Analyse van de arresten van de Hoge Raad van 19 juni 2020 met betrekking tot de aansprakelijkheid van de hulpverlener voor medische hulpmiddelen. |
Zoekresultaat: 25 artikelen
Artikel |
Aansprakelijkheid voor medische hulpmiddelen, het laatste woord was aan de Hoge Raad |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | medische aansprakelijkheid, tekortkoming, toerekening, state of the art, professionele standaard |
Auteurs | Mr. P.J. klein Gunnewiek en Mr. M.S.E. van Beurden |
SamenvattingAuteursinformatie |
Redactioneel |
Inleiding |
Tijdschrift | Justitiële verkenningen, Aflevering 4 2020 |
Auteurs | Marit Scheepmaker |
Auteursinformatie |
Artikel |
Dubieuze verwervingen en het Advies over de omgang met koloniale collecties |
Tijdschrift | Justitiële verkenningen, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | colonial collections, dubious acquisitions, looted art, restitution, provenance research |
Auteurs | Jos van Beurden |
SamenvattingAuteursinformatie |
Several countries in Europe are developing new policies for dealing with collections from colonial contexts. In October 2020, the Council for Culture also made a contribution to this matter commisioned by Minister Van Engelshoven with the Advice for dealing with colonial collections. This article makes two caveats to this advice. The first is about provenance research, about which the advisers have a lot to say, but clues are lacking as to how museums can balance this kind of time-consuming and costly research with the large number of dubiously acquired objects from colonial contexts awaiting investigation. Second, the author misses references to how claims for two other categories of looted art involving Europeans are handled: those of human remains and objects from the early inhabitants of European settler colonies (Australia, Canada, New Zealand, USA and South Africa) and Nazi-looted art. Those early inhabitants and the descendants of the victims of the Nazi regime have made more progress with their restitution requests than the old colonies with theirs. |
Artikel |
Schadevaststelling en tijdBespreking van het proefschrift van mr. M.R. Hebly |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 1 2020 |
Trefwoorden | immateriële schade, smartengeld, wettelijke rente, lijdensduur, herstel |
Auteurs | Mr. P. Woudenberg |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze proefschriftbespreking wordt ingezoomd op drie tijdsaspecten die invloed hebben op immateriële schade: de consequenties van het aanmerken van smartengeld als momentschade of duurschade; de invloed van de lijdensduur op de omvang immateriële schade; en de looptijd van letselschadezaken en het effect daarvan op het herstel van benadeelden. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 2 2019 |
Trefwoorden | artikel 6:106 BW, begroting immateriële schade, duur van het lijden |
Auteurs | Mr. dr. M.R. Hebly |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt de betekenis van de duur van het lijden bij begroting van immateriële schade in verband met blijvend letsel en wegens dodelijk letsel geanalyseerd. Volgens de Hoge Raad is de duur van het lijden een omstandigheid die de rechter bij de begroting van het smartengeld in het bijzonder dient mee te wegen, maar in de literatuur wordt opgemerkt dat de betekenis van deze factor niet steeds duidelijk is. Deze bijdrage geeft de stand van zaken in de rechtspraak en in de Nederlandstalige literatuur weer en biedt een nadere analyse van de betekenis van de duur van het lijden. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Religie, Recht en Beleid, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | islamitische scholen, Integratie, bijzonder onderwijs, Schoolidentiteit |
Auteurs | Dr. Marietje Beemsterboer |
SamenvattingAuteursinformatie |
Unlike the common expectations, Islamic primary schools can contribute to the integration of Muslims in the Dutch society. This article is a reflection of Dr Beemsterboer’s doctoral research and asks what this conclusion can say about other religion based primary schools. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | aansprakelijkheid, wanprestatie, hulpzaken, medische hulpmiddelen, ongeschikt |
Auteurs | Mr. dr. J.T. Hiemstra |
SamenvattingAuteursinformatie |
In haar recent verschenen proefschrift onderzoekt de auteur in hoeverre het risico dat voortvloeit uit het gebruik van ongeschikte medische hulpzaken voor rekening van de hulpverlener dient te komen. In dit artikel worden de belangrijkste bevindingen uit dit onderzoek uiteengezet. De auteur komt tot de conclusie dat het risico dat voortvloeit uit het gebruik van ongeschikte medische hulpzaken in beginsel voor rekening van de hulpverlener komt. De redelijkheid zal niet snel gebieden dat het risico dient te worden verschoven naar de patiënt. |
Wetenschap |
Vennootschappelijke medezeggenschap onder drukSluit de structuurregeling nog aan op de economische werkelijkheid? |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | structuurregeling, medezeggenschap, raad van commissarissen, werknemers |
Auteurs | Mr. H. van Roosmalen en Mr. H. Koster |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het adagium van medezeggenschap, dat ‘zij de zeggenschap volgt’, ligt ten grondslag aan de in 1971 ingevoerde structuurregeling. Het doel dat destijds met deze regeling werd nagestreefd, betrof het verschaffen van een stem aan werknemers op het hoogste niveau binnen de onderneming. De structuurregeling moest dus voorzien in de groeiende behoefte aan vennootschappelijke medezeggenschap. In dit artikel analyseren de auteurs de Nederlandse structuurregeling voor naamloze en besloten vennootschapen. Ook is er enige aandacht voor rechtsvergelijking met het Duitse recht. De kernvraag die de auteurs beantwoorden, is in hoeverre het vennootschappelijke medezeggenschapsrecht op basis van de structuurregeling in Nederland nog het beoogde effect heeft. |
Praktijk |
Kroniek rechtspraak civiel recht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 6 2017 |
Trefwoorden | Jurisprudentie, Civiel recht, Causaal verband, kansschade, aansprakelijkheid |
Auteurs | Mr. drs. M.J.J. de Ridder |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze kroniek worden in het kort de belangrijkste ontwikkelingen in de jurisprudentie besproken in de periode van 1 juni 2015 tot en met 15 juni 2017. Daarbij wordt eerst ingegaan op de diverse gronden waarop de aansprakelijkheid kan worden gebaseerd. Voorts wordt ingegaan op het causaal verband en komen de ontwikkelingen op het gebied van de kansschade en proportionele aansprakelijkheid aan bod. Andere uitspraken die in de kroniek worden besproken hebben betrekking op: verjaring, bewijslastverdeling, (voorlopige) deskundigenberichten, inzage in stukken en afgifte van materialen en schadevergoeding. |
Artikel |
Schade door een ongeschikte medische hulpzaak ex artikel 6:77 BW: een rechtsvergelijking met Frankrijk en Duitsland |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 4 2016 |
Trefwoorden | artikel 6:77 BW, medische hulpzaken, Frans aansprakelijkheidsrecht, Duits aansprakelijkheidsrecht |
Auteurs | Mr. V.J.P. Ramaekers |
SamenvattingAuteursinformatie |
De aansprakelijkheidsregeling voor gebruikers van ongeschikte medische hulpzaken volgens artikel 6:77 BW heeft geleid tot rechtsonzekerheid en discussie. Om nieuwe inzichten te verkrijgen is het interessant om een rechtsvergelijking te maken met twee nabijgelegen landen die voor wat betreft het rechtssysteem en de juridisch-culturele ontwikkeling op Nederland lijken. In deze bijdrage is daarom onderzocht wie in Frankrijk en Duitsland door patiënten kunnen worden aangesproken, wat daar de tendensen in zijn en op welke manier het Nederlandse recht daar inspiratie aan kan ontlenen. |
Praktijk |
Het belonen van commissarissen in aandelen: alignment versus onafhankelijkheid? |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 3 2016 |
Trefwoorden | Corporate Governance Code, beloningsbeleid, Beloning van commissarissen |
Auteurs | T.C.A. Dijkhuizen Mr. MPhil |
SamenvattingAuteursinformatie |
In een tijdsgewricht waarin de aan bestuurders van Nederlandse beursvennootschappen toegekende beloningen steeds breed worden uitgemeten in de landelijke media en publieke ophef tot gevolg hebben, is het evident dat de beloning als onderwerp terug zou komen in het consultatievoorstel tot herziening van de Corporate Governance Code. De auteur bespreekt de voorgestelde principes en best practice bepalingen over de beloning, waarbij hij ingaat op het voorstel om het mogelijk te maken commissarissen in aandelen te belonen. De vraag rijst of met het belonen van commissarissen in de vorm een variabele beloning de onafhankelijkheid van deze commissarissen in het geding komt. |
Artikel |
De verhaalsmogelijkheden bij schade door een ongeschikte medische hulpzaak anno 2015 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 3 2015 |
Trefwoorden | artikel 6:77 BW, medische hulpzaak, aansprakelijkheid, schade, notified body |
Auteurs | Mr. J.T. Hiemstra |
SamenvattingAuteursinformatie |
Indien een patiënt schade heeft geleden ten gevolge van een lekkend borstimplantaat, een niet goed sluitende hartklep, een heup die metaaldeeltjes afgeeft of een andersoortige medische hulpzaak, rijst de vraag of, en zo ja, op wie hij deze schade zou kunnen verhalen. In dit artikel wordt besproken welke actoren de patiënt zou kunnen aanspreken, waarbij met name gekeken zal worden naar recente ontwikkelingen op het gebied van de aansprakelijkheid van deze actoren. |
Jurisprudentie |
Meer duidelijkheid over procedurele aspecten van hoger beroep en cassatie tegen een deelgeschilbeschikkingHR 19 juni 2015, ECLI:NL:HR:2015:1689 (Achmea/zzp’er) |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 3 2015 |
Trefwoorden | deelgeschil, tussentijdse cassatie, ontvankelijkheid, kosten, dagvaardingsprocedure |
Auteurs | Mr. J.S. Overes |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Hoge Raad heeft bij arrest van 19 juni 2015 bepaald dat tussentijdse cassatie na tussentijds hoger beroep tegen een deelgeschilbeschikking mogelijk is. Hiertoe is wel verlof van het gerechtshof vereist, tenzij het hof in hoger beroep de zaak zelf heeft afgedaan. Tussentijds hoger beroep en tussentijdse cassatie tegen een deelgeschilbeschikking is een dagvaardingsprocedure. Hierbij gelden de normale regels met betrekking tot de proceskostenveroordeling; artikel 1019aa Rv is aldus niet van toepassing, zo geeft de Hoge Raad aan. In deze bijdrage gaat de auteur op het arrest en de achterliggende zaak in, en geeft hij commentaar op de beslissingen in deze zaak. |
Artikel |
Hoger beroep in een deelgeschilprocedure, de einddatum van toekomstige schade en verhoging van het smartengeld vanwege in de literatuur bestaande discussie |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 2 2014 |
Trefwoorden | smartengeld, schade, einddatum, toekomstige schade |
Auteurs | Mr. L.L. Veendrick |
SamenvattingAuteursinformatie |
Annotatie bij de uitspraken van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 14 januari 2014 ( ECLI:NL:GHARL:2014:181, 183 en 185) over de einddatum van toekomstige schade en verhoging van het smartengeld vanwege in de literatuur bestaande discussie. |
Jurisprudentie |
Smartengeld zonder bewuste smartRb. Utrecht 6 februari 2013, LJN BZ0813 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 2 2013 |
Trefwoorden | smartengeld, immateriële schadevergoeding, bewustelozen, coma, functies aansprakelijkheidsrecht |
Auteurs | Mr. B.I. Bethlehem |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het Coma-arrest bepaalde de Hoge Raad dat comateuze slachtoffers recht hebben op smartengeld. Er bleef echter onduidelijkheid bestaan over de vraag of dergelijke slachtoffers slechts vergoedbaar nadeel hebben geleden wanneer bij hen achteraf sprake is geweest van een zekere mate van bewustzijn (de ‘beperkte opvatting’), of dat zij levensvreugde derven ongeacht de vraag of zij zich ooit nog bewust zullen zijn van het feit dat zij in coma hebben gelegen (de ‘ruime opvatting’). De Rechtbank Utrecht toont zich in haar vonnis van 6 februari 2013 (LJN BZ0813) voorstander van de ruime opvatting door smartengeld toe te kennen aan een comateus slachtoffer dat zich niet (aantoonbaar) bewust is (geweest) van het feit dat hij in coma ligt. Deze uitspraak strookt niet met de functies die met het toekennen van smartengeld worden geacht te worden verwezenlijkt. |
Artikel |
Rechtbank Zutphen 6 juli 2011, LJN BR0785 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 4 2012 |
Trefwoorden | Informatieverstrekking, toestemmingsvereiste, informed consent, bewijslastverdeling, medische aansprakelijkheid |
Auteurs | Mr. M.S.E. van Beurden |
Samenvatting |
Bij een patiënt die in het ziekenhuis wordt behandeld voor longklachten wordt een verdenking op een kwaadaardige tumor geconstateerd. Tijdens de operatie die daarop volgt wordt de gehele long verwijderd. Achteraf blijkt het niet om een tumor, maar een tbc-besmetting te zijn gegaan. Patiënt stelt dat zij niet voldoende is geïnformeerd en geen toestemming heeft gegeven voor verwijdering van haar long. In afwijking van de geldende rechtspraak belast de rechtbank niet de patiënt maar het ziekenhuis met het bewijs van het informed consent. Eveneens opmerkelijk is dat de rechtbank deze bewijslastverdeling baseert op artikel 7:450 BW, omdat – volgens de rechtbank – uit dit artikel een andere verdeling van de bewijslast volgt. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Religie, Recht en Beleid, Aflevering 2 2012 |
Trefwoorden | CSR, empirical research, religiosity, values |
Auteurs | Corrie Mazereeuw-van der Duijn Schouten |
SamenvattingAuteursinformatie |
Nowadays the interest in and valuation of Corporate Social Responsibility (CSR) is impressive, but when it comes to the effective implementation of CSR in business practices there seems to be a large gap. In order to advance CSR, it is important to know what motivates executives to contribute to CSR. Religiosity may be a motivational driver of CSR. I investigated whether religiosity influences executives’ view of and contribution to CSR. Based on empirical research conducted among 473 executives, I find that traditional religiosity leads to a philanthropic orientation towards CSR and a significant higher contribution to CSR in terms of charity. Otherwise, I find that non-traditional religiosity leads to a financial orientation towards CSR and a significant higher contribution to CSR in terms of diversity. |
Praktijk |
Koren en kaf. Over alternatieve geneeswijzen |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 5 2006 |
Auteurs | |
Jurisprudentie |
Kroniek rechtspraak tuchtrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 4 2006 |
Auteurs | W.R. Kastelein |