Het innovatiebeginsel is tegenwoordig onderdeel van de geïntegreerde aanpak van de Europese Commissie voor betere regelgeving. Het innovatiebeginsel waarborgt dat bij de ontwikkeling van beleid en wetgeving de gevolgen voor innovatie volledig worden beoordeeld. De impact van nieuwe regels op innovatie wordt ook in Nederland geanalyseerd in het IAK en in het kader van de mkb-toets. Toch blijft de betekenis van het innovatiebeginsel ondoorgrondelijk. De literatuur is tevens terughoudend ten opzichte van de invoering van innovatie als een rechtsbeginsel. Dit artikel geeft aan de hand van interdisciplinaire literatuur een genuanceerd beeld van innovatievriendelijke regelgeving en het innovatiebeginsel. Het gaat in op de juiste interpretatie van het innovatiebeginsel en hoe dit principe kan bijdragen aan het realiseren van betere regelgeving. |
Zoekresultaat: 45 artikelen
Titel |
Innovatie en betere regelgeving |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 5 2020 |
Trefwoorden | Experimenteerregelgeving, Toekomstbestendigheid, Innovatiebeginsel, Innovatiebeleid |
Auteurs | Prof. mr. dr. S.H. Ranchordas |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
De Euthanasiearresten van de Hoge Raad: lessen voor de toekomstEen analyse van het strafrechtelijk en tuchtrechtelijk arrest in de zaak ‘Kastanje’ |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | euthanasie, dementie, artikel 293 Sr, wilsbekwaamheid |
Auteurs | Mr. J.T.E. (Tim) Vis |
SamenvattingAuteursinformatie |
De auteur analyseert de in de zaak ‘Kastanje’ gewezen arresten, waarin de Hoge Raad heeft bepaald dat euthanasie bij door voortgeschreden dementie wilsonbekwaam geworden patiënten, op grond van een schriftelijke wilsverklaring, onder voorwaarden is toegestaan. De auteur bespreekt waarom de thematiek in zowel de medische als juridische praktijk tot discussie leidde, beschrijft de bijzondere rechtsgang en het normenkader dat de Hoge Raad heeft vastgesteld en destilleert lessen voor de toekomst. Daarbij gaat hij in op de herijking van de positie van het strafrecht in de euthanasiepraktijk, de rol van het openbaar ministerie daarbij en ontwikkeling van de ‘medisch-professionele norm’. |
Artikel |
Contractvrijheid voor de bank? Opzegging van een betaalrekening |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 7-8 2020 |
Trefwoorden | opzegging overeenkomst, bankrekening, contractdwang, integriteitsrisico |
Auteurs | Mr. I.S.J. Houben |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bij opzegging door een bank van een overeenkomst inzake een betaalrekening kan spanning ontstaan tussen het belang van de bank, die moet voldoen aan internationale afspraken en toezichtswetgeving, en het belang van de klant, die zonder betaalrekening niet kan functioneren. In twijfelgevallen prevaleert in de civiele jurisprudentie vaak het belang van de klant. |
Artikel |
Over hulp bij zelfdodingEnkele gedachten naar aanleiding van de recente uitspraak van het Bundesverfassungsgericht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | hulp bij zelfdoding, euthanasiewetgeving, BVerfG, zelfbeschikkingsrecht, voltooid leven |
Auteurs | Prof. mr. J.K.M. Gevers |
SamenvattingAuteursinformatie |
Recent heeft het Duitse constitutionele hof een baanbrekende uitspraak gedaan waarin een wettelijke bepaling die het verlenen van hulp bij zelfdoding aan banden legt, met een beroep op het zelfbeschikkingsrecht nietig wordt verklaard. Volgens het hof zijn de mogelijkheden voor de wetgever op dit gebied grenzen te stellen zeer beperkt. Naar aanleiding van de uitspraak wordt ingegaan op de rol van de rechter, het oprukkend zelfbeschikkingsrecht en de positie van hulp bij zelfdoding ten opzichte van euthanasie. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Religie, Recht en Beleid, Aflevering 1 2020 |
Trefwoorden | Burgerschapsopdracht, Onderwijs, democratische rechtsstaat, vrijheid van onderwijs, Waarden |
Auteurs | Mr. drs. Jaco van den Brink |
SamenvattingAuteursinformatie |
The proposed Act on Citizenship Education requires fundamental reflection from several angles. The article provides a perspective from remarks describing the current age and a possible list of values for a democratic state. Important is also the perspective from educational freedom, on which topic several publications from the Onderwijsraad were issued in December 2019. The proposed Act (with the different versions of its explanation by the Minister) are critically evaluated and confronted with an alternative proposal. |
Register |
Register 2019 |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 6 2019 |
Artikel |
Religie, belangenafweging en neutraliteit |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Religie, Recht en Beleid, Aflevering 3 2019 |
Trefwoorden | Religie, Belangenafweging, Neutraliteit, Beperkingen, Proportionaliteit, Staatsrecht |
Auteurs | Mr. dr. Jos Vleugel |
SamenvattingAuteursinformatie |
Restrictions imposed by the state on the exercise of religion are always the result of a weighing of interests by a judge, an administrative body or a legislator. This weighing of interests is strongly influenced by the context within the exercise of religion take place. In this article four different spheres are distinguished: the internal religious sphere, the public sphere, the sphere of private institutions and the government sphere. The particular relationship that these spheres have with neutrality characterizes the balancing of interests. This explains and justifies why wearing religious clothing may be restricted in some situations and not in others. |
Artikel |
Een juridische bypass voor innovaties |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 3 2019 |
Trefwoorden | innovatie, fintech, regulatory sandbox, experimenteerwet, zelfrijdende auto |
Auteurs | Mr. S. Philipsen en Prof. mr. E.F. Stamhuis |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het voorliggende artikel wordt verslag gedaan van een onderzoek naar de verschillende verschijningsvormen van een tijdelijke bypass van bestaande rechtsnormen die ten behoeve van innovatie gebruikt worden. Vooral die instrumenten zijn beschreven die toegepast worden om innovatieve producten in het echte leven te testen, wanneer dat zonder die bypass niet of niet zonder meer verenigbaar zou zijn met het geldende recht. Een theoretisch model om de praktische verschijningsvormen te ordenen wordt gevolgd door een beschrijving van wettelijke experimenteerbepalingen en regulatory sandboxes. De kritische beoordeling van deze twee vormen in het licht van de geldende normen en beginselen voert tot een set vuistregels, met behulp waarvan een vergunnende overheid een bypass kan aanleggen. |
Redactioneel |
Het wetgevingsdebat: ieder in zijn eigen paradigma? |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 3 2019 |
Auteurs | Prof. mr. F.J. van Ommeren |
Auteursinformatie |
Forum |
Euthanasie bij gevorderde dementie: een belangrijke uitspraak |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | euthanasie, dementie, schriftelijke euthanasieverklaring, communicatie arts-patiënt, premedicatie |
Auteurs | Mr. T.J. Matthijssen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bespreking van de eerste uitspraak van een tuchtcollege inzake euthanasie bij een diep-demente patiënt. RTG Den Haag acht euthanasie in beginsel toegestaan maar stelt hoge eisen aan het schriftelijke euthanasieverzoek en aan de communicatie tussen arts en patiënt. Volgens de schrijver heeft het tuchtcollege onvoldoende rekening gehouden met de wetsgeschiedenis. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Religie, Recht en Beleid, Aflevering 3 2018 |
Trefwoorden | islamitische scholen, indoctrinatie, Onderwijsvrijheid |
Auteurs | prof. dr. Michael S. Merry en dr. Marcel Maussen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Islamic schools are often criticized for indoctrinating children, which would violate the goals of education in a democratic society. This article explores whether, as a matter of principle, parents could legitimately choose to send their child to a school where he or she will be indoctrinated, for example because they believe that at a religious schools the opportunities for a child to be stigmatized are smaller. Besides, the article investigates whether it is plausible that children in Islamic school in the Netherlands are indeed being indoctrinated. |
Artikel |
Schaarse rechten in het omgevingsrecht? Een tegenconclusie voor de rechtsontwikkeling |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Omgevingsrecht, Aflevering 3 2018 |
Trefwoorden | schaarse rechten, verdelingsrecht, ruimtelijk bestuursrecht, bestemmingsplan, omgevingsvergunning |
Auteurs | Mr. dr. C.J. (Johan) Wolswinkel |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 6 juni 2018 verscheen de conclusie van staatsraad advocaat-generaal Widdershoven over schaarse rechten bij ruimtelijke besluitvorming. Kern hiervan is dat een bestemmingsplan geen besluit is dat schaarse rechten toekent, terwijl een omgevingsvergunning slechts in bijzondere omstandigheden schaarse rechten toekent. Dit artikel betoogt dat de (vermeende) eigenaardigheden van het ruimtelijk bestuursrecht niet tot een uitzonderingspositie zouden moeten leiden wat betreft de toepasselijkheid van het door de Afdeling ontwikkelde verdelingsregime, maar juist tot een kritischer toepassing hiervan in dit ‘bijzondere’ rechtsgebied. Er is geen aanleiding om ruimtelijke besluitvorming wezenlijk anders te behandelen dan andere besluitvorming over de verdeling van schaarse rechten. |
Artikel |
De modernisering van het getuigenverhoor |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 3 2018 |
Trefwoorden | Burgerlijk procesrecht, Bewijsrecht, Getuigenbewijs, Getuigenverhoor |
Auteurs | Mr. dr. R.R. Verkerk |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze bijdrage ziet op het verhoor van getuigen in het civiele proces. Het bespreekt een recent wetsvoorstel om het getuigenbewijs te moderniseren |
Artikel |
Meer ruimte voor nieuwe scholen? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Religie, Recht en Beleid, Aflevering 1 2018 |
Trefwoorden | Vrijheid van onderwijs, artikel 23 Grondwet, schoolstichting, burgerschap, richtingvrije planning |
Auteurs | Mr. Stefan Philipsen |
Auteursinformatie |
Artikel |
The Dual-use of Drones |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Veiligheid, Aflevering 1-2 2018 |
Trefwoorden | Drones, Dual use, Responsible design, Ethiek van technologisch innovatie |
Auteurs | Peter Novitzky, Ben Kokkeler en Peter-Paul Verbeek |
SamenvattingAuteursinformatie |
Drones en drone-gerelateerde cybertechnologieën nemen een vlucht in het veiligheidsdomein in de vorm van toepassingen door het leger, de politie, brandweer, private beveiligingsbedrijven, en ook deurwaarders, agrariërs en burgerinitiatieven. Drones werden in eerste instantie ontwikkeld voor militaire doeleinden. Hun aanpassingsvermogen als universele platforms voor beeldregistratie en goederenvervoer leidt tot hoge verwachtingen rond toepassing in het civiele domein. Dit artikel onderzoekt de ethische aspecten van “dual use” van drones en gerelateerde technologieën. Verschillende dimensies van dual use worden verkend: de technologisch ontwikkeling, maar ook de ontwikkeling van wet- en regelgeving in Amerika en Europa. Voor het Nederlandse veiligheidsdomein is relevant dat dit artikel bijdraagt aan het signaleren van de noodzaak om de ontwikkeling en toepassing van drones in breder perspectief te bezien. Drones en hun toepassingen maken deel uit van de internationale markt van militaire organisaties en van veiligheidsorganisaties in het publieke en private domein. Bovendien maken ze veelal deel uit van geïntegreerde systemen en van wereldwijde platforms voor consumentenelektronica. Dit artikel is een van de resultaten uit het door NWO gefinancierde project 'Responsible Design of Drones and Drone Services: Towards an Ethical and Juridical Tool For Drone Design and Risk Assessment' (Project no. 313-99-318). Het project was gericht op het ontwikkelen van een instrument voor ontwikkeling en gebruik van dronetoepassingen uitgaande van methoden als Responsible Research & Innovation (RRI) en Value Sensitive Design (VSD). |
Artikel |
De tweede uitspraak van het Constitutioneel Hof Sint MaartenOver de toetsing van formele gebreken |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 3 2017 |
Trefwoorden | constitutionele toetsing, formele gebreken, Landsverordening Integriteitskamer, toetsingsbevoegdheid, toetsingsvolgorde |
Auteurs | Mr. E.M. Linthorst, Mr. S. Philipsen en Mr. dr. J.C. de Wit |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage staat de tweede uitspraak van het Constitutioneel Hof Sint Maarten centraal. Daarin vernietigde het Hof de Landsverordening Integriteitskamer. Het Hof heeft er in deze uitspraak voor gekozen om eerst in te gaan op de door de Ombudsman aangevoerde formele bezwaren. In deze bijdrage zullen wij in het bijzonder stilstaan bij de gekozen toetsingsvolgorde. Wij starten met een bespreking van de rechtvaardiging die het Hof voor deze toetsingsvolgorde geeft, om vervolgens de wijze waarop het Hof de formele bezwaren beoordeelt aan een nadere beschouwing te onderwerpen. De afsluitende paragraaf van deze bijdrage bevat een korte reflectie op het oordeel van het Hof om op basis van zijn bevindingen de Landsverordening Integriteitskamer geheel te vernietigen. In deze bijdrage wordt regelmatig teruggegrepen naar de uitgangspunten die het Hof in de algemene overwegingen van de eerste uitspraak heeft uiteenzet. In deze algemene overwegingen heeft het Hof zijn eigen toetsingsbevoegdheid ingekaderd. |
Artikel |
‘Een verdrag met potentieel vérstrekkende gevolgen’De toepassing van het VN-verdrag Handicap door de Nederlandse rechter |
Tijdschrift | Handicap & Recht, Aflevering 1 2017 |
Auteurs | Mr. G.J.W. Pulles |
SamenvattingAuteursinformatie |
De toetreding van het Koninkrijk der Nederlanden tot het VN-verdrag Handicap zal leiden tot nieuwe rechtsontwikkelingen op het gebied van bescherming van de rechten van personen met een handicap. Een belangrijke rol zal daarbij zijn weggelegd voor de rechter, die immers over de toepassing en interpretatie van het Verdrag zal gaan oordelen in concrete gevallen. De rechter zal daarbij rekening moeten houden met de regels die gelden voor de toepassing van internationaal recht. Dit artikel handelt over de wijzen waarop de rechter het Verdrag kan toepassen en op die manier kan laten doorwerken in de Nederlandse rechtsorde. Het gaat in op de Nederlandse regels voor rechtstreekse, indirecte en horizontale toepassing. Daarbij wordt aandacht besteed aan de uitspraak van 10 oktober 2014 van de Hoge Raad, waarin een hele nieuwe maatstaf voor rechtstreekse toepassing van internationaal recht werd aangelegd. Daarnaast komen de rol en de invloed van Europese rechtspraak van het EHRM en van het HvJ EU en van uitspraken van internationale verdragscomités aan de orde. Het artikel verschaft praktijkjuristen daarmee hopelijk extra argumenten om bij te dragen aan een wezenlijke bescherming van de rechten en waardigheid van personen met een handicap. |
Artikel |
Het functioneren van de toetsingscommissies euthanasie |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 4-5 2017 |
Trefwoorden | de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek, toetsingscommissies euthanasie, RTE |
Auteurs | Prof. mr. J. Legemaate, mr. dr. M.C. Ploem, R. Pronk M.A. e.a. |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel doet verslag van de voornaamste bevindingen van de derde evaluatie van de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek, met betrekking tot het functioneren van de RTE’s. We schetsen kort de hoofdlijnen van de huidige wettelijke regeling en geven een overzicht van de opvattingen in de literatuur uit de genoemde periode. Daarna volgt een samenvatting van het empirische onderzoek naar de RTE’s, waarna een beschouwing volgt over de voornaamste discussiepunten rond het functioneren van de RTE’s. |
Jurisprudentie |
Hoogste bestuursrechter in Frankrijk acht boerkiniverbod strijdig met grondrechten |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Religie, Recht en Beleid, Aflevering 3 2016 |
Trefwoorden | Boerkiniverbod, Fundamentele vrijheden, Openbare orde |
Auteurs | Paul van Sasse van Ysselt Mr. BA |
SamenvattingAuteursinformatie |
The French state council ruled that the mayor of Villeneuve-Loubet did not have the right to ban burkinis. The court found that the anti-burkini decrees were “a serious and manifestly illegal attack on fundamental freedoms”, including the right to move around in public and the freedom of conscience. The judges stated that local authorities could only restrict individual liberties if there was a “proven risk” to public order. It ruled that a proven public order risk had not been demonstrated. |
Artikel |
De invloed van niet-rechtstreeks werkende grondrechtelijke verdragsbepalingen en de wetgever |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 4 2016 |
Trefwoorden | niet-rechtstreeks werkende verdragsbepalingen, sociaal-economische rechten, interpretatie van grondrechtelijke verdragsbepalingen, proportionaliteitvereiste |
Auteurs | Mr. dr. A.E.M. Leijten |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage staat centraal hoe niet-rechtstreeks werkende verdragsbepalingen doorwerken in wetgeving. Dergelijke bepalingen komen in allerlei soorten en maten voor en in deze bijdrage gaat het om de grondrechtelijke soort, die vaak zogenaamde sociaal-economische rechten betreffen. Het blijkt dat, hoewel dergelijke bepalingen niet direct doorwerken in de Nederlandse rechtsorde, zij toch hun invloed daarop uitoefenen. Ook de wetgever dient zich rekenschap te geven van dergelijke verdragsbepalingen, omdat het sluiten van een verdrag verplichtingen met zich brengt. In deze bijdrage wordt de wetgever een aantal handvatten aangereikt waar hij rekening mee moet houden. Proportionaliteit speelt hierbij een belangrijke rol. Tot slot wordt de relatie tussen wetgever en rechter in deze context beschreven, met name hoe de competentie tussen beide staatsmachten dient te worden afgebakend. |