In mei 2019 heeft de Hoge Raad een overzichtsarrest gewezen over de vordering benadeelde partij in strafzaken (HR 28 mei 2019, ECLI:NL:HR:2019:793). Hoewel nuttig voor de praktijk waar het de materiële kant van de vordering betreft, roept het arrest juist vragen op als het om procesrechtelijke aspecten gaat. De Hoge Raad verwijst namelijk meermaals naar bepalingen uit het Rv, terwijl de gemiddelde praktijkbeoefenaar er veelal van uitging dat aan dit wetboek helemaal geen relevantie toekomt in strafzaken. Is sprake van een koerswijziging van de Hoge Raad of houdt de Hoge Raad juist koers? En welk wetboek gaat eigenlijk over de procesrechtelijke kant van de vordering benadeelde partij? Het Sv, het Rv, of allebei? Deze en andere vragen worden beantwoord in dit artikel. |
Zoekresultaat: 254 artikelen
Artikel |
Procesrechtelijke aspecten van de vordering benadeelde partij in het strafproces: welk wetboek gaat daar eigenlijk over? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 1 2021 |
Trefwoorden | schadevergoeding, civiel schadeverhaal, benadeelde partij, verhouding Sv en Rv, strafprocedure |
Auteurs | Mr. Th.O.M. Dieben en Mr. O.S. Pluimer |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 1 2021 |
Trefwoorden | geestelijk letsel, cumulatie, hoogte, niet-ontvankelijkheid, confrontatievereiste |
Auteurs | Mr. A.M. Overheul |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt middels een eerste, verkennende jurisprudentieanalyse inzichtelijk gemaakt wat speelt op het gebied van vergoeding van immateriële schade in de context van shockschade na inwerkingtreding van de Wet vergoeding affectieschade. De uitspraken zijn geanalyseerd op basis van de cumulatie van de shock- en affectieschadevordering, de hoogte van de vergoeding van immateriële schade in geval van een shockschadevordering, de niet-ontvankelijkheid van de shockschadevordering, het confrontatievereiste en het vereiste van geestelijk letsel. Aan dit laatste vereiste komt in deze bijdrage bijzondere aandacht toe bij bespreking van het juridisch kader. |
Artikel |
De schadepost huishoudelijke hulp: op zoek naar handvatten ter invulling van het ‘normaal en gebruikelijk’-criterium |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 1 2021 |
Trefwoorden | professionele hulp, letselschade, huishouden, vergoeding, richtlijn |
Auteurs | Mr. M.W.H.M. Janssen |
SamenvattingAuteursinformatie |
De begroting van de omvang van de schadepost huishoudelijke hulp leidt vaak tot verdeeldheid tussen (belangenbehartigers van) slachtoffers en verzekeraars. Dit is met name het geval wanneer de schadepost niet onder de normering van de Richtlijn Huishoudelijke Hulp van De Letselschade Raad valt. Dit artikel gaat in op de vraag wanneer het inschakelen van professionele huishoudelijke hulp normaal en gebruikelijk is, hetgeen als criterium voor vergoeding van huishoudelijke hulp heeft te gelden. Er worden – na een uitvoerige analyse van de rechtspraak – diverse handvatten aangereikt ter beantwoording van deze vraag. |
Artikel |
Stroperige letselschadeprocedures: effectieve remedies tegen rechterlijke termijnoverschrijding? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 1 2021 |
Trefwoorden | redelijke termijn, doorlooptijden, versnelling, Kudla/Polen, Severijnen c.s./Gem. De Bilt |
Auteurs | Mr. E.A. de Vries |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze bijdrage bevat de (beknopte) neerslag van een studie naar de mate van effectiviteit van de bestaande nationale remedie bij een geconstateerde rechterlijke redelijketermijnoverschrijding in de civiele (letselschade)procedure. Op grond van de bevindingen van het verrichte onderzoek is met name de praktische effectiviteit van deze remedie bediscussieerd. De bijdrage bevat derhalve een gedachte-experiment van mogelijke (theoretische) denkrichtingen ter eventuele bevordering van de effectiviteit van de repressieve remedie. |
Artikel |
De csqn-toets bij een nalaten in het licht van het arrest Netvliesloslating: komt bovennormconform gedrag voor rekening van de laedens? |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 3 2021 |
Trefwoorden | Causaal verband, Onrechtmatige daad, Schade, Schadevergoeding, aansprakelijkheidsrecht |
Auteurs | Mr. drs. P.A. Fruytier en Mr. L.A. Burwick |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het Netvliesloslating-arrest oordeelt de Hoge Raad dat bij een onrechtmatig nalaten binnen de csqn-toets het feitelijke gedrag dat de laedens daadwerkelijk zou hebben vertoond bij nakoming van de norm doorslaggevend is. Dat bevreemdt, omdat de laedens daardoor soms voor méér schade aansprakelijk is dan als hij zuiver normconform zou hebben gehandeld. In dit artikel betogen de auteurs dat die invulling van de csqn-toets niet strookt met de empirisch logische uitgangspunten daarvan. |
Kroniek |
Bewijsrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 4 2020 |
Auteurs | Ruth de Bock |
Auteursinformatie |
Boekbespreking |
Cassatie |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 4 2020 |
Auteurs | Freerk Vermeulen |
Auteursinformatie |
Werk in uitvoering |
Herstelrecht op het terrein van verkeersongevallen. |
Tijdschrift | Recht der Werkelijkheid, Aflevering 2 2020 |
Trefwoorden | restorative justice, motor vehicle accidents, victimology, personal injury settlement |
Auteurs | Iris Becx MSc |
SamenvattingAuteursinformatie |
Those involved in a motor vehicle accident often have emotional needs that are not being met within the current framework of personal injury settlement. These needs include sharing one’s (side of the) story, getting in touch with the other person(s) involved and offering or receiving apologies. Following Nils Christie’s theory of ‘stolen’ conflicts, the fact that the people involved are often represented by lawyers or insurance companies is problematic because it alienates them from each other and it thwarts proper recovery. Incorporating restorative justice could offer a solution to this ‘theft’ of conflict, as it focuses on bringing all involved together to restore any of the harm done by concentrating on their needs. The central question to this dissertation is: how can restorative justice play a role in the sustainable resolution of conflicts after motor vehicle accidents so that the current insurance and liability system can better meet the immaterial needs of victims and perpetrators? Via several projects, the role of lawyers and insurance companies is studied. How beneficial or adversarial are their influences on victims and offenders? And can they incorporate restorative justice in their practice? The first publication is expected at the end of this year. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | abeidsongeschiktheidsverzekering., schending mededelingsplicht, begrip arbeidsongeschiktheid, claimbehandeling |
Auteurs | Mr. dr. E.J. Wervelman |
SamenvattingAuteursinformatie |
De auteur bespreekt de belangrijkste actualiteiten op het terrein van arbeidsongeschiktheidsverzekeringen. Daarbij is in het bijzonder aandacht geschonken aan de rol van deze verzekering binnen de letselschade. Daarnaast komt het karakter van de AOV aan orde, de schending van de mededelingsplicht, het begrip arbeidsongeschiktheid en de claimbehandeling. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 12 2020 |
Trefwoorden | proceseconomie, processueel belang, genoegdoening, rechtsherstel, subjectief recht |
Auteurs | Dr. P. Gillaerts en Prof. mr. A.L.M. Keirse |
SamenvattingAuteursinformatie |
Een recent arrest van de Hoge Raad bevestigt het zelfstandige belang bij een verklaring voor recht als genoegdoening voor een rechtsschending, ook indien de daarop voortbouwende veroordelende vorderingen stranden. In dit licht duiden de auteurs de speelruimte bij de declaratoire vordering in het verbintenissenrecht. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | zelfrijdende auto, herstelgerichte schadeafwikkeling, procedurele rechtvaardigheid, directe verzekering, WA-direct |
Auteurs | Mr. dr. K.A.P.C. van Wees en Prof. mr. dr. A.J. Akkermans |
SamenvattingAuteursinformatie |
Nieuwe ontwikkelingen, zoals de opkomst van de zelfrijdende auto en het groeiende inzicht in het anti-therapeutische effect van de afwikkeling van letselschade, leiden tot het hernieuwd overdenken van ons compensatiesysteem voor verkeersongevallen. Het Verbond van Verzekeraars begint in 2021 met WA-direct, een eerste innovatieve stap, nog op basis van het huidige aansprakelijkheidsrecht maar met het oog op meer. In dit artikel worden deze ontwikkelingen besproken en met elkaar in verband gebracht. De mogelijkheden van een stelsel van directe schadeverzekering worden vergeleken met die van het aansprakelijkheidsrecht en WA-direct. |
Artikel |
Over het oogmerkbestanddeel in artikel 285b Sr, dwang en heimelijke belaging |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 5 2020 |
Trefwoorden | Oogmerk, belaging, dwang, artikel 285b Sr, heimelijke belaging |
Auteurs | Mr. A.B. (Anne-Berthe) van der Velde |
SamenvattingAuteursinformatie |
Voor belaging ex artikel 285b Sr is vereist dat de belager ten tijde van de delictsgedraging beschikte over het oogmerk ‘die ander te dwingen iets te doen, niet te doen of te dulden, dan wel vrees aan te jagen’. In deze bijdrage wordt de relatie tussen dit oogmerkbestanddeel en het begrip ‘dwingen’ onderzocht. Hieruit kan worden geconcludeerd dat de door de indieners van het wetsvoorstel beoogde werking van het bestanddeel niet tot uitdrukking is gekomen in de rechtspraak. Daarnaast wordt aandacht besteed aan de gevolgen voor (de toegevoegde waarde van) het oogmerkbestanddeel, van het oordeel van de Hoge Raad dat ook stiekem verrichte gedragingen als belaging kunnen worden aangemerkt. |
Interview |
|
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 4 2020 |
Auteurs | Mr. D.J. (Douwe) Herbrink |
SamenvattingAuteursinformatie |
Na bijna twintig jaar raadsheer in de Hoge Raad te zijn geweest is Van Schendel per 1 september 2020 met pensioen gegaan. Zijn afscheid wil NTS niet onopgemerkt voorbij laten gaan. In dit interview passeren achtereenvolgens de volgende onderwerpen de revue: civiel recht in het strafrecht, de vordering benadeelde partij, rechtsbescherming, de geen belang redenering, ambtshalve cassatie, de ‘billijke rechter’, de zichtbaarheid van de Hoge Raad in de trias politica en de levenslange gevangenisstraf. |
Artikel |
Abstracte schadeberekening bij het herstellen van leidingschade in eigen beheerBespreking van HR 21 februari 2020, ECLI:NL:HR:2020:315 (Liander/Meeùs) |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 9 2020 |
Trefwoorden | schadevergoeding, zaakschade, schadebegroting, storingsherstel, zelfherstellende benadeelde |
Auteurs | Mr. M.T.M. Vijverberg |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 21 februari 2020 oordeelde de Hoge Raad dat indien storingsherstel slechts door de netbeheerder zelf kan (en mag) worden verricht, daarvan niet geabstraheerd dient te worden. Indien de netbeheerder zijn eigen tarieven vergoed wenst te krijgen, zal hij echter wel voldoende inzicht moeten geven in de opbouw daarvan. |
Artikel |
Kroniek Vermogensrecht |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 8 2020 |
Auteurs | Coen Drion, Anna Zwalve, Bastiaan Kout e.a. |
Titel |
De Richtlijn Rekenmodel Overlijdensschade van De Letselschade Raad past naadloos in rechtspraak en regelgeving |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 2 2020 |
Trefwoorden | rekenmodel, overlijdensschade, rekenmethodiek, Denktank, De Letselschade Raad |
Auteurs | Mr. Chr.H. van Dijk |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Richtlijn Rekenmodel Overlijdensschade kan rekenen op een breed draagvlak. Over de Richtlijn bestaat nog betrekkelijk weinig jurisprudentie, maar uit wat er is aan gepubliceerde uitspraken lijkt de conclusie te mogen worden getrokken dat de Richtlijn ook door de rechtspraak wordt omarmd en zonder veel omhaal van toepassing wordt geacht op overlijdenszaken. In de praktijk bestaat nog wel eens discussie over het antwoord op de vraag of de Richtlijn wel past in de door de Hoge Raad over overlijdensschade gewezen rechtspraak en in het wettelijk kader. De auteur betoogt in dit artikel dat dit wel het geval is. |
Artikel |
De Wet Affectieschade in de praktijk; duidelijke afbakening of onsmakelijke discussies? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 2 2020 |
Trefwoorden | Wet Affectieschade, rechtspraak, hardheidsclausule, smartengeld, letselschade |
Auteurs | Mr. C. van der Roest en Mr. J.G. Keizer |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel bespreken de auteurs de sinds de invoering van de Wet Affectieschade – en binnen het temporele toepassingsbereik van deze wet – verschenen rechtspraak, voor zover daarin de vraag of aanspraak kon worden gemaakt op vergoeding van affectieschade onderwerp van (partij)debat is geweest. Zij bezien in hoeverre in de rechtspraktijk tegemoet wordt gekomen aan de doelstellingen van de wetgever, en bespreken welke vragen (kunnen) rijzen bij de uitleg van deze wettelijke regeling. |
Jurisprudentie |
Rendement en inflatieRb. Den Haag 13 mei 2020, ECLI:NL:RBDHA:2020:4169 (Allianz/X) |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 2 2020 |
Trefwoorden | schadebegroting, kapitalisatiefactoren, rendement, inflatie |
Auteurs | Mr. E.W. Bosch |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 13 mei 2020 formuleerde de rechtbank Den Haag in een vonnis in een letselzaak niet alleen de uitgangspunten voor de diverse schadeposten, maar ook de uitgangspunten voor de aan te houden kapitalisatiefactoren. Het aan te houden rendement stelde de rechtbank voor de eerste vijf jaar op 0%, de volgende vijftien jaar op1,3% en de periode daarna op 2%. De inflatie de eerste vijf jaar op 1,5% en de perioden daarna op 2%. Deze annotatie bespreekt dit vonnis in het licht van drie eerder gewezen vonnissen en de discussie over de kapitalisatiefactoren in de literatuur. |
Artikel |
Niet meer en niet minderOver normatieve overwegingen bij het vaststellen van causaal verband |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 6 2020 |
Trefwoorden | condicio sine qua non, schadevergoeding, hypothetisch scenario, billijkheid, geschonden norm |
Auteurs | W.Th. Nuninga LLM MJur |
SamenvattingAuteursinformatie |
De vaststelling van het csqn-verband wordt gezien als een feitelijke exercitie waar normatieve overwegingen geen rol spelen. In deze bijdrage wordt betoogd (1) dat dit onjuist is omdat normatieve overwegingen ook nu al een rol spelen, maar (2) dat deze overwegingen ten onrechte alleen ten gunste van het slachtoffer werken. |
Artikel |
‘Maximov’ revisitedNaar een ruimere bevoegdheid van de rechter om een vernietigd buitenlands arbitraal vonnis alsnog van verlof tot tenuitvoerlegging te voorzien |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 6 2020 |
Trefwoorden | internationale arbitrage, partiële nietigheid, nietigheid van rechtswege, contractsvrijheid, verdragsinterpretatie |
Auteurs | Mr. C.J.W. Baaij |
SamenvattingAuteursinformatie |
Is een buitenlands arbitraal vonnis vatbaar voor tenuitvoerlegging als het is vernietigd in het land van origine? In beginsel niet, zo wordt thans in de literatuur aangenomen op basis van de beschikking van de Hoge Raad uit 2017 inzake Maximov/NMLK. Deze beschikking staat echter een ruimere lezing toe die beter aansluit bij de tendens in het Nederlandse vermogensrecht om de oorzaken en gevolgen van nietigheden zo veel mogelijk te beperken. |