Een bestuurder van een bv of nv wordt in tijden van financiële krapte veel vrijheid gegund om zelf te bepalen welke schuldeisers hij wel en welke hij (nog) niet voldoet. Deze vrijheid wordt slechts begrensd door de wet (pauliana) en door de jurisprudentie omtrent selectieve betalingen. Op grond van die jurisprudentie is een bestuurder die in een situatie waarin er blijvend meer schulden dan middelen zijn gelieerde crediteuren boven andere crediteuren behandelt, in beginsel persoonlijk aansprakelijk jegens die andere crediteuren. In de literatuur is bepleit dat deze ‘in beginsel’-regel zou moeten gelden voor alle betalingen die een bestuurder verricht nadat het faillissement van de vennootschap onvermijdelijk is geworden. Uit het arrest Ingwersen q.q./Kromme Leek c.s., dat eerder dit jaar werd gewezen, volgt dat de Hoge Raad hier echter geen aanleiding voor zag. In deze bijdrage staat de vraag centraal of dit betekent dat de Hoge Raad de bestuurder zelfs in een dergelijke situatie nog ruim baan geeft om zijn eigen keuzes te maken. Aan het einde wordt bezien hoe de lagere jurisprudentie tot nu toe hierop heeft gereageerd. |
Zoekresultaat: 18 artikelen
Wetenschap en praktijk |
Selectieve betalingen in het zicht van (mogelijke) insolventie – ruim baan voor de bestuurder? |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | Ontvanger/Roelofsen, faillissement, bestuurdersaansprakelijkheid, Ingwersen q.q./Kromme Leek c.s., verhaalsfrustratie |
Auteurs | Mr. L.M. Linskens en Mr. S.C.M. van Thiel |
SamenvattingAuteursinformatie |
Buitenlands nieuws |
Belgisch gekissebis rondom de familie Oranje-Nassau |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 5 2020 |
Trefwoorden | Decreet, Nationaal Congres, Gelijkheidsbeginsel, Rechtsnorm |
Auteurs | Mr. dr. G. Karapetian |
SamenvattingAuteursinformatie |
De familie Oranje-Nassau is op grond van het decreet van 24 november 1830 eeuwig uitgesloten van het bekleden van een openbaar ambt in België. In deze bijdrage wordt aandacht besteed aan dit decreet. Vooreerst wordt ingegaan op enkele wetstechnische aspecten, namelijk het rechtskarakter van het decreet en de mogelijkheid en wijze van afschaffing. Vervolgens komt de conformiteit van het decreet met verdragsrechtelijke discriminatieverboden ter sprake. |
Buitenlands nieuws |
Volksvertegenwoordiging in tijden van crises |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | Assemblée nationale, plenaire en commissievergaderingen, COVID-19, virtuele politieke representatie, vrij mandaat |
Auteurs | Mr. dr. G. Karapetian |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt aandacht besteed aan het functioneren van de Franse Assemblée nationale als gevolg van COVID-19. Op welke wijze wordt in de Republiek tijdens de coronacrisis tegemoetgekomen aan de fundamentele rol van het direct gekozen volksvertegenwoordigende orgaan? Allereerst wordt de werkwijze van vergaderingen van de Assemblée in plenair en commissieverband besproken. Vervolgens komt de wijze van stemmingen in de Assemblée aan bod. Daarna volgen enkele opmerkingen van vergelijkende aard inzake het functioneren van de Assemblée nationale en de Tweede Kamer der Staten-Generaal tijdens de corona-uitbraak op het Europese vasteland. |
Artikel |
Specialisten: voer WHOA meteen in |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 3 2020 |
Auteurs | Kees Pijnappels |
Buitenlands nieuws |
Burgerschap en terrorisme |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 1 2020 |
Trefwoorden | burgerschap, Rijkswet op het Nederlanderschap, terrorisme, Zwitserland |
Auteurs | Mr. G. Karapetian |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt aandacht besteed aan het intrekken van burgerschap als een bestraffende maatregel voor (medeplichtigheid aan) terroristische misdrijven. Een voorbeeld uit Zwitserland uit 2019 wordt nader besproken en in vergelijkend Nederlands perspectief geplaatst. |
Artikel |
Bestuurdersaansprakelijkheid uit onrechtmatige daad. Civielrechtelijke en strafrechtelijke normen voor bestuurders van noodlijdende ondernemingenBespreking van het proefschrift van mr. A. Karapetian |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 1 2020 |
Trefwoorden | bestuurdersaansprakelijkheid, taak bestuurder, oplichting |
Auteurs | Prof. mr. L. Timmerman |
SamenvattingAuteursinformatie |
Mevrouw mr. A. Karapetian heeft een waardevol proefschrift geschreven over bestuurdersaansprakelijkheid uit onrechtmatige daad. Daarbij komen ook strafrechtelijke aspecten aan de orde. De auteur maakt ook uitstapjes naar het Engelse recht. Eenieder die in bestuurdersaansprakelijkheid is geïnteresseerd, dient van deze studie kennis te nemen. |
Register |
Register 2019 |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 6 2019 |
Artikel |
Afgedwongen informatie van de gefailleerde in strafzaken en de poortwachtersfunctie van de strafrechter |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 4 2019 |
Trefwoorden | Faillissementswet, nemo tenetur-beginsel, startinformatie, art. 359a Sv, fraudebestrijdende rol curator |
Auteurs | Mr. dr. S. Brinkhoff |
SamenvattingAuteursinformatie |
De gefailleerde is op grond van de in de Faillissementswet vastgelegde plichten tot inlichting en medewerking gehouden mee te werken aan het onderzoek van de curator. Dit onderzoek kan leiden tot een strafrechtelijke aangifte. |
Artikel |
‘Ernstig verwijt’ en selectieve betalingenEnkele beschouwingen naar aanleiding van HR 12 april 2019, ECLI:NL:HR:2019:576 |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 8-9 2019 |
Trefwoorden | bestuurdersaansprakelijkheid, ernstig verwijt, selectieve betalingen, insolventie, kennelijk onbehoorlijk bestuur |
Auteurs | Mr. A. Karapetian |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt aan de hand van rechtspraak van de Hoge Raad ingegaan op het ‘ernstig verwijt’ als maatstaf voor de beoordeling van de aansprakelijkheid van bestuurders en wordt aandacht besteed aan het leerstuk van selectieve betalingen. De auteur reflecteert op het nut en de noodzaak van het ‘ernstig verwijt’ bij de verschillende grondslagen van bestuurdersaansprakelijkheid en bespreekt de verwikkelingen rondom de (on)geoorloofdheid van selectieve betalingen. |
Buitenlands nieuws |
De ontkoppeling van kiesrecht en ingezetenschap in Canada |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 5 2019 |
Trefwoorden | kiesrecht, ingezetenschap, Canada, Charter of Rights and Freedoms, Frank v. Canada |
Auteurs | Mr. G. Karapetian |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bij de herziening van de Grondwet in 1983 is het kiesrecht voor de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontkoppeld van ingezetenschap. In Canada heeft deze ontkoppeling van kiesrecht en ingezetenschap plaatsgevonden in januari 2019, bij wege van de uitspraak van het Supreme Court in de zaak Frank v. Canada. In deze bijdrage staat de vraag centraal op welke wijze het Supreme Court in dit arrest tot het oordeel komt dat de Canadese Kieswet op dit punt in strijd is met het Charter of Rights and Freedoms. |
Buitenlands nieuws |
Voulez-vous que la Nouvelle-Calédonie accède à la pleine souveraineté et devienne indépendante? |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 3 2019 |
Trefwoorden | wetgeving, referenda, onafhankelijkheid, Nieuw-Caledonië, overzees gebied |
Auteurs | Mr. G. Karapetian |
SamenvattingAuteursinformatie |
Nieuw-Caledonië maakt deel uit van de Franse Republiek. Op 4 november 2018 mochten Nieuw-Caledoniërs naar de stembus om zich uit te laten over de vraag of zij voorstander zijn van een soeverein Nieuw-Caledonië. In de onderhavige bijdrage wordt het wetgevingstraject naar het Nieuw-Caledonische referendum d.d. 4 november 2018 stapsgewijs uiteengezet. Daarbij wordt aandacht besteed aan de vraag welke typen normering noodzakelijk zijn geweest teneinde deze raadpleging mogelijk te maken. Ook komt ter sprake of het einde oefening is voor het onafhankelijkheidsstreven van Nieuw-Caledonië, aangezien een meerderheid van 58 procent zich tegen soevereiniteit heeft uitgesproken bij dit referendum. |
Artikel |
Bestuurdersaansprakelijkheid en internetcriminaliteit in de bioscoop: een spannende film?Rb. Amsterdam (kanton) 31 oktober 2018, ECLI:NL:RBAMS:2018:7881 (CEO-fraude Pathé) |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 3-4 2019 |
Trefwoorden | bestuurdersaansprakelijkheid, werknemersaansprakelijkheid, opzet of bewuste roekeloosheid, ernstig verwijt |
Auteurs | Mr. dr. W.A. Westenbroek |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze praktisch-wetenschappelijke bijdrage wordt aan de hand van de CEO-fraude bij Pathé stilgestaan bij het onderscheid tussen de aansprakelijkheidspositie van de bestuurder en de aansprakelijkheidspositie van de werknemer en de in dat verband gehanteerde terminologie. |
Buitenlands nieuws |
‘Again, that is a decision to be taken by Parliament itself’ |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | wetgevingsbevel, staatsrecht, Zuid-Afrika, PAIA |
Auteurs | Mr. G. Karapetian |
SamenvattingAuteursinformatie |
De vraag in hoeverre de rechter een bevel mag uitvaardigen aan de Staat om wetgeving tot stand te brengen, houdt de gemoederen in zowel binnen- als buitenland bezig. Het Zuid-Afrikaanse Constitutionele Hof deed in de zomer van 2018 uitspraak in een zaak waarin de federale wetgever wordt bevolen om binnen achttien maanden de Promotion of Access to Information Act (PAIA – de Zuid-Afrikaanse evenknie van de Wet openbaarheid van bestuur) aan te vullen. In deze bijdrage wordt de notie van het wetgevingsbevel in Zuid-Afrikaans perspectief geplaatst. |
Wetenschap |
Het trustkantoor als bestuurder en ‘omgaan’ in het bestuurdersaansprakelijkheidsrecht (HR 30 maart 2018, ECLI:NL:HR:2018:470) |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 3 2018 |
Trefwoorden | bestuurdersaansprakelijkheid, taakverdeling, stelplicht, collegialiteitsbeginsel, bewaarnemingsrol |
Auteurs | Mr. dr. W.A. Westenbroek |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage vervolgt de auteur zijn kritiek op de rechtspraak van de Hoge Raad over het bestuurdersaansprakelijkheidsrecht, nu naar aanleiding van een recent arrest waarin een trustbestuurder door derden werd aangesproken. De auteur constateert dat te veel gewicht is toegekend aan de taakverdeling binnen het bestuur en dat de stelplicht die bij externe bestuurdersaansprakelijkheid zou moeten gelden, is miskend. Daarnaast laat de auteur zien dat bij de beoordeling van externe aansprakelijkheid van bestuurders van buitenlandse rechtspersonen tevens dient te worden gekeken naar de wettelijke normen die volgens het recht van die buitenlandse rechtspersonen op bestuurders rusten. |
Artikel |
De waarborgfunctie van het rechtspersonenrechtOver de bewaarnemersrol van eerste- en tweedegraadsbestuurders en hun (ogenschijnlijk) verschillende processuele positie na het arrest Le Roux Fruit Exporters |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 3-4 2018 |
Trefwoorden | waarborgfunctie, bewaarnemersrol, vennootschappelijk belang, ernstig verwijt, bestuurdersaansprakelijkheid |
Auteurs | Mr. dr. W.A. Westenbroek |
SamenvattingAuteursinformatie |
Om het recht te begrijpen is het soms van belang stil te staan bij de vraag waarom dat recht bestaat. In deze wetenschappelijke bijdrage wordt daarom ingegaan op de zogenoemde waarborgfunctie van het rechtspersonenrecht. Het artikel onderbouwt de eerder door de auteur ingezette lijn dat het bestuurdersaansprakelijkheidsrecht aan herbezinning toe is. |
Vrij verkeer |
De Unierechtelijke evenredigheidstoets bij het verlies van het Nederlanderschap: drie gevallen nader toegelicht |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 3-4 2018 |
Trefwoorden | Unieburgerschap, Unierechtelijke evenredigheidstoets, Nederlanderschap, Brexit, jihadisten |
Auteurs | Mr. dr. V.M. Bex-Reimert, Mr. G. Karapetian en S.M. de Mik |
SamenvattingAuteursinformatie |
Sinds het befaamde arrest Rottmann van het Hof van Justitie dient een Unierechtelijke evenredigheidstoets te worden uitgevoerd indien intrekking van Nederlanderschap gepaard gaat met verlies van het Unieburgerschap.1xHvJ 2 maart 2010, zaak C-315/08, Janko Rottmann/Freistaat Bayern, ECLI:EU:C:2010:104. Deze bijdrage bespreekt de betekenis van deze toets in drie uiteenlopende gevallen, variërend van het uittreden van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie tot een verondersteld nationaal veiligheidsbelang. De vraag die zich voordoet, is hoe een Unierechtelijke evenredigheidstoets wordt uitgevoerd en wat de invloed is van de Unierechtelijke evenredigheidstoets op deze gevallen. Noten
|
Artikel |
Regulering van de vestiging en uitzetting van Nederlanders binnen het Koninkrijk |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 2 2017 |
Trefwoorden | toelatingsbeleid, toelatingsregeling, Caribische Nederlanders, Statuut |
Auteurs | S.N. Aswani |
SamenvattingAuteursinformatie |
Binnen het Koninkrijk geldt een gezamenlijke nationaliteit die een ongedeeld karakter kent, namelijk de Nederlandse nationaliteit. Uit de officiële toelichting bij het Statuut en uit diverse handboeken en Kamerstukken blijkt dat de landen binnen het Koninkrijk een grote mate van vrijheid genieten om een toelatingsbeleid ten opzichte van Nederlanders te creëren, maar hierbij mag geen onderscheid worden gemaakt naar het land van afkomst van de Nederlander. Om de vestiging van de Caribische Nederlanders te reguleren, wil de Nederlandse politiek een toelatingsbeleid creëren. Er is ook een wetsvoorstel aanhangig gemaakt waarbij een terugzendmaatregel in het leven wordt geroepen voor criminele Antillianen. |
Jurisprudentie |
Insolventieprocesrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 1 2017 |
Auteurs | Mr. E.F. Groot |
Auteursinformatie |