Diverse toezichthouders hebben vertrouwen in ondertoezichtstaanden gekozen als uitgangspunt. Inspecteurs van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) vinden vertrouwen een lastig te hanteren begrip. Tegelijk geven zij aan dat vertrouwen wel een grote rol speelt bij hun oordeel en handhaving. Ze missen echter handvatten om de afweging van vertrouwen in de zorgaanbieder te kunnen expliciteren en te onderbouwen. Dit is voor de IGJ aanleiding om vanuit het perspectief van de IGJ praktijkonderzoek te doen naar het begrip vertrouwen. Dit leidt tot het afwegingskader. |
Zoekresultaat: 6 artikelen
Opinie |
Repliek op reactie van Mertens ‘Gezond vertrouwen hanteerbaar in het toezicht?’ |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 4 2018 |
Auteurs | Sandra Spronk, Heleen Buijze, Paul Zwietering e.a. |
Auteursinformatie |
Casus |
Ontwikkeling van een afwegingskader vertrouwen voor toezichthoudersLessen uit de praktijk van de IGJ |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 3 2017 |
Trefwoorden | Vertrouwen, Toezicht, operationaliseren, afwegingskader, gezondheidszorg |
Auteurs | Sandra Spronk, Heleen Buijze, Paul Zwietering e.a. |
SamenvattingAuteursinformatie |
Article |
|
Tijdschrift | Erasmus Law Review, Aflevering 4 2016 |
Trefwoorden | Classification of jurisdictions, international comparative tax law, tax law methodology |
Auteurs | Renate Buijze |
SamenvattingAuteursinformatie |
The number of comparative tax law studies is substantial. The available literature on the methodology behind these tax comparisons, however, is rather limited and underdeveloped. This article aims to contribute to the theoretical background of tax comparisons by explicating methodological considerations in a comparative tax research on tax incentives for cross-border donations and relating it to the available methodological literature. Two aspects of tax law make comparative research in tax law a challenging endeavour: its complexity and fast-changing nature. To overcome these issues, this article proposes to divide jurisdictions into a limited number of categories. In this process the different legal levels are analysed systematically, resulting in categories of jurisdictions. Among the jurisdictions in one category, common characteristics are identified. This results in an abstract description of the category. I use the term ‘ideal types’ for these categories. The high level of abstraction in the use of ideal types allows for comparison of tax jurisdictions, without the risk that the comparison gets outdated. An additional advantage of working with ideal types is that the conclusions of the comparison can be applied to all jurisdictions that fit in the ideal type. This increases the generalisability of the conclusions of the comparative tax research. |
Artikel |
Het Hof van Justitie in Kamino-Datema: horen in bezwaar onder voorwaarden gesanctioneerd |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 9 2014 |
Trefwoorden | rechten van de verdediging, hoorplicht, gevolgen schending hoorplicht, douanerecht |
Auteurs | Mr. Anoeska Buijze |
SamenvattingAuteursinformatie |
Met zijn uitspraak van 3 juli 2014 verduidelijkt het Hof van Justitie de betekenis van de rechten van de verdediging voor het Nederlandse bestuursrecht, meer in het bijzonder voor het douanerecht. Voor de douane lijkt de uitkomst positief: het horen van belanghebbenden tijdens de bezwaarprocedure is onder voorwaarden voldoende om aan de rechten van de verdediging tegemoet te komen. Afdeling 4.1.2 van de Awb blijft nog even in het beklaagdenbankje: de ruime uitzondering op de hoorplicht uit artikel 4:12 Awb lijkt niet altijd houdbaar en het Hof van Justitie wijst de rechtvaardiging van de Nederlandse regering expliciet af. |
Artikel |
Waarom het transparantiebeginsel maar niet transparant wil worden |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 7 2011 |
Trefwoorden | transparantiebeginsel, aanbestedingsrecht, rechtszekerheid, vrij verkeer |
Auteurs | Mr. A.W.G.J. Buijze |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het Europese transparantiebeginsel breidt zich uit als een olievlek over de zee van het Europese recht. Nu meer en meer rechtsgebieden onder de reikwijdte van het transparantiebeginsel vallen, wordt het steeds moeilijker het belang van het beginsel voor het Nederlandse recht te ontkennen. Toch blijft het moeilijk te preciseren wat het transparantiebeginsel precies vereist. In dit artikel wordt betoogd dat de sleutel ligt in het instrumentele karakter van het transparantiebeginsel: steeds is een mate van transparantie vereist die zo goed mogelijk bijdraagt aan het realiseren van de doelen die in een bepaalde context bij transparantie zijn gediend. |
DGA |
fiscale en civielrechtelijke aspecten |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 51 2002 |
Trefwoorden | directeur-grootaandeelhouder, pensioen, pensioentoezegging, fiscaal, dienstjaar, toezegging, voorwaarde, werknemer, pensioenregeling, vennootschap |
Auteurs | J.J. Buijze |