Na het opleveren van De Letselschade Richtlijn Rekenmodel Overlijdensschade 2015 is in 2019 de rekenmethodiek uitgebreid. Vanaf 2020 is de rekenmethodiek te gebruiken bij de diverse (andere dan traditionele) gezinssamenstellingen. |
Zoekresultaat: 5 artikelen
Artikel |
De Letselschade Richtlijn Rekenmodel Overlijdensschade van 13 maart 2020 |
Tijdschrift | Afwikkeling Personenschade, Aflevering 3-4 2020 |
Trefwoorden | Overlijdensschade, De Letselschade Richtlijn Rekenmodel Overlijdensschade 2020, Behoeftebepaling bij overlijdensschade, Civiel recht, Art. 6:108 BW |
Auteurs | J. Laumen-de Valk |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 2 2020 |
Trefwoorden | rekenmodel, overlijdensschade, rekenmethodiek, Denktank, De Letselschade Raad |
Auteurs | Mr. C.C.J. de Koning en J. Laumen-de Valk |
SamenvattingAuteursinformatie |
Nadat in 2014 de eerste versie van de rekenmethodiek overlijdensschade door de Denktank was opgeleverd, heeft De Letselschade Raad de aanbevelingen van de Denktank Overlijdensschade overgenomen en verwerkt in De Letselschade Richtlijn Rekenmodel Overlijdensschade 2015. In 2019 is de Denktank 2.0 verdergegaan met de uitbreiding van het rekenmodel voor andere gezinnen dan het traditionele tweeoudergezin. In maart 2020 is de Richtlijn Rekenmodel Overlijdensschade hierop aangepast. |
Titel |
De Richtlijn Rekenmodel Overlijdensschade van De Letselschade Raad past naadloos in rechtspraak en regelgeving |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 2 2020 |
Trefwoorden | rekenmodel, overlijdensschade, rekenmethodiek, Denktank, De Letselschade Raad |
Auteurs | Mr. Chr.H. van Dijk |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Richtlijn Rekenmodel Overlijdensschade kan rekenen op een breed draagvlak. Over de Richtlijn bestaat nog betrekkelijk weinig jurisprudentie, maar uit wat er is aan gepubliceerde uitspraken lijkt de conclusie te mogen worden getrokken dat de Richtlijn ook door de rechtspraak wordt omarmd en zonder veel omhaal van toepassing wordt geacht op overlijdenszaken. In de praktijk bestaat nog wel eens discussie over het antwoord op de vraag of de Richtlijn wel past in de door de Hoge Raad over overlijdensschade gewezen rechtspraak en in het wettelijk kader. De auteur betoogt in dit artikel dat dit wel het geval is. |
Jurisprudentie |
Rendement en inflatieRb. Den Haag 13 mei 2020, ECLI:NL:RBDHA:2020:4169 (Allianz/X) |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 2 2020 |
Trefwoorden | schadebegroting, kapitalisatiefactoren, rendement, inflatie |
Auteurs | Mr. E.W. Bosch |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 13 mei 2020 formuleerde de rechtbank Den Haag in een vonnis in een letselzaak niet alleen de uitgangspunten voor de diverse schadeposten, maar ook de uitgangspunten voor de aan te houden kapitalisatiefactoren. Het aan te houden rendement stelde de rechtbank voor de eerste vijf jaar op 0%, de volgende vijftien jaar op1,3% en de periode daarna op 2%. De inflatie de eerste vijf jaar op 1,5% en de perioden daarna op 2%. Deze annotatie bespreekt dit vonnis in het licht van drie eerder gewezen vonnissen en de discussie over de kapitalisatiefactoren in de literatuur. |
Artikel |
Niet meer en niet minderOver normatieve overwegingen bij het vaststellen van causaal verband |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 6 2020 |
Trefwoorden | condicio sine qua non, schadevergoeding, hypothetisch scenario, billijkheid, geschonden norm |
Auteurs | W.Th. Nuninga LLM MJur |
SamenvattingAuteursinformatie |
De vaststelling van het csqn-verband wordt gezien als een feitelijke exercitie waar normatieve overwegingen geen rol spelen. In deze bijdrage wordt betoogd (1) dat dit onjuist is omdat normatieve overwegingen ook nu al een rol spelen, maar (2) dat deze overwegingen ten onrechte alleen ten gunste van het slachtoffer werken. |