdheden die een forse inbreuk maken op de lichamelijke integriteit van een verdachte burger. Het laten vervallen van de eis van het bestaan van ernstige bezwaren is in dit opzicht de meest fundamentele voorgestelde wijziging. Op dit punt verdient het de voorkeur dat de voorstellen van de wetgever worden bediscussieerd en zo nodig worden bijgestuurd. |
Trending Topics |
Over pogingen de ondermijning te ontmijnen |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 2 2019 |
Trefwoorden | Ondermijning, Wetsvoorstel bestuurlijk verbod, Artikel 13b Opiumwet, politie |
Auteurs | Prof. mr. H.J.B. Sackers |
SamenvattingAuteursinformatie |
Zowel door het wetsvoorstel bestuurlijk verbod ondermijnende organisaties als door de verruiming van artikel 13b Opiumwet wil de regering de ondermijning aanpakken. Probleem is wel dat de politie nauwelijks geschoold is in de van het strafrecht afwijkende procesregels uit het bestuursrecht. |
Redactioneel |
Criminologie en bijzonder strafrechtOver de betekenis van de criminologie voor de handhaving van het bestuursrecht en het bijzondere strafrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 2 2019 |
Trefwoorden | Criminologie, Bestuurlijk sanctierecht, Bestuursstrafrecht, Bijzonder strafrecht |
Auteurs | Mr. dr. drs. B. van der Vorm en Prof. dr. mr. W. Huisman |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt in het kort het onderwerp van dit themanummer geïntroduceerd. In dit redactioneel wordt de invloed en betekenis van de criminologie voor de publiekrechtelijke rechtshandhaving verkend. Daarnaast wordt aan de hand van de verschillende bijdragen aan dit themanummer het speelveld van deze vorm van criminologie verkend. |
Artikel |
De moeder als facilitator van intergenerationele overdracht binnen de georganiseerde misdaad |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Criminologie, Aflevering 2 2019 |
Trefwoorden | organized crime, intergenerational continuity, discontinuity, mother, parenting |
Auteurs | Meintje van Dijk Msc, Prof. dr. Edward Kleemans en Dr. Veroni Eichelsheim |
SamenvattingAuteursinformatie |
Previous research on intergenerational continuity of crime is primarily focused on transmission from fathers to children. In this article, we aim to give insight in the role of mothers in (the prevention of) continuity of organized crime. The results of our explorative study on 25 organized crime offenders based in Amsterdam and their partners and children, show that parenting skills and norms and values of mother seem to have an important role in both the intergenerational continuity of organized crime and the prevention of the transmission. |
Artikel |
Wie heeft een wiethok op zolder?Een kwantitatief onderzoek naar risico- en beschermende factoren op persoons- en buurtniveau voor illegale hennepplantages in woningen |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Criminologie, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | indoor cannabis cultivation, risk factors, individuals, neighbourhoods |
Auteurs | Emily Berger MSc, Vera de Berk MSc, Dr. Joris Beijers e.a. |
SamenvattingAuteursinformatie |
Illegal weed cultivation is increasingly perceived as an important societal problem. Most of existing research in this area focuses on the criminal organisations active on the cannabis market and the criminal profits that are gained here. The current study however focuses on the actors at the bottom of the cannabis market – the home growers – and aims at answering the following research question: what factors influence the chance of encountering an illegal weed cultivation at a certain residential address? In this study, the risk and protecting factors are taken into consideration on both the individual level (e.g. family composition and financial position of residents) and the neighbourhood level (e.g. social cohesion, physical disorganisation, level of criminality in a certain neighbourhood). In the current study, data of 401 illegal hemp cultivation sites discovered between 2011 and 2016 in homes in Eindhoven, the Netherlands, were analysed. Data from various quantitative data sources – like municipal data (BRP and data from the Social Domain) and data from the municipal neighbourhood monitors – were combined and analysed through a multilevel logistic regression. The results suggest that the likelihood of an illegal weed cultivation site is most prominently influenced by individual factors. Being married for instance seems to decrease the risk, whereas being divorced seems to increase the risk. The housing type also turns out to be of influence. On a neighbourhood level, physical disorganisation and the presence of other hemp cultivation sites in the neighbourhood are the only predictors for hemp cultivation. The results are discussed in the light of criminological theories regarding participation in crime, using the theoretical concepts motivation, opportunity, and control. |
Artikel |
Ontbinding: effectief wapen of zwaard van Damocles? |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | Ontbinding, Artikel 6:265 BW, Tenzij-bepaling, Tekortkoming, Verzuim |
Auteurs | Mr. I.W.M. Olthof |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het Eigen Haard-arrest heeft de Hoge Raad bevestigd dat de toets voor de ontbinding van overeenkomsten laagdrempelig blijft, in die zin dat in beginsel iedere tekortkoming volstaat en dat een beroep op de tenzij-bepaling niet terughoudend moet worden beoordeeld. Bij de beoordeling van die tenzij-bepaling zijn vervolgens in beginsel alle omstandigheden van het geval – en niet alleen de bijzondere aard of geringe betekenis van de tekortkoming – in gelijke mate van belang. Concrete handvatten voor de houdbaarheid van een ontbindingsberoep in de praktijk bevat het arrest echter niet. Uitspraken van feitenrechters laten zien dat een breed scala aan omstandigheden wordt meegewogen, maar dat een beroep op ontbinding toch in de meeste gevallen slaagt. Voor meer zekerheid over de ingeroepen ontbinding zullen partijen (nog altijd) heldere contractuele afspraken moeten maken. |
Jurisprudentie |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 1 2019 |
Auteurs | Prof. mr. H.J.B. Sackers (red.), mr. A.A. Feenstra, prof. dr. R.C.P. Haentjens e.a. |
Samenvatting |
|
Ten geleide |
Selectieve wetgeving |
Tijdschrift | PROCES, Aflevering 1 2019 |
Auteurs | Prof. dr. mr. Jeroen ten Voorde |
Auteursinformatie |
Artikel |
De sluitingsbevoegdheid van artikel 13b Opiumwet: een mogelijk vervolgingsbeletsel voor het Openbaar Ministerie |
Tijdschrift | PROCES, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | Bestuurlijk sanctierecht, Bestuursstrafrecht, Openbaar Ministerie, Opiumwet |
Auteurs | Mr. dr. drs. Benny van der Vorm |
SamenvattingAuteursinformatie |
According to article 13b of the Dutch Drug Act, the mayor is authorized to close homes and buildings in case of violation of this act. The closure of these homes and buildings is considered as an administrative sanction with no punitive aim. However, in certain cases it is possible that the application of this sanction could to be considered as a criminal charge. If so, this might have consequences for a possible criminal prosecution, because of the concept that no legal action can be instituted twice for the same cause (ne bis in idem-principle). This could lead to the situation that the Dutch Public Prosecution Service might lose its right to prosecute. In the combat of ‘undermining criminality’ this would be a major upset. |
Redactioneel |
Over de beoogde verhouding tussen een gemoderniseerd Wetboek van Strafvordering en het bijzondere strafrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 4 2018 |
Trefwoorden | Gemoderniseerd Wetboek van Strafvordering, Bijzondere strafwetgeving, Strafvorderlijke grondbeginselen, verhouding tussen Sv en bijzonder strafrecht |
Auteurs | Prof. dr. R.C.P. Haentjens |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op basis van de uitgangspunten van de wetgever met betrekking tot het gemoderniseerde Wetboek van Strafvordering wordt onderzocht in hoeverre de wetgever zich houdt aan de gepostuleerde uitgangspunten van de modernisering. De wetgever wenst thans de bijzondere strafwetgeving niet te integreren in het moderniseringsproces. Dat zal later per wet moeten worden gedaan, waartegen moet worden gewaakt. Advies aan de wetgever luidt dat met het oog op consistentie, structuur en grondbeginselen van strafvorderlijke wetgeving reeds thans de bijzondere wetgeving in het gemoderniseerde wetboek zal moeten worden ‘ingeweven’. |
Artikel |
Wie moderniseert de bijzondere strafvordering? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 4 2018 |
Trefwoorden | Modernisering strafvordering, Wet op de economische delicten, Wet wapens en munitie, Opiumwet, toezicht |
Auteurs | Prof. mr. H.J.B. Sackers |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bij de modernisering van het Wetboek van Strafvordering blijven de strafprocessuele bevoegdheden uit het bijzondere strafrecht vooralsnog buiten beeld. Gegeven de bijzondere aard van deze bevoegdheden, de wisselende verdenkingsgraad en de complexe verhouding met de commune strafvordering, wordt bepleit aandacht te schenken aan de vraag of een modernisering van met name de bevoegdheden inzake de inbeslagneming, de doorzoeking en het onderzoek aan de kleding uit de Opiumwet en de Wet wapens en munitie gewenst is. |
Artikel |
Wetgever en rechter: een vruchtbare wisselwerking |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 6 2018 |
Trefwoorden | rechter, wetgever, signalering, terugkoppeling |
Auteurs | Mr. J.J. van Eck en Mr. dr. R.K. Visser |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het leerstuk van de trias politica houdt in dat de drie staatsmachten – de wetgevende macht, de uitvoerende macht en de rechterlijke macht – onderscheiden verantwoordelijkheden en taken hebben, maar ook dat zij alle drie deel uitmaken van het geheel van de overheidsmacht. In het dagelijks bestaan worden vooral de verschillen benadrukt, maar de overheid als geheel kan niet zonder de complementaire en signalerende rol van elk van de staatsmachten. Daarvan zijn in de praktijk van de Nederlandse Raad van State voorbeelden te zien, maar sinds kort wordt ook op Europees niveau hiernaar gekeken. Mits ieder van de betrokkenen zich realiseert wat de eigen rol en verantwoordelijkheid is, kan hier een duidelijke meerwaarde ontstaan. |
Artikel |
Kroniek Materieel Strafrecht |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 10 2018 |
Auteurs | Max den Blanken, Maike Bouwman, Rachel Bruinen e.a. |