The role that Paul Scholten assigns to conscience in his legal methodology still leads to heated discussions in literature after almost 100 years. Recognizing that in case law the conscience of the judge can be of decisive importance is apparently problematic. It would facilitate political court rulings, make judicial judgment uncontrollable and could be arbitrary for the parties to the legal dispute. Not only Scholten’s view on the role of conscience in judicial decision making is “a stumbling block”. At least as great is the fuss about his representation of conscience. Only Christian lawyers could identify with this. This article attempts to shed new light on the above points of criticism by drawing attention to the following aspects of Scholten’s legal methodology: the role of the facts in establishing the law, the nature of the legal judgment and finally the grounds on which conscience may be determined. |
Zoekresultaat: 58 artikelen
Artikel |
|
Tijdschrift | Netherlands Journal of Legal Philosophy, Aflevering Pre-publications 2021 |
Trefwoorden | Geweten, feiten, Scholten, Kierkegaard, naastenliefde |
Auteurs | Jos Vleugel |
SamenvattingAuteursinformatie |
Wetenschap en praktijk |
Leveranciers van elektriciteit en warmte in financiële moeilijkheden: een verkenning van de wettelijke regelingen |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | energie, warmtewet, banken, noodsituatie, faillissement |
Auteurs | Mr. drs. P. van Asperen en Prof. mr. H. Koster |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel onderzoeken de auteurs de regelingen uit de Elektriciteitswet 1998 en de Warmtewet die gericht zijn op het voorkomen van financiële problemen dan wel de toezichthouder de mogelijkheid geven in te grijpen als dat nodig is. Deze regelingen zijn bedoeld ter bescherming van afnemers tegen die situaties waarbij een leverancier van elektriciteit of warmte in de financiële problemen komt. Zij vergelijken deze regelingen met de regelingen uit de Wet op het financieel toezicht of Europese regelgeving gericht op het voorkomen van financiële problemen bij banken. De auteurs kiezen voor deze vergelijking met banken omdat deze ondernemingen, net als bij elektriciteit en warmte, een maatschappelijke functie kunnen vervullen. De vraag die zij stellen, is of de regelingen voor banken een inspiratiebron kunnen zijn voor het waarborgen van de belangen van de afnemers van elektriciteit en warmte. |
Artikel |
De wetgever die tot zichzelf sprakOver de binding van de wetgever aan procedurele, wettelijke normen |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 6 2020 |
Trefwoorden | organieke wetgeving, zelfbinding, grondwetsinterpretatie, autonomie van de wetgever |
Auteurs | Prof. mr. S.A.J. Munneke |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt de vraag besproken of de wetgever in formele zin gebonden is aan eerdere eigen wetgeving die extra procedurele eisen aan het wetgevingsproces bevat. Die vraag wordt, met een beroep op de autonomie van de wetgever, ontkennend beantwoord. Dat geldt ook als die procedurele wetgeving uitwerking geeft aan grondwettelijke normen. Wel kan de organieke wet een hulpmiddel zijn bij de interpretatie van de achterliggende grondwettelijke norm. Aan die norm is de wetgever uiteraard wel gebonden. |
Artikel |
Urgenda als civielrechtelijk geschil |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 12 2020 |
Trefwoorden | cassatie, rechterlijk bevel, executiegeschil, beleidsvrijheid |
Auteurs | Prof. mr. A.G. Castermans en Mr. W.Th. Nuninga |
SamenvattingAuteursinformatie |
De auteurs bespreken de Urgenda-procedure als civielrechtelijk geschil. Waarom leent het Nederlands privaatrecht zich zo goed voor dit oordeel? Hoe goed past het in de civielrechtelijke traditie? En – wellicht belangrijker – hoe zou een eventueel vervolg hierop er binnen dat civielrechtelijk kader uit kunnen zien? |
Artikel |
|
Tijdschrift | Netherlands Journal of Legal Philosophy, Aflevering 2 2020 |
Trefwoorden | Urgenda, Miller v. Secretary of State, Norm of judicial apoliticality, Ronald Dworkin, Judicial restraint |
Auteurs | Maurits Helmich |
SamenvattingAuteursinformatie |
Few legal theorists today would argue that the domain of law exists in isolation from other normative spheres governing society, notably from the domain of ‘politics’. Nevertheless, the implicit norm that judges should not act ‘politically’ remains influential and widespread in the debates surrounding controversial court cases. This article aims to square these two observations. Taking the Miller v. Secretary of State and Urgenda cases as illustrative case studies, the article demonstrates that what it means for judges to adjudicate cases ‘apolitically’ is itself a matter of controversy. In reflecting on their own constitutional role, courts are forced to take a stance on substantive questions of political philosophy. Nevertheless, that does not mean that the ‘norm of judicial apoliticality’ should therefore be rejected. The norm’s coherence lies in its intersocial function: its role in declaring certain modes of judicial interpretation and intervention legitimate (‘legal’/‘judicial’) or illegitimate (‘political’). |
Artikel |
|
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 6 2019 |
Trefwoorden | ruimtegevende wetgevingsinstrumenten, right to challenge, experimenteerbepaling, vrijstelling, ontheffing |
Auteurs | Mr. D.R.P. de Kok |
SamenvattingAuteursinformatie |
In zijn jaarverslag over 2018 presenteert de Raad van State zijn ideaal van de wet als een pijler van ‘buigzaam beton’. Met dat ‘beton’ (rechtszekerheid) zit het bij de Raad wel goed, maar die buigzaamheid (flexibiliteit) komt er wat bekaaid af. Daarom gaat dit artikel in op manieren om die flexibiliteit in wetgeving te bereiken. Die manieren worden gecategoriseerd en voorzien van commentaar. Uiteraard komt daarbij ook het right to challenge aan bod, als één van die instrumenten en als benchmark voor de andere. Het artikel sluit af met aanbevelingen tot aanpassing van de Aanwijzingen voor de regelgeving. |
Artikel |
Een andere benadering van het right to challengeDe concessie als kern van een algemene regeling? |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 6 2019 |
Trefwoorden | uitdaagrecht, right to challenge, concessie, buurtconcessie, verordening |
Auteurs | Mr. O. Kwast |
SamenvattingAuteursinformatie |
Een algemene regeling van het uitdaagrecht lijkt verkeken. Te veel knelpunten. Maar wat als dat geen obstakels zijn voor wettelijke regeling, maar symptomen van het ontbreken daarvan? Deze bijdrage laat zien dat een algemene regeling denkbaar is, door niet het uitdaagrecht zelf te regelen, maar de bevoegdheid om over een uitdaging te beslissen. De concessie is daarvan de kern. En als een algemene regeling van concessies denkbaar is, dan is een regeling voor buurtconcessies als gemeentelijk instrument voor het uitdaagrecht dat ook. |
Artikel |
De wettelijke regeling van het right to challenge in de praktijkMuch ado about nothing? |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 6 2019 |
Trefwoorden | Right to challenge, Burgerinitiatieven, Wmo, Subsidie, artikel 150 Gemeentewet |
Auteurs | Mr. E.M.M.A. Driessen, Prof. mr. G. Boogaard en Prof. mr. W. den Ouden |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het regeerakkoord werd een right to challenge-regeling aangekondigd, maar op welke manier deze regeling vorm moest krijgen, was nog de vraag. In hun eerder verrichte onderzoek komen de auteurs tot de conclusie dat zo’n regeling geen begaanbare weg is. Dat neemt niet weg dat er door het hele land verschillende regelingen te vinden zijn die worden gepresenteerd als een vorm van invoering van het right to challenge. In dit artikel onderzoeken de auteurs deze regelingen. Zijn het wel échte right to challenge-regelingen en komen zij tegemoet aan de knelpunten waarmee challengers te maken hebben? |
Redactioneel |
Het right to challenge als nieuw wetgevingsfenomeen |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 6 2019 |
Auteurs | Mr. D.R.P. de Kok en Prof. mr. F.J. van Ommeren |
Auteursinformatie |
Register |
Register 2019 |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 6 2019 |
Artikel |
Participatie in circulaire gebiedsontwikkelingOver het creëren van alternatieve ruimtes door professionele stadmakers |
Tijdschrift | Recht der Werkelijkheid, Aflevering 2 2019 |
Trefwoorden | Circular City, Sustainable Development, City Makers, Co-creation, The Netherlands |
Auteurs | Linda van de Kamp PhD, Michaela Hordijk PhD, John Grin PhD e.a. |
SamenvattingAuteursinformatie |
We analyze two citizen collectives of ‘professional city makers’ who have shaped participation in circular area development in anticipation of the Dutch Environment and Planning Act. The activities of professional city-makers form an interesting new phenomenon that requires attention as well as the implications: it is precisely through the professionalism of the city-makers’ efforts that there is a regular tension in the participation process between their role as citizen and professional in their contact with the government. We therefore discuss how the participation of professional city-makers in area development exposes different paradoxes that must be taken into account in the further implementation of the Environment and Planning Act. In short, we argue that participation in the Act is presented in a traditional way and does not fit the new role of citizens in area development in the 21st century. |
Discussie |
De thorbeckiaanse omwenteling in de Omgevingswet |
Tijdschrift | Recht der Werkelijkheid, Aflevering 2 2019 |
Trefwoorden | Omgevingswet, Thorbecke, Subsidiariteitsbeginsel, Lokale democratie, Maatwerk |
Auteurs | Prof. mr. Geerten Boogaard |
Auteursinformatie |
Inleiding |
De Omgevingswet: nieuw ruimtelijk recht(?) |
Tijdschrift | Recht der Werkelijkheid, Aflevering 2 2019 |
Trefwoorden | Environment and Planning Act, Administrative Law reform, Spatial Planning, Prefigurative Law, Outsourced Law |
Auteurs | Dr. mr. Tobias Arnoldussen en dr. mr. Danielle Chevalier |
SamenvattingAuteursinformatie |
The Environment and Planning Act (EPA), which will enter into force in 2021, has been called the most influential legislative reform in the Netherlands since World War II. This article forms the introduction to a special issue devoted to the EPA, in which scholars from various disciplines reflect on the societal and legal ramifications of this new act. The authors introduce the different articles but also offer their perspective on the emergence of this new field of research. Socio-legal research into such a vast new regulatory field benefits from the application of multiple perspectives and different research methods. Conspicuously, the authors of the various articles differ on how to assess the new regulation of Dutch spatial planning. Some are pessimistic, others strike a more optimistic note. In this introduction two more perspectives on the law are offered. The perspective of prefigurative law (Davina Cooper) embodies the more optimistic view, whilst the perspective of outsourced law (Pauline Westerman) sides with the pessimists. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 3 2019 |
Trefwoorden | interbestuurlijk toezicht, democratische controle, horizontale controle, gemeenteraad, gemeenschappelijke regelingen |
Auteurs | Klaartje Peters |
SamenvattingAuteursinformatie |
Gemeenteraden worstelen met hun controlerende taak, zeker ten aanzien van de grote regionale samenwerkingsverbanden zoals de Veiligheidsregio, de GGD en de Omgevingsdienst. De kwaliteit van de informatievoorziening over prestaties van die verbanden is een belangrijk knelpunt. Bij nadere beschouwing blijkt dat Rijksinspecties en de provincies in hun rol als interbestuurlijk toezichthouder regelmatig onderzoek doen naar gemeenten en hun samenwerkingsverbanden dat voor gemeenteraden uiterst bruikbaar is. Gemeenteraden lijken daar weinig gebruik van te maken, deels doordat zij niet worden geïnformeerd over de onderzoeken en de resultaten ervan. Dat moet veranderen: er moet bij toezichthouders meer oog komen voor het belang van gemeenteraden als eerste controleur van het gemeentebestuur. |
Artikel |
De Urgenda-zaak en de mogelijkheden voor internationale rechtspraak door de Nederlandse rechter in algemeen-belangacties |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 3 2019 |
Trefwoorden | staatsmachten, legitimatie, internationaal recht, Rookverbod-arrest, dualiteit rechtspraak |
Auteurs | Mr. dr. B.A. Kuiper-Slendebroek |
SamenvattingAuteursinformatie |
Met de Urgenda-zaak is niet alleen de dialoog geopend over de betekenis van het internationale klimaatrecht, de mogelijkheden voor algemeen-belangacties op andere gebieden en de verhouding tussen de Nederlandse staatsmachten, maar komt ook de rol van de nationale rechter in het internationale recht aan bod. Via de route van het EVRM wijst de Nederlandse rechter de Staat op zijn internationale verplichtingen – waaronder die van de positieve bescherming van mensenrechten – en brengt hij de rechtsopvattingen van internationaal en nationaal recht op één lijn. Dit getuigt van een actieve rol van de rechter. Geplaatst in het licht van internationale ontwikkelingen en het Rookverbod-arrest biedt deze rol ook mogelijkheden voor algemeen-belangacties wanneer de normen uit internationale verdragen in het concrete geval rechtstreeks toegepast kunnen worden door de rechter. |
Artikel |
Afketsende of gedeelde verbeeldingswerelden?Kijkervaringen van moslimjongeren en politiestudenten met ISIS-video’s en Hollywoodfictie in Nederland |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Veiligheid, Aflevering 2 2019 |
Trefwoorden | Dutch youth, ISIS videos, Hollywood, Visual skills |
Auteurs | Heidi de Mare, Sigrid Burg, Gawie Keyser e.a. |
SamenvattingAuteursinformatie |
Between 2013-2017 there were many ISIS videos circulating. It was generally assumed that these videos would encourage young Muslims to radicalize and join ISIS. But what do we actually know about the imaginary world of young people? Do sociological aspects such as the economic, cultural and religious background play a decisive role in this? Can we use the films and TV series that young people see as an entry into their imaginary world? To what extent can image analysis provide knowledge that contributes to safety issues? Commissioned by the Department of Counterterrorism, Radicalization and Extremism (CTER) of the Dutch National Police, the IVMV Foundation invited, in a comparative pilot study, twenty Dutch youngsters (10 with a Muslim background and 10 police students) to share their viewing experiences with five trailers (3 Hollywood, 1 Netflix, 1 not explicit violent ISIS video) that touched on the ISIS issue. This resulted in a research report and a film (in Dutch as well as in English) that was presented in November 2017 (De Mare et al. 2017a; De Mare 2017b). A remarkable result was that their viewing experiences and feelings showed a lot of similarity. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Netherlands Journal of Legal Philosophy, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | Paul Scholten, dialectiek, existentialisme, Artificiële Intelligentie, ethische theologie |
Auteurs | Wim Borst |
SamenvattingAuteursinformatie |
Een bekend kenmerk van Scholtens beschouwingswijze was zijn dialectiek. |
Artikel |
Een mogelijke inpassing van de G1000 op nationaal niveau |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 3 2019 |
Trefwoorden | G1000, burgerparticipatie, deliberatie, representatieve democratie, wetgevingsproces |
Auteurs | Mr. M. van Zanten, G.J.P. Penders, L.S.R. Frietman e.a. |
SamenvattingAuteursinformatie |
De G1000 is als vorm van burgerparticipatie herhaaldelijk ingezet op lokaal niveau als aanvulling op de representatieve democratie. Daarmee voorziet de G1000 in potentie in de behoefte van veel burgers aan (meer) politieke betrokkenheid. In dit artikel gaan de auteurs daarom in op de vraag of en hoe de G1000 ook op nationaal niveau, in het wetgevingsproces, kan worden ingepast. Daarbij wordt eerst ingegaan op de behaalde resultaten van de G1000 op lokaal niveau en de toegevoegde waarde van het instrument ten opzichte van andere vormen van burgerparticipatie. Vervolgens wordt gekeken welke constitutionele grenzen het grondwettelijk stelsel stelt aan de inpassing van een G1000 op nationaal niveau. De auteurs komen tot de conclusie dat een G1000 binnen deze grenzen kan worden ingepast, waarbij tegelijkertijd de basisprincipes van de G1000 zoveel mogelijk worden gerespecteerd. Zij dragen in dat kader enkele ideeën aan voor de daadwerkelijke implementatie van de G1000 in het nationale wetgevingsproces. |
Buitenlands nieuws |
‘Again, that is a decision to be taken by Parliament itself’ |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | wetgevingsbevel, staatsrecht, Zuid-Afrika, PAIA |
Auteurs | Mr. G. Karapetian |
SamenvattingAuteursinformatie |
De vraag in hoeverre de rechter een bevel mag uitvaardigen aan de Staat om wetgeving tot stand te brengen, houdt de gemoederen in zowel binnen- als buitenland bezig. Het Zuid-Afrikaanse Constitutionele Hof deed in de zomer van 2018 uitspraak in een zaak waarin de federale wetgever wordt bevolen om binnen achttien maanden de Promotion of Access to Information Act (PAIA – de Zuid-Afrikaanse evenknie van de Wet openbaarheid van bestuur) aan te vullen. In deze bijdrage wordt de notie van het wetgevingsbevel in Zuid-Afrikaans perspectief geplaatst. |
Redactioneel |
Vereende machten in de strijd tegen klimaatverandering? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Omgevingsrecht, Aflevering 4 2018 |
Trefwoorden | omgevingsrecht, strategisch procederen, Urgenda |
Auteurs | Prof. mr. K.J. (Kars) de Graaf |
Auteursinformatie |