In een arrest gewezen naar aanleiding van een Spaanse vrijstelling van de Katholieke Kerk van belastingen heeft de Grote kamer van het Hof van Justitie een interessant oordeel gegeven over de toepasselijkheid van het recht van de Unie op activiteiten van kerken. Het arrest bevat fundamentele overwegingen over de kwalificatie van een entiteit als onderneming en gaat in op de vraag wanneer activiteiten economische activiteiten zijn. Voorts komt het onderscheid tussen bestaande en nieuwe steunmaatregelen aan de orde. Bijkomend gaat het Hof van Justitie in op de betekenis voor de nationale rechter van het beginsel van loyale samenwerking. |
Zoekresultaat: 16 artikelen
Artikel |
Staatssteun en economische activiteiten van de kerk |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 7 2017 |
Trefwoorden | staatssteun, onderneming, status kerk, economische activiteit, loyaliteitsverplichting |
Auteurs | Mr. drs. M.A. Fierstra |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
De nationale rechterlijke beslissing als staatssteun |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 4 2017 |
Trefwoorden | staatssteun, wijziging bestaande steunmaatregel, rechterlijke uitspraak als staatssteun, opschortingsverplichting, rechtszekerheid |
Auteurs | Mr. drs. M. Fierstra |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het arrest DEI is belangrijk voor beantwoording van de vraag wanneer een steunmaatregel kan worden gekwalificeerd als een bestaande steunmaatregel waarop de aanmeldings- en de opschortingsverplichting van artikel 108 lid 3 VWEU van toepassing is. Het arrest DEI is daarnaast van belang omdat daaruit voortvloeit dat onder omstandigheden ook rechterlijke beslissingen als een steunmaatregel in de zin van artikel 107 lid 1 VWEU kunnen worden gekwalificeerd en dat die rechterlijke beslissingen dan op grond van artikel 108 lid 3 VWEU aan de Commissie moeten worden medegedeeld. Deze interpretatie kan grote gevolgen hebben voor de nationale rechter en stelt principiële vragen aan de orde over de positie van de nationale rechter in de rechtsorde van de Europese Unie. Deze bijdrage gaat aan de hand van het arrest DEI op beide aspecten in. |
Artikel |
Va banque: een snel kansspel en het Europese rechtszekerheidsbeginsel |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 2 2016 |
Auteurs | Mr. drs. M.A. Fierstra |
SamenvattingAuteursinformatie |
Over de toepassing van het Europees recht op nationaal beleid ter regulering van gokactiviteiten wees het Hof van Justitie inmiddels een aanzienlijk aantal arresten waarin met name de vrijverkeerbepalingen tot op detailniveau worden uitgelegd aan nationale rechters. Het arrest Berlington Hungary lijkt het zoveelste arrest over dit onderwerp. Een indruk die wordt versterkt doordat de zaak zonder conclusie werd berecht. Het arrest bevat echter ook een noviteit doordat wordt geoordeeld dat slechts sprake kan zijn van een gerechtvaardigde beperking van het vrij verkeer van diensten als de nationale wetgever het Unierechtelijke vertrouwensbeginsel respecteert. De betekenis van deze voorwaarde staat in deze bijdrage centraal. |
Artikel |
Sneller: de opportuniteit van de weg via Luxemburg |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 4 2014 |
Trefwoorden | Artikel 267 VWEU, Richtlijn 87/344/EEG, Aanbevelingen aan de nationale rechterlijke instanties tot het stellen van prejudiciële vragen, opportuniteitsbeoordeling |
Auteurs | Mr. drs. M.A. Fierstra |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het arrest Sneller heeft het Hof van Justitie beslist dat de rechtsbijstandverzekeringsrichtlijn meebrengt dat een rechtsbijstandverzekeraar in zijn verzekeringsovereenkomsten niet kan bepalen dat de rechtsbijstand in beginsel door zijn werknemers wordt verleend. Na het arrest Eschig, en de bevestiging daarvan in het arrest Stark, kon deze interpretatie van Richtlijn 87/344/EEG worden verwacht. Deze bijdrage bespreekt dan ook niet deze interpretatie maar gaat, naar aanleiding van het geschil voor de nationale rechter, in op overwegingen van de nationale rechter om in dergelijke situaties op basis van artikel 267 VWEU aan het Hof van Justitie een prejudiciële beslissing te verzoeken.HvJ EU 7 november 2013, zaak C-442/12, Jan Sneller/DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringsmaatschappij NV, n.n.g. |
Artikel |
Åkerberg Fransson: ruim toepassingsgebied van Handvest op handelingen van lidstaten |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 6 2013 |
Trefwoorden | Toepassingsgebied recht van de Europese Unie, Handvest, beginselen van het recht van de Europese Unie, ne bis in idem-beginsel, volle werking van het recht van de Europese Unie, prejudiciële procedure |
Auteurs | Mr. drs. M.A. Fierstra |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 26 februari 2013 heeft het Hof van Justitie het lang verwachte arrest Åkerberg Fransson gewezen. Gespannen werd naar dit arrest uitgekeken omdat de beantwoording van de prejudiciële vragen van de Zweedse verwijzende rechter duidelijkheid moesten brengen over de vraag wanneer lidstaten aan de verplichtingen van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (hierna: Handvest) zijn gebonden. Het arrest Åkerberg Fransson is daarmee van betekenis voor de rechtsgevolgen van het Handvest in de rechtsordes van de lidstaten. Deze bijdrage duidt de betekenis van dit arrest door het te plaatsen tegen de achtergrond van eerdere rechtspraak en de ontwikkelingen die hebben geleid tot een juridisch bindend Handvest en de analyse van het hoofdgeding op grond waarvan de verwijzende rechter heeft besloten het Hof van Justitie te adiëren. |
Wetgeving |
Gerecht van Eerste Aanleg geeft praktische aanwijzingen voor procespartijen: Over e-mail, nietjes en andere praktische zaken |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 7/8 2002 |
Trefwoorden | rechtsbescherming |
Auteurs | M.A. Fierstra |
Boekbespreking |
Competition Law in the EU, its Member States and Switserland |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 4 2002 |
Auteurs | M.A. Fierstra |
Jurisprundentie |
Vestigingsvrijheid en vennootschappen: veel (prejudiciële) vragen |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 9 2001 |
Trefwoorden | vestigingsvrijheid |
Auteurs | M.A. Fierstra |
Jurisprundentie |
Precisering van verhouding nationale rechter enerzijds en Commissie en Hof van Justitie anderzijds bij toepassing van het communautaire mededingingsrecht |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 6 2001 |
Trefwoorden | mededinging |
Auteurs | M.A. Fierstra |
WetgevingEU |
Een nieuw toekomstperspectief voor het Hof van Justitie; de tussenstand na het Verdrag van Nice |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 4 2001 |
Trefwoorden | rechtsbescherming |
Auteurs | M.A. Fierstra |
Boekbespreking |
Recente publicaties |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 9 2000 |
Auteurs | M.A. Fierstra |
WetgevingEU |
Eerste stap modernisering procedure bij het Hof van Justitie |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 9 2000 |
Trefwoorden | rechtsbescherming |
Auteurs | M.A. Fierstra |
WetgevingEUvoorgenomen |
Rapport van de reflexiegroep over de toekomst van het Hof |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 7/8 2000 |
Trefwoorden | ICG |
Auteurs | M.A. Fierstra |
WetgevingEUvoorgenomen |
Een nieuw communautair openbaarheidsregime? |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 4 2000 |
Trefwoorden | institutioneel recht |
Auteurs | M.A. Fierstra |
Jurisprundentie |
Interporc: opnieuw meer duidelijkheid over communautaire transparantie |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 3 2000 |
Trefwoorden | institutioneel recht |
Auteurs | M.A. Fierstra |
WetgevingEUvoorgenomen |
De rechterlijke architectuur van de toekomst in de Europese Unie |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 1/2 2000 |
Trefwoorden | ICG |
Auteurs | M.A. Fierstra |