Een bestuurder met een tegenstrijdig belang vertegenwoordigt een stichting in strijd met de statuten. Volgens het hof is de vertegenwoordigingsbevoegdheid van de bestuurder niet aangetast, maar mag de wederpartij de stichting met toepassing van het Bibolini-arrest niet aan de overeenkomst houden. De auteur betoogt dat deze beslissing onjuist is. |
Zoekresultaat: 2857 artikelen
Artikel |
Tegenstrijdig belang bij een bestuurder van een stichting. Hoe de redelijkheid en billijkheid te hulp schietAnnotatie bij Hof ’s-Hertogenbosch 3 september 2019, ECLI:NL:GHSHE:2019:3263 |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 10-11 2019 |
Trefwoorden | tegenstrijdig belang, stichting, redelijkheid en billijkheid, Bibolini |
Auteurs | Mr. S.L. Haanschoten |
SamenvattingAuteursinformatie |
Kroniek |
Partijen |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 4 2019 |
Auteurs | Berto Winters |
Auteursinformatie |
Artikel |
De overname van Sandd door PostNL |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 5 2019 |
Auteurs | Eric van Damme |
Auteursinformatie |
Recent |
Prijs voor pleitbezorger Colombiaanse boer |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 10 2019 |
Auteurs | Tatiana Scheltema |
Artikel |
Een stok in het duister: boetes voor niet-tijdige inburgering en rechtszekerheid |
Tijdschrift | Crimmigratie & Recht, Aflevering 2 2019 |
Trefwoorden | Integration policy, The Netherlands, Court of Justice of the European Union, P. and S. |
Auteurs | Mr. Jeremy Bierbach |
SamenvattingAuteursinformatie |
Since 2007, a statute has been in force in the Netherlands (the Wet inburgering or Act on Civic Integration) that provides for a system of fines that can be imposed on certain classes of immigrants for not passing the ‘civic integration exam’, testing knowledge of Dutch language and culture, by a certain deadline. However, the way in which the statute defines the precise obligations on immigrants, which classes of immigrants have those obligations, what the exact deadline is and when it can be extended leaves much to be desired in terms of legal certainty, especially considering the frequent changes that the legislature of the Netherlands makes to the statute. Morever, since a fine is imposed as a penalty for what is effectively a ‘criminal charge’ (in the sense of article 6 of the European Convention on Human Rights), what role does the establishment in a fair trial of the immigrant’s culpability play in the imposition of such a fine? For a completely different perspective on integration policy, the author discusses the 2015 decision P. and S. of the Court of Justice of the European Union, in which he was the legal representative of the plaintiffs. When an immigrant is a beneficiary of an EU directive providing for immigration rights for third-country nationals, the Court holds that it is permissible to impose fines in order to stimulate the immigrant’s integration in the society of the host member state, but that such a penalty may not go so far as to actively endanger the goal of aiding integration. In general, the Court is highly sceptical of the effectiveness and fairness of the system of fines provided for by the Act on Civic Integration. The author concludes that the Act, with its clear emphasis on punishment rather than promotion of civic integration, ultimately has the effect of criminalising entire classes of immigrants to the Netherlands. |
Jurisprudentie |
Annotatie KortAmsterdammer veroordeeld voor terroristische misdaden is geen Nederlander meer |
Tijdschrift | Crimmigratie & Recht, Aflevering 2 2019 |
Auteurs | Prof. dr. mr. Peter Rodrigues |
Auteursinformatie |
Redactioneel |
Strafbaarstelling hulp aan asielzoekers |
Tijdschrift | Crimmigratie & Recht, Aflevering 2 2019 |
Auteurs | Peter Rodrigues |
Auteursinformatie |
Artikel |
De pauliana in het Europese internationaal privaatrecht |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 8-9 2019 |
Trefwoorden | ipr, toepasselijk recht, Rechtsmacht, Eex-VO, pauliana |
Auteurs | Mr. T.V.J. Bil |
SamenvattingAuteursinformatie |
Met de pauliana kan een faillissementscurator of schuldeiser transacties van de schuldenaar met derden aantasten. In dit artikel wordt besproken hoe rechtsmacht en toepasselijk recht voor een paulianavordering binnen en buiten faillissement moeten worden bepaald. Daarbij valt op dat de situatie binnen faillissement veel overzichtelijker is dan buiten faillissement. |
Artikel |
Wat een Moldavisch geschil al niet voor het Nederlands internationaal privaatrecht kan betekenen |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 8-9 2019 |
Trefwoorden | internationaal privaatrecht, rechtsmacht, toetsingsmaatstaf commune regels, artikel 7 Rv |
Auteurs | Mr. A. Spaargaren en mr. A.S. van der Heide |
SamenvattingAuteursinformatie |
De auteurs bespreken twee uitspraken van de Hoge Raad ten aanzien van de toetsingsmaatstaf voor rechtsmacht van de Nederlandse rechter op grond van de commune bevoegdheidsregels. Deze maatstaf wordt gelijkgetrokken met de maatstaf die geldt ten aanzien van bevoegdheid op grond van de Brussel Ibis- Verordening. |
Artikel |
Ontslag van de genormaliseerde ambtenaar |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Ontslagrecht, Aflevering 4 2019 |
Trefwoorden | Normalisering, Ontslagrecht, Ambtenarenrecht, Wnra, Ambtenaar |
Auteurs | mr. Marije Schneider |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Wet normalisering rechtspositie ambtenaren maakt een einde aan de verschillende rechtspositie van ambtenaren en werknemers. Vanaf 1 januari 2020 vallen ook de ambtenaren onder het civiele arbeidsrecht. Dat betekent niet dat er qua ontslagrecht dan geen verschil meer tussen de ambtenaar en werknemer bestaat. In de ambtenaren-cao’s zijn diverse afspraken gemaakt, die maken dat het ontslag van een ambtenaar op diverse punten anders blijft dan het ontslag van een gewone werknemer. |
Artikel |
Het in mindering brengen van inzetbaarheidskosten op de transitievergoeding |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Ontslagrecht, Aflevering 4 2019 |
Trefwoorden | Transitievergoeding, Inzetbaarheidskosten, Artikel 7:673 lid 6 sub b BW, Bredere inzetbaarheid, Scholing |
Auteurs | mr. Erik Steenis en Mr. Bart Hopmans |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel behandelt de mogelijkheid om inzetbaarheidskosten in mindering te brengen op de transitievergoeding op grond van artikel 7:673 lid 6 sub b BW. Door de auteurs is onderzocht of de regeling in zijn huidige vorm effectief bijdraagt aan het bevorderen van de transitie van werk-naar-werk en het verhogen van de bredere inzetbaarheid van werknemers in Nederland. Dit lijkt niet het geval te zijn. De wijzigingen die zijn voorgesteld met de WAB lijken daar ook geen verandering in te brengen. Het artikel sluit af met een reeks aanbevelingen, waarmee de effectiviteit van de regeling kan worden vergroot. |
Artikel |
Participatie en de energietransitie: juridisch instrumentarium in een veranderende context |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Omgevingsrecht, Aflevering 3 2019 |
Trefwoorden | omgevingsplan, Elverding, inspraak, Klimaatwet, Klimaatakkoord |
Auteurs | Mr. dr. S. (Sanne) Akerboom |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel gaat in op het belang van participatie in de energietransitie, de wijze waarop participatie thans is geïmplementeerd en beoordeeld wordt door de rechter, de nieuwe participatie-instrumenten zoals die worden voorgesteld in de Omgevingswet, de Klimaatwet en het Klimaatakkoord en een analyse van deze instrumenten. |
Vrij verkeer |
Het arrest Tjebbes: de evenredigheidstoets als complexe brug tussen nationaliteitswetgeving en Unieburgerschap |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 5-6 2019 |
Trefwoorden | Unieburgerschap, artikel 20 VWEU, intrekking van nationaliteit, bevoegdheidsverdeling, evenredigheidstoets, beroeps- en familieleven in de EU |
Auteurs | Prof. dr. P. Van Elsuwege en H.H.C. Kroeze LL.M. |
SamenvattingAuteursinformatie |
De zaak Tjebbes gaat over de verenigbaarheid van een Nederlandse regeling met het Unierecht op grond waarvan tien jaar verblijf in een derde land het van rechtswege verlies van het Nederlanderschap met zich meebrengt voor Nederlanders die nog een tweede nationaliteit hebben. De zaak is daarmee een vervolg op het arrest Rottmann, waarin het Hof van Justitie bepaalde dat intrekking van de nationaliteit van de lidstaten in overeenstemming moet zijn met het Europeesrechtelijke evenredigheidsbeginsel. In Tjebbes vraagt de Raad van State of die Europeesrechtelijke evenredigheidstoets met zich meebrengt dat de gevolgen in het individuele geval moeten worden getoetst, of dat het voldoende is dat er een evenredigheidstoets in abstracto in het beleid verdisconteerd is. Anders dan advocaat-generaal Mengozzi oordeelt het Hof van Justitie dat incidenteel een geconcretiseerde evenredigheidstoets plaats moet kunnen vinden, ‘vanuit het oogpunt van het Unierecht’, wat betekent dat het effect van het verlies van de nationaliteit op het beroeps- en gezinsleven van de betrokkene meegewogen moet worden. Deze bijdrage evalueert deze uitspraak vanuit het perspectief van de bevoegdheidsverdeling tussen de EU en de lidstaten. Daarnaast wordt ingegaan op de beperktheid van de Unierechtelijke evenredigheidstoets zoals die in dit arrest geformuleerd wordt en worden enkele mogelijke implicaties voor de rechtspraktijk besproken. |
Recent |
Gezien |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 8 2019 |
Artikel |
Wegwijs door het Caribisch fiscaal strafrechtThe game is changing |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 3 2019 |
Trefwoorden | Belastingfraude, Fiscaal strafrecht, Pleitbaar standpunt, ATV-richtlijnen, opzet |
Auteurs | Mr. K.M.G. Demandt |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de Cariben is het fiscale strafrecht volop in ontwikkeling. Zo zijn de bevoegdheidsverdeling tussen het Openbaar Ministerie en de Belastingdienst en de inkeerregeling als vervolgingsuitsluitingsgrond onderwerpen die steeds meer aan bod komen. Ook een beroep op het pleitbaar standpunt doet zijn intrede in het Caribische fiscale strafrecht. In dit artikel wordt ingegaan op de ontwikkelingen die zich de afgelopen jaren hebben voorgedaan. |
Jurisprudentie |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 3 2019 |
Auteurs | Prof. mr. H.J.B. Sackers (red.), mr. A.A. Feenstra, mr. A.C.M. Klaasse e.a. |
Samenvatting |
|
Artikel |
Nietigheid van de overeenkomst met het Land Curaçao wegens het contracteren met een vertegenwoordigingsonbevoegde overheidsfunctionaris |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 2 2019 |
Trefwoorden | privaatrecht, Land Curaçao, overeenkomsten, privaatrechtelijke normen, publiekrechtelijke normen |
Auteurs | Mr. dr. M.V.R. Snel |
SamenvattingAuteursinformatie |
Ter behartiging van het algemeen belang bedient de Curaçaose overheid zich behalve van het publiekrecht ook van het privaatrecht. Wanneer het daartoe overgaat, zijn op dat handelen zowel privaat- als publiekrechtelijke normen van toepassing. Zodoende kan de geldigheid van met de overheid gesloten contracten ter discussie komen te staan op basis van de in het privaatrecht verankerde wilsgebreken (art. 3:44 en 6:228 BW) of de figuur van strijd met de wet, goede zeden of openbare orde (art. 3:40 BW), maar ook op basis van bijzondere publiekrechtelijke normen. |
Jurisprudentie |
Bestuursrechtelijke jurisprudentie GHvJ |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 2 2019 |
Auteurs | Mr. M.J.C. Beerse |
Auteursinformatie |
Actualia |
Actualia |
Tijdschrift | Afwikkeling Personenschade, Aflevering 2 2019 |