In het Google Android-besluit heeft de Europese Commissie aan Google een recordboete opgelegd wegens misbruik van een economische machtspositie in de zin van artikel 102 VWEU. In het besluit staat Android, het besturingssysteem van Google voor smartphones en tablets, centraal. Google biedt dit aan via een open source-model. Het besluit stelt een machtspositie van Google vast op verschillende digitale markten: (1) de markt voor licenseerbare besturingssystemen voor slimme mobiele apparaten, (2) de markt voor Android appstores en (3) de markt voor algemene zoekdiensten op het internet (Google Search). Volgens de Commissie heeft Google met verschillende gedragingen, waaronder exclusiviteitsbetalingen en koppelverkoop, haar positie op laatstgenoemde markt, waarop zij inkomsten genereert via online advertenties, willen beschermen. De Commissie kwalificeert deze gedragingen als misbruik in de zin van artikel 102 VWEU. De auteurs analyseren het besluit en de inzet van het mededingingsrechtelijke instrument misbruik van een economische machtspositie in deze complexe digitale omgeving. Daarbij gaan zij in het bijzonder ook in op het bijzondere verdienmodel van Google ten aanzien van Android, waarbij innovatieve technologie kosteloos ter beschikking wordt gesteld in ruil voor restricties die erop zijn gericht de Googlediensten die advertentie-inkomsten genereren een zo groot mogelijk bereik te garanderen. |
Zoekresultaat: 22 artikelen
Mededinging |
Google Android: mag men een gegeven paard toch in de bek kijken? |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 5-6 2020 |
Trefwoorden | Google, platforms, machtspositie, misbruik, koppelverkoop |
Auteurs | Mr. A.A.J. Pliego Selie en Mr. B.A. Verheijen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Publieke en private handhaving van het kartelverbod – een convergente toepassing van dezelfde norm? |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 6 2020 |
Trefwoorden | kartel, kartelverbod, publieke handhandhaving, private handhaving |
Auteurs | Ellen Römkens, Anke Prompers, Aron Bouman e.a. |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit tweeluik zal aan de hand van rechtspraak worden geïnventariseerd of ten aanzien van (a) het bewijzen van kartelafspraken en (b) de wijze van toerekening, we op het eerste oog kunnen spreken van een convergente toepassing van het kartelverbod door de Nederlandse bestuursrechter en de civiele rechter. |
Consumenten |
Oude wijn in nieuwe zakken? Modernisering van het Europese consumentenrecht (I) |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 5-6 2018 |
Trefwoorden | consumentenbescherming, Fitness check |
Auteurs | Prof. dr. M.B.M. Loos |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel wordt ingegaan op het voorstel van de Europese Commissie voor een betere handhaving van de Europese regels voor consumentenbescherming en de modernisering van deze regels en de samenhang met de Mededeling van de Commissie ‘Een “new deal” voor consumenten’. In het tweede deel van deze bijdrage, dat in het volgende nummer van dit blad verschijnt, zal worden nagegaan of met de gedane voorstellen recht wordt gedaan aan de resultaten van de in 2017 uitgevoerde fitness check, welke bedoeld was om te onderzoeken in hoeverre het consumenten-acquis nog voldoende is toegerust voor de bescherming van consumenten en handelaren in staat stelt om gebruik te maken van de interne markt. |
Redactioneel |
‘Zij zijn groot en ik is klein en dat is niet eerlijk, o nee’ |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 2 2018 |
Auteurs | Gunnar Niels |
Auteursinformatie |
Jurisprudentie |
Let op! Prijslenen kost geldCBb 12 oktober 2017, ECLI:NL:CBB:2017:325 |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 2 2018 |
Trefwoorden | kartel, prijslenen, cover pricing, bagatel, functiescheiding |
Auteurs | Alvaro Pliego Selie |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de geannoteerde uitspraak had het CBb voor het eerst de mogelijkheid zich uit te spreken over de verenigbaarheid met het mededingingsrecht van de praktijk van ‘prijslenen’ (ook wel: cover pricing) bij aanbestedingen. Met name stond de vraag centraal of deze praktijk moet worden aangemerkt als een gedraging die tot doel heeft de mededinging te beperken. Het CBb beantwoordt deze vraag bevestigend. Ofschoon vaststond dat prijslenen minder evidente mededingingsbeperkende impact zal hebben dan ‘bid rigging’, omdat wel contact plaatsvindt tussen inschrijvers, maar niet gezamenlijk de winnende inschrijver en/of inschrijfprijs wordt bepaald, is het College toch van oordeel dat de te verwachten vervalsing van de mededinging van deze praktijk dusdanig is dat deze, conform de uitspraak van het Hof van Justitie in de zaak Cartes Bancaires, ‘naar zijn aard schadelijk kan worden geacht voor de goede werking van de normale mededinging’. Het CBb wijdt daarnaast interessante overwegingen aan de bagatelgregeling en de door de ACM in acht te nemen functiescheiding. |
Consumenten |
De nieuwe CPC-Verordening: gij zult consumentenbescherming handhaven! |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 1-2 2018 |
Trefwoorden | consumentenbescherming, harmonisering, procedurele autonomie, handhavingsbevoegdheden |
Auteurs | Mr. A.A.J. Pliego Selie |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze bijdrage bespreekt de nieuwe Verordening (EU) 2017/2394, die in januari 2020 in werking zal treden. Deze verordening versterkt de procedurele mogelijkheden voor de nationale autoriteiten belast met de handhaving van allerlei Unierechtelijke regels op het gebied van consumentenbescherming. De verordening doet dit met name door hun additionele (minimum)onderzoeks- en handhavingsbevoegdheden te verlenen en daarnaast door de mechanismen voor onderlinge samenwerking en coördinatie van handhaving tussen de lidstaten te versterken. Tevens eigent de Europese Commissie, die in dit rechtsdomein zelf niet kan handhaven, zichzelf een meer prominente coördinerende en faciliterende rol toe. Het is af te wachten of de nieuwe verordening inderdaad de beoogde impuls geeft aan de handhaving van (grensoverschrijdende) inbreuken op het gebied van consumentenbescherming. |
Column |
Strekking, gevolg en merkbaarheid: onder de dekens heerst verwarring |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 6 2016 |
Auteurs | Winfred Knibbeler |
Auteursinformatie |
Redactioneel |
De Europese staatssteunregels: een Appeltje voor de dorst? |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 4 2016 |
Auteurs | Erik Pijnacker Hordijk |
Auteursinformatie |
Discussie |
Een beetje merkbaar mag welEen reactie op de column van Paul Glazener, ‘Hoe merkbaar moet het zijn?’, M&M 2016/2, p. 97-98 |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 4 2016 |
Auteurs | Alvaro Pliego Selie |
Auteursinformatie |
Artikel |
Tien jaar Verordening (EG) nr. 1/2003: een succesverhaal zonder meer?Enkele bedenkingen bij de decentralisatie van de handhaving door Verordening (EG) nr. 1/2003 |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 1 2015 |
Trefwoorden | Verordening (EG) nr. 1/2003, decentralisatie, evaluatie |
Auteurs | Laura Parret en Gerard van der Wal |
SamenvattingAuteursinformatie |
De auteurs bespreken enkele vernieuwingen van Verordening (EG) nr. 1/2003. In deze bijdrage concentreren zij zich op de decentralisatieaspecten: de invoering van de wettelijke uitzondering en de positie van de rechter enerzijds, en de mechanismen van samenwerking met nationale autoriteiten anderzijds. Bij de bespreking wordt geen exhaustief overzicht nagestreefd maar wordt een stand van zaken opgemaakt in het licht van de zorgen die bij de inwerkingtreding van de verordening werden geuit en de doelstellingen die destijds werden geformuleerd. |
Jurisprudentie |
Wordt Houdini-act een toekomstig Alcatraz?Gerecht EU 10 oktober 2014, zaak T-68/09, Soliver/Commissie, ECLI:EU:T:2014:867 |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 1 2015 |
Trefwoorden | enkele voortdurende inbreuk, deelname, wilsovereenstemming, nietigheid |
Auteurs | Robin Struijlaart en Mahboebeh Alipour |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het Gerecht vernietigt in deze uitspraak integraal het boetebesluit van de Commissie gericht aan Soliver, actief op de markt voor autoglas. Het Gerecht is van oordeel dat de Commissie onterecht heeft geconcludeerd dat Soliver, hoewel zij wel heeft deelgenomen aan enkele mededingingsverstorende gedragingen, heeft deelgenomen aan de enkele doorlopende inbreuk van het autoglaskartel. Daartoe dient (onder meer) sprake te zijn van wilsovereenstemming en een gezamenlijk plan. De algemene doelstellingen van het kartel dienen bekend te zijn bij alle karteldeelnemers. Ten aanzien van Soliver heeft de Commissie niet voldoende aangetoond dat zij met de karteldoelstellingen. bekend was. |
Praktijk |
Kroniek Nederlands mededingingsrecht 2014 |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 2 2015 |
Auteurs | Marc Wiggers, Robin Struijlaart en Marc Custers |
Auteursinformatie |
Jurisprudentie |
‘Aan een boom zo vol geladen …’De uitspraak van het College in de Boomkwekerijen-zaak, een belangwekkende tussenstand in het Nederlandse kartelrecht. Annotatie bij CBb 10 april 2014, AWB 10/828, AWB 10/829 en CBb 10 april 2014, AWB 10/830 (Boomkwekerijen) |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 4 2014 |
Trefwoorden | kartelzaak, ambtshalve toepassing artikel 101 VWEU, toepassing bagatelvrijstelling, systeeminbreuk, verval van sanctiebevoegdheid |
Auteurs | Mr. Winfred Knibbeler en mr. Alvaro Pliego Selie |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de Boomkwekerijen-zaak oordeelt het College dat ACM in de sanctiefase nog stukken aan het dossier mag toevoegen indien deze door bij het kartel betrokken ondernemingen worden ingediend. Een oordeel over de ambtshalve toepassing van artikel 101 VWEU wordt vermeden door te oordelen dat het kartel geen interstatelijk effect had. Het College aanvaardt de niet-toepasselijkheid van de bagatelbepaling, zonder duidelijke bewijs- of motiveringsregels te formuleren. Ofschoon het College een systeeminbreuk als bewezen verklaart, stelt het niettemin hoge eisen aan het bewijs van de duur van deze inbreuk. Deze benadering staat op gespannen voet met de Europese rechtspraak.1xCBb 10 april 2014, AWB 10/828 en AWB 10/829, ECLI:NL:CBB:2014:118 (Darthuizer) en CBb 10 april 2014, AWB 10/830, ECLI:NL:CBB:2014:119 (Van den Oever). Noten
|
Redactioneel |
Balanceren tussen innoveren, concurreren en interveniëren |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 4 2014 |
Auteurs | Prof. mr. dr. Saskia Lavrijssen |
Auteursinformatie |
Jurisprudentie |
‘Aan een boom zo vol geladen …’De uitspraak van het College in de Boomkwekerijen-zaak, een belangwekkende tussenstand in het Nederlandse kartelrecht. Annotatie bij CBb 10 april 2014, AWB 10/828, AWB 10/829 en CBb 10 april 2014, AWB 10/830 (Boomkwekerijen) |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 4 2014 |
Trefwoorden | kartelzaak, ambtshalve toepassing artikel 101 VWEU, toepassing bagatelvrijstelling, systeeminbreuk, verval van sanctiebevoegdheid |
Auteurs | Mr. Winfred Knibbeler en mr. Alvaro Pliego Selie |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de Boomkwekerijen-zaak oordeelt het College dat ACM in de sanctiefase nog stukken aan het dossier mag toevoegen indien deze door bij het kartel betrokken ondernemingen worden ingediend. Een oordeel over de ambtshalve toepassing van artikel 101 VWEU wordt vermeden door te oordelen dat het kartel geen interstatelijk effect had. Het College aanvaardt de niet-toepasselijkheid van de bagatelbepaling, zonder duidelijke bewijs- of motiveringsregels te formuleren. Ofschoon het College een systeeminbreuk als bewezen verklaart, stelt het niettemin hoge eisen aan het bewijs van de duur van deze inbreuk. Deze benadering staat op gespannen voet met de Europese rechtspraak. 1x CBb 10 april 2014, AWB 10/828 en AWB 10/829, ECLI:NL:CBB:2014:118 ( Darthuizer) en CBb 10 april 2014, AWB 10/830, ECLI:NL:CBB:2014:119 ( Van den Oever). Noten
|
Artikel |
Regiomaatschappen in de zorg |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 1 2014 |
Trefwoorden | regiomaatschap, medisch specialist, marktmacht |
Auteurs | Ramsis Croes, Murat Duman en Misja Mikkers |
SamenvattingAuteursinformatie |
Medisch specialisten hebben een bijzondere positie in ons zorgstelsel. Iets minder dan de helft van de specialisten werkt in loondienst, de anderen werken als vrijgevestigde specialisten in een maatschap. Voor deze laatste groep zijn de verhoudingen met het ziekenhuis vastgelegd in de toelatingsovereenkomsten. Steeds vaker fuseren maatschappen van medisch specialisten tot ziekenhuis overstijgende regiomaatschappen. De regiomaatschappen zijn maatschappen waarvan de aangesloten specialisten voor meerdere ziekenhuizen tegelijk werken. Specialisten geven aan dat kwaliteit een belangrijk motief is om regiomaatschappen te vormen. In deze bijdrage laten wij zien dat de vorming van regiomaatschappen leidt tot een toename van marktmacht. Daarnaast bespreken we de mogelijkheden om de eventuele negatieve gevolgen via het (sector specifieke) mededingrecht aan te pakken. |
Artikel |
Scheiding tussen spoor en trein |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 7 2013 |
Trefwoorden | vervoer, spoor, infrastructuurbeheerder, holdingmodel |
Auteurs | Mr. K. Sevinga |
SamenvattingAuteursinformatie |
Kort nadat de plannen voor een vierde pakket liberaliseringsmaatregelen in de spoorsector het licht zagen, heeft het Hof van Justitie zich voor het eerst kunnen uitspreken over( een onderdeel van) het eerste spoorwegpakket. Het betreft de positie van de infrastructuurbeheerder in het spoorbestel. De arresten en het voorstel uit het vierde spoorwegpakket over de beheerstructuur van de spoorweginfrastructuurbeheerder geven de kaders voor de ook in Nederland gaande discussie over de structuur van de spoorsector. |
Artikel |
Gelijke behandeling bij toerekening kartelinbreuken |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 1/2 2013 |
Trefwoorden | Toerekening, Gelijke behandeling, Gelijkheidsbeginsel, Non-discriminatie, Alliance One |
Auteurs | Mr. S.C.H. Molin |
SamenvattingAuteursinformatie |
In Alliance One stelt het Hof van Justitie voor het eerst vast dat de Europese Commissie bij de toerekening van kartelinbreuken niet met twee maten mag meten. Dit arrest is van fundamenteel belang voor de beschikkingspraktijk van de Commissie alsook voor de nationale mededingingsautoriteiten en rechterlijke instanties van de lidstaten. |
Praktijk |
Kartels en concernverhoudingen: extra zorgplicht voor moeders? |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 4 2012 |
Trefwoorden | kartelinbreuk, toerekening, boete, concernverhoudingen, mededingingsrecht |
Auteurs | Mr. S.G.J. Smallegange en mr. L.L. Bremmer |
SamenvattingAuteursinformatie |
Een boete voor een kartelinbreuk van een dochteronderneming kan aan een moedermaatschappij worden toegerekend als zij een economische eenheid vormen en de moeder een beslissende invloed uitoefent. De Europese Commissie gaat hierbij uit van een weerlegbaar vermoeden als de moeder 100% van het kapitaal bezit, waarbij de moeder het bewijs moet aandragen dat zij geen beslissende invloed heeft gehad op de dochter. Hoe zit dat bij andere posities van moedermaatschappijen? Bij de beoordeling kijkt de Commissie naar de feiten en omstandigheden van het geval. Overlap in besturen, management en zelfs negatieve zeggenschap kunnen beslissende invloed creëren. De moeder doet er daarom goed aan – voordat zij wordt geconfronteerd met een overtreding – inzichtelijk te hebben of zij als een economische eenheid gezien wil worden. |
Artikel |
Menarini en KME: marginale of volle toetsing van mededingingsboetes door de rechter? |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 4 2012 |
Trefwoorden | mededinging, boetes, beoordelingsruimte, beleidsvrijheid, ambtshalve toetsing |
Auteurs | Mr. dr. R. Stijnen |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de zaak Menarini heeft het Europees Hof voor de Rechten van de Mens geoordeeld dat de toetsing van mededingingsboetes door de Italiaanse bestuursrechter voldoet aan de eisen van artikel 6 EVRM. Vlak daarna heeft het Hof van Justitie in de zaak KME geoordeeld dat het algemene wettigheidstoezicht tezamen met de volledige rechtsmacht van de unierechter bij door verordeningen bepaalde sancties voldoen aan de eisen van een effectieve rechtsbescherming als thans verankerd in artikel 47 Handvest. De vraag is of deze arresten gevolgen hebben voor de beoordelings- en beleidsruimte van de Europese Commissie of de nationale mededingingsautoriteit. |