In deze bijdrage wordt aandacht geschonken aan het wetsvoorstel ‘Wet opheffing verpandingsverboden’. Na inwerkingtreding van de wet kunnen de overdraagbaarheid en verpandbaarheid van een geldvordering op naam die voortkomt uit de uitoefening van een beroep of bedrijf niet meer door een beding tussen schuldenaar en schuldeiser worden uitgesloten of beperkt. De Wet opheffing verpandingsverboden beoogt de kredietmogelijkheden van het bedrijfsleven te vergroten door zeker te stellen dat bedrijfsmatig verkregen geldvorderingen als onderpand voor financieringen kunnen worden ingezet. De nieuwe regeling, de daarin opgenomen uitzonderingen en het overgangsrecht worden kritisch besproken. |
Zoekresultaat: 7 artikelen
Wetenschap |
De Wet opheffing verpandingsverbodenEen kritische bespreking van de nieuwe regeling van art. 3:83 lid 3 en 4, 3:94 lid 5 en 3:239 lid 5 BW, alsmede van het overgangsrecht |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | cessie- en verpandingsverboden, Overdraagbaarheid, Nietigheid, Vormvoorschrift, goederenrecht |
Auteurs | Mr. dr. M.H.E. Rongen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
|
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 2 2020 |
Trefwoorden | verbintenis, gebrek, zorgplicht, geldsom, bestuurdersaansprakelijkheid |
Auteurs | Mr. J.J. Valk |
SamenvattingAuteursinformatie |
De klachtplicht is van toepassing op alle ‘verbintenissen’, maar dan wel alleen bij ‘gebrekkige prestaties’. De auteur verkent het toepassingsbereik van de klachtplicht aan de hand van deze begrippen. Aan de orde komen onder meer zorgplichten, onrechtmatige daad, de betaling van een geldsom en interne bestuurdersaansprakelijkheid. |
Artikel |
Cessie(verboden), onoverdraagbaarheidsbedingen en de bescherming van betrokken actoren |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 2 2020 |
Trefwoorden | cessie, onoverdraagbaarheidsbeding, cessieverbod, consumentenbescherming, redelijkheid en billijkheid |
Auteurs | Mr. A.G.F. Ancery |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bij cessie staat contractsvrijheid voorop. Partijen kunnen ervoor kiezen om hun vordering overdraagbaar te houden of onoverdraagbaar te maken. Onder omstandigheden kan de aard van de vordering of de aard van de partijrelatie aan deze vrijheid in de weg staan. Deze bijdrage bespreekt wanneer dit het geval is. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 2 2019 |
Trefwoorden | franchising, informatieplicht, omzetprognose, franchise overeenkomst en Wer (Wetboek van economisch recht). |
Auteurs | Mr. dr. S.A. Kruisinga en Mr. M.I. Nijenhof-Wolters |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het Albert Heijn-arrest heeft de Hoge Raad opnieuw bevestigd dat naar huidig Nederlands recht geen algemene regel geldt dat een franchisegever een (toekomstige) franchisenemer moet inlichten omtrent de te verwachten omzet of omtrent de winstverwachting. De bijzondere omstandigheden van het geval kunnen echter wel een zodanige verplichting meebrengen. De vraag rijst of in het voorontwerp van de Wet Franchise dat op 12 december 2018 werd gepubliceerd een andere benadering is gekozen. In dit voorontwerp wordt voorgesteld een – vrij ruim geformuleerde – informatieplicht voor de franchisegever te introduceren. In deze bijdrage wordt ingegaan op het Albert Heijn–arrest en wordt de uitkomst van deze procedure afgezet tegen het Nederlandse conceptwetsvoorstel en de Belgische regelgeving voor franchiseovereenkomsten. |
Artikel |
Enige beschouwingen over trustakten naar Curaçaos recht en de uitleg daarvan |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 3 2016 |
Trefwoorden | trusts, objectieve uitleg, derden, goederenrecht, verbintenissenrecht, Haviltex |
Auteurs | Mr. dr. P.S. Bakker |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt stilgestaan bij het fenomeen van de Curaçaose trust en bij de uitleg van akten, waarmee dergelijke trusts in het leven plegen te worden geroepen. De auteur betoogt dat in de regel een gedifferentieerde uitlegmethode voor dit soort akten aangewezen is, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen bedingen in de trustakte met goederenrechtelijke implicaties jegens derden en bedingen van zuiver verbintenisrechtelijke aard. |
Redactioneel |
Redactioneel |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 4 2013 |
Discussie |
Opzegging van de DBFMO-overeenkomst |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 4 2013 |
Trefwoorden | opzeggen, DBFMO, onvoorziene omstandigheden, innovatieve contractsvorming |
Auteurs | Mr. ir. F.M. van Cassel-van Zeeland |
SamenvattingAuteursinformatie |
De DBFMO-overeenkomst wordt door het Rijk toegepast bij grotere projecten. Bij toepasselijkheid van de Rijksbrede Modelovereenkomst DBFMO Huisvesting 2012 van de Rijksgebouwendienst kan enkel de opdrachtgever opzeggen en niet de opdrachtnemer. De opdrachtgever heeft hierbij niet de mogelijkheid om gedeeltelijk op te zeggen. Logischer is om aan te sluiten bij de partiële opzegbevoegdheid zoals die geldt bij aanneming van werk. |