Productnormen vormen een belangrijke wijze waarop de handel in goederen in de Europese Unie gereguleerd wordt. Deze bijdrage bespreekt het recente proefschrift van Gitta Veldt, waarin zij de betekenis analyseert van Europese productnormen voor contractuele en buitencontractuele verhoudingen tussen gebruikers van het eindproduct en de aanbieders daarvan. |
Zoekresultaat: 81 artikelen
Artikel |
Europese productnormen en privaatrechtelijke normstellingBespreking van het proefschrift van mr. G.M. Veldt |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 1 2021 |
Trefwoorden | contractuele verhoudingen, productveiligheid, productaansprakelijkheid, redelijkheid en billijkheid, ongeschreven recht |
Auteurs | Mr. dr. P.W.J. Verbruggen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Article |
|
Tijdschrift | Erasmus Law Review, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | final criminal conviction, revision procedure, grounds for revision, Court of Cassation, Commission for revision in criminal matters |
Auteurs | Katrien Verhesschen en Cyrille Fijnaut |
SamenvattingAuteursinformatie |
The Belgian Code of criminal procedure provides the possibility to revise final criminal convictions. This procedure had remained more or less untouched for 124 years, but was finally reformed by the Act of 2018, after criticism was voiced in legal doctrine concerning its narrow scope and possible appearances of partiality and prejudice. The Act of 2018 therefore broadened the third ground for revision, the so-called novum, and defined it as an element that was unknown to the judge during the initial proceedings and impossible for the convicted person to demonstrate at that time and that, alone or combined with evidence that was gathered earlier, seems incompatible with the conviction, thus creating a strong suspicion that, if it had been known, it would have led to a more favourable outcome. Thereby, this ground for revision is no longer limited to factual circumstances, but also includes changed appreciations by experts. To counter appearances of partiality and prejudice, the Act of 2018 created the Commission for revision in criminal matters, a multidisciplinary body that has to give non-binding advice to the Court of Cassation on the presence of a novum. However, the legislature also introduced new hurdles on the path to revision, such as the requirement for the applicant to add pieces that demonstrate the ground for revision in order for his or her request to be admissible. For that reason, the application in practice will have to demonstrate whether the Act of 2018 made the revision procedure more accessible in reality. |
|
Artikel |
Wie houdt de wacht?Veranderingen in toezicht tijdens de jongvolwassenheid |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Criminologie, Aflevering 2-3 2020 |
Trefwoorden | parental monitoring, self-control, delinquency, social control |
Auteurs | Dr. Jessica Hill MSc en Prof. dr. mr. Arjan Blokland |
SamenvattingAuteursinformatie |
In this study we examine whether parental monitoring remains a protective factor in the lives of emerging adults, as well as the extent to which monitoring in other settings replaces the protective role of the parents. We use data collected for the TransAM project, a longitudinal survey of 970 emerging adults (18-24 years) to examine monitoring in a range of different contexts using an instrument based on Stattin and Kerr’s parental monitoring scale (2000). Results indicate that whilst parental control plays a protective role in the first years of emerging adulthood, we find no evidence that monitoring in other settings replaces the protective role of parents. However, monitoring of the self, i.e., self-control, has an increasingly strong relationship with delinquency during emerging adulthood. |
Artikel |
Jonge veelplegers en hun worsteling om te stoppen met criminaliteitEen vierfasenmodel |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Criminologie, Aflevering 2-3 2020 |
Trefwoorden | desistance, young repeat offenders, maturation, longitudinal study |
Auteurs | Prof. dr. Ido Weijers |
SamenvattingAuteursinformatie |
This article presents findings from a longitudinal study of 81 young recidivists examined over fifteen years. By the age of 25, 50 percent had desisted for at least three years. 60 percent had had no new police contacts during the last two years. Four stages could be distinguished in the desistance process. Apart from a small number of explicit persisters, all of the young adults did consciously consider whether the benefits of their criminal activities outweighed the disadvantages. With just a few exceptions, the decision to quit was not motivated by an altruistic goal, nor by extreme fear, but mainly motivated by the feeling of being too old for criminal life and by striving for a pleasant self-esteem. It is concluded that when young adult recidivists give up crime, this must be seen as an extreme and extremely late form of maturation. |
Wetenschap en praktijk |
Privacyuitdagingen in de M&A-praktijk |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 2 2020 |
Trefwoorden | persoonsgegevens, privacy, overnames, due diligence, transactiedocumentatie |
Auteurs | Mr. C.E.F. van Waesberge en Mr. R.Y. Kamerling |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage onderzoeken de auteurs de betekenis van de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) voor de fusie- en overnamepraktijk. Uit literatuuronderzoek blijkt dat onder M&A-professionals weinig aandacht voor de AVG bestaat. De auteurs zetten relevante wetgeving, literatuur en jurisprudentie af tegen de eigen praktijkervaringen en concluderen dat de omgang met persoonsgegevens in de M&A-praktijk nog veel te wensen overlaat. Daarom formuleren zij praktische aandachtspunten en adviezen voor de verschillende stadia van een M&A-transactie (achtereenvolgens de pretransactiefase, de transactiedocumentatie, de interim-periode na ondertekening en de fase na voltooiing van de transactie). |
Artikel |
De zorgplicht van de assurantietussenpersoon en onderverzekeringHR 6 september 2019, ECLI:NL:HR:2019:1298 (Sauna Peize/Rabobank) |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | verzekerde waarde, onderdekking, accresclausule, brandverzekering, verzekering tegen bedrijfsstagnatie |
Auteurs | Mr. M.J. Bruins Slot CPL |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het Sauna Peize/Rabobank-arrest oordeelt de Hoge Raad over de zorgplicht van de assurantietussenpersoon in relatie tot onderverzekering. Een complexe zaak, waarin niet direct duidelijk is of sprake is van onderverzekering met inachtneming van de accresclausule. Wat mag van een redelijk bekwame en redelijk handelende assurantietussenpersoon worden verwacht? |
Jurisprudentie |
Kroniek ondernemingsstrafrechtTweede helft 2019 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 1 2020 |
Auteurs | Prof. mr. H.J.B. Sackers (red.), mr. A.A. Feenstra, mr. A.C.M. Klaasse e.a. |
Artikel |
Recente ontwikkelingen witwassen |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 1 2020 |
Trefwoorden | Hoge Raad, witwassen, witwasbestrijding, handhaving, jurisprudentie |
Auteurs | Mr. J.B.S. Dorant en Mr. A. Verbruggen |
SamenvattingAuteursinformatie |
De witwasbepalingen in ons Wetboek van Strafrecht zijn ruim geformuleerd. Dat faciliteert een door de politiek en justitie gewenste stevige aanpak van het fenomeen. In de praktijk is gebleken van een geïntensiveerde handhaving van witwassen. Het OM grijpt veelvuldig en graag naar het delict – ook in gevallen waarin de toegevoegde waarde niet aanstonds begrijpelijk is. Dat maakt de afbakening van het delict des te belangrijker. De Hoge Raad voorzag in materiële rechtsbescherming en beperkte in de afgelopen jaren het toepassingsbereik van de witwasbepalingen. Wij bespreken de meest recente witwasjurisprudentie van de Hoge Raad en bezien hoe ons hoogste rechtscollege ‘in de (wed)strijd’ zit. |
Consumenten |
|
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 9-10 2019 |
Trefwoorden | consumentenbescherming, consumentenkoop, digitale inhoud |
Auteurs | Mr. dr. M.Y. Schaub |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze bijdrage belicht enkele aspecten van twee nieuwe richtlijnen op het terrein van consumentenbescherming, te weten Richtlijn (EU) 2019/770 (Richtlijn digitale inhoud) en Richtlijn (EU) 2019/771 (nieuwe Richtlijn consumentenkoop). Deze richtlijnen voorzien onder meer in regels die specifiek zijn toegesneden op digitale producten en goederen met digitale elementen. |
Article |
|
Tijdschrift | Family & Law, augustus 2019 |
Auteurs | Elise Blondeel MSc en prof. dr. Wendy De Bondt |
SamenvattingAuteursinformatie |
This article is part of a broader discussion about attaining a full-fledged child-friendly (criminal) justice. Attaining that goal is particularly challenging in cases of international parental abduction, due to the involvement of two branches of law. It is examined to what extent the current interaction guarantees a decision in the best interests of the child. More specifically, the implications of the adage le criminel tient le civil en état are scrutinised from a children’s rights perspective. |
Artikel |
Schikken of beschikken?Buitengerechtelijke afdoening van grote en bijzondere strafzaken in een gemoderniseerd Wetboek van Strafvordering |
Tijdschrift | Tijdschrift Modernisering Strafvordering, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | buitengerechtelijke afdoening, transactie, strafbeschikking, modernisering Wetboek van Strafvordering |
Auteurs | Mr. dr. E. Sikkema en Mr. dr. W.S. de Zanger |
SamenvattingAuteursinformatie |
|
Objets trouvés |
Leidt terugtred van de wetgever tot een opmars van rechterlijke rechtsvorming en afbraak van democratische waarden? |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 3 2019 |
Trefwoorden | Terugtred, Rechtsvorming, Tegendemocratie, Deparlementarisering, Primaat |
Auteurs | Prof. dr. R.A.J. van Gestel |
SamenvattingAuteursinformatie |
Recentelijk heeft de Raad van State gewaarschuwd dat het primaat van de wetgever wordt uitgehold door het regeren bij akkoord, gebruik van kaderwetgeving, experimentwetgeving en private regelgeving. Dat zou leiden tot een opmars van rechtsvorming door de rechter waardoor het primaat van de wetgever nog verder wordt aangetast. In deze bijdrage wordt echter verdedigd dat herstel van het primaat van de wetgever waarschijnlijk onmogelijk is en dat een grotere nadruk op rechterlijke rechtsvorming in het licht van de democratietheorie van Rosanvallon evengoed kan worden gezien als een zegen voor de democratie. |
Trending Topics |
Rechterlijke toetsing van hoge transacties en ontnemingsschikkingen |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | Buitengerechtelijke afdoening, Transactie, Ontnemingsschikking, Rechterlijke toetsing, Modernisering van het Wetboek van Strafvordering |
Auteurs | Mr. dr. E. Sikkema en Mr. dr. W.S. de Zanger |
SamenvattingAuteursinformatie |
Recentelijk heeft de minister van Justitie en Veiligheid zijn plannen gepresenteerd om de wettelijke regeling van de buitengerechtelijke afdoening aan te passen. De hoge transactie zal een eigen regeling krijgen in het gemoderniseerde Wetboek van Strafvordering. Daaraan zal een rechtelijke toets worden verbonden, die tevens zal gelden voor ontnemingsschikkingen. Auteurs schetsen de wetenschappelijke en maatschappelijke context en de voorgeschiedenis van deze voorstellen. Zij werpen tevens enkele kritische vragen op over de toekomstige regeling van de hoge transactie, mede in relatie tot de strafbeschikking en de ontnemingsschikking. |
Article |
|
Tijdschrift | Erasmus Law Review, Aflevering 4 2019 |
Trefwoorden | IRBC Agreements, effectiveness, OECD due diligence, access to remedy |
Auteurs | Martijn Scheltema |
SamenvattingAuteursinformatie |
This contribution analyses the effectiveness of the Dutch International Responsible Business Conduct (IRBC) agreements and suggests some avenues for improvement. Several challenges in connection with effectiveness have been identified in evaluations of the IRBC agreements, and these are used as a starting point for the analysis. The focus is on three themes: (i) uptake, leverage and collaboration; (ii) implementation of OECD due diligence including monitoring and (iii) access to remedy. This contribution shows that low uptake may not be a sign of ineffectiveness per se, although in terms of leverage a sufficient number of participants or collaboration between agreements seems important. In connection with due diligence, it is recommended to align the implementation of OECD due diligence. Furthermore, an effective monitoring mechanism by a secretariat, as is currently implemented in the Textile agreement only, is most likely to bring about material changes in business behaviour. Other types of supervision seem less effective. Access to remedy poses a challenge in all IRBC agreements. It is recommended that the expectations the agreements have on access to remedy be clarified, also in connection with the role of signatories to the agreements in cases where they are directly linked to human rights abuse. Furthermore, it is recommended that a dispute resolution mechanism be introduced that enables complaints for external stakeholders against business signatories, comparable to that of the Textile agreement. However, rather than implementing separate mechanisms in all agreements, an overarching mechanism for all agreements should be introduced. |
Jurisprudentie |
De strafrechtelijke waardering van het derivatendebacle VestiaNoot bij ECLI:NL:RBROT:2018:5752 en ECLI:NL:RBROT:2018:5753 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 4 2018 |
Trefwoorden | Vestia, Derivatenschandaal, Ambtelijke, Omkoping, Witwassen |
Auteurs | Mr. A. Verbruggen |
SamenvattingAuteursinformatie |
|
Objets trouvés |
Recht is niet alleen recht als er recht op staatOver het (h)erkennen van de rechtskracht van private normen |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 6 2018 |
Trefwoorden | normalisatie, meetinstructie, prejudiciële vragen, status en rechtsgevolgen |
Auteurs | Prof. dr. R.A.J. van Gestel |
SamenvattingAuteursinformatie |
Met het Achmea/Rijnberg-arrest van de Hoge Raad leek een doorbraak te zijn bereikt inzake de doorwerking van private regelgeving in het recht. Wanneer partijen het onderling eens zijn over de toepasselijkheid van bijvoorbeeld gedragscodes, toetst de Hoge Raad er ook aan zonder de juridische status ervan te beoordelen. De vraag wat te doen wanneer de relevantie van private regelgeving tussen partijen wordt betwist, blijkt echter een veel lastiger te nemen hobbel. Recente jurisprudentie over normalisatienormen toont aan dat het in zo’n geval buitengewoon complex is om te bepalen welke rechtsgevolgen aan private regels moeten worden verbonden. Wettelijke (h)erkenningsregels die de rechter behulpzaam kunnen zijn bij het kwalificeren en waarderen van private regels worden in die situatie node gemist. Hier ligt ook een taak voor wetgevingsjuristen. De vraag is alleen of één algemeen wettelijk kader voor uiteenlopende vormen van private regelgeving momenteel al haalbaar is. Werken met experimenteerbepalingen zou wel eens vruchtbaarder kunnen blijken te zijn. Dergelijke bepalingen zullen alleen werken wanneer wetgevingsjuristen, die ze moeten opstellen, zich eerst verdiepen in de schaduwwereld van private normen waarop deze bijdrage enig licht probeert te werpen. |
Kroniek |
Kroniek ondernemingsstrafrechtEerste helft 2018 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 3 2018 |
Auteurs | Prof. mr. H.J.B. Sackers (red.), mr. A.A. Feenstra, mr. A.C.M. Klaasse e.a. |
Samenvatting |
|
Boekbespreking |
Ontmaskering van doelregelgeving. Over Outsourcing the law |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 4 2018 |
Auteurs | Mr. dr. P.J.P.M. van Lochem |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het recent verschenen boek Outsourcing the Law van Pauline Westerman (hierna: PW) is een kritische beschouwing van doelregelgeving. Vanuit een filosofische invalshoek analyseert zij de voordelen die de wetgever aan dit type regelgeving verbonden acht, zoals het bieden van ruimte en (democratische) invloed op de (nadere) normering aan de normadressaat. PW concludeert dat die veronderstelde ruimte en invloed in hun tegendeel verkeren, omdat doelregelgeving juist het opleggen van verplichtingen (tot implementatie en rapportage) impliceert. Doelregelgeving past, volgens PW, meer in een beheersbaarheidsmentaliteit (Foucault) dan in het concept van een liberale rechtsstaat. Als voorzet voor een tweede boek wijst Van Lochem op de praktijk van doelregelgeving in het kader van de Water Framework Directive. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 2 2018 |
Trefwoorden | corruptie, transactie, strafbeschikking |
Auteurs | F. Haijer, LL.M. en Mr. dr. E. Sikkema |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de jaren 2014-2017 heeft in Nederland een grote omschakeling plaatsgevonden op het terrein van de handhaving in buitenlandse corruptiezaken. Van een niet-handhaver lijkt Nederland veranderd te zijn in een corruptiebestrijder om rekening mee te houden. Wij verklaren deze ontwikkeling allereerst vanuit het perspectief van Amerikaans buitenlands beleid. Vervolgens beschouwen wij de stand van zaken met betrekking tot buitengerechtelijke afdoening in Nederland, in het bijzonder de hoge of bijzondere transactie en de strafbeschikking. We werpen ten slotte een blik op de toekomst, waarbij wij vooral kijken naar de mogelijkheden van rechterlijke toetsing en het compenseren van buitenlandse slachtoffers. |