Met de publicatie van de Leidraad tariefafspraken zzp’ers beoogt de Autoriteit Consument & Markt (ACM) duidelijkheid te scheppen over de verenigbaarheid van zulke afspraken met het mededingingsrecht. Aangezien zzp’ers in de regel worden gezien als onderneming, vallen onderlinge afspraken over prijzen in beginsel onder het kartelverbod. De ACM signaleert de zorg dat zzp’ers door concurrentie onder het bestaansminimum uitkomen. Zij heeft in de Leidraad drie volgens haar toepasselijke uitzonderingen op het kartelverbod geformuleerd. Daarnaast kondigt de ACM aan het kartelverbod niet te zullen handhaven ten aanzien van afspraken die het door het kabinet beoogde minimumloon voor zzp’ers van 16 euro per uur vastleggen. Of dit minimumloon er komt en wat het voor deze toezegging betekent als dit niet het geval is, zal moeten blijken. |
Zoekresultaat: 119 artikelen
Redactioneel |
Is het staatssteunrecht ‘fit for purpose’? |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 6 2020 |
Auteurs | Erik Pijnacker Hordijk |
Auteursinformatie |
Mededinging |
De ACM leidraad tariefafspraken zzp’ers: de ACM vs. Europees kartelverbod? |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 3-4 2020 |
Trefwoorden | ACM, Kartelverbod, zzp’ers, Tariefafspraken, Leidraad |
Auteurs | Mr. S. van der Heul |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Het mededingingsrechtelijke speelveld bij bestuursakkoorden |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 2 2019 |
Trefwoorden | bestuursakkoorden, mededingingsrecht, Unietrouw, nuttig effect, wetsvoorstel duurzaamheidsinitiatieven |
Auteurs | Mr. G.J. van Midden |
SamenvattingAuteursinformatie |
Afspraken die overheden en ondernemingen in bestuursakkoorden maken kunnen in strijd komen met de (Europese) mededingingsregels. Daarbij lopen niet alleen de ondernemingen een risico, ook overheden riskeren het verwijt tot mededingingsbeperkende gedragingen ‘aan te zetten’ en daarmee de nuttige werking van de mededingingsregels in gevaar te brengen. In een recent wetsvoorstel heeft de regering een wettelijk systeem voorgesteld, waarmee duurzaamheidsinitiatieven van de mededingingsregels kunnen worden uitgezonderd. Dit wetsvoorstel lijkt ook interessant voor bestuursakkoorden. Het is echter onzeker of deze wet in lijn is met het Europese recht. Alternatieven, waaronder de leer van de inherente beperkingen, zijn denkbaar. Zekerheid hierover zal echter van de Commissie of het Hof van Justitie moeten komen. |
Annotatie |
Bestaat er zoiets als een onbillijke prijs? Zaak C-177/16 (AKKA/LAA) |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 5 2018 |
Trefwoorden | excessieve prijzen, benchmark, kosten, rendement, United Brands |
Auteurs | Eric van Damme en Wolf Sauter |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze zaak wordt de norm voor excessieve prijzen aangevuld ten opzichte van de eerdere uitspraak in United Brands (1978). Prijsvergelijkingen staan hier centraal en kosten kunnen pas in een tweede stap aan de orde komen bij wijze van verweer na een eerste vaststelling van excessiviteit. De conclusie van A-G Wahl gaat nog verder en vereist het gebruik van een benchmarkprijs. Deze aanpak komt aan de orde in Pfizer/Flynn tegen CMA, een Engelse zaak die hier eveneens kort wordt aangestipt. |
Annotatie |
Goldman Sachs/Europese Commissie. Private equity in het vizier van mededingingsautoriteitenGerecht 12 juli 2018, zaak T-419/14, ECLI:EU:T:2018:445 |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 6 2018 |
Trefwoorden | private equity, investeerder, toerekening, aansprakelijkheid, bewijsvermoeden |
Auteurs | Robin Struijlaart en Mark Brabers |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 12 juli 2018 heeft het Gerecht een beroep van Goldman Sachs tegen een boetebesluit van de Commissie verworpen. Dit arrest maakt (nogmaals) duidelijk dat private equity-investeerders een reële kans lopen om aansprakelijk te worden gesteld voor kartelgedrag van hun portfolio-ondernemingen. De toets die de Commissie en het Gerecht uitvoeren, komt er in essentie op neer dat volstaat dat de moederonderneming zeggenschap heeft in de zin van het concentratietoezicht en dat er bewijs is dat zij die zeggenschap aantoonbaar heeft uitgeoefend. Veel investeerders zullen aan die beide criteria voldoen en bevinden zich dus in de gevarenzone. |
Redactioneel |
Zomerse beschouwingen |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 4 2018 |
Auteurs | Erik Pijnacker Hordijk |
Auteursinformatie |
Column |
Onbillijke prijzen |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 2 2018 |
Auteurs | Winfred Knibbeler |
Auteursinformatie |
Artikel |
Spanning tussen het evenredigheidsbeginsel en het gelijkheids- en transparantiebeginsel bij het uitsluiten van ondernemingen in het aanbestedingsrecht |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 3 2017 |
Trefwoorden | aanbestedingsrecht, uitsluiting, ‘level playing field’, ernstige beroepsfout, evenredigheid |
Auteurs | Mr. G. Bouwman |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage staat het Connexxion Taxi Services-arrest centraal, waarin het Hof van Justitie in een afweging tussen beginselen voorrang geeft aan het gelijkheids- en transparantiebeginsel boven het evenredigheidsbeginsel bij het uitsluiten van een onderneming van een aanbestedingsprocedure. Het Hof van Justitie benadrukt daarmee het belang van het ‘level playing field’ in het aanbestedingsrecht. Tegelijkertijd gaat dit hier ten koste van het evenredigheidsbeginsel dat een belangrijke rol speelt in de afweging of een uitsluiting van een onderneming met het oog op de internemarktdoelstelling gerechtvaardigd is. Het is echter de vraag in hoeverre het Hof van Justitie tot dezelfde beslissing zou komen onder de nieuwe Aanbestedingsrichtlijn 2014/24/EU. |
Artikel |
Goede marktwerking en overige publieke belangen |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 1 2017 |
Auteurs | Eric van Damme |
Auteursinformatie |
Artikel |
Wat kunnen we doen aan de remmende werking van het mededingingsrecht op duurzaamheidsinitiatieven? |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 5 2016 |
Auteurs | Jeanine Wubbels |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op grond van het (internationaal) maatschappelijk verantwoord ondernemen (IMVO) stimuleert de overheid ondernemingen in dertien Nederlandse sectoren om in sectorverband samen met de overheid en partijen uit het maatschappelijk middenveld afspraken te maken om complexe IMVO-risico’s in de keten aan te pakken. Dit is opmerkelijk, want op grond van het mededingingsrecht kan het maken van dergelijke afspraken – indien zij in strijd zijn met het kartelverbod – ondernemingen duur komen te staan. Om deze gecompliceerde situatie te verbeteren heeft de minister van Economische Zaken op 30 september 2016 de herziening van de Beleidsregel mededinging en duurzaamheid gepubliceerd. In dit artikel analyseert de auteur de effecten van de herziening en beoordeelt zij of het mededingingsrecht op deze manier meer ruimte geeft aan duurzaamheidsinitiatieven. |
Redactioneel |
De Europese staatssteunregels: een Appeltje voor de dorst? |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 4 2016 |
Auteurs | Erik Pijnacker Hordijk |
Auteursinformatie |
Artikel |
Wouters: All in the Family? |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 3 2016 |
Auteurs | Erik Kloosterhuis |
SamenvattingAuteursinformatie |
De laatste tijd is, onder andere in dit tijdschrift, nogal eens de gedachte naar voren gebracht dat mededingingsafspraken met een duurzaamheidsdoel beter op grond van de Wouters-jurisprudentie kunnen worden beoordeeld dan via een toets aan lid 3 van het kartelverbod. Hiermee zou tot een ruimhartiger benadering van deze afspraken kunnen worden gekomen. Dit artikel bespreekt de mogelijkheid en de wenselijkheid van een dergelijke benadering. Het analyseert daartoe de jurisprudentie zoals die zich tot nu toe heeft ontwikkeld en beoordeelt deze mede vanuit een economisch gezichtspunt. |
Praktijk |
Kroniek Nederlands mededingingsrecht 2015 |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 2 2016 |
Auteurs | Robin Struijlaart, Marc Custers en Marc Wiggers |
Auteursinformatie |
Artikel |
Jurisprudentie inzake misbruik economische machtspositie: de stand van zaken na Intel en Post Danmark II |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 1 2016 |
Trefwoorden | Intel, Post Danmark II, kortingsregeling, artikel 102 VWEU, misbruik |
Auteurs | Erik Pijnacker Hordijk |
SamenvattingAuteursinformatie |
Ruim een jaar geleden wees het Gerecht zijn arrest in de Intel-zaak. In dit arrest haakte het Gerecht aan bij de aloude jurisprudentie van het Hof van Justitie over de beoordeling van conditionele kortingsregelingen onder artikel 102 VWEU. Weliswaar bleef de beschikking van de Commissie in stand, maar de beleidsvernieuwingen die de Commissie heeft geïntroduceerd met de Richtsnoeren van de Commissie uit 2009 voor handhavingsprioriteiten bij de toepassing van artikel 102 VWEU op vormen van uitsluitingsmisbruik werden door het Gerecht deels impliciet, deels zelfs expliciet terzijde geschoven. Onlangs heeft het Hof van Justitie zich in het Post Danmark II-arrest kunnen uitspreken over de toepassing van artikel 102 VWEU op een conditionele kortingsregeling. Doel van deze bijdrage is een uitvoeriger overzicht te geven van de huidige stand van zaken. |
Boekbespreking |
Tjarda van der Vijver, Objective Justification and Prima Facie Anti-Competitive Unilateral Conduct: An Exploration of EU Law and Beyond (Leiden, 2014) |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 4 2015 |
Auteurs | Erik Pijnacker Hordijk |
Auteursinformatie |
Artikel |
De rechtspraak van het Hof van Justitie op het gebied van het mededingingsrecht: ontwikkelingen in de jaren 2013 en 2014 |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 9 2015 |
Trefwoorden | Mededingingsbeperkende afspraken, Misbruik van een economische machtspositie, Ondernemingsbegrip, Procedureel, Fundamentele rechtsbeginselen |
Auteurs | Mr. E. Oude Elferink en Mr. E.L.G. Mattioli |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het onderhavige artikel staan centraal de belangrijkste ontwikkelingen in de rechtspraak van het Hof van Justitie die zich in de jaren 2013 en 2014 hebben voorgedaan op het gebied van het mededingingsrecht. In verband met de enorme productie van arresten en beschikkingen door het Hof van Justitie op dit terrein komen uitsluitend de meest in het oog springende zaken aan bod |
Jurisprudentie |
Meelzaak – beperking aansprakelijkheid investeringsmaatschappijen door ACM?ACM-besluiten inzake Bencis en CVC d.d. 30 november 2014 |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 3 2015 |
Trefwoorden | Meel, Toerekening, Ne bis in idem, Investeringsmaatschappij, Boeteberekening |
Auteurs | Paul van den Berg en Jeannette ten Cate |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt ingegaan op de ACM-besluiten inzake Bencis en CVC van 30 november 2014. Met deze besluiten heeft ACM, in navolging van de praktijk van de Europese Commissie, voor het eerst investeringsmaatschappijen beboet voor een inbreuk begaan door een dochtervennootschap. In eerste instantie is alleen de dochtervennootschap, Meneba, aansprakelijk gehouden voor een gestelde kartelinbreuk. In twee nieuwe besluiten zijn Bencis en CVC, beide investeerders, alsnog beboet als gevolg van de inbreuk begaan door hun dochtervennootschap Meneba. De besluiten roepen een aantal interessante vragen op, waaronder met betrekking tot (1) de – in lijn met Europese jurisprudentie – lage standaard die ACM toepast voor toerekening van de inbreuk aan moedervennootschappen, in lijn met recente Europese jurisprudentie; (2) het nemen van een nieuw besluit ten aanzien van de moedervennootschappen; en (3) de wijze van omzetberekening voor de boete. |
Artikel |
Eventech: Hoe busbanen leiden tot een leerstuk van ‘inherent voordeel’ in het staatssteunrecht |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 4 2015 |
Trefwoorden | steunmaatregel, inherent voordeel, selectiviteit, Altmark, effects based doctrine |
Auteurs | Mr. C.T. Dekker |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze zaak staat centraal de vraag of het feit dat de klassieke zwarte taxi’s in Londen niet behoeven te betalen voor het gebruik van busbanen in Londen terwijl vooraf geboekte zogenoemde HMC’s beboet worden als zij van die banen gebruikmaken, een steunmaatregel vormt. Het Hof van Justitie gaat bij de beantwoording van de hierover gestelde prejudiciële vragen in op de criteria ‘bekostiging met staatsmiddelen’, ‘voordeel’ en ‘beïnvloeding van de tussenstaatse handel’ uit het begrip ‘steunmaatregel’ van artikel 107 lid 1 VWEU. In dat kader introduceert het Hof van Justitie een ‘inherent voordeel’ doctrine die de effects based doctrine doorkruist of in elk geval nuanceert. |
Redactioneel |
Intel: het einde van de effects-based approach? |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 5 2014 |
Auteurs | Mr. Erik Pijnacker Hordijk |
Auteursinformatie |
Jurisprudentie |
‘Aan een boom zo vol geladen …’De uitspraak van het College in de Boomkwekerijen-zaak, een belangwekkende tussenstand in het Nederlandse kartelrecht. Annotatie bij CBb 10 april 2014, AWB 10/828, AWB 10/829 en CBb 10 april 2014, AWB 10/830 (Boomkwekerijen) |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 4 2014 |
Trefwoorden | kartelzaak, ambtshalve toepassing artikel 101 VWEU, toepassing bagatelvrijstelling, systeeminbreuk, verval van sanctiebevoegdheid |
Auteurs | Mr. Winfred Knibbeler en mr. Alvaro Pliego Selie |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de Boomkwekerijen-zaak oordeelt het College dat ACM in de sanctiefase nog stukken aan het dossier mag toevoegen indien deze door bij het kartel betrokken ondernemingen worden ingediend. Een oordeel over de ambtshalve toepassing van artikel 101 VWEU wordt vermeden door te oordelen dat het kartel geen interstatelijk effect had. Het College aanvaardt de niet-toepasselijkheid van de bagatelbepaling, zonder duidelijke bewijs- of motiveringsregels te formuleren. Ofschoon het College een systeeminbreuk als bewezen verklaart, stelt het niettemin hoge eisen aan het bewijs van de duur van deze inbreuk. Deze benadering staat op gespannen voet met de Europese rechtspraak.1xCBb 10 april 2014, AWB 10/828 en AWB 10/829, ECLI:NL:CBB:2014:118 (Darthuizer) en CBb 10 april 2014, AWB 10/830, ECLI:NL:CBB:2014:119 (Van den Oever). Noten
|