De academische vrijheid staat onder druk, mede door de wijze waarop onderwijs en onderzoek gefinancierd worden en wetenschappers ‘gemanaged’ worden. Door ontwikkelingen zoals het langdurig op tijdelijke contracten houden van jonge wetenschappers en toenemende nadruk op valorisatie en cocreatie van onderzoek slinkt de ruimte voor kritiek en voor ongebonden onderzoek. Ook in het onderwijs zien we dat er via toelatingsbeleid, accreditaties en onderwijsprogrammering steeds minder ruimte lijkt voor de eigen professionaliteit van wetenschappers. Bestaande gedragscodes lijken weinig houvast te bieden bij het beschermen van de academische vrijheid. Hierdoor rijst de vraag of het geen tijd wordt voor hardere wettelijke regels. |
Zoekresultaat: 51 artikelen
Objets trouvés |
|
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 4 2021 |
Trefwoorden | wetenschappelijke integriteit, draaideurcontracten, onafhankelijkheid, gedragscodes |
Auteurs | R.A.J. van Gestel |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
|
Tijdschrift | Justitiële verkenningen, Aflevering 4 2021 |
Trefwoorden | violence, organized crime, murder, contract killings, shootings |
Auteurs | Barbra van Gestel |
SamenvattingAuteursinformatie |
This article describes the recent developments in the nature of the phenomenon of contract killings by organized crime groups in the Netherlands. The crude and sloppy methods by hitmen of today can be explained in part by the inexperience of hitmen combined with the wide availability of heavy automatic firearms. However, the witnessed coarser methods of hitmen can also be attributed to the methods of the principals. Interviews and case reports illustrate a crude, intimidating approach by the principal and a sliding scale in the extension of deadly violence to a broader target group. The shift in deadly violence to wider circles outside the criminal underworld is a new development in the Netherlands. Contract killings of persons who are not involved in organized crime place a great amount of pressure on criminal trials. Attempts are made to influence participants in legal proceedings right up to the court hearings, both through the actual murder of actors and through threats and instilling fear within magistrates, lawyers, the media, and law enforcement. |
Opinie |
|
Tijdschrift | Netherlands Journal of Legal Philosophy, Aflevering Pre-publications 2021 |
Trefwoorden | Academische vrijheid, Onafhankelijkheid, Onpartijdigheid, Integriteit, Gedragscode |
Auteurs | Rob van Gestel |
Auteursinformatie |
Objets trouvés |
Een (toe)slag in de lucht |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 2 2021 |
Trefwoorden | kinderopvangtoeslag, evenredigheidsbeginsel, hardheidsclausule, uitvoerbaarheid, wetgevingsprimaat |
Auteurs | R.A.J. van Gestel |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Afdeling bestuursrechtspraak heeft naar aanleiding van de kritiek van de commissie-Van Dam op de toeslagenjurisprudentie het boetekleed aangetrokken. Door onze hoogste bestuursrechter wordt echter ook op de verantwoordelijkheid van de wetgever gewezen, die dwingende regels zou hebben opgesteld over de terugvordering van toeslagen die weinig speelruimte zouden hebben gelaten aan de rechter. Alom wordt gepleit voor herstel van de rol van het parlement als kritische medewetgever, maar de vraag is of dat soortgelijke problemen in de toekomst voorkomt. Een andere kijk op de trias en op het primaat van de wetgever lijkt op dit punt meer aangewezen. |
Objets trouvés |
De rechtsstaat in discussie |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | Primaat wetgever, trias, dikastocratie, verticaal machtsevenwicht, COVID-19 |
Auteurs | Prof. dr. R.A.J. van Gestel |
SamenvattingAuteursinformatie |
Volgens de Raad van State zou de rechtsstaat in Nederland niet wezenlijk in gevaar zijn, zou de balans tussen de instituties die invulling moeten geven aan de rechtsstaat (wetgever, bestuur en rechter) tot nu toe verzekerd zijn en zou er voldoende draagvlak onder de bevolking bestaan. Daarom zou er ook geen reden zijn voor een ‘alarmerende toon’. Deze stellingen worden nauwelijks onderbouwd, staan maatschappelijk ter discussie en miskennen dat Nederland geen eiland is, maar onderdeel uitmaakt van een meergelaagde internationale rechtsorde. Het beeld dat de Raad daarbij heeft van de scheiding der machten behoeft dringend bijstelling. |
Objets trouvés |
Het wettelijk experiment rond de promotiestudent |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 1 2020 |
Trefwoorden | experimentwetgeving, promotiestudenten, werknemerpromovendi, wetsevaluatie |
Auteurs | Prof. dr. R.A.J. van Gestel |
SamenvattingAuteursinformatie |
De regering heeft in 2015 het Besluit experiment promotieonderwijs gelanceerd. Anders dan het opschrift doet vermoeden, lijkt dit experiment niet of nauwelijks van doen te hebben met de kwaliteit van het onderwijs aan promovendi of met de bijdrage die promotieonderwijs levert aan het verbeteren van Nederlandse proefschriften. Veeleer lijkt het erop dat gepoogd wordt om te bezien of door promovendi hun status van werknemer te ontnemen, de kosten voor universiteiten kunnen worden gedrukt en het aantal promoties kan worden verhoogd. De tussenevaluatie van het experiment is op dit punt weinig kritisch en objectief. Daarmee is niet gezegd dat een wettelijk experiment met het labelen van promotieplaatsen en het monitoren van de effecten van onderwijs aan promovendi geen nut zou kunnen hebben, zoals ik verdedig aan de hand van het voorbeeld van het promoveren op het gebied van het Nederlandse recht. |
Boekbespreking |
Drugssmokkelaars en de deur in de haven |
Tijdschrift | Justitiële verkenningen, Aflevering 5 2019 |
Trefwoorden | book review, cocaine smuggling, harbor, corruption, customs |
Auteurs | Dr. Barbra van Gestel |
SamenvattingAuteursinformatie |
In this article, a recently published Dutch book on corruption in the port of Rotterdam is reviewed. De Schiedamse cocaïnemaffia. Een corrupte douanier, doorgewinterde criminelen en duizenden kilo’s coke was written by journalist Jan Meeus from NRC Handelsblad. The book can be seen as a case study of a customs officer – Gerrit – who fell for the big money. It gives a good insight into the connection between the legal and the illegal world and how this is experienced by those involved. The information in the book is based on seven large criminal files and dozens of conversations with people mentioned in those files. Meeus also attended the criminal proceedings intensively. It is now known that the film rights of the book have been sold and that Meeus will be writing the screenplay for the feature film together with director Jean van der Velde. |
Annotatie |
Annotatie bij de vonnissen ECLI:NL:OGEAC:2017:259, ECLI:NL:OGEAC:2019:17, ECLI:NL:OGEAC:2019:172 en ECLI:NL:OGEAM:2019:61 |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 4 2019 |
Auteurs | Prof. dr. R.A.J. van Gestel en Mr. dr. J. Sybesma |
Auteursinformatie |
Objets trouvés |
Leidt terugtred van de wetgever tot een opmars van rechterlijke rechtsvorming en afbraak van democratische waarden? |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 3 2019 |
Trefwoorden | Terugtred, Rechtsvorming, Tegendemocratie, Deparlementarisering, Primaat |
Auteurs | Prof. dr. R.A.J. van Gestel |
SamenvattingAuteursinformatie |
Recentelijk heeft de Raad van State gewaarschuwd dat het primaat van de wetgever wordt uitgehold door het regeren bij akkoord, gebruik van kaderwetgeving, experimentwetgeving en private regelgeving. Dat zou leiden tot een opmars van rechtsvorming door de rechter waardoor het primaat van de wetgever nog verder wordt aangetast. In deze bijdrage wordt echter verdedigd dat herstel van het primaat van de wetgever waarschijnlijk onmogelijk is en dat een grotere nadruk op rechterlijke rechtsvorming in het licht van de democratietheorie van Rosanvallon evengoed kan worden gezien als een zegen voor de democratie. |
Artikel |
Kritische wedervragen aan een cynicus |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 1 2019 |
Auteurs | Prof. dr. R.A.J. van Gestel |
Auteursinformatie |
Objets trouvés |
Recht is niet alleen recht als er recht op staatOver het (h)erkennen van de rechtskracht van private normen |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 6 2018 |
Trefwoorden | normalisatie, meetinstructie, prejudiciële vragen, status en rechtsgevolgen |
Auteurs | Prof. dr. R.A.J. van Gestel |
SamenvattingAuteursinformatie |
Met het Achmea/Rijnberg-arrest van de Hoge Raad leek een doorbraak te zijn bereikt inzake de doorwerking van private regelgeving in het recht. Wanneer partijen het onderling eens zijn over de toepasselijkheid van bijvoorbeeld gedragscodes, toetst de Hoge Raad er ook aan zonder de juridische status ervan te beoordelen. De vraag wat te doen wanneer de relevantie van private regelgeving tussen partijen wordt betwist, blijkt echter een veel lastiger te nemen hobbel. Recente jurisprudentie over normalisatienormen toont aan dat het in zo’n geval buitengewoon complex is om te bepalen welke rechtsgevolgen aan private regels moeten worden verbonden. Wettelijke (h)erkenningsregels die de rechter behulpzaam kunnen zijn bij het kwalificeren en waarderen van private regels worden in die situatie node gemist. Hier ligt ook een taak voor wetgevingsjuristen. De vraag is alleen of één algemeen wettelijk kader voor uiteenlopende vormen van private regelgeving momenteel al haalbaar is. Werken met experimenteerbepalingen zou wel eens vruchtbaarder kunnen blijken te zijn. Dergelijke bepalingen zullen alleen werken wanneer wetgevingsjuristen, die ze moeten opstellen, zich eerst verdiepen in de schaduwwereld van private normen waarop deze bijdrage enig licht probeert te werpen. |
Article |
|
Tijdschrift | Erasmus Law Review, Aflevering 2 2018 |
Trefwoorden | evidence-based, regulation, proportionality, empirical law studies, law and society studies |
Auteurs | Rob van Gestel en Peter van Lochem |
SamenvattingAuteursinformatie |
Studies have shown that the effects of scientific research on law and policy making are often fairly limited. Different reasons can be given for this: scientists are better at falsifying hypothesis than at predicting the future, the outcomes of academic research and empirical evidence can be inconclusive or even contradictory, the timing of the legislative cycle and the production of research show mismatches, there can be clashes between the political rationality and the economic or scientific rationality in the law making process et cetera. There is one ‘wicked’ methodological problem, though, that affects all regulatory policy making, namely: the ‘jump’ from empirical facts (e.g. there are too few organ donors in the Netherlands and the voluntary registration system is not working) to normative recommendations of what the law should regulate (e.g. we need to change the default rule so that everybody in principle becomes an organ donor unless one opts out). We are interested in how this translation process takes place and whether it could make a difference if the empirical research on which legislative drafts are build is more quantitative type of research or more qualitative. That is why we have selected two cases in which either type of research played a role during the drafting phase. We use the lens of the proportionality principle in order to see how empirical data and scientific evidence are used by legislative drafters to justify normative choices in the design of new laws. |
Artikel |
|
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 4 2018 |
Trefwoorden | regeldruk, tegenspraak, procedurele toets, koppeling ex-ante- en ex-postevaluatie |
Auteurs | Prof. dr. R.A.J. van Gestel |
SamenvattingAuteursinformatie |
De ex-antewetgevingstoetsing heeft sinds 1990 onder invloed van met name het streven naar vermindering en vereenvoudiging van regelgeving een hoge vlucht genomen. Het lijkt er echter op dat juist op het punt van deregulering en alternatieven voor wetgeving de meerwaarde ervan de afgelopen decennia beperkt is gebleven, mede omdat het toetsingsproces te veel gericht is op het vinden van consensus in plaats van het organiseren van kritiek en tegenspraak. Deze bijdrage stelt voor om een andere weg in te slaan, waarin meer nadruk ligt op procedurevoorschriften, afstandelijker toetsing en een meer systematische koppeling van ex-ante- en ex-postevaluatie. |
Casus |
Onpartijdige rechtswetenschap? |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 1-2 2018 |
Trefwoorden | onpartijdigheid, onafhankelijkheid, wetenschappelijke objectiviteit, belangenconflicten |
Auteurs | Prof. dr. R.A.J. van Gestel |
SamenvattingAuteursinformatie |
Recentelijk is in de media veel aandacht geschonken aan gevallen van beïnvloeding door opdrachtgevers van (rechts)wetenschappelijk onderzoek. Veel nadruk ligt daarbij al snel op pogingen van bestuurders en beleidsmakers om de inhoud van dergelijk onderzoek – vaak op subtiele wijze – een wenselijk geachte richting op te sturen. Veel minder aandacht is er echter voor de andere kant van de zaak, namelijk: wat is de verantwoordelijkheid van die wetenschappers en hoe zijn hun onpartijdigheid en onafhankelijkheid gewaarborgd? In deze bijdrage zal worden beweerd dat ook daar werk aan de winkel is. |
Artikel |
‘Is daar nog werk voor zakkenrollers?’Over mobiele bendes en de betekenis van criminaliteit |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Criminologie, Aflevering 4 2017 |
Trefwoorden | mobile banditry, property crime, organized crime, Itinerant criminal groups, crossing border crime |
Auteurs | Dr. Barbra van Gestel |
SamenvattingAuteursinformatie |
This article focuses on mobile organized criminal groups that travel through Europe and commit a broad range of property crimes. The study aims to explore the perspective of individual group members. Information was gathered from fifteen criminal investigations that were carried out in the Netherlands in recent years (2013-2016). The study shows that members of these crime groups view their criminal activities primarily as ‘work’. It is work that is characterized by conflicts and consensus. Conflicts often have to do with the stolen loot and reveal disagreement about leadership, rules and obedience. Rows and threats of violence go along with feelings of fear and distrust. At the same time gang members belong to an international deviant community with a shared common way of life and feelings of togetherness. Performing within this international community gives the possibility to attain social status and to express success and richness. These contractive emotions and symbolic meanings characterize the everyday life of gang members and motivates their daily practices. |
Artikel |
Liquidaties nieuwe stijlVerruwing en professionalisering bij liquidaties in Nederland |
Tijdschrift | Justitiële verkenningen, Aflevering 5 2017 |
Trefwoorden | Assassination, homicide, organized crime, violent crime, drugs |
Auteurs | Dr. B. van Gestel en Dr. M.A. Verhoeven |
SamenvattingAuteursinformatie |
While contract killings by organized crime groups are by no means new to the Netherlands (with around twenty to thirty cases a year over the last few decades), there is reason to believe that the nature of the killings has changed. The key question of this article is which recent developments can be identified in relation to the phenomenon of contract killings. The availability of new groups of hitmen and new means has led to a number of changes in modus operandi for contract killings within organized crime. On the one hand, there is a process of professionalization when it comes to methods of observation and counterstrategies, which involves the use of the latest technological tools. The digitization of resources and traces plays a significant part in this. On the other hand, the perpetrators are resorting to much coarser methods for the actual killings. This may be attributed to the abundance of heavy firearms available in the Netherlands and to new inexperienced homegrown hitmen, who are willing to kill in exchange for payment. |
Redactioneel |
Inleiding |
Tijdschrift | Justitiële verkenningen, Aflevering 5 2017 |
Auteurs | prof. dr. Edward Kleemans, dr. Barbra van Gestel en dr. M.A. Maite Verhoeven |
Auteursinformatie |
Casus |
Klagen over rechters: goed geregeld? |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 5 2017 |
Trefwoorden | klachtprocesrecht rechterlijke macht, artikel 6 EVRM, onafhankelijkheid tuchtrechtspraak, onpartijdigheid tuchtrechtspraak |
Auteurs | Prof. dr. R.A.J. van Gestel |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt aan de hand van twee concrete zaken de behandeling van klachten tegen staatsraden, raadsheren en advocaten-generaal besproken. De Wet op de rechterlijke organisatie en de Wet op de Raad van State schrijven hiervoor verschillende procedures voor. Die procedures hebben echter gemeenschappelijk dat de instantie waarvan de rechter, staatsraad of advocaat-generaal deel uitmaakt ook de klacht tegen diegene behandelt. De auteur wil met deze bijdrage een discussie aanzwengelen over de vraag of dat wel zo gelukkig is. Tevens werpt hij in deze bijdrage de vraag op of het wenselijk is dat de procedures voor de behandeling van klachten bij de Hoge Raad en de Raad van State van elkaar verschillen, terwijl zij gaan over hetzelfde, namelijk de behandeling van klachten tegen rechterlijke functionarissen. De twee concrete voorbeelden roepen fundamentele vragen op over de huidige procedures. Dit zou aanleiding moeten geven om het externe klachtrecht grondig te evalueren, waarbij ook de mogelijkheid tot het instellen van een apart tuchtcollege voor de gehele rechterlijke macht moet worden bezien. |
Casus |
De rechter als wetgevingswaakhond |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 2 2017 |
Trefwoorden | beleidsneutraliteit, proportionaliteitstoets, evidence base, Daubert-doctrine |
Auteurs | Prof. dr. R.A.J. van Gestel |
SamenvattingAuteursinformatie |
We zien in de Verenigde Staten momenteel hoe belangrijk rechterlijke controle op de kwaliteit van wetgeving kan zijn, bijvoorbeeld bij het omstreden inreisverbod voor migranten uit ‘islamitische landen’. Gevaar daarbij is echter dat de rechter te veel in politiek vaarwater terechtkomt. Misschien dat de Amerikaanse rechter op dit punt wat kan leren van het Hof van Justitie van de EU, dat een procedurele toets heeft ontwikkeld om de ‘evidence base’ van wetten te toetsen door bijvoorbeeld te kijken in hoeverre er impact assessments zijn uitgevoerd volgens de methoden die daartoe in het wetgevingsbeleid ontwikkeld zijn. Tegelijkertijd laat de Luxemburgse jurisprudentie zien dat men er daarbij misschien toch niet altijd aan ontkomt om ook naar de kwaliteit van het onderliggende bewijs te kijken. Hier kan Luxemburg wellicht wat leren van het U.S. Supreme Court, dat regels heeft ontwikkeld met betrekking tot de vraag hoe rechters dienen om te gaan met deskundigenbewijs en wetenschappelijke gegevens. |
Casus |
Macht aus dem Rechtsstaat keinen Gurkensalat |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 5 2016 |
Trefwoorden | rechtsstaat, rechtsstatelijkheid, empirische data, bronnenonderzoek, rechtswetenschappelijk onderzoek |
Auteurs | Prof. dr. R.A.J. van Gestel en Mr. dr. P.J.P.M. van Lochem |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze bijdrage is een reactie op het artikel ‘De rechtsstaat: van sluitpost naar “Leitmotiv”’ van Zouridis, Wierenga en Niemeijer in het Nederlands Juristenblad, waarin kritiek wordt geleverd op het eerste hoofdstuk van het jaarverslag van de Raad van State. De Raad waarschuwt daarin voor het zien van rechtsstatelijke overwegingen in de politiek als een soort van sluitpost. Zouridis, Wierenga en Niemeijer vragen zich af op basis van welke empirische feiten de conclusies van de Raad van State zijn gebaseerd en of deze wel de juiste oorzaken voor het afkalven van de rechtsstaat in het vizier heeft. De auteurs van deze reactie vragen zich op hun beurt echter af of het betoog in dat artikel op zijn beurt wel op voldoende empirische onderbouwing steunt. Het gaat de auteurs daarbij met name om de onderbouwing van de stelling dat bestuur en wetgever ‘regelverslaafd’ zijn, de vraag wat het aantal wettelijke regels zegt over het rechtsstatelijke gehalte van de samenleving en welke rol overheidsjuristen vervullen bij het bewaken van rechtsstatelijke normen. Aan het slot van de bijdrage gaan de auteurs in op de vraag of er niet sprake is van een bredere trend, die twijfels oproept over de wijze waarop binnen het rechtswetenschappelijk onderzoek met empirische data en bronnenonderzoek wordt omgegaan. |