De context van een zorgaanbieder speelt een rol bij de afweging of de IGJ vertrouwen heeft in een zorgaanbieder. Afhankelijk van het vertrouwen kiest de inspectie voor een meer op leren gerichte, dan wel een meer disciplinerende interventie. In de praktijk is de uitdaging voor inspecteurs te expliciteren wat die context is en hoe die te wegen in het bepalen van de interventie om daarmee toezicht op maat te kunnen leveren. Dit onderzoek beantwoordt de vraag: ‘Wat zijn de belangrijkste contextfactoren die de kwaliteit van de zorg van een zorgaanbieder kunnen beïnvloeden?’. Het onderzoek had een kwalitatieve opzet en was een combinatie van conceptanalyse, literatuuronderzoek, interviews met experts, focusgroepdiscussies en toetsing van contextfactoren door inspecteurs en onderzoek van inspectierapporten. Het resultaat hiervan is het kader ‘Context van een zorgaanbieder’ met vier categorieën: Toezichtgeschiedenis, Organisatorische context, Bestuurlijke context en Maatschappelijke context. |
Zoekresultaat: 8 artikelen
Redactioneel |
Maatschappelijke verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid van ondernemingen voor de uitstoot van CO2-emissiesOver de specifieke reductieverplichting van Shell en de beleidsvrijheid van de Staat |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 3 2021 |
Auteurs | T. Spronk |
Auteursinformatie |
Artikel |
Hoe het toezicht rekening kan houden met de context van een zorgaanbiederContext matters |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 3-4 2020 |
Trefwoorden | context, contextfactoren, vertrouwen, afwegingskader, gezondheidszorg |
Auteurs | Corry Ketelaars, Sandra Spronk en Ian Leistikow |
SamenvattingAuteursinformatie |
Redactioneel |
Naleving van de Nederlandse Corporate Governance Code: 99%? |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 1 2020 |
Trefwoorden | Corporate governance code, naleving, vrouwenquota, Monitoring commissie |
Auteurs | Mr. T. Spronk |
Auteursinformatie |
Wetenschap |
Twee heren (in één transactie) dienen, mag dat nu wel of (soms) toch niet? |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 3 2019 |
Trefwoorden | tegenstrijdig belang, belangenverstrengeling, Bruil, corporate governance, Wet bestuur en toezicht rechtspersonen |
Auteurs | Prof. mr. W.J. Oostwouder en Mr. T. Spronk |
SamenvattingAuteursinformatie |
De wet bevat geen duidelijke definitie voor het begrip ‘tegenstrijdig belang’. Ook de wetsgeschiedenis biedt onvoldoende aanknopingspunten voor een eenduidige interpretatie van dit begrip en zijn toepassing. De minister verwijst wel naar het in 2007 gewezen Bruil-arrest. Hieruit blijkt dat ook in het sinds 2013 geldende recht moet worden uitgegaan van de in dit arrest aangenomen verschuiving van de abstracte leer naar de materiële leer. Dit neemt niet weg dat er twijfels ontstaan over de ex-antetoepassing van de ex post geformuleerde Bruil-norm, de specifieke invulling van het materiële begrip en de verhouding tussen de tegenstrijdig-belangregeling en de Linders/Hofstee-regels. Deze onduidelijkheid wordt versterkt door de verschillende interpretaties van dit begrip in de governancecodes en recente uitspraken van de Ondernemingskamer en de Governancecommissie Gezondheidszorg. Een verheldering van dit begrip door de wetgever in het kader van de behandeling van het wetsvoorstel Wet bestuur en toezicht rechtspersonen zou derhalve gewenst zijn. |
Opinie |
Repliek op reactie van Mertens ‘Gezond vertrouwen hanteerbaar in het toezicht?’ |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 4 2018 |
Auteurs | Sandra Spronk, Heleen Buijze, Paul Zwietering e.a. |
Auteursinformatie |
Casus |
Ontwikkeling van een afwegingskader vertrouwen voor toezichthoudersLessen uit de praktijk van de IGJ |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 3 2017 |
Trefwoorden | Vertrouwen, Toezicht, operationaliseren, afwegingskader, gezondheidszorg |
Auteurs | Sandra Spronk, Heleen Buijze, Paul Zwietering e.a. |
SamenvattingAuteursinformatie |
Diverse toezichthouders hebben vertrouwen in ondertoezichtstaanden gekozen als uitgangspunt. Inspecteurs van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) vinden vertrouwen een lastig te hanteren begrip. Tegelijk geven zij aan dat vertrouwen wel een grote rol speelt bij hun oordeel en handhaving. Ze missen echter handvatten om de afweging van vertrouwen in de zorgaanbieder te kunnen expliciteren en te onderbouwen. Dit is voor de IGJ aanleiding om vanuit het perspectief van de IGJ praktijkonderzoek te doen naar het begrip vertrouwen. Dit leidt tot het afwegingskader. |
Artikel |
Een Mexican standoff in faillissementOver de faillissementsrechtelijke houdbaarheid van overeenkomsten tot lossing tussen een pandhouder en een boven hem bevoorrechte schuldeiser |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 2 2017 |
Trefwoorden | pandrecht, rententierecht, bodemrecht fiscus, rol curator, voorrechten |
Auteurs | Mr. O.M. Spronken en Mr. C.J.D. Warren |
SamenvattingAuteursinformatie |
De pandhouder moet sommige schuldeisers, zoals de retentor of de fiscus, voor zich dulden. In faillissement delen deze hoogpreferente schuldeisers in de faillissementskosten. Bij een negatieve boedel zullen zij niets ontvangen. Voor de fiscus en de retentor is het dan aantrekkelijk om een overeenkomst te sluiten met de pandhouder waardoor zij buiten de omslag van de faillissementskosten blijven. Omdat de curator hierdoor buiten spel wordt gezet, is het de vraag of deze overeenkomst faillissementsbestendig is. In dit artikel wordt deze vraag bevestigend beantwoord. |
Article |
|
Tijdschrift | Erasmus Law Review, Aflevering 4 2014 |
Trefwoorden | legal advice, police interrogation, European Union, England and Wales, France |
Auteurs | Anna Ogorodova en Taru Spronken |
SamenvattingAuteursinformatie |
In October 2013, the European Union adopted a Directive, which guarantees, inter alia, the right of access to a lawyer to suspects of criminal offences from the outset of police custody and during police interrogation. However, adoption of the relevant legislation is not sufficient to ensure that this right becomes effective in practice. A range of practical measures will have to be taken by the Member States’ authorities and the legal profession to effectuate the implementation of the right to custodial legal advice. This article aims to identify the practical factors that may influence the implementation of the Directive, based on the findings of a recent normative and empirical study conducted by the authors. The research was carried out in four European jurisdictions (England and Wales, France, the Netherlands and Scotland), and it consisted of analysis of regulations, observations of daily practice in police stations, accompanying lawyers who provided custodial legal advice, and interviews with criminal justice practitioners. The article provides a range of recommendations on the practical measures to be undertaken by the EU Member States and national Bar associations aiming at improving the protection of suspects’ rights in police custody in practice. |