In deze bijdrage worden twee van de drie wetsvoorstellen voor een ‘eerlijke economie’ aan een kritische evaluatie onderworpen. Uit de historische en actuele schets die volgt, blijkt dat de wens om tot versterking van de positie van werknemers te komen bijzonder toepasselijk is in het huidige tijdsgewricht, waarin de factor arbeid op verschillende niveaus aan betekenis heeft ingeboet. |
Zoekresultaat: 169 artikelen
Artikel |
|
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 1-2 2021 |
Trefwoorden | aandeelhouderskapitalisme, werknemersaandelen, medezeggenschap, structuurregeling, certificering van aandelen |
Auteurs | Mr. J.E. Devilee |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
|
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 6 2020 |
Trefwoorden | grondwetsinterpretatie, grondwetsidee |
Auteurs | Mr. drs. J.J.J. Sillen |
SamenvattingAuteursinformatie |
De vraag naar de betekenis van de Grondwet voor de wetgever wordt meestal beantwoord met verwijzing naar haar bindende kracht, het toetsingsverbod en de veelvuldige delegatie aan de wetgever. De conclusie is vervolgens dat de Grondwet de wetgever veel vrijheid laat. Ik ben het eens met die conclusie, maar betoog dat deze argumentatie niet het hele verhaal vertelt. Wat ontbreekt is de rol van de Nederlandse grondwetscultuur. Drie elementen van die cultuur worden besproken: het bindende karakter van de Grondwet voor de wetgever, grondwetsinterpretatie en het ontbreken van een visie op welke normen in de Grondwet thuishoren. |
Artikel |
Alsof slachtofferschap een verhaal is: de narratieve victimologie en haar grenzen |
Tijdschrift | Tijdschrift over Cultuur & Criminaliteit, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | victimology, narrative criminology, cultural criminology, Susan Brison, Hans Vaihinger |
Auteurs | Prof. dr. Antony Pemberton |
SamenvattingAuteursinformatie |
This article adopts German philosopher Hans Vaihinger’s Philosophy of “as if” as a vehicle to sketch the main features of the emerging research domain of narrative victimology, as well as address some of its limitations. Vaihinger emphasizes the importance of useful untruths, i.e. things we know to be untrue, but nevertheless behave as if they are not, if that strengthens their use as instruments for us to find our way more easily in the world. This applies to our daily lives, but also to our societal institutions and the models and metaphors that underlie our approaches to (social) science. The paper argues that the narrative metaphor of the historical event is often more apt to enhance our understanding of victimological phenomena than that of the mechanism, which is the default metaphor of (social) science. The paper subsequently describes four areas of inquiry of narrative victimology: victimisation’s impact on (life) stories; narratives in the aftermath of victimization; narratives of victim’s experiences with justice processes and the coincidence and juxtaposition of the victims’ narrative with narratives of other significant parties. For all its merits however, the narrative metaphor is also a “useful untruth”, equipped with its own limitations, for instance the difficulty of language in describing first hand experiences of victims and the possibility that narrative structures will be imposed upon victim experiences. |
Artikel |
Het personen- en familierecht anno 2020 |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | Vaststelling vaderschap, gezamenlijk gezag, huwelijksvermogensrecht, namenrecht, kindermishandeling |
Auteurs | Mr. R.M. Nieuw |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage voor dit lustrumnummer zal onder meer worden nagegaan in hoeverre sommige verdragsrechtelijke bepalingen een rol spelen binnen de ontwikkelingen van het personen- en familierecht gedurende het laatste decennium van 2011 tot 2020. In deze periode zijn verschillende voorstellen tot wetswijzigingen goedgekeurd door de wetgever die geleid hebben tot de inwerkingtreding van een reeks landsverordeningen. |
Article |
|
Tijdschrift | Erasmus Law Review, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | Human rights, positive state obligations, islamophobia, international supervisory mechanisms |
Auteurs | Kristin Henrard |
SamenvattingAuteursinformatie |
Islamophobia, like xenophobia, points to deep-seated, ingrained discrimination against a particular group, whose effective enjoyment of fundamental rights is impaired. This in turn triggers the human rights obligations of liberal democratic states, more particularly states’ positive obligations (informed by reasonability considerations) to ensure that fundamental rights are effectively enjoyed, and thus also respected in interpersonal relationships. This article identifies and compares the fault lines in the practice of three international human rights supervisory mechanisms in relation to Islamophobia, namely the Human Rights Committee (International Covenant on Civil and Political Rights), the European Court of Human Rights (European Convention on Human Rights) and the Advisory Committee of the Framework Convention for the Protection of National Minorities. The supervisory practice is analysed in two steps: The analysis of each international supervisory mechanism’s jurisprudence, in itself, is followed by the comparison of the fault lines. The latter comparison is structured around the two main strands of strategies that states could adopt in order to counter intolerance: On the one hand, the active promotion of tolerance, inter alia through education, awareness-raising campaigns and the stimulation of intercultural dialogue; on the other, countering acts informed by intolerance, in terms of the prohibition of discrimination (and/or the effective enjoyment of substantive fundamental rights). Having regard to the respective strengths and weaknesses of the supervisory practice of these three international supervisory mechanisms, the article concludes with some overarching recommendations. |
Artikel |
Is datagedreven risicogebaseerd toezicht op termijn effectief? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 3-4 2020 |
Trefwoorden | data, risicogebaseerd toezicht,, sciencedatagedreven toezicht, agentgebaseerd modelleren, inspecteurs |
Auteurs | Haiko van der Voort, Ivo Sedee, Tom Booijink e.a. |
SamenvattingAuteursinformatie |
Welke effecten kunnen we op termijn verwachten als inspecteurs op basis van data risicogebaseerd gaan werken? We hebben een agentgebaseerd model ontwikkeld waarmee we verschillende scenario’s kunnen testen. Het model bevestigt het potentieel van datagedreven toezicht op de effectiviteit voor inspecties. Maar het waarschuwt ook voor bias, omdat met datagedreven toezicht alleen data van risicovolle bedrijven worden verkregen. Een beperkt aantal willekeurige inspecties kan de datakwaliteit al fors doen toenemen. Daarmee waarschuwen we voor te veel optimisme over de efficiëntie van datagedreven risicogebaseerd toezicht. Bovendien reiken we een model aan waarmee een optimum tussen datagedreven en willekeurige inspecties te bepalen is. |
Article |
|
Tijdschrift | Erasmus Law Review, Aflevering 1 2020 |
Trefwoorden | voting age, children’s rights, youth enfranchisement, democracy, votes at 16 |
Auteurs | Tommy Peto |
SamenvattingAuteursinformatie |
This article argues in favour of lowering the voting age to 16. First, it outlines a respect-based account of democracy where the right to vote is grounded in a respect for citizens’ autonomous capacities. It then outlines a normative account of autonomy, modelled on Rawls’s two moral powers, saying what criteria must be met for an individual to possess a (pro tanto) moral right to vote. Second, it engages with empirical psychology to show that by the age of 16 (if not earlier) individuals have developed all of the cognitive components of autonomy. Therefore, since 16- and 17-year-olds (and quite probably those a little younger) possess the natural features required for autonomy, then, to the extent that respect for autonomy requires granting political rights including the right to vote – and barring some special circumstances that apply only to them – 16- and 17-year-olds should be granted the right to vote. |
Artikel |
Vrijheid en onvrijheid in het vermogensrecht in en na de Tweede Wereldoorlog |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 7-8 2020 |
Trefwoorden | partijvrijheid, beknotting, bezetting, publiekrecht, gemeenschapsbelangen |
Auteurs | Prof. mr. C.J.H. Jansen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het artikel analyseert de beknotting van privaatrechtelijke vrijheden tijdens de bezetting en na de bevrijding door middel van publiekrechtelijke en dwingendrechtelijke regels. De rechtvaardiging voor dit wetgevende ingrijpen school vaak in een algemeen belang. Er was daarmee sprake van een grote mate van continuïteit in de beperking van private partijen in hun handelingsvrijheid voor, tijdens en na de Tweede Wereldoorlog. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Jeugdrecht, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | gezinshereniging, Gezinsherenigingsrichtlijn, recht op familie- en gezinsleven (artikel 8 van het EVRM), kinderrechten / IVRK, Handvest van de Grondrechten van de EU |
Auteurs | Mr. J. Werner |
SamenvattingAuteursinformatie |
Kritische analyse van jurisprudentie van de Raad van State over gezinshereniging van vaders met kinderen, in het licht van de Gezinsherenigingsrichtlijn en de toepasselijke mensen- en kinderrechten. |
Artikel |
Neurenberg als wegbereider voor het internationale strafrecht |
Tijdschrift | Boom Strafblad, Aflevering 2 2020 |
Trefwoorden | Neurenburg Tribunaal, Internationaal strafrecht, Oorlogsmisdrijven, Tweede Wereldoorlog |
Auteurs | Prof. mr. H.G. (Harmen) van der Wilt |
SamenvattingAuteursinformatie |
De 75-jarige herdenking van de historische verrichtingen van het Neurenberg Tribunaal biedt een mooie gelegenheid om de balans op te maken van de staat van het internationale strafrecht. In het licht van de grillige veranderingen in de opvattingen over de normatieve en politieke levensvatbaarheid van internationaal strafrecht wordt in dit essay ingegaan op bijdrage van het Neurenberg Tribunaal aan de ontwikkeling van het internationale strafrecht. |
Redactioneel |
75 jaar vrijheid |
Tijdschrift | Boom Strafblad, Aflevering 2 2020 |
Trefwoorden | Tweede Wereldoorlog, Mensenrechten, Strafrecht, Verzet |
Auteurs | Prof. mr. M.F.H. (Marianne) Hirsch Ballin en Prof. mr. J.B.H.M. (Joep) Simmelink |
Auteursinformatie |
Artikel |
|
Tijdschrift | Boom Strafblad, Aflevering 2 2020 |
Trefwoorden | Tweede Wereldoorlog, Verzet, Onrechtvaardig recht, Antisemitisme |
Auteurs | Prof. mr. C.J.H. (Corjo) Jansen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Na de bevrijding ontstond al snel het beeld dat ‘de’ Nederlanders zich tijdens de oorlog heldhaftig hadden verzet tegen de Jodenvervolging en het nationaalsocialistische onrecht. De naoorlogse berichten over de moord op meer dan 102.000 Nederlandse Joden brachten dit zelfbeeld nauwelijks aan het wankelen. Dat werd anders, toen in de jaren zestig van de vorige eeuw bleek dat de nazi’s gedurende de Tweede Wereldoorlog uit geen enkel land in West-Europa zo veel Joden hadden gedeporteerd en omgebracht als uit Nederland. Deze bijdrage staat stil bij het verzet van Nederlandse juristen tegen onrechtvaardig recht, in het bijzonder tegen de antisemitische maatregelen. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Boom Strafblad, Aflevering 1 2020 |
Trefwoorden | Kinderrechten, Jeugdstrafrecht, General Comment No. 24, Leeftijdsgrenzen |
Auteurs | Mr. dr. Y.N. (Yannick) van den Brink en Prof. mr. E.M. (Isabeth) Mijnarends |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het VN-Kinderrechtencomité heeft recentelijk zijn nieuwe General Comment No. 24 gepubliceerd over kinderrechten in het jeugdstrafrecht. Deze bijdrage verkent de mogelijke implicaties van dit General Comment voor het Nederlandse jeugdstrafrecht, aan de hand van interviews met professionals uit de jeugdstrafrechtspraktijk. Hierbij wordt specifiek aandacht besteed aan de minimumleeftijdsgrens voor jeugdstrafrechtelijke aansprakelijkheid en de buitengerechtelijke afdoening van jeugdstrafzaken (‘diversion’). Ook wordt in bredere zin gereflecteerd op de potentiële meerwaarde van het IVRK en General Comment No. 24 voor het Nederlandse jeugdstrafrecht. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Boom Strafblad, Aflevering 1 2020 |
Trefwoorden | Kinderrechten, Adolescentie, Jongvolwassenen, Leeftijdsgrenzen |
Auteurs | E.P. (Eva) Schmidt LLM, BSc |
SamenvattingAuteursinformatie |
Internationale kinderrechten genieten enerzijds vrijwel universele erkenning maar worden anderzijds ook stevig bekritiseerd. Vooral kinderrechten binnen het strafrecht worden als controversieel gezien. Tegelijkertijd is op dit gebied sprake van toenemende aandacht voor de ontwikkeling gedurende de adolescentie die door lijkt te lopen na de dominante leeftijdgrens van achttien jaar, alsmede de implicaties daarvan voor de positie van jongvolwassenen in het strafrecht. Deze bijdrage gaat nader in op de toepasselijkheid, en toegevoegde waarde, van het kinderrechtenperspectief voor jongvolwassenen in het strafrecht. |
Artikel |
De eeuwige discussie over de toetsingsomvang bij beklag tegen niet-vervolging |
Tijdschrift | Tijdschrift Modernisering Strafvordering, Aflevering 1 2020 |
Trefwoorden | beklag tegen niet-vervolging, vervolgingsbeslissing, modernisering Wetboek van Strafvordering, slachtofferrechten, bestuursprocesrecht |
Auteurs | Mr. dr. W. Geelhoed |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het project Modernisering Strafvordering beoogt de vervolgingsbeslissing op meerdere punten te wijzigen. Dat geldt echter niet voor de manier waarop het hof in beklagzaken de beslissing tot niet-vervolging moet toetsen. De toetsingsomvang blijft waarschijnlijk het beste als ‘vol’ te karakteriseren, hoewel andere interpretaties niet zijn uitgesloten. Deze bijdrage werpt een blik op eerdere discussies over de toetsingsomvang in beklagzaken. Verder wordt, aan de hand van een beschouwing van de procedure van administratief beroep, het argument verworpen dat in beklagzaken een marginale toetsing zou moeten worden gehanteerd vanwege het feit dat de beklagprocedure gelijkenis vertoont met bestuursrechtelijke procedures. |
Mededinging |
Concentratietoezicht en industriebeleid: tussen protectionisme en mededingingstoezicht |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 1-2 2020 |
Trefwoorden | mededinging, concentratiecontrole, Industriebeleid, Protectionisme, hervormingsvoorstellen |
Auteurs | Mr. Y. de Vries en Mr. E.M.R.H. Vancraybex |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het besluit van de Commissie om de fusie tussen Siemens en Alstom te verbieden heeft tot veel kritiek geleid. Het concentratietoezicht zou aan het ontstaan van Europese kampioenen op het mondiale speelveld in de weg staan. Verschillende lidstaten hebben opgeroepen tot een hervorming van het concentratietoezicht om beter rekening te houden met belangen van industriebeleid. Gedacht wordt aan een bevoegdheid voor de Raad om door de Commissie verboden concentraties alsnog goed te keuren op grond van overwegingen van industriebeleid dan wel een versoepeling van de analysekaders van de Commissie. In deze bijdrage gaan wij in op de rol van industriebeleid in het concentratietoezicht en de voor- en nadelen van de hervormingsvoorstellen, mede in het licht van de praktijk in de lidstaten. Wij concluderen dat er betere oplossingen denkbaar zijn. Voor zover industriepolitieke ‘correcties’ op de zuivere mededingingstoets toch in het concentratietoezicht worden ingebouwd, gaat onze voorkeur uit naar een goedkeuringsbevoegdheid voor de Raad waarbij de scheidslijn tussen de objectieve mededingingstoets en meer subjectieve politieke beslissingen helder blijft. |
Milieu |
Finse wolvenjacht: deur op een kier voor ‘ecodictie’ in het Europese natuurbeschermingsrecht? |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 1-2 2020 |
Trefwoorden | Habitatrichtlijn, natuurbescherming, wolven, jacht, gunstige staat van instandhouding |
Auteurs | Mr. dr. F.M. Fleurke en Mr. dr. A. Trouwborst |
SamenvattingAuteursinformatie |
In een arrest over het Finse vergunningsbeleid voor de jacht op wolven geeft het Hof van Justitie uitleg over de betekenis en reikwijdte van een aantal omstreden bepalingen van de Habitatrichtlijn. De twee belangrijkste vragen betreffen (a) of het toegestaan is om vergunning voor jacht te verlenen om meer acceptatie voor grote roofdieren te bewerkstelligen bij de lokale bevolking en (b) op welk bestuursniveau (lokaal, nationaal, biografisch, grensoverschrijdend) de zogenoemde eis van ‘gunstige staat van instandhouding’ voor beschermde soorten moet worden bereikt. Daarnaast benadrukt het Hof van Justitie net als in andere recente arresten het belang van wetenschappelijk bewijs en de prominente rol van het voorzorgbeginsel. Met de vestiging van het eerste Nederlandse wolvenroedel in eeuwen kan de eerste vraag ook zeker relevant geworden voor Nederland. Het antwoord op de tweede vraag is voor Nederland – met zijn gefragmenteerde grondgebied en vele kleine populaties beschermde soorten – zelfs van fundamenteel belang. Het Hof van Justitie geeft meer duidelijkheid maar laat tegelijkertijd nog wel vragen open. |
Artikel |
De kracht van verbindingEen kwalitatief onderzoek naar de rol van lotgenotencontact voor nabestaanden van zware verkeersdelicten |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Criminologie, Aflevering 1 2020 |
Trefwoorden | peer support, co-victims, traffic offenses, Big Two, narratives |
Auteurs | Dr. Pauline Aarten, Pien van de Ven MSc en Rik Ceulen MSc |
SamenvattingAuteursinformatie |
For co-victims of severe traffic offenses in the Netherlands, peer support is offered. However, no research into the meaning of peer support for this specific group of victims has been conducted. In this study, nineteen narrative interviews with co-victims of traffic offenses were collected. These interviews show that through dialogue and the sharing of experiences, as well as the care and support for each other, peer support offers the possibility to work on the meaning-making of the traffic offense and its aftermath. The article ends with policy implications and steps for follow-up research. |
Article |
|
Tijdschrift | Family & Law, februari 2020 |
Auteurs | Caranina Colpaert LLM |
SamenvattingAuteursinformatie |
De grote toestroom van migranten en asielzoekers in de EU houdt vandaag nog steeds verschillende regelgevers wakker. Niet alleen de nationale overheden, maar ook de EU-regelgevers zoeken naarstig naar oplossingen voor de problematiek. Daartoe trachten de EU-regelgevers het Gemeenschappelijk Europees Asielstelsel (GEAS) bij te werken. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 1 2020 |
Trefwoorden | herziening ten voordele, novumcriterium, ACAS, nader onderzoek, rechtsvergelijking, Strafrecht |
Auteurs | Mr. dr. J.S. (Joost) Nan |
SamenvattingAuteursinformatie |
Herziening ten voordele van de gewezen verdachte is een bijzonder rechtsmiddel in het gesloten stelsel van rechtsmiddelen. Onder meer op grond van een novum kan, bij hoge uitzondering, een onherroepelijke veroordeling alsnog ongedaan worden gemaakt. De regeling heeft in 2012 diverse wijzigingen ondergaan. Daarbij is het novumcriterium verruimd en is de mogelijkheid ingevoerd dat de procureur-generaal een nader onderzoek verricht naar het mogelijke bestaan van een novum. De Adviescommissie afgesloten strafzaken (ACAS) adviseert hem veelal over de wenselijkheid van dergelijk onderzoek. Het wettelijke novumcriterium en de taakopvatting van de ACAS zijn echter geen rustig bezit gebleken. Er wordt doorlopend voorgesteld om het novumcriterium verder te verruimen en om de ACAS breder naar afgesloten zaken te laten kijken. Het is de vraag of de wetgever aan die oproep gehoor moet geven. |