In dit artikel gaat de auteur nader in op een tweetal staatsrechtelijke vragen die zijn ontstaan naar aanleiding van de kabinetsformatie van 2021. Het gaat daarbij om: 1) het besluit om een drietal nieuwe staatssecretarissen aan te stellen nadat de ontslagindiening namens alle bewindslieden al had plaatsgevonden en nadat de verkiezingen voor de Tweede Kamer al hadden plaatsgevonden, waarbij die nieuwe bewindspersonen hun zetels in de Kamer aanvankelijk behielden; en om 2) het ontslag van staatssecretaris Keijzer van Economische Zaken en Klimaat. Centraal daarbij staan de betekenis van artikel 57 lid 3 Grondwet en de rol en betekenis van artikel 4 Reglement van Orde voor de ministerraad en de verhouding tussen de minister-president en de overige ministers en de staatssecretarissen bij de toepassing van die norm. |
Zoekresultaat: 8 artikelen
Artikel |
Een doolhof van spiegels?De betekenis van artikel 57 lid 3 Grondwet en artikel 4 Reglement van Orde voor de ministerraad in het licht van de kabinetsformatie van 2021 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Constitutioneel Recht, Aflevering 1 2022 |
Trefwoorden | kabinetsformatie 2021, coalitieakkoord, ontslag, benoeming, demissionair |
Auteurs | H.G. Hoogers |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Staatsrechtelijke consequenties van de toekenning van een UPG-status aan de Caribische eilandgebieden |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 1 2011 |
Trefwoorden | ultraperifeer gebied (UPG), Europees recht, koninkrijksverhoudingen, toezicht, aansprakelijkheid |
Auteurs | Mr. H.G. Hoogers, prof. mr. H.E. Bröring en dr. D. Kochenov |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze bijdrage gaat over de gevolgen van de keuze voor de status van ultraperifeer gebied (UPG) voor het constitutionele ordeningsmodel van het Statuut. Aan de orde komen de bevoegdheid en verantwoordelijkheid voor de implementatie en toepassing van Europees recht en de gevolgen in geval van niet nakoming van dit recht. Wie is aansprakelijk? Wat betekent dat voor de Koninkrijksverhoudingen? Zijn nieuwe toezichts- en regresvoorzieningen noodzakelijk? De bijdrage maakt duidelijk dat de (sterk ontwikkelde) Europese rechtsorde en de (zwak ontwikkelde) rechtsorde van het Koninkrijk zich moeizaam tot elkaar verhouden. |
Titel |
De herziening herzien: over de (on)vanzelfsprekendheid van het wijzigen van hoofdstuk 8 van de Grondwet |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 03 2007 |
Trefwoorden | Herziening, Statuut, Ontbinding, Constitutie, Staten-generaal, Regering, Aanvaarding, Staatsrecht, Referendum, Verdrag |
Auteurs | Hoogers, H.G. |
Artikel |
Het ene buiten is het andere nietEen reactie op Van der Burg |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 4 2009 |
Trefwoorden | LGO, landen en gebieden overzee, BES-eilanden, Europese Unie, Nederlandse Antillen |
Auteurs | mr. H.G. Hoogers |
SamenvattingAuteursinformatie |
De bijlage bij het verdrag waar de LGO-gebieden opgesomd worden, noemt niet slechts de Nederlandse Antillen, maar ook de onderscheiden eilandgebieden daarvan bij naam. Bonaire, St. Eustatius en Saba worden derhalve met zoveel woorden genoemd als territoria waarvoor de LGO-status geldt. De territoria die de status van LGO hebben behoren tot het grondgebied van de lidstaten van de Unie (en daarmee tot het grondgebied waarop het recht van de Unie van toepassing is), maar door de LGO-status is de werking van dat Europese recht in de Landen en Gebieden Overzee fors ingeperkt. Die inperking vindt plaats op basis van Europese normen, lidstaten kunnen niet eenzijdig een wijziging aanbrengen in de status van die aangewezen gebieden. |
Artikel |
De BES-eilanden, de Grondwet en het Europese rechtOver constitutionele en Europeesrechtelijke consequenties van de handhaving van de LGO-status van de BES-eilanden |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 1 2009 |
Trefwoorden | LGO-status, openbaar lichaam, BES-eilanden, afwijking Grondwet |
Auteurs | Mr. H.G. Hoogers |
SamenvattingAuteursinformatie |
De ontmanteling van het land Nederlandse Antillen zal erin resulteren dat de huidige drie eilandgebieden Bonaire, St. Eustatius en Saba als bijzondere openbare lichamen ex artikel 134 Grondwet deel van Nederland worden. Die invoeging in het Nederlandse staatsverband zal, zo is het voornemen van de betrokken partijen, niet leiden tot een verandering in de Europeesrechtelijke status van de drie eilanden: zij blijven behoren tot de zogeheten landen en gebieden overzee (LGO). Uit het behoud van de LGO-status vloeit echter niet per se voort dat grote delen van het Nederlandse recht van Europese oorsprong niet ingevoerd hoeven te worden: de LGO-status is namelijk een minimumstatus. Voor de vraag welke delen van het (Europese) recht in een bepaalde LGO dienen te gelden naast het recht dat uit de LGO-status zelf voortvloeit, is uiteindelijk nationaal recht doorslaggevend. De Grondwet biedt op dit moment niet de mogelijkheid om delen van het Nederlandse recht (delen van de Grondwet zelf daaronder begrepen) voor delen van Nederland generiek buiten toepassing te laten: als wij inderdaad delen van dat recht (ongeacht of het van Europeesrechtelijke oorsprong is of niet) voor Bonaire, St. Eustatius en Saba buiten toepassing willen laten (en dat is nadrukkelijk de bedoeling), dan zal daarvoor een constitutionele grondslag geschapen moeten worden. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Netherlands Journal of Legal Philosophy, Aflevering 2 2008 |
Trefwoorden | leasing, claim, binding, contract, making, democratie, know-how, Europese unie, idee, legaliteit |
Auteurs | G. Hoogers |
Boekbespreking |
|
Tijdschrift | Netherlands Journal of Legal Philosophy, Aflevering 1 2004 |
Trefwoorden | doding, overleden, executie, moord, vertaling, bodem, geschrift, levering, navolging, armoede |
Auteurs | H.G. Hoogers |
Artikel |
|
Tijdschrift | Netherlands Journal of Legal Philosophy, Aflevering 1 2002 |
Trefwoorden | staatsrecht, ontlening, geweld, erkenning, redenering, claim, confrontatie, aanwijzing, auteur, binding |
Auteurs | H.G. Hoogers |