In het arrest Libert maakt het Hof van Justitie zeer korte metten met een Vlaamse regionale regeling die voor de overdracht van onroerend goed vereist dat een kandidaat-koper of kandidaat-huurder beschikt over ‘voldoende band’ met de betrokken gemeente: het Europees burgerschap, de vestigingsvrijheid en het vrij verkeer van werknemers, diensten en kapitaal staan daaraan in de weg. Wel mag een regionale overheid, onder voorwaarden, een ‘sociale last’ opleggen die verbonden is aan de verlening van een bouw- of verkavelingsvergunning. Verder biedt het arrest Libert een zeldzaam voorbeeld van toetsing aan de Altmark-uitzondering in het staatssteunrecht: onder welke voorwaarden kunnen fiscale stimuli en subsidiemechanismen voor projectontwikkelaars als compensatie voor een dienst van algemeen economisch belang worden beschouwd? |
Zoekresultaat: 11 artikelen
Artikel |
Bindingseisen passé?Over een vereiste van ‘voldoende band’ met een gemeente om er te mogen wonen, een ‘sociale last’ voor een sociaal woonbeleid en compensatie voor openbare dienstverplichtingen |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 8 2013 |
Trefwoorden | vrij verkeer, bindingseisen, staatssteun, Altmark, ruimtelijke ordening |
Auteurs | Mr. dr. H.J. van Harten en Mr. R.A. Fröger |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
De koffie is klaar!De Koffiezaak van het Hof van Justitie nader belicht |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 3 2013 |
Trefwoorden | duurzaam aanbesteden, keurmerken, technische specificaties, geschiktheidseisen, gunningscriteria, bijzondere uitvoeringsvoorwaarden |
Auteurs | Mr. A.C.M. Fischer-Braams |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het Koffie-arrest van 10 mei 2012 verduidelijkt het Hof van Justitie hoe milieu- en sociale beleidsdoelen van een aanbestedende dienst kunnen worden geïntegreerd in een aanbesteding. Het Hof van Justitie doet dat vooral door aan te geven hoe het niet moet. Aanleiding was de aanbesteding van de Provincie Noord-Holland van een opdracht voor de levering en het onderhoud van drankautomaten en de te leveren thee, koffie en andere ingrediënten. |
Artikel |
De herziening van het Altmark-pakketNieuwe regels voor staatssteun en diensten van algemeen economisch belang |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 6 2011 |
Trefwoorden | staatssteun, diensten van algemeen economisch belang (DAEB), Altmark, compensatiebeginsel, artikel 106 lid 2 VWEU |
Auteurs | Prof. mr. Wolf Sauter |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het arrest Altmark uit 2003 betekende een doorbraak ten aanzien van de behandeling van diensten van algemeen economisch belang (DAEB) onder de staatssteunregels.1x HvJ EG 24 juli 2003, zaak C-280/00, Altmark Trans GmbH en Regierungspräsidium Magdeburg/Nahverkehrsgesellschaft Altmark GmbH, Jur. 2003, p. I-7747 annotatie F.B. Ronkes Agerbeek, M&M 2003/6, p. 213. Zie ook B.J. Drijber en N. Saanen-Siebenga, ‘Financiering van openbare diensten na Altmark’, NTER 2003/10, p. 253. De Commissie bouwde in 2005 voort op dit arrest met een aantal samenhangende maatregelen op grond van artikel 106 lid 3 TFEU die erop gericht waren een kader te stellen voor DAEB die niet aan alle Altmark-voorwaarden voldeden maar de minimis waren of om andere redenen in aanmerking kwamen voor een vrijstelling op basis van artikel 106 lid 2 VwEU.2x Beschikking van de Commissie 2005/842/EG van 28 november 2005 betreffende de toepassing van artikel 86, lid 2, van het EG-Verdrag op staatssteun in de vorm van compensatie voor de openbare dienst die aan bepaalde met het beheer van diensten van algemeen economisch belang belaste ondernemingen wordt toegekend, Pb. EU 2005, L312/67; Communautaire kaderregeling inzake staatssteun in de vorm van compensatie voor de openbare dienst, Pb. EU 2005, C297/4. Zie E.W.F. Schotanus, ‘Voordeel versus compensatie’, M&M 2005/7, p. 200; L. Hancher en S.J.H. Evans, ‘Altmark als katalysator: het Commissiepaklket met alle antwoorden rond staatssteun en diensten van algemeen economisch belang?’, NTER 2006/7, p. 153. Dit kader wordt hier het Altmark-pakket genoemd.3x Onder verwijzing naar de (destijds) verantwoordelijke Europees Commissaris spreekt de Commissie zelf wel van het (oude) ‘Monti/Kroes-pakket’ en van het (toekomstige) ‘Almunia-pakket’. Op grond van de tussentijds opgedane ervaring en een uitgebreide consultatie heeft de Commissie in september 2011 voorstellen gedaan voor de herziening van het Altmark-pakket met de bedoeling de nieuwe maatregelen nog in 2011 of januari 2012 vast te stellen. In deze bijdrage worden eerst kort het Altmark-arrest en het huidige Altmark-pakket besproken om vervolgens uitgebreider in te gaan op de nieuwe voorstellen. De nadruk ligt daarbij op de verschillen met de huidige situatie. Noten
|
Titel |
Register NtEr 2006 |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 13 2006 |
Trefwoorden | Onderwerpen-, jurisprudentie-, besluiten- en auteursregister 2006 |
Auteurs | Pijpers, C.T.M., Helmer, C.Y.M. |
Titel |
Register NtEr 2005 |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 13 2005 |
Auteurs | C.T.M. Pijpers |
Artikel |
Non-discriminatie onder het EU- en Euratom-Verdrag: de doorwerking van artikel 12 EG-Verdrag (thans art. 18 VWEU) |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 1 2010 |
Trefwoorden | Non-discriminatie, Wolzenburg, ČEZ, Euratom-Verdrag |
Auteurs | Mr. W.W. Geursen |
SamenvattingAuteursinformatie |
In oktober 2009 heeft het Hof van Justitie uitspraak gedaan in de zaken Wolzenburg en ČEZ; beide in een grote kamer. Deze zaken waren overigens niet gevoegd en betreffen materieelrechtelijk totaal verschillende regimes: het Europees Aanhoudingsbevel, respectievelijk het Euratom-Verdrag. Desalniettemin kwam in beide zaken de vraag aan de orde in hoeverre nationale wetgeving kon worden getoetst aan het verbod op discriminatie naar nationaliteit van artikel 12 EG-Verdrag (thans art. 18 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (hierna: VWEU). Artikel 12 EG-Verdrag is alleen van toepassing binnen de werkingssfeer van het EG-Verdrag, terwijl beide zaken niet het EG-Verdrag betroffen, maar een kaderbesluit op grond van de (voormalige derde pijler) van het EU-Verdrag, respectievelijk het Euratom-Verdrag. Volgens het Hof in de zaak Wolzenburg kunnen uitvoeringsmaatregelen van een (derde pijler) kaderbesluit direct worden getoetst aan artikel 12 EG-Verdrag (thans art. 18 VWEU). In de zaak ČEZ concludeerde het Hof daarentegen dat een zaak die binnen de reikwijdte van het Euratom-Verdrag valt niet (rechtstreeks) kan worden getoetst aan artikel 12 EG-Verdrag (thans art. 18 VWEU), maar dat dat slechts kon via de band van het algemene gelijkheidsbeginsel. Twee verschillende oplossingen, met hetzelfde resultaat. Deze oplossingen zijn mijns inziens overigens in lijn met het Verdrag van Lissabon en het lijkt erop dat het Hof daarmee alvast een voorschot neemt op de nieuwe (systematiek van de) verdragen. |
Jurisprundentie |
Zuiver interne situaties: geen omwenteling, wel inperking |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 11 2008 |
Trefwoorden | vrij verkeer van personen |
Auteurs | I. van der Steen |
Jurisprudentie |
Het (naderende) einde van de interne situatie |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 5/6 2006 |
Trefwoorden | vrij verkeer van goederen |
Auteurs | N. Saanen-Siebenga |
Jurisprundentie |
Het arrest Carrara: grensoverschrijdend? |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 1 2005 |
Trefwoorden | vrij verkeer van goederen |
Auteurs | N. Saanen-Siebenga |
Artikel |
Enkele tendensen in het staatssteunrecht |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 8 2004 |
Trefwoorden | voorwaarde, lidstaat, beschikking, heffing, financiering, staatssteun, terugvordering, betaling, mededinging, procedureverordening |
Auteurs | B.J. Drijber |
Jurisprudentie |
Financiering van openbare diensten na Altmark |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 10 2003 |
Trefwoorden | vrij verkeer van goederen |
Auteurs | B.J. Drijber en N. Saanen-Siebenga |