Dit artikel bespreekt het arrest van de Hoge Raad van 30 juni 2020 (ECLI:NL:HR:2020:1155). Daarin verduidelijkt de Hoge Raad wanneer uitsluitend sprake is van opsporing en niet (meer) van bestuurlijk toezicht en (bestuursrechtelijke) toezichtsbevoegdheden dus niet meer mogen worden ingezet. |
Zoekresultaat: 33 artikelen
Notenkraker |
Het grijze gebied tussen toezicht en opsporing: wanneer er geen sprake (meer) is van toezicht?Notenkraker bij HR 30 juni 2020, ECLI:NL:HR:2020:1155 (toezicht of opsporing) |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 1 2021 |
Trefwoorden | toezicht, opsporing, sfeerovergang, sfeercumulatie, toezichthouder |
Auteurs | Christien Saris |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Over de omvang van het hoger beroepDe uitleg van de tenlastelegging en de beperking van het hoger beroep nader beschouwd |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | artikel 407 Sv, artikel 423 Sv, partieel appel, uitleg, tenlastelegging |
Auteurs | Mr. M. (Menco) Rasterhoff en Mr. D. (Dino) Bektesevic |
SamenvattingAuteursinformatie |
In hoger beroep bestaat regelmatig onduidelijkheid over de uitleg van de tenlastelegging en de vraag of sprake is van cumulatieve feiten. In deze bijdrage verkennen de auteurs het wettelijk systeem en de mogelijke belangen bij beperking van het hoger beroep. Vervolgens analyseren zij de rechtspraak van de gerechtshoven en doen zij enkele aanbevelingen. |
Artikel |
(On)geschreven excepties |
Tijdschrift | Boom Strafblad, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | Excepties, Codificatie, Strafuitsluitingsgrond, Kwalificatie-uitsluitingsgrond, Ontbreken van materiële wederrechtelijkheid |
Auteurs | Mr. S.R. (Sven) Bakker |
SamenvattingAuteursinformatie |
Naast de geschreven algemene en bijzondere strafuitsluitingsgronden en de ongeschreven algemene strafuitsluitingsgronden ontbreken van materiële wederrechtelijkheid en afwezigheid van alle schuld, zijn in de jurisprudentie ook verschillende ongeschreven contextgebonden excepties aanvaard, bijvoorbeeld de medische exceptie, de kunstexceptie en de sport- en spelexceptie. In deze bijdrage wordt ingegaan op de vraag of c.q. in hoeverre er aanleiding bestaat dergelijke ongeschreven excepties in de wet te verankeren. |
Artikel |
Partiële of geschoonde teruggave van gegevensdragersNaar een gemoderniseerde beslagregeling voor elektronische gegevensdragers |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 5 2020 |
Trefwoorden | inbeslagname gegevensdragers, partiële teruggave, geschoonde teruggave, verzoek om teruggave gegevens |
Auteurs | Mr. dr. D.A.G. van Toor en Mr. D. van Os |
SamenvattingAuteursinformatie |
In strafzaken is het verzamelen van elektronisch bewijsmateriaal vaak essentieel voor de waarheidsvinding. Voor de gegevensdrager eindigt de strafrechtelijke reis echter niet als de informatie op de gegevensdrager is geanalyseerd en vervolgens eventueel als bewijsmateriaal in een strafzaak is gebruikt. Naar Nederlands recht rust het beslag op de gegevensdrager en niet op de (voor de strafzaak relevante) gegevens. Dit betekent dat – na inbeslagname van de gegevensdrager – de autoriteiten de beschikking verkrijgen over alle gegevens die op de gegevensdrager staan opgeslagen. Wanneer over de gegevensdrager een beslissing wordt genomen, volgen de daarop opgeslagen gegevens het lot van de gegevensdrager. De verdachte is bij verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer dan zowel zijn gegevensdrager als de daarop opgeslagen gegevens kwijt. |
Artikel |
Trials in absentia of foreign terrorist fighters in the Netherlands and Belgium |
Tijdschrift | Crimmigratie & Recht, Aflevering 1 2020 |
Trefwoorden | the right to be present, trials in absentia, foreign terrorist fighters, The Netherlands, Belgium |
Auteurs | Mr. Zoë Heij |
SamenvattingAuteursinformatie |
Judgements rendered in the accused’s absence form a special category of criminal judgements that undoubtedly do not provide for the same safeguards that would be in place when a judgement is rendered in the accused’s presence. Nonetheless, provided that strict conditions are adhered to, trials in absentia can be compatible with the accused’s right to be present. This article examines the standards that have been developed under international human rights law, providing for the normative framework, to see to what extent the trials in absentia of foreign terrorist fighters in the Netherlands and Belgium comply therewith. By pointing to analogies and contrasts, this article wishes to contribute to finding answers to this dilemma. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 1 2020 |
Trefwoorden | verhoorbijstand, rechtsbijstand, consultatiebijstand, politieverhoor, rechtsbescherming |
Auteurs | Mr. J.H.J. (Joost) Verbaan en Mr. L.E. (Laura) Hollander |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel bespreekt de rechtspositie van de raadsman tijdens het politieverhoor. De advocaat heeft sinds de uitspraak in de zaak Salduz/Turkije het recht voorafgaand aan het politieverhoor aanwezig te zijn bij het verhoor. Het recht tot rechtsbijstand strekt zich ook uit tot aanwezigheid tijdens het verhoor. De invulling van dat rechtsbijstandsrecht tijdens het verhoor is geregeld in het Besluit inrichting en orde politieverhoor. De auteurs bespreken in dit artikel de houdbaarheid van die regeling. Uitspraken van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) lijken te suggereren dat deze invulling te eng is. |
Voorwoord |
|
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 1 2020 |
Artikel |
Stand van zaken van het straf(proces)recht in Aruba, Curaçao, Sint Maarten en op de BES-eilanden |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 4 2019 |
Trefwoorden | Caribische strafvordering, herziening straf(proces)recht, verhoorsbijstand, modernisering |
Auteurs | Mr. J.H.J. Verbaan |
SamenvattingAuteursinformatie |
De auteur bespreekt de status van de invoering van het Wetboek van Strafvordering in het Caribisch deel van het Koninkrijk. Hij bespreekt tevens de ontvangst van de reeds ingevoerde Wetboeken van Strafrecht en de strafrechtelijke uitvoeringswetgeving en gaat in op het nut en de noodzaak van een nieuw strafprocesrecht. De auteur bespreekt ook enige specifieke voorstellen in het beoogde Wetboek van Strafvordering en staat tot slot stil bij de effecten die het project Modernisering Strafvordering in Europees Nederland op die regelgeving heeft. |
Artikel |
Wetgeving straf- en strafprocesrecht in Aruba, Curaçao en Sint Maarten |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 3 2019 |
Trefwoorden | Caribisch, Antillen, Wetgeving, Strafrecht, Strafprocesrecht |
Auteurs | Mr. J.H.J. Verbaan en mr. B.A. Salverda |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de voormalige Nederlandse Antillen en Aruba is al enige tijd een herziening gaande van het straf- en strafprocesrecht. Onlangs is door de commissie herziening Wetboek van Strafvordering een vernieuwd concept aangeboden aan de ministers van Justitie van Aruba, Curaçao en Sint Maarten. In dit artikel wordt de huidige stand van zaken van de strafwetgeving en de wetgeving op het gebied van het strafprocesrecht weergegeven. In het artikel is betoogd een snelle invoering van het vernieuwde strafprocesrecht wenselijk en noodzakelijk is. Ook voor de invoering van het strafprocesrecht geldt het beginsel ‘lites finiri oportet’. |
Artikel |
De elektronische betekening van gerechtelijke mededelingen: kanttekeningen bij een betrekkelijk nieuwe regeling |
Tijdschrift | Tijdschrift Modernisering Strafvordering, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | elektronische betekening, e-betekening, Wetboek van strafvordering, Wet herziening tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen, Berichtenbox, Berichtenbox app, akte van uitreiking |
Auteurs | Drs. J.W. van Wetten |
SamenvattingAuteursinformatie |
De auteur concludeert dat wanneer de huidige regeling van de e-betekening in ongewijzigde vorm in Hoofdstuk 9 van Boek 1 van het nieuwe Wetboek van Strafvordering zou worden opgenomen en in werking zal treden, niet verwacht mag worden dat deze in de praktijk enige toegevoegde waarde zal hebben. Bovendien kan worden geconcludeerd dat de regeling dermate techniekafhankelijk is geformuleerd dat deze in de weg staat aan de toepassing van een handige en gebruikersvriendelijke voorziening als de Berichtenbox app. Wenselijk is de regeling te herzien met als vertrekpunt dat het elektronisch ontvangen van gerechtelijke kennisgevingen geen geheel vrijblijvende aangelegenheid is voor de justitiabele. Het invoeren van een verplichting tot elektronische ontvangst voert wellicht te ver. Voorgesteld wordt aan een eenmaal gegeven instemming voor het elektronische ontvangen van gerechtelijke kennisgevingen de consequentie te verbinden dat de verzending van een kennisgeving door het Openbaar Ministerie voldoende is om een betekening in persoon aan te nemen. Dat zal het geval kunnen zijn indien de werking van de te gebruiken voorziening een grote mate van zekerheid biedt dat de kennisgeving de juiste persoon bereikt, dat – behoudens de mogelijkheid van een verstoring – de aan de persoon verzonden kennisgeving (doordat hij hiervan langs verschillende kanalen wordt genotificeerd) de persoon niet zal kunnen ontgaan en dat de verzending op bij wet voorschreven wijze wordt gelogd en in machinaal gegenereerde standaardverklaringen wordt vastgelegd opdat de rechter – mocht dit nodig zijn – de e-betekening kan controleren. |
Artikel |
De bewijsregeling in het concept-Wetboek van Strafvordering |
Tijdschrift | Tijdschrift Modernisering Strafvordering, Aflevering 2 2018 |
Trefwoorden | bewijs, bewijsstelsel, onmiddellijkheidsbeginsel, bewijsmiddelen, ondervragingsrecht |
Auteurs | Mr. dr. B. de Wilde |
SamenvattingAuteursinformatie |
In concept-Boek 4 van het nieuwe Wetboek van Strafvordering wordt een aangepaste bewijsregeling voorgesteld. Een aantal aspecten daarvan wordt in deze bijdrage besproken. Er wordt aandacht besteed aan de gebondenheid aan wettige bewijsmiddelen, het bewijscriterium, formele onmiddellijkheid, enkele specifieke bewijsmiddelen, bewijsminima, het recht getuigen te ondervragen, bewijsmotivering en het bewijs bij de schuldvaststelling in het kader van een strafbeschikking. |
Artikel |
Beschouwing rapport Commissie-Koops: strafvordering in het digitale tijdperk |
Tijdschrift | Tijdschrift Modernisering Strafvordering, Aflevering 2 2018 |
Trefwoorden | digitale opsporing, openbronnenonderzoek, beslag, data-analyse, big data |
Auteurs | Mr. dr. J.J. Oerlemans |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Commissie-Koops heeft onderzocht of het conceptwetsvoorstel Boek 2 voldoende rekening houdt met het digitale tijdperk anno 2018 en in de nabije toekomst. Dit artikel is een beschouwing op het rapport van de Commissie, waarbij de aanbevelingen met betrekking tot openbronnenonderzoek en het beslag op gegevensdragers uitgebreid besproken worden. Daarnaast wordt ingegaan op het fenomenen van de ‘dataficering’ van het opsporingsproces. In het artikel wordt antwoord gegeven op de vraag welke bijdrage het rapport heeft geleverd aan de modernisering van het Wetboek van Strafvordering. |
Forum |
De wil van de wilsonbekwame patiëntCommentaar op een uitspraak van het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Den Haag |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 5 2018 |
Auteurs | Prof. dr. G.A. den Hartogh |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bespreking van een opmerkelijke zaak van het RTG in Den Haag van 24 juli 2018, waarin het Tuchtcollege een berisping heeft gegeven aan een arts die een euthanasie had uitgevoerd bij een diep-demente vrouw op basis van haar schriftelijke wilsverklaring. Daarin doet het Tuchtcollege een aantal verrassende uitspraken over de manier waarop met de actuele wil van de patiënt rekening moet worden gehouden.. |
Diversen |
Codificatie van de lappendekenOnderzoek aan een in beslag genomen smartphone: het labyrint van de (toekomstige) wetgeving en jurisprudentie |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 4 2017 |
Trefwoorden | Smartphone, Modernisering Wetboek, Privacy, Straf(proces)recht, Opsporingsbevoegdheid |
Auteurs | Mr. N. van der Voort |
SamenvattingAuteursinformatie |
Mensen communiceren in de huidige samenleving volop digitaal. Het is dan ook niet verrassend dat hét mechanisme om tot de kern van iemands privéleven te komen tegenwoordig wordt bereikt door het onderzoek aan de smartphone. Het wettelijke kader betreffende dit onderzoek staat al enige tijd ter discussie. Waar de Hoge Raad een (op het eerste gezicht onwerkbaar) kader voor de (opsporing)praktijk heeft getracht te scheppen, is de modernisering van het Wetboek (mede) op dit punt in volle gang. Het is tijd dat de wetgever de spreekwoordelijke handschoen oppakt en zorg draagt voor een evenwichtige balans tussen privacy en effectieve opsporing. |
Praktijk |
De (aangepaste) straffen voor zedendelicten in het Curaçaose strafrecht bekeken |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 4 2017 |
Trefwoorden | zedendelict, verhoging strafmaxima, Wetboek van Strafrecht, beroep van voorganger, predikant of pastor |
Auteurs | Mr. M.F. Murray |
SamenvattingAuteursinformatie |
Naar aanleiding van een mediagevoelige uitspraak in een zedenzaak is in Curaçao een discussie ontstaan over de hoogte van de maximale straffen op zedendelicten. In de discussie stond centraal in hoeverre de maximale straffen op zedendelicten voldoende hoog zijn. In deze bijdrage zal ingegaan worden op het feitelijk relaas van de zedenzaak evenals de herkomst van de thans geldende maximale straffen op zedendelicten. |
Jurisprudentie |
|
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 4 2017 |
Auteurs | Mr. A.P. Verhaeg |
Auteursinformatie |
Artikel |
Eenvoudig witwassen: was het maar zo eenvoudig |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 1 2017 |
Trefwoorden | Eenvoudig witwassen, Onnodig, Reikwijdte, Kwalificatieuitsluitingsgrond |
Auteurs | Mr. D.E. Hooydonk |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het artikel richt zich op een kritische beoordeling van de strafbaarstelling van eenvoudig witwassen. Betoogd wordt dat het probleem dat de aanleiding vormde voor het strafbaar stellen van eenvoudig witwassen niet bestaat. Dit heeft als consequentie dat de strafbaarstelling alleen dient als vangnet voor het vervolgen van grondfeiten die niet of moeilijk te bewijzen zijn. De vormgeving van en de wetsgeschiedenis bij het artikel maken het echter mogelijk om (te) makkelijk te vervolgen op grond van eenvoudig witwassen als grondfeiten niet of moeilijk bewezen kunnen worden, ook als deze grondfeiten geen bedreiging vormen voor de integriteit van het financiële en economische verkeer. Deze onwenselijke aanpak moet door het Openbaar Ministerie vermeden worden. |
Jurisprudentie |
Eenvoudig witwassenNoot bij HR 13 december 2016, ECLI:NL:HR:2016:2842 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 1 2017 |
Trefwoorden | Witwassen, Eenvoudig witwassen, Kwalificatie-uitsluitingsgrond, Dubbele bestraffing, Ten laste leggen |
Auteurs | Mr. dr. J.S. Nan |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Hoge Raad geeft aan hoe eenvoudig witwassen zal worden uitgelegd na de inwerkingtreding daarvan op 1 januari 2017. |
Artikel |
Strafrecht en de (kwaliteit van) zorgEen benadering vanuit de gezondheidsrechtelijke praktijk |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 2 2015 |
Trefwoorden | strafrecht, tuchtrecht, kwaliteit van zorg, meldingsprocedure IGZ-OM |
Auteurs | Mr. W.R. Kastelein |
SamenvattingAuteursinformatie |
Wat is het effect van het gebruik van het strafrecht in de zorg op de kwaliteit van zorg? Bij een vergelijking van de jurisprudentie in tucht- en strafzaken lijkt de strafrechter bij hetzelfde feitencomplex grondiger onderzoek te doen. Vanuit die optiek is het feit dat er, mede ten gevolge van een onvoldoende instroom van zaken bij het OM, weinig levensdelicten in de zorg strafrechtelijk worden getoetst een gemiste kans. Die instroom zou wellicht beter kunnen worden gewaarborgd door een meldingsprocedure bij IGZ met een ‘doormelding’ aan het OM van potentiële levensdelicten in de zorg, vergelijkbaar met de meldingsprocedure euthanasie. |