The Dobersberger decision of the Court of Justice of the European Union deals with the legal situation of posted workers on an international train. These workers, employed by a Hungarian company and based in Hungary, operate on a train connecting Budapest with Salzburg and Munich. The Court concludes against their inclusion under the Posting of Workers Directive, considering their connection to the Austrian territory as too limited. This decision is based on a selective representation of the facts and sits difficultly with the letter of the law and the intention of the legislator. |
Zoekresultaat: 6 artikelen
Annotatie |
One train! (but different working conditions)CJEU 19 December 2019, C-16/18, ECLI:EU:C:2019:1110 (Michael Dobersberger v Magistrat der Stadt Wien) |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | Posting of workers, International train, Transport sector, Subcontracting, Short-term posting |
Auteurs | Marco Rocca |
SamenvattingAuteursinformatie |
Article |
|
Tijdschrift | Erasmus Law Review, Aflevering 1 2020 |
Trefwoorden | age discrimination, old people, young people, complete life view, fair innings argument |
Auteurs | Beryl ter Haar |
SamenvattingAuteursinformatie |
Claims have been made that the Court of Justice of the European Union (CJEU) is more lenient in accepting age discriminating measures affecting older people than in those affecting younger people. This claim is scrutinised in this article, first, by making a quantitative analysis of the outcomes of the CJEU’s case law on age discrimination cases, followed by a qualitative analysis of the line of reasoning of the CJEU in these cases and concluding with an evaluation of the Court’s reasoning against three theoretical approaches that set the context for the assessment of the justifications of age discrimination: complete life view, fair innings argument and typical anti-discrimination approach. The analysis shows that the CJEU relies more on the complete life view approach to assess measures discriminating old people and the fair innings argument approach to assess measures discriminating young people. This results in old people often having to accept disadvantageous measures and young workers often being treated more favourably. |
Artikel |
Triangulaire arbeidsrelaties in de platformeconomie: een voorstel tot een vermoeden van uitzendbureau |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 3 2019 |
Trefwoorden | Platformen, Platformwerk, Arbeidsbemiddeling, Uitzendarbeid, Terbeschikkingstelling |
Auteurs | Prof. dr. V. De Stefano en Mr. M. Wouters |
SamenvattingAuteursinformatie |
De opkomst van de platformeconomie, met als prominente voorbeelden Uber en Deliveroo, deed de discussies omtrent de aard van de arbeidsrelatie heropleven. Zijn deze platformwerkers in werkelijkheid werknemers, en is het arbeidsrecht aan hervorming toe indien ze het wel of niet zijn? Deze bijdrage heeft eveneens tot doel om de werkingssfeer van het arbeidsrecht ter discussie te stellen door de regelgeving omtrent private arbeidsbemiddeling en uitzendarbeid toe te passen op platformen. Dienaangaande bepleit deze bijdrage om ten eerste de regelgeving omtrent private arbeidsbemiddeling aan te wenden om ook de bemiddeling van dienstverleningsovereenkomsten tussen werkzoekenden en opdrachtgevers te omkaderen. Ten tweede wijst de bijdrage op de mogelijke totstandkoming van ‘verdoken’ uitzendarbeid door middel van digitale platformen. Om dit te voorkomen stellen de auteurs een ‘vermoeden van uitzendbureau’ voor. |
Wetenschap |
Smallsteps: de uitspraak, de Nederlandse rechtspraak en voorgestelde regelgeving |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 3 2019 |
Trefwoorden | behoud van werknemersrechten, overgang van onderneming, pre-packaged deal, Smallsteps-uitspraak, Wet overgang van onderneming in faillissement |
Auteurs | Mr. C. de Groot |
SamenvattingAuteursinformatie |
In zijn uitspraak van 22 juni 2017 in de Smallsteps-zaak besliste het Hof van Justitie van de Europese Unie dat de Europese richtlijn betreffende het behoud van de rechten van de werknemers bij overgang van ondernemingen ook van toepassing is wanneer de overgang van de onderneming plaatsvindt door middel van een zogenoemde pre-packaged deal. De latere Nederlandse rechtspraak beperkt de reikwijdte van de Smallsteps-uitspraak zo veel mogelijk. Op 29 mei 2019 is het voorontwerp Wet overgang van onderneming in faillissement gepubliceerd. Dit voorontwerp is mede een reactie op de Smallsteps-uitspraak, maar lijkt strijdig te zijn met de richtlijn. |
Artikel |
Verstoorde veiligheidsbelevingIn gesprek met buurtbewoners over de ‘onveiligheid’ in hun buurt naar aanleiding van gestegen ‘gevoelens van onveiligheid’ |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Veiligheid, Aflevering 4 2017 |
Trefwoorden | fear of crime, qualitative analysis, evidence based policy |
Auteurs | Remco Spithoven |
SamenvattingAuteursinformatie |
The ‘fear of crime’ is a buzzword among citizens, media, politicians and professionals by now. But the phenomenon seems to be as intangible as it is important. The struggle of professionals with this concept is the result of a too wide and self-evident problem definition. This article contains an alternative approach. The focus is on disturbed fear of crime: a negatively changed and problematically experienced fear of crime on the level of the neighborhood. |
Hoofdartikel |
De ontwerp-Verordening Monti II, oude wijn (azijn) in nieuwe zakken?De uitoefening van het recht op collectieve actie in tijden van vrijheid van vestiging en van dienstverrichting |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 2 2012 |
Trefwoorden | recht op collectieve actie, vrijheid van vestiging, vrijheid van dienstverrichting, detachering, alternatieve en niet-jurisdictionele geschillenregeling |
Auteurs | Prof. dr. F. Dorssemont |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 21 maart 2012 diende de Europese Commissie een voorstel van verordening in dat de uitoefening van het recht op collectieve actie reguleert binnen de context van de vrijheid van vestiging en de vrijheid van dienstverrichting.Bij de analyse wordt een intertekstuele benadering gevolgd. De tekst wordt vergeleken met Verordening (EG) nr. 2679/98 en met het voorontwerp van de verordening. Het voorstel wordt geëvalueerd door het te toetsen aan de formele doelstellingen van dit instrument en door een onderzoek naar de interne contradicties die de tekst kenmerken. De conformiteit van het voorstel met internationale mensenrechteninstrumenten staat eveneens centraal. Voorafgaand wordt de juridische grondslag van het voorstel bestudeerd. |