Auteurs gaan naar aanleiding van het arrest van het HvJ EU (Vlarem II) in op de vraag of het Activiteitenbesluit geldig is ondanks dat er geen strategische milieubeoordeling is opgesteld. |
Zoekresultaat: 19 artikelen
Artikel |
‘Battenoord’ op losse schroeven: tijd voor prejudiciële vragenIs het Activiteitenbesluit wel rechtsgeldig? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Omgevingsrecht, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | SMB, MER, D’Oultremont, Vlarem |
Auteurs | Prof. mr. dr. H.E. (Herman) Bröring en Prof. dr. A.W. (Albert) Koers |
SamenvattingAuteursinformatie |
Milieu |
|
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 7-8 2020 |
Trefwoorden | luchtkwaliteit, milieurecht, rechtsbescherming, handhaving, rechterlijke toetsing |
Auteurs | Mr. dr. F.M. Fleurke |
SamenvattingAuteursinformatie |
In twee hier te bespreken arresten bouwt het Hof van Justitie voort op de rechtspraak met betrekking tot het recht op schone lucht zoals neergelegd in Richtlijn 2008/50/EG betreffende de luchtkwaliteit en schonere lucht voor Europa. |
Milieu |
Finse wolvenjacht: deur op een kier voor ‘ecodictie’ in het Europese natuurbeschermingsrecht? |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 1-2 2020 |
Trefwoorden | Habitatrichtlijn, natuurbescherming, wolven, jacht, gunstige staat van instandhouding |
Auteurs | Mr. dr. F.M. Fleurke en Mr. dr. A. Trouwborst |
SamenvattingAuteursinformatie |
In een arrest over het Finse vergunningsbeleid voor de jacht op wolven geeft het Hof van Justitie uitleg over de betekenis en reikwijdte van een aantal omstreden bepalingen van de Habitatrichtlijn. De twee belangrijkste vragen betreffen (a) of het toegestaan is om vergunning voor jacht te verlenen om meer acceptatie voor grote roofdieren te bewerkstelligen bij de lokale bevolking en (b) op welk bestuursniveau (lokaal, nationaal, biografisch, grensoverschrijdend) de zogenoemde eis van ‘gunstige staat van instandhouding’ voor beschermde soorten moet worden bereikt. Daarnaast benadrukt het Hof van Justitie net als in andere recente arresten het belang van wetenschappelijk bewijs en de prominente rol van het voorzorgbeginsel. Met de vestiging van het eerste Nederlandse wolvenroedel in eeuwen kan de eerste vraag ook zeker relevant geworden voor Nederland. Het antwoord op de tweede vraag is voor Nederland – met zijn gefragmenteerde grondgebied en vele kleine populaties beschermde soorten – zelfs van fundamenteel belang. Het Hof van Justitie geeft meer duidelijkheid maar laat tegelijkertijd nog wel vragen open. |
Artikel |
De invloed van bedreigingen op de gemeentelijke besluitvorming |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Veiligheid, Aflevering 1 2020 |
Trefwoorden | bedreigingen in de politiek, ongewenste invloed, intensieve procesanalyse |
Auteurs | Diana Marijnissen en Emile Kolthoff |
SamenvattingAuteursinformatie |
This contribution reports on a delimited part of a larger, exploratory study, the main question of which was: How do aldermen perceive threats, what are their behavioral intentions and what is the influence of threats on the process and the outcome of decision-making? This question was answered with the help of Q methodology, semi structured interviews and case studies. This article discusses the results of the case studies and semi structured interviews on the impact of threats on decision-making. In two of the investigated cases (N=3) there are indications that the threats affect the decision-making process. The first case involves risk-avoiding behavior. In the second case there is a stronger conviction and hardening of opinions. There are no indications that threats affect the outcome of the decision-making process. The political administrative system that we have in the Netherlands is able to counteract improper influence. This is due to various elements in the system such as the boldness and the results-focused attitude of civil service (case 1) and the mayor and aldermen (case 2 and 3) and the design of the rules and procedures (case 1, 2 and 3). |
Artikel |
De bakens verzet (!?)De civiele rechter in milieuzaken tegen de overheid |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Omgevingsrecht, Aflevering 4 2018 |
Trefwoorden | omgevingsrecht, strategisch procederen, rechtsbescherming, Urgenda |
Auteurs | Prof. mr. E. (Eddy) Bauw |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel bevat een reflectie op de stand van zaken waar het gaat om de behartiging van het milieubelang door middel van het privaatrecht. Een dergelijke reflectie begint in het verleden: hoe zijn wij gekomen waar wij nu zijn? En strekt zich uit naar de toekomst: welke ontwikkeling is te verwachten en wat is wenselijk? In deze bijdrage staan deze vragen centraal. |
Milieu |
De lange mars van het voorzorgsbeginsel: redding van de bij? |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 7-8 2018 |
Trefwoorden | gewasbestrijdingsmiddelen, neonicotinoïden, bijensterfte, voorzorgsbeginsel, EFSA |
Auteurs | Mr. dr. F.M. Fleurke |
SamenvattingAuteursinformatie |
Na ruim tien jaar op de interne markt te zijn toegelaten, heeft de Commissie drie omstreden gewasbestrijdingsmiddelen (neonicotinoïden) verboden waarvan een causaal verband met bijensterfte in Europa werd vermoed. Vanwege wetenschappelijke onzekerheid hierover was het verbod gebaseerd op het voorzorgsbeginsel. Het beroep tegen deze toepassing van het beginsel is door het Gerecht in dit arrest ongegrond verklaard. Het is daarmee het eerste arrest waarin met zoveel woorden en zoveel overtuiging het voorzorgsbeginsel wordt getoetst en toegepast. Ondanks deze voorlopige zege voor de bescherming van milieu en menselijke gezondheid is het afwachten of de transitie naar een duurzaam gebruik van bestrijdingsmiddelen zal plaatsvinden. Dit hangt vooral samen met fundamentele vragen over de verhouding tussen de wetenschap en de politieke besluitvorming. |
Artikel |
Lex Michiels als godfather van de OmgevingswetLexplicatie welkom |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Omgevingsrecht, Aflevering 2 2017 |
Trefwoorden | Omgevingswet, Lex Michiels |
Auteurs | Mr. dr. J.H.G. (Jan) van den Broek |
SamenvattingAuteursinformatie |
Aan de hand van een bespreking van de regeling over milieubelastende activiteiten in de Omgevingswet en de bijbehorende uitvoeringsregelgeving laat auteur zien dat er nog veel vragen zijn te beantwoorden door Lex als ‘godfather aan de Kneuterdijk’. |
Artikel |
Steekt de wind op? De Strategische Milieueffectrapportage verruimd |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 3 2017 |
Trefwoorden | Milieu, Richtlijn 2001/42/EG, Plan en programma, Windenergie |
Auteurs | Mr. F.M. Fleurke |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de zaak D’Oultremont e.a. spreekt het Hof van Justitie zich uit over de reikwijdte van Richtlijn 2001/42/EG betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma’s. Enkele kernbegrippen worden ruim uitgelegd met verwijzing naar de doelstelling van de richtlijn: integratie van milieuoverwegingen. Het begrip plannen en programma’s wordt zo geïnterpreteerd dat een besluit geen betrekking hoeft te hebben op een specifiek gebied, het besluit geen compleet kader hoeft vast te stellen, en dat algemene regels ook kunnen worden aangemerkt als ‘plan en programma’. Het arrest heeft hiermee aanzienlijke gevolgen voor de Nederlandse praktijk aangaande ruimtelijk ordening. |
Artikel |
Realisering van grondwettelijke sociale grondrechten; wetgever, ubi est? |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 4 2016 |
Trefwoorden | sociale grondrechten, positieve verplichtingen, zorgplicht |
Auteurs | Mr. P.B.C.D.F. van Sasse van Ysselt |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bij de grondwetsherziening van 1983 zijn sociale grondrechten in de Grondwet opgenomen. Van een aantal onderwerpen, als werkgelegenheid, volksgezondheid en leefmilieu, is toen vastgesteld dat zij een ‘voorwerp van zorg’ van de overheid zijn. Zij leggen inspanningsverplichtingen op aan de overheid. In deze bijdrage staat de vraag centraal of, en zo ja op welke wijze, de wetgever gevolg heeft gegeven aan de grondwettelijk verankerde sociaal grondrechtelijke zorgplichten, alsmede welke consequenties uit de desbetreffende bevindingen kunnen worden getrokken. De bijdrage is aldus een eerste aanzet voor een evaluatieonderzoek naar de gevolgen van de introductie van sociale grondrechten voor de wetgevingspraktijk. Het lijkt erop dat deze gevolgen gering zijn. Het lijkt er echter ook op dat het belang van sociale grondrechten wel toeneemt en dat dit voornamelijk wordt gestimuleerd door andere actoren dan de wetgever zelf. |
Artikel |
Handhaving van Europees Milieurecht: resultaatsverplichtingen op het terrein van lucht en water |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 9 2015 |
Trefwoorden | milieu, kaderrichtlijnen, programmatische aanpak, resultaatsverplichting, lucht- en waterkwaliteitseisen |
Auteurs | Mr. F.M. Fleurke |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de besproken prejudiciële procedures is het Hof van Justitie verzocht uitspraak te doen over de aard van de in de milieukaderrichtlijnen opgenomen programmatische verplichtingen. In beide arresten heeft het Hof van Justitie de doelstellingen van deze richtlijnen centraal gesteld, hetgeen een einde heeft gemaakt aan de discussie of het in deze richtlijnen wel gaat om resultaatsverplichtingen. De rechtspraak heeft gevolgen voor het Nederlandse beleid dat de programmatische aanpak centraal stelt. Geconcludeerd wordt dat per sector en per richtlijn bekeken moet worden of dit verenigbaar is met het Europese recht. Een generalistische verbreding en uniforme toepassing van de programmatische aanpak staat hiermee op gespannen voet. |
Artikel |
Het arrest Briels: begrippen mitigatie en compensatie Habitatrichtlijn nader verklaard |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 8 2014 |
Trefwoorden | Habitatrichtlijn, mitigatie, compensatie, Milieu & Infrastructuur, voorzorgbeginsel |
Auteurs | Dr. mr. Floor Fleurke |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het Hof van Justitie heeft zich in de zaak Briels e.a. gebogen over een prejudiciële vraag in het kader van een procedure aangaande het tracébesluit Rijksweg A2. Deze wegverbreding heeft negatieve gevolgen voor het bestaande beschermde areaal blauwgraslanden. Het tracébesluit voorziet echter in een mitigatieplan, omvattende de aanleg van een groter areaal blauwgraslanden van hogere kwaliteit dan het bestaande. De kern van het arrest gaat over de vraag of de in het tracébesluit voorgestelde beschermingsmaatregelen de schadelijke gevolgen mitigeren of dat deze maatregelen moeten worden aangemerkt als compenserende maatregelen als bedoeld in artikel 6 lid 4 van de Habitatrichtlijn. |
Artikel |
Decentraliseren zonder recentralisatiereflex |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 5 2013 |
Trefwoorden | decentralisatie, interbestuurlijke betrekkingen, sociale zekerheid, maatschappelijke ondersteuning |
Auteurs | J. van den Berg MSc, Mr. dr. J.H. Bosselaar en J. van der Veer MSc |
SamenvattingAuteursinformatie |
De verwachtingen over de uitwerking van decentralisaties in het sociale domein zijn hooggespannen: efficiëntere dienstverlening, een grotere doelmatigheid en meer responsiviteit liggen in het verschiet. Maar zijn deze verwachtingen realistisch? De praktijk leert dat decentralisaties vaak worden gevolgd door recentraliserende maatregelen, waardoor de rijksoverheid de verantwoordelijkheid weer in handen neemt. Bovendien hebben gemeenten de neiging om elkaars beleid te kopiëren, in plaats van er een lokale kleur aan te geven. In deze bijdrage wordt stilgestaan bij deze mechanismen en de vraag hoe hierop kan worden geanticipeerd tijdens de aanstaande decentralisatieoperaties. |
Artikel |
Waarom aanwijzingen van Rijk en provincies op grond van de Wro tot het interbestuurlijk toezicht horen en waarom de reactieve aanwijzing kan worden gemist in de nieuwe Omgevingswet |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Omgevingsrecht, Aflevering 1 2013 |
Trefwoorden | interbestuurlijk, toezicht, IBT, reactieve aanwijzing, Omgevingswet |
Auteurs | Mr. dr. H.J. de Vries |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 1 oktober 2012 is de Wet revitalisering generiek toezicht (Wrgt) in werking getreden. De Wrgt is niet van toepassing op de reactieve en proactieve aanwijzingsbevoegdheid in de Wet ruimtelijk ordening (Wro). Dit is gebaseerd op de (onjuiste) aanname dat de aanwijzingen geen interbestuurlijk toezicht zouden zijn, zoals door de Wrgt wordt gereguleerd. In deze bijdrage wordt beargumenteerd waarom de aanwijzingsbevoegdheden wel tot het interbestuurlijk toezicht behoren. Betoogd wordt dat de reactieve aanwijzing geen meerwaarde heeft ten opzichte van de instrumenten die de Wrgt biedt. In de aankomende Omgevingswet kan de reactieve aanwijzing van Rijk en provincie dan ook worden gemist. |
Artikel |
Waar vinden we het Waddenzeebeleid? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Omgevingsrecht, Aflevering 1 2013 |
Trefwoorden | Waddenzee, natuurbescherming, Barro, Natura 2000 |
Auteurs | Mr. dr. P. Mendelts |
SamenvattingAuteursinformatie |
De centrale vraag van deze bijdrage is of en in hoeverre we het Waddenzeebeleid nog moeten zien als ruimtelijke-ordeningsbeleid, of dat het Natuurbeschermingswetkader die rol heeft overgenomen of zal moeten overnemen.De PKB Waddenzee is sinds de inwerkingtreding van de Wro enkel op basis van overgangsrecht van toepassing. Met de definitieve aanwijzing van het gebied als Natura 2000 en het bijbehorende beheerplan in de maak zijn veel functies uit de PKB overgenomen door de nieuwe instrumenten uit het natuurbeschermingsrecht. De Waddenzee wordt ook beschermd op basis van het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening. Door het afnemende belang van de PKB binnen het Waddenzeebeleid en de verspreiding van belangrijke elementen over NB-wet 1998-kader en RO-kader dreigt versnippering van de bescherming van de Waddenzee. |
Artikel |
Een aanval op het Europese emissiehandelsysteem vanuit de luchtEen bespreking van de prejudiciële beslissing van het Hof van Justitie inzake Richtlijn 2008/101/EG tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 5 2012 |
Trefwoorden | klimaatverandering, emissiehandel, luchtvaart, extra-territoriale werking, milieu |
Auteurs | Mr. F.M. Fleurke |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het Hof van Justitie heeft het onderbrengen van de luchtvaart bij het Europese emissiehandelssysteem (EU EHS) in een prejudiciële beslissing geldig bevonden. De geldigheid van Richtlijn 2008/101/EG tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG teneinde ook luchtvaartactiviteiten op te nemen in de regeling voor de handel in broeikasgassenemissierechten binnen de Europese Unie werd betwist door een aantal Amerikaanse vliegtuigmaatschappijen, die stelden dat de richtlijn in strijd is met internationale verdragen en met het internationale gewoonterecht. De uitkomst van de zaak is van groot belang voor de toekomst van het Europese klimaatbeleid, vooral nu onderhandelingen over een nieuw klimaatakkoord stroef verlopen. Vanuit juridisch perspectief is de zaak bovendien interessant omdat het Hof van Justitie zich heeft moeten uitlaten over de extraterritoriale werking van het EU-recht. |
Artikel |
RIE vervangt IPPCIs de toepassing van BBT nu wél gewaarborgd? |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 7 2011 |
Trefwoorden | BBT, IPPC, installatie, inrichting, emissies |
Auteurs | Mr. A. van Rossem |
SamenvattingAuteursinformatie |
Eind 2010 is de Europese Richtlijn 2010/75/EU inzake industriële emissies (geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging) aangenomen, kortweg de Richtlijn Industriële Emissies (RIE). De RIE voegt de IPPC-richtlijn samen met zes sectorale richtlijnen met betrekking tot industriële emissies. Daarnaast zijn de bestaande richtlijnen aangepast. Een aantal voorschriften van de IPPC-richtlijn zijn ingrijpend gewijzigd om te waarborgen dat de ‘beste beschikbare technieken’ zoals reeds voorgeschreven in de IPPC-richtlijn in alle lidstaten coherent worden toegepast. In deze bijdrage ga ik in op deze wijzigingen en zal ik mogelijke implicaties voor de Nederlandse praktijk aanstippen. |
Artikel |
Kolencentrales, robuuste verbindingen en EU-milieurichtlijnen: balanceren tussen nationale en Europese doelstellingen |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 3 2011 |
Trefwoorden | milieu, implementatie milieurichtlijnen, omzettingstermijn, ecologische hoofdtrsuctuur (EHS), vogel-en habitatrichtlijn |
Auteurs | Mr. F.M. Fleurke en Mr. dr. A. Trouwborst |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel worden twee actuele milieudossiers besproken die direct de grenzen van het Europees recht raken, namelijk de voorgenomen bouw van een aantal nieuwe kolencentrales en het huidige regeringsbeleid ten aanzien van ecologische verbindingszones. Beide dossiers illustreren dat de Nederlandse moeite met het voldoen aan Europese resultaatsverplichtingen nog niet tot het verleden behoort. |
Jurisprudentie |
Het belang van de onderzoeksplicht. Aanscherping van procedurele waarborgen inzake de procedure van artikel 95 lid 5 EG-Verdrag |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 5 2009 |
Auteurs | Mr. F.M. Fleurke |
Auteursinformatie |