Al geruime tijd leeft de wens ernstige milieumisdrijven (ecocide) onderdeel te laten uitmaken van het internationaal strafrecht, in het bijzonder de misdrijven waarover het Internationaal Strafhof rechtsmacht heeft. Het is op dit moment niet te voorspellen of en op welke wijze ecocide ooit volwaardig onderdeel gaat uitmaken van het positieve internationale strafrecht. Deze bijdrage richt zich op de vraag in hoeverre het actuele internationale strafrecht aanknopingspunten biedt voor vervolging van ecocide en op welke wijze Nederland in de nationale opsporings- en vervolgingspraktijk hiermee rekening zou moeten houden. |
Zoekresultaat: 40 artikelen
Artikel |
Ecocide als internationaal misdrijf? Perspectieven op vervolging en berechting in Nederland |
Tijdschrift | Boom Strafblad, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | Ecocide, Milieustrafrecht, Internationale misdrijven, Internationaal strafhof |
Auteurs | Prof. mr. G.K. (Göran) Sluiter en Mr. B. (Barbara) van Straaten |
SamenvattingAuteursinformatie |
Redactioneel |
Redactioneel |
Tijdschrift | Boom Strafblad, Aflevering 3 2020 |
Auteurs | Mr. J.T.C. (Jan) Leliveld |
Auteursinformatie |
Artikel |
|
Tijdschrift | Family & Law, april 2020 |
Trefwoorden | Family life |
Auteurs | Dr. N. Hyder-Rahman |
SamenvattingAuteursinformatie |
This article engages in a comparison of the regulation of PR in the Netherlands and the UK (specifically England and Wales). The latter is a good comparator as it operates a similar regulatory approach to the Netherlands, that of conditional acceptance of PR, the condition being (prior) consent. Furthermore, the UK boasts a more detailed and mature legal framework that continues to be tested through caselaw, and thus offers insight into how a regulatory approach conditional upon the (prior) consent of the deceased can fare. --- Dit artikel vergelijkt de regulering van postume reproductie (PR) in Nederland en het Verenigd Koninkrijk (in het bijzonder Engeland en Wales). Laatstgenoemde is daarvoor zeer geschikt, aangezien het VK een vergelijkbare reguleringsbenadering heeft als Nederland, namelijk de voorwaardelijke acceptatie van PR, waarbij (voorafgaande) toestemming de voorwaarde is. Bovendien beschikt het VK over een gedetailleerder en volwassener juridisch kader dat continu wordt getoetst door middel van rechtspraak. Dit kader biedt daarmee inzicht in hoe een regulerende benadering met als voorwaarde (voorafgaande) toestemming van de overledene kan verlopen. |
Artikel |
De beëindigde rechtspersoon en zijn opstalrecht |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | ontbinding, rechtspersonen, vermogen, vereffening, beperkte rechten |
Auteurs | Mr. B. van der Wal |
SamenvattingAuteursinformatie |
Ingeval de rechthebbende van een opstalrecht een rechtspersoon is en deze rechtspersoon na ontbinding is opgehouden te bestaan, hoe kan de grondeigenaar dan van het opstalrecht op zijn grond af komen? Uit dit artikel volgt dat beëindiging mogelijk is, maar dat daarvoor meestal een uitspraak van de rechter is vereist. |
Artikel |
Wanneer ‘begint’ het bewind?Aanvang van een Boek 4- en een Boek 7-bewind |
Tijdschrift | AdvoTip, Aflevering 20 2019 |
Auteurs | Prof. mr. dr. W. Burgerhart |
Annotatie |
‘A critical loss’? De ACM verliest zaak over marktafbakening zakelijke post bij College |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 3 2019 |
Auteurs | Winfred Knibbeler |
Auteursinformatie |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 4 2018 |
Trefwoorden | Modernisering strafvordering, Bestuursstrafrecht, Una via-beginsel, Bestuurlijk sanctierecht, Bijzonder strafrecht |
Auteurs | Mr. dr. drs. B. van der Vorm |
SamenvattingAuteursinformatie |
Thans is een belangrijke wetgevingsoperatie gaande, waarbij het Wetboek van Strafvordering wordt herzien. Opmerkelijk genoeg wordt in de vaststellingswetten op geen enkele wijze aandacht besteed aan de keuze tussen bestuurlijke en strafrechtelijke handhaving. Om het una via-beginsel een plaats te geven in het nieuwe Wetboek van Strafvordering wordt voorgesteld om het bepaalde in artikel 243, tweede lid, Sv, te transponeren naar artikel 3.1.4, vijfde lid, van het nieuwe Wetboek van Strafvordering. |
Artikel |
Voordeelstoerekening: leuker kunnen wij het niet maken, wel inzichtelijker |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 2 2017 |
Trefwoorden | artikel 6:100 BW, voordeelstoerekening, schadeverweer, toerekening naar redelijkheid, eenzelfde gebeurtenis, condicio sine qua non |
Auteurs | Mr. S.S.Y. Engelen en Prof. mr. A.L.M. Keirse |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Hoge Raad heeft op 8 juli 2016 in zijn arrest TenneT/ABB een nieuwe maatstaf geformuleerd voor voordeelstoerekening. Hierbij komt hij expliciet terug op zijn eerdere rechtspraak over dit leerstuk, zoals neergelegd in artikel 6:100 BW. De nieuwe maatstaf geeft niet alleen meer houvast bij de beoordeling van een beroep op voordeelstoerekening, maar schakelt het leerstuk van voordeelstoerekening bovendien gelijk met de wijze waarop de omvang van de aansprakelijkheid op grond van artikel 6:95 tot met 6:98 BW dient te worden vastgesteld. In deze bijdrage bespreken de auteurs de inhoud en implicaties van de nieuwe maatstaf voor personenschadezaken. |
Artikel |
Het besloten club- en het ingezetenencriterium voor coffeeshopsEen natuurlijk experiment |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Criminologie, Aflevering 1-2 2017 |
Trefwoorden | natural experiment, realist evaluation, policy evaluation, causality |
Auteurs | Dr. Marianne van Ooyen-Houben, Drs. Bert Bieleman, Prof. dr. Dirk Korf e.a. |
SamenvattingAuteursinformatie |
The retail sale of cannabis in coffee shops is tolerated in the Netherlands, provided that certain criteria are met. Two criteria were added in 2012: the private club and the residence criterion. The plan was to implement them first in the southern provinces and later in the other provinces. This created an opportunity for a natural experiment. In an experimental group of seven municipalities in the south and a matched comparison group of municipalities in the other part of the country pre- and post-measurements were conducted. The size of the drug tourism, the number of visits to coffee shops, the illegal cannabis consumer market and the nuisance experienced in the direct vicinity of coffee shops was assessed. Robust changes occurred in the experimental group after implementation of the new criteria. Initial differences between the groups and variation in local implementation caused doubts about drawing causal conclusions. This article analyzes whether such conclusions can be drawn. We conclude that due to the broad design of the research it appears that the observed changes can be attributed to the new criteria despite the methodological shortcomings in the study. |
Artikel |
Het ne bis in idem-beginsel in grensoverschrijdende zakenOpmerkingen naar aanleiding van zaak C-486/14 (Kossowski) |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 4 2017 |
Trefwoorden | ne bis in idem-beginsel, jurisdisctiegeschillen, transnationale strafzaken, onherroepelijke beslissing, wederzijds vertrouwen |
Auteurs | Prof. mr. M. de Werd |
SamenvattingAuteursinformatie |
In zaak C-486/14 (Kossowski) relativeert het Hof van Justitie het ne bis-beginsel in grensoverschrijdende zaken. Als een procedure tot strafvervolging in een lidstaat wordt beëindigd zonder dat een uitgebreid onderzoek is verricht [naar hetgeen er is gebeurd], is die beslissing mogelijk geen onherroepelijke beslissing in de zin van artikel 54 SUO en artikel 50 Handvest. Het in die bepalingen neergelegde ne bis-beginsel staat in zo’n geval niet in de weg aan een nieuwe vervolging in een andere lidstaat. |
Artikel |
Omgevingsplanning in Vlaanderen |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Omgevingsrecht, Aflevering 4 2016 |
Trefwoorden | omgevingsrecht, ruimtelijk uitvoeringsplan |
Auteurs | Dick van Straaten |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel is een onderdeel van het themanummer naar aanleiding van de Vlaams-Nederlandse bijeenkomst over het omgevingsrecht met de titel: ‘Omgevingsrecht in de Lage Landen: Toren van Babel of Tuin der Lusten?’ |
Artikel |
Herroeping van een ‘onroerende gift’, wel/geen teruggave van overdrachtsbelasting? |
Tijdschrift | EstateTip Review, Aflevering 21 2016 |
Trefwoorden | Schenking |
Auteurs | |
Casus |
Remedies bij inbreuken op garanties in overnamecontracten |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 4 2015 |
Trefwoorden | Garantie, Non-conformiteit, Remedies, Schadevergoeding, SPA |
Auteurs | Prof. mr. R.J. Tjittes |
Auteursinformatie |
Article |
|
Tijdschrift | Family & Law, mei 2015 |
Auteurs | Dr. Liesbet Pluym Ph.D. |
Samenvatting |
Zowel in België als in Nederland komt draagmoederschap voor. Deze bijdrage heeft tot doel om de houding van de twee buurlanden ten aanzien van dit controversiële fenomeen te onderzoeken en te vergelijken. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Religie, Recht en Beleid, Aflevering 1 2015 |
Trefwoorden | crematorium, rituelen, rouw, secularisering, beleid |
Auteurs | Martin J.M. Hoondert |
SamenvattingAuteursinformatie |
Crematoria in the Netherlands develop from utility buildings to places where attention is paid to death rituals, commemoration and mourning. This trend is clearly visible in policy and subsequent activities of the Tilburg Crematorium (the Netherlands). This article describes this policy and positions it in the broader context of cultural and religious developments in the Netherlands. |
Artikel |
Non bis in idem in Europa: de zaken Spasic en M. |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 1 2015 |
Trefwoorden | non bis in idem, artikel 54 Schengenuitvoeringsovereenkomst, artikel 50 Handvest EU, beperking grondrechten Handvest EU, tenuitvoerleggingsvoorwaarde |
Auteurs | Mr. dr. W.F. van Hattum |
SamenvattingAuteursinformatie |
Binnen Schengen en de EU geldt de regel dat iemand die onherroepelijk is berecht niet nog eens mag worden vervolgd of gestraft wegens hetzelfde feit (non bis in idem). Geldt deze bescherming ook wanneer de straf wel definitief is geworden maar nog niet ten uitvoer is gelegd? Artikel 54 van de Schengenuitvoeringsovereenkomst is hierover duidelijk: het stelt tenuitvoerlegging als voorwaarde voor toepassing van de waarborg tegen tweede vervolging of bestraffing. Artikel 50 Handvest stelt deze voorwaarde echter niet. In de zaak Spasic beoordeelt het Hof van Justitie – voor het eerst – de verhouding tussen beide non bis in idem-bepalingen. |
Artikel |
Is substitutie bij schade door voortijdige beëindiging van huurcontracten voor banken de regenboog die wel naar de pot met goud leidt? |
Tijdschrift | Vennootschap & Onderneming, Aflevering 3 2014 |
Trefwoorden | substitutiepandrecht, artikel 3:229 BW, beëindigingsvergoeding |
Auteurs | Mr. N. Sipkens |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage bespreekt de auteur of hypotheekhouders op basis van artikel 3:229 BW aanspraak kunnen maken op vergoedingsvorderingen ter zake van voortijdige beëindiging van de huurovereenkomst. |
Artikel |
Beleggingsfondsen niet langer geschaard onder artikel 4 WBRV |
Tijdschrift | Vennootschap & Onderneming, Aflevering 2 2014 |
Trefwoorden | onroerendezaakrechtspersoon, onroerendezaaklichaam, Wet op belastingen van rechtsverkeer, beleggingsfonds, economische eigendom |
Auteurs | Mr. E.M. van Hall |
SamenvattingAuteursinformatie |