In zijn proefschrift onderzoekt Dousi aan de hand van een zestal Anglo-Amerikaanse boilerplate-bedingen hoe de uitleg van zulke bedingen in Nederlandse contracten kan worden vormgegeven. Met name onderzoekt hij de rol van de Anglo-Amerikaanse standaardbetekenis en de functie van het beding bij uitleg in Nederlandse contracten. |
Zoekresultaat: 214 artikelen
Artikel |
De uitleg van Anglo-Amerikaanse boilerplate-bedingen in Nederlandse contractenBespreking van het proefschrift van mr. drs. J.W.A. Dousi |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 1 2021 |
Trefwoorden | standaardbeding, uitleg van overeenkomsten, Anglo-Amerikaans contractenrecht, entire agreement-beding, Lundiform/Mexx |
Auteurs | Mr. L.G.L. Ohnesorge |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
EU Private International Law on the Law Applicable to Cross-border Contracts involving Weaker Contracting PartiesBespreking van het proefschrift van M. Campo Comba LLM |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 1 2021 |
Trefwoorden | consumentenbescherming, arbeidsovereenkomsten, toepasselijk recht, partijautonomie, Rome I |
Auteurs | Mr. dr. L.M. van Bochove |
SamenvattingAuteursinformatie |
Campo Comba bespreekt in haar proefschrift de interactie tussen het EU-conflictenrecht en het materiële unitaire recht betreffende de bescherming van zwakkere contractspartijen. De recensent prijst de wijze waarop de auteur de pijnpunten inzichtelijk maakt, maar is van mening dat de aangedragen oplossingen nog een stap verder hadden mogen gaan. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 11 2020 |
Trefwoorden | algemene voorwaarden, voorrangsregels, verkeersvrijheden, uitvoerbeperking, discriminatieverbod |
Auteurs | Mr. L.M. van Bochove en Mr. T.J. de Graaf |
SamenvattingAuteursinformatie |
De auteurs onderzoeken hoe art. 6:247 lid 2 BW, dat de algemenevoorwaardenafdeling uitschakelt voor internationale overeenkomsten, zich verhoudt tot het Europese recht. Zij concluderen dat de bepaling verenigbaar is met de Rome I-Verordening, maar strijdig met het discriminatieverbod dat voortvloeit uit de verkeersvrijheden. Ook doen zij een voorstel tot wetswijziging. |
Werk in uitvoering |
Herstelrecht op het terrein van verkeersongevallen. |
Tijdschrift | Recht der Werkelijkheid, Aflevering 2 2020 |
Trefwoorden | restorative justice, motor vehicle accidents, victimology, personal injury settlement |
Auteurs | Iris Becx MSc |
SamenvattingAuteursinformatie |
Those involved in a motor vehicle accident often have emotional needs that are not being met within the current framework of personal injury settlement. These needs include sharing one’s (side of the) story, getting in touch with the other person(s) involved and offering or receiving apologies. Following Nils Christie’s theory of ‘stolen’ conflicts, the fact that the people involved are often represented by lawyers or insurance companies is problematic because it alienates them from each other and it thwarts proper recovery. Incorporating restorative justice could offer a solution to this ‘theft’ of conflict, as it focuses on bringing all involved together to restore any of the harm done by concentrating on their needs. The central question to this dissertation is: how can restorative justice play a role in the sustainable resolution of conflicts after motor vehicle accidents so that the current insurance and liability system can better meet the immaterial needs of victims and perpetrators? Via several projects, the role of lawyers and insurance companies is studied. How beneficial or adversarial are their influences on victims and offenders? And can they incorporate restorative justice in their practice? The first publication is expected at the end of this year. |
Redactioneel |
Een regeling voor actieve levensbeëindiging bij kinderen 1-12 jaar: het kabinet is ‘om’, na jaren |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 6 2020 |
Trefwoorden | gezondheidsrecht |
Auteurs | Mr. dr. E. Pans |
SamenvattingAuteursinformatie |
|
Artikel |
|
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | Franchisewet, voorrangsregel, internationaal privaatrecht, artikel 9 Rome I Verordening |
Auteurs | Prof. mr. dr. Edwin van Wechem en Mr. Michiel Bijloo |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel 7:922 BW van de nieuwe Wet franchise bepaalt dat ten aanzien van in Nederland gevestigde franchisenemers niet ten nadele kan worden afgeweken van de Titel franchise en dat een beding in strijd met artikel 920 nietig is, ongeacht het recht dat de franchiseovereenkomst beheerst. In deze bijdrage wordt onderzocht of dit de betekenis en status kan hebben van een voorrangsregel in het internationaal privaatrecht, meer precies in de zin van art. artikel 9 Rome I Verordening. |
Wetenschap |
De Wet opheffing verpandingsverbodenEen kritische bespreking van de nieuwe regeling van art. 3:83 lid 3 en 4, 3:94 lid 5 en 3:239 lid 5 BW, alsmede van het overgangsrecht |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | cessie- en verpandingsverboden, Overdraagbaarheid, Nietigheid, Vormvoorschrift, goederenrecht |
Auteurs | Mr. dr. M.H.E. Rongen |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt aandacht geschonken aan het wetsvoorstel ‘Wet opheffing verpandingsverboden’. Na inwerkingtreding van de wet kunnen de overdraagbaarheid en verpandbaarheid van een geldvordering op naam die voortkomt uit de uitoefening van een beroep of bedrijf niet meer door een beding tussen schuldenaar en schuldeiser worden uitgesloten of beperkt. De Wet opheffing verpandingsverboden beoogt de kredietmogelijkheden van het bedrijfsleven te vergroten door zeker te stellen dat bedrijfsmatig verkregen geldvorderingen als onderpand voor financieringen kunnen worden ingezet. De nieuwe regeling, de daarin opgenomen uitzonderingen en het overgangsrecht worden kritisch besproken. |
Jurisprudentie |
Kroniek ondernemingsstrafrechtEerste helft 2020 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 4 2020 |
Auteurs | Prof. mr. H.J.B. Sackers (red.), Mr. J. Boonstra-Verhaert, Mr. dr. S.S. Buisman e.a. |
Artikel |
De onverpandbaarheid van assurantieportefeuilles |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 5 2020 |
Trefwoorden | zekerheidsrechten, verpanding assurantieportefeuille, uitleg pandakte, bepaaldheidsvereiste |
Auteurs | Mr. K.J. Krzemiński en Mr. T.A. Hartman |
SamenvattingAuteursinformatie |
Auteurs bespreken het arrest ING Bank/Thielen q.q. en gaan in op de vraag wat ‘verpanding van een assurantieportefeuille’ oplevert, nu deze op zichzelf niet vatbaar is voor verpanding. Door middel van uitleg van de pandakte concluderen zij dat een dergelijke verpanding leidt tot verpanding van alle voor verpanding vatbare vorderingen die zich in de assurantieportefeuille bevinden. |
Artikel |
Toe-eigening bij pandbelening: terug bij de Lombarden |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | pandrecht, toe-eigeningsverbod, pandhuis, consumentenbescherming |
Auteurs | Mr. W. Ruys |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bij de in 2014 in werking getreden nieuwe regeling voor pandbelening in titel 7.2D BW is het toe-eigeningsverbod van art. 3:235 BW buiten toepassing verklaard. Het is de vraag of de wetgever hierbij voldoende oog heeft gehad voor het belang dat juist bij deze regeling vooropstaat, te weten de bescherming van de pandbelener. |
Artikel |
Misdaad of heldendaad: humanitaire mensensmokkel bezien vanuit de crimmigratietrend |
Tijdschrift | Crimmigratie & Recht, Aflevering 1 2020 |
Trefwoorden | asiel, crimmigratie, mensensmokkel, humanitaire hulp, vervoerdersaansprakelijkheid |
Auteurs | Mr. Anna Chatelion Counet |
SamenvattingAuteursinformatie |
In the Netherlands, the penalization of human smuggling has become broader and more severe. This development is part of a crimmigration trend that describes an increase of immigration-related criminal offenses. Currently, the provision does not include a financial component, nor does it exclude acts with a humanitarian motive. The validity of such severe prohibitions, especially those including acts that are not morally reprehensible, is questioned through the concept of ‘humanitarian smuggling’. Moral reprehensibility is one of the criteria for criminalization that provide a framework for the reflection on the Dutch prohibition of human smuggling that is conducted in this article. |
Jurisprudentie |
Kroniek ondernemingsstrafrechtTweede helft 2019 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 1 2020 |
Auteurs | Prof. mr. H.J.B. Sackers (red.), mr. A.A. Feenstra, mr. A.C.M. Klaasse e.a. |
Artikel |
Het toepasselijk recht op gebundelde kartelschadeclaimsVan mozaïek tot Rubik’s Cube |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 1-2 2020 |
Trefwoorden | kartelschade, Rome II, WCOD, marktregel, lex fori |
Auteurs | Mr. dr. L.M. van Bochove |
SamenvattingAuteursinformatie |
Een internationale kartelschadevordering wordt beheerst door het recht van het land waar de markt is beïnvloed. In de praktijk blijkt deze marktregel echter moeilijk toepasbaar, vooral wanneer vorderingen gebundeld worden ingediend. Dit artikel bespreekt de knelpunten van de marktregel en onderzoekt de praktische en juridische haalbaarheid van alternatieve aanknopingspunten. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 1-2 2020 |
Trefwoorden | artificial intelligence, robotbestuurder, bestuurdersaansprakelijkheid, rechtspersoonlijkheid |
Auteurs | Mr. A. van der Spek |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artificial intelligence speelt een steeds grotere rol, zo ook binnen het ondernemingsrecht. In dit artikel staat de opkomst van de robot als vennootschappelijk bestuurder centraal. Daarbij wordt aandacht besteed aan rechtspersoonlijkheid, het functioneren van de robot als bestuurder en de aansprakelijkheid voor het handelen van de robotbestuurder. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Crimmigratie & Recht, Aflevering 2 2019 |
Trefwoorden | Integration policy, The Netherlands, Court of Justice of the European Union, P. and S. |
Auteurs | Mr. Jeremy Bierbach |
SamenvattingAuteursinformatie |
Since 2007, a statute has been in force in the Netherlands (the Wet inburgering or Act on Civic Integration) that provides for a system of fines that can be imposed on certain classes of immigrants for not passing the ‘civic integration exam’, testing knowledge of Dutch language and culture, by a certain deadline. However, the way in which the statute defines the precise obligations on immigrants, which classes of immigrants have those obligations, what the exact deadline is and when it can be extended leaves much to be desired in terms of legal certainty, especially considering the frequent changes that the legislature of the Netherlands makes to the statute. Morever, since a fine is imposed as a penalty for what is effectively a ‘criminal charge’ (in the sense of article 6 of the European Convention on Human Rights), what role does the establishment in a fair trial of the immigrant’s culpability play in the imposition of such a fine? For a completely different perspective on integration policy, the author discusses the 2015 decision P. and S. of the Court of Justice of the European Union, in which he was the legal representative of the plaintiffs. When an immigrant is a beneficiary of an EU directive providing for immigration rights for third-country nationals, the Court holds that it is permissible to impose fines in order to stimulate the immigrant’s integration in the society of the host member state, but that such a penalty may not go so far as to actively endanger the goal of aiding integration. In general, the Court is highly sceptical of the effectiveness and fairness of the system of fines provided for by the Act on Civic Integration. The author concludes that the Act, with its clear emphasis on punishment rather than promotion of civic integration, ultimately has the effect of criminalising entire classes of immigrants to the Netherlands. |
Trending Topics |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 4 2019 |
Trefwoorden | witwassen, transactiemonitoring, terrorismefinanciering, publiek-private samenwerking, privacy |
Auteurs | Prof. mr. M. Nelemans en Mr. G.M. Verhage |
SamenvattingAuteursinformatie |
Vijf Nederlandse banken hebben op 13 september jl. publiekelijk de ambitie uitgesproken om samen te gaan werken bij het monitoren van transacties door middel van de Transactiemonitoring Utility. De minister van Financiën heeft aangekondigd dat dit najaar een wetsvoorstel zal worden gepubliceerd ter openbare consultatie waarmee de bestaande wettelijke belemmeringen voor de beoogde interbancaire gegevensdeling moeten worden weggenomen. In deze bijdrage wordt kort de TM Utility besproken en wordt ingegaan op de belofte hiervan. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Criminologie, Aflevering 3 2019 |
Trefwoorden | far-right, online extremism, ideology, resistance, social media |
Auteurs | Dr. Robby Roks en Jolijn van der Schoot MSc |
SamenvattingAuteursinformatie |
This article focuses on the ways the NVU, Pegida and Voorpost - three far-right groups from the Netherlands - make use of social media platforms in the year 2017. Our results show that these extreme right-wing groups use social media to spread their ideology, to construct a group identity, and to call for (democratic) forms of resistances. In addition, our findings illustrate that these far-right groups seem to adjust to their digital surroundings: they do not change or conceal their extremist ideas, but rather manage their online content to ensure that their ideologies can be disseminated through social media. |
Redactioneel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Criminologie, Aflevering 4 2019 |
Auteurs | Arjan Blokland, André van der Laan, Stefaan Pleysier e.a. |
Artikel |
De pauliana in het Europese internationaal privaatrecht |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 8-9 2019 |
Trefwoorden | ipr, toepasselijk recht, Rechtsmacht, Eex-VO, pauliana |
Auteurs | Mr. T.V.J. Bil |
SamenvattingAuteursinformatie |
Met de pauliana kan een faillissementscurator of schuldeiser transacties van de schuldenaar met derden aantasten. In dit artikel wordt besproken hoe rechtsmacht en toepasselijk recht voor een paulianavordering binnen en buiten faillissement moeten worden bepaald. Daarbij valt op dat de situatie binnen faillissement veel overzichtelijker is dan buiten faillissement. |
Artikel |
Buitengerechtelijke afdoening van financieel-economische strafzaken op Curaçao |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 3 2019 |
Trefwoorden | Buitengerechtelijke afdoening, Transactie, Curaçao, Openbaar Ministerie, Fraudezaken |
Auteurs | Mr. D.S. Schreuders en mr. N. Van der Voort |
SamenvattingAuteursinformatie |
Transacties met het OM in financieel-economische en fraudezaken op Curaçao volgen grotendeels dezelfde procedure als Nederlandse strafzaken op het gebied van fraude en kennen dezelfde uitgangspunten en kenmerken. Toch zijn er ook verschillen tussen de transactieregelingen in Nederland en in Curaçao. In deze bijdrage wordt een beschrijving gegeven van de wijze van afdoening buiten de rechter om van financieel-economische strafzaken en fraudezaken, zoals die op Curaçao plaats kan vinden. Het artikel beoogt tevens (mede op basis van praktijkervaringen) inzicht te geven in dit sluitstuk van de strafrechtspleging vanuit een rechtsvergelijkend perspectief ten opzichte van Nederland. Met het oog op het komende Caribische Wetboek van Strafvordering en de modernisering van het Nederlandse Wetboek van Strafvordering is het immers buitengewoon interessant om de verdere ontwikkelingen in de schikkingspraktijk van het OM Curaçao en de overige overzeese gebiedsdelen de komende tijd scherp in de gaten te houden. |