Het Nederlandse recht stelt partijen die commercieel contracteren wel eens voor verrassingen. Dit wordt geïllustreerd aan de hand van de chronologie van het contract: precontractuele fase, uitleg, exoneratiebedingen en beëindiging. Daarbij wordt besproken hoe partijen deze verrassingen, en de risico’s die daarmee gepaard gaan, zo veel mogelijk kunnen voorkomen of mitigeren. |
Zoekresultaat: 8 artikelen
Artikel |
Verrassingen voorkomen bij commercieel contracteren |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 7-8 2021 |
Trefwoorden | precontractuele fase, uitleg, exoneratiebeding, beknelde tussenschakel, beëindiging |
Auteurs | Mr. D.J. Beenders en Mr. J.J. Valk |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Finaliteit bij hoofdelijkheid? Een gewaarschuwd mens telt voor twee |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 5 2017 |
Trefwoorden | hoofdelijke aansprakelijkheid, massaschadeclaim, regres, art. 6:14 BW, schikking |
Auteurs | Mr. D.J. Beenders, Mr. A.D. Polkerman en Mr. W. Hofstee |
SamenvattingAuteursinformatie |
Hoofdelijkheid kan het bereiken van een schikking met een finaal karakter voor een individuele (hoofdelijke) schuldenaar compliceren, specifiek in geval van zogenoemde massaschadeclaims. Een individuele schikking met een schuldeiser raakt regresvorderingen van de overige hoofdelijke schuldenaren op de schikkende schuldenaar in beginsel niet. De auteurs beschrijven hoe een schikkende schuldenaar ook finaliteit in deze regresverhouding kan trachten te bevorderen en zij geven diverse wenken in dit verband die in de praktijk mogelijk van pas komen. |
Artikel |
De eerste klap is een daalder waard; de torpedo in de (internationale) procespraktijk |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 12 2015 |
Trefwoorden | torpedo, EEX-Verordening, kartelschade, Engeland, litispendentie |
Auteurs | Mr. D.J. Beenders en Mr. W. Hofstee |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het procesrecht kan dienend zijn bij het maken van strategische keuzes. Een voorbeeld hiervan betreft het lanceren van een zogenoemde ‘torpedo’, op basis waarvan een procespartij (preventief) kan beïnvloeden voor welk forum een procedure gaat lopen. In dit artikel analyseren de auteurs dit fenomeen in de kartelschadepraktijk en concluderen zij dat rechters in Nederland, Duitsland en Engeland niet snel genegen lijken te zijn om torpedoacties een halt toe te roepen. |
Artikel |
De implementatie van de richtlijn betalingsachterstanden: een kritische beschouwing en enkele wenken voor de praktijk |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 3 2013 |
Trefwoorden | betalingsachterstand, betalingstermijn, handelsrente, implementatie, effectiviteit |
Auteurs | Mr. R. van Tricht en Mr. D.J. Beenders |
SamenvattingAuteursinformatie |
Onlangs is de wet ter implementatie van de Richtlijn betalingsachterstanden in werking getreden. Bij de wijze waarop de wetgever de richtlijn in het Burgerlijk Wetboek heeft geïmplementeerd, is een aantal vermogensrechtelijke kanttekeningen te plaatsen die niet bijdragen aan het beoogde doel van wet en richtlijn: het verminderen van betalingsachterstanden. |
Artikel |
Klantvergoeding bij opzegging agentuurovereenkomstHvJ EU 28 oktober 2010, zaak C-203/09 (Volvo Car Germany) |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 3 2011 |
Trefwoorden | Richtlijn 86/653/EEG van 18 december 1986 aangaande de coördinatie van de wetgeving van de lidstaten inzake zelfstandige handelsagenten, klantvergoeding, agentuurovereenkomst, dringende reden, Draft Common Frame of Reference (DCFR) |
Auteurs | Mr. D.J. Beenders en Mr. R.C. Reitsma |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het arrest staat de uitleg van art. 18 sub a van de Richtlijn 86/653/EEG van 18 december 1986 inzake zelfstandige handelsagenten centraal. Dit artikellid betreft een van de uitzonderingen op het recht van de handelsagent op een klantvergoeding bij het einde van de agentuurovereenkomst, namelijk in het geval zich een dringende reden voor opzegging voordoet. Volgens het Hof komt het recht op een klantvergoeding eerst te vervallen wanneer er een causaal verband bestaat tussen de dringende reden en de beslissing van de principaal de agentuurovereenkomst te beëindigen. De auteurs geven commentaar bij deze uitleg door het Hof. |
Artikel |
Toetsing boetebeding; verhouding tussen art. 6:233 onder a BW en art. 6:94 lid 1 BWHR 24 maart 2006, RvdW 2006, 311 (Meurs c.s./Newomij) |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 11 2006 |
Trefwoorden | boetebeding, beding, algemene voorwaarden, exclusiviteit, schuldenaar, vermogensrecht, schuldeiser, contract, vernietigbaarheid, bezit |
Auteurs | D.J. Beenders |
Artikel |
|
Tijdschrift | Vermogensrechtelijke Analyses, Aflevering 1 2010 |
Trefwoorden | duurovereenkomsten voor bepaalde tijd, opzegging, onvoorziene omstandigheden, artikel 6:258 BW, artikel 6:248 BW, Mondia/Calanda, Vereniging voor de Effectenhandel/CSM |
Auteurs | D.J. Beenders en P.W. den Hollander |
SamenvattingAuteursinformatie |
Duurovereenkomsten voor bepaalde tijd kunnen tussentijds worden beëindigd door onder meer opzegging op grond van artikel 6:248 BW en ontbinding door de rechter op grond van artikel 6:258 BW. Steeds geldt daarbij het criterium van onvoorziene – in de zin van niet-verdisconteerde – omstandigheden, die van dusdanige aard zijn dat de wederpartij naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid ongewijzigde instandhouding van de overeenkomst niet mag verwachten. In dit overzichtsartikel wordt allereerst ingegaan op de verhouding tussen de hiervoor genoemde grondslagen voor tussentijdse beëindiging en wordt betoogd dat een partij in beginsel vrij is om een van beide grondslagen te kiezen. Vervolgens wordt het voornoemde criterium van onvoorziene omstandigheden nader onder de loep genomen en worden, mede aan de hand van recente rechtspraak, drie gezichtspunten geformuleerd die relevant lijken bij de invulling van dit criterium: inhoud en aard van de overeenkomst, aard en onderlinge verhouding van partijen en de gewichtigheid van de belangen over en weer. |
Artikel |
Bewijs(last) terhandstelling algemene voorwaarden |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 2 2009 |
Trefwoorden | algemene voorwaarden, terhandstelling, bewijslast |
Auteurs | Mr. D.J. Beenders |
SamenvattingAuteursinformatie |
Recentelijk heeft de Hoge Raad een tweetal arresten gewezen die ingaan op de vraag wie moet bewijzen dat algemene voorwaarden al dan niet ter hand zijn gesteld en hoe dat bewijs geleverd kan worden. Auteur voorziet deze arresten van commentaar en behandelt daarbij enkele punten met betrekking tot voornoemde vragen die in de literatuur en lagere rechtspraak verschillend worden opgepakt. |