In this article, we analyze which aspects of performance theory and the procedural justice-based model are explaining the trust of shopkeepers in the police and local government. Utilizing a survey of 156 shopkeepers and 94 semi-constructed interviews with shopkeepers, which are located at the South Shopping Boulevard in Rotterdam (The Netherlands), the study finds that shopkeepers have a relatively high trust in the police and local government. This is surprising because various attempts in the past 30 years to revive the high street by the government have failed to improve its bad image, as dwindling visitor numbers, poor turnover, limited range of retailers, empty shops and high crime and offence levels show only too plainly. The findings also highlight that ethnic minority respondents have more trust in local government than Dutch shopkeepers. The explanation therefor is sought in the dual frame of reference theory. |
Zoekresultaat: 68 artikelen
Artikel |
Boulevard Zuid in Rotterdam: een onderzoek naar het vertrouwen van winkeliers in politie en gemeente |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Veiligheid, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | shopkeepers, procedural justice, the Netherlands, ethnic minorities, performance theory |
Auteurs | Marc Schuilenburg, Laura Messie en Darnell de Vries |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Duizelingwekkende en zorgwekkende ontwikkelingen in de rechtspositie van gedetineerden |
Tijdschrift | Boom Strafblad, Aflevering 5 2020 |
Trefwoorden | Sanctierecht, Detentie, Rechtspositie gedetineerden, Penitentiair beleid |
Auteurs | Prof.mr. S. (Sanne) Struijk |
SamenvattingAuteursinformatie |
In toenemende mate wordt in het penitentiair beleid niet alleen de doelmatigheid, maar ook de eigen verantwoordelijkheid van de gedetineerde vooropgesteld. Dit laatste geschiedt dan vanuit de neoliberale responsabiliseringsgedachte dat het gevangeniswezen zich nog slechts hoeft in te spannen om de gedetineerde zelf in staat te stellen zich op zijn terugkeer in de samenleving voor te bereiden, mits en zolang hij dat zelf tenminste wil, zich daarvoor inzet en daar ook zijn verantwoordelijkheid voor neemt. Deze bijdrage bespreekt enkele voorbeelden van de doorgevoerde en aangekondigde veranderingen in het penitentiair recht en betoogt dat deze wijzigingen al met al een forse achteruitgang van de rechtspositie van en rechtszekerheid voor gedetineerden met zich brengen. |
Article |
|
Tijdschrift | Erasmus Law Review, Aflevering 1 2020 |
Trefwoorden | youth justice, age limits, minimum age of criminal responsibility, age of criminal majority, legal comparison |
Auteurs | Jantien Leenknecht, Johan Put en Katrijn Veeckmans |
SamenvattingAuteursinformatie |
In each youth justice system, several age limits exist that indicate what type of reaction can and may be connected to the degree of responsibility that a person can already bear. Civil liability, criminal responsibility and criminal majority are examples of concepts on which age limits are based, but whose definition and impact is not always clear. Especially as far as the minimum age of criminal responsibility (MACR) is concerned, confusion exists in legal doctrine. This is apparent from the fact that international comparison tables often show different MACRs for the same country. Moreover, the international literature often seems to define youth justice systems by means of a lower and upper limit, whereas such a dual distinction is too basic to comprehend the complex multilayer nature of the systems. This contribution therefore maps out and conceptually clarifies the different interpretations and consequences of the several age limits that exist within youth justice systems. To that extent, the age limits of six countries are analysed: Argentina, Austria, Belgium, the Netherlands, New Zealand and Northern Ireland. This legal comparison ultimately leads to a proposal to establish a coherent conceptual framework on age limits in youth justice. |
Article |
|
Tijdschrift | Erasmus Law Review, Aflevering 1 2020 |
Trefwoorden | age limits, behavioural science, human rights, age, juvenile justice |
Auteurs | Frank Weerman en Jolande uit Beijerse |
Auteursinformatie |
Actualia |
Jeugdstrafrecht en penitentiair recht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Jeugdrecht, Aflevering 3 2020 |
Auteurs | Mr. T. de Vette |
Auteursinformatie |
Artikel |
|
Tijdschrift | Boom Strafblad, Aflevering 1 2020 |
Trefwoorden | Jeugdstrafrecht, Kinderrechten, IVRK |
Auteurs | Mr. dr. J. (Jolande) uit Beijerse |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het kader van de modernisering van het Wetboek van Strafvordering wordt ook beoogd het hele jeugdstrafprocesrecht te herzien. De vraag is echter of de strafwetgever bij die gelegenheden, conform artikel 4 IVRK, passende wettelijke maatregelen heeft genomen om de in het verdrag opgenomen minimumstandaard aan kinderrechten te verwezenlijken. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Boom Strafblad, Aflevering 1 2020 |
Trefwoorden | Kinderrechten, Kindvriendelijke rechtspraak, IVRK |
Auteurs | Mr. E.A.A. (Ellen) van Kalveen |
SamenvattingAuteursinformatie |
In Nederland is in de laatste jaren de aandacht voor kindvriendelijke rechtspraak vooral gericht op het jeugdbeschermingsrecht en op familiezaken. In deze bijdrage wordt nagaan welke praktische aspecten in het jeugdstrafrecht aandacht behoeven in het licht van kindvriendelijke rechtspraak. |
Redactioneel |
|
Tijdschrift | Boom Strafblad, Aflevering 1 2020 |
Trefwoorden | IVRK, Kinderrechten, Mensenrechten |
Auteurs | Prof. dr. mr. T. (Ton) Liefaard en Mr. T.B. (Tamara) Trotman |
Auteursinformatie |
Artikel |
Een inhoudelijk kompas voor een uit koers geraakte voorlopigehechtenispraktijk |
Tijdschrift | Tijdschrift Modernisering Strafvordering, Aflevering 1 2020 |
Trefwoorden | voorlopige hechtenis, onschuldpresumptie, ultimum remedium, theoretische grondslagen |
Auteurs | Mr. N. Hajjari |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel zal een inhoudelijk en operationeel normatief kader worden geformuleerd voor de toepassing van voorlopige hechtenis, waarbij de focus ligt op het zo veel mogelijk reduceren van het percentage onschuldigen dat aan het vrijheidsbenemende dwangmiddel wordt blootgesteld. Doel van de bijdrage is het inspireren van de wetgever om het moderniseringsproject te baat te nemen om de voorlopigehechtenisregeling grondig(er) te hervormen. |
Kroniek |
Gedetineerd via de achterdeur: juridisch en criminologisch onderzoek naar omzetting en herroeping van vrijheidsbeperkende sancties |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Criminologie, Aflevering 1 2020 |
Trefwoorden | omzetting taakstraf, Herroeping voorwaardelijke sanctie, reclasseringstoezicht, Europese minimumregels community sanctions and measures, Europese reclasseringsregels |
Auteurs | Prof. dr. Miranda Boone |
SamenvattingAuteursinformatie |
This contribution provides an overview of the legal and criminological research into the decision following the determination of a supervisor that the conditions of a freedom-restricting sanction are not met. It is an important decision, on the one hand because it can result in a more severe sanction than was initially imposed, on the other hand because a decision that is perceived as unfair can influence the extent to which suspects and convicts are willing to comply with conditions, and recidivism. Yet little research has been conducted into this decision. The legal safeguards with which it is accompanied are lagging behind those of the original sentencing decision. Undeserved according to penitentiary experts. The scarce empirical research shows that decision-making involves many different layers and that the actors involved have different goals, ranging from deterrence and emphasizing the credibility of the system to the successful completion of the sanction. Even in countries where regulations have been tightened considerably, the discretionary power of direct supervisors, such as employees of the working project or therapists, is still large. This raises the question to what extent the final decision maker (usually a judge) still has sufficient room to make an independent decision. |
Actualia |
Rechten van het kind |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Jeugdrecht, Aflevering 3 2019 |
Auteurs | Mr. T. de Vette |
Auteursinformatie |
Artikel |
Wet forensische zorg: doelen, middelen en verwachte knelpunten |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 5 2019 |
Trefwoorden | forensische zorg, forensische ggz, weigerende observandi, medisch beroepsgeheim |
Auteurs | Prof. mr. P.A.M. Mevis, mr. A.W.T. Klappe en prof. mr. M.J.F. van der Wolf |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 1 januari 2019 is de Wet Forensische Zorg grotendeels in werking getreden, uitgezonderd de twee ‘ingrijpendste’ onderdelen. Dat betreft de mogelijkheid voor de strafrechter om een zorgmachtiging af te geven en de mogelijkheid van doorbreking van het medisch beroepsgeheim bij verdachten die medewerking weigeren aan gedragskundig onderzoek. In deze bijdrage wordt weergegeven hoe de wet haar doelen beoogt te bereiken en bediscussieerd of deze middelen daartoe wel geschikt zijn. |
Artikel |
Een voorzet voor de modernisering van het jeugdstrafprocesrecht in lijn met het IVRK en met oog voor de knelpunten in de praktijk |
Tijdschrift | Tijdschrift Modernisering Strafvordering, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | jeugdige verdachten, buitengerechtelijke afdoening, IVRK, jeugdstrafzitting, EU-Richtlijn procedurele waarborgen jeugdige verdachten |
Auteurs | Mr. dr. J. uit Beijerse en Mr. C.L. van der Vis |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt een voorzet gedaan om de modernisering van het jeugdstrafprocesrecht nog meer in lijn te brengen met de uit het IVRK voortvloeiende eisen. Achtereenvolgens wordt aandacht besteed aan de plaats van het jeugdstrafprocesrecht in het voorgestelde wetboek, aan de bijzondere positie van de buitengerechtelijke afdoening van jeugdstrafzaken door het Openbaar Ministerie en worden voorstellen gedaan met het oog op diverse zich in de jeugdstrafprocespraktijk voordoende knelpunten. |
Artikel |
De positie van ouders in het nieuwe Wetboek van Strafvordering vanuit Europese wetgeving bezien |
Tijdschrift | Tijdschrift Modernisering Strafvordering, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | jeugdstrafprocesrecht, modernisering Wetboek van Strafvordering, Richtlijn (EU) 2016/800, ouders, recht op een eerlijk proces |
Auteurs | N.U. van Capelleveen, LLB |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het conceptwetsvoorstel tot vaststelling van Boek 6 van het nieuwe Wetboek van Strafvordering wordt veel aandacht besteed aan de positie van ouders in het jeugdstrafproces. Bij het opstellen van deze bepalingen heeft de wetgever de tekst van Richtlijn (EU) 2016/800 betreffende procedurele waarborgen voor kinderen die verdachte of beklaagde zijn in een strafprocedure niet meegenomen, terwijl deze richtlijn belangrijke waarborgen bevat om te verzekeren dat jeugdige verdachten hun recht op een eerlijk proces kunnen uitoefenen. In dit artikel wordt nader ingegaan op de voorgestelde bepalingen rondom de positie van ouders in het conceptwetsvoorstel en wordt onderzocht in hoeverre deze positie in overeenstemming is met de Europese richtlijn. |
Artikel |
En wat als het misgaat?De omzetting en herroeping van toezicht op justitiabelen in de samenleving |
Tijdschrift | Justitiële verkenningen, Aflevering 3 2019 |
Trefwoorden | breach decision-making, revocation, recall, conditional release, community service order |
Auteurs | Prof. mr. dr. Miranda Boone |
SamenvattingAuteursinformatie |
The decision to revoke or recall a conditional sanction is barely researched in criminal justice research, despite the interests involved for the offender as well as society. This article reflects on some results from a comparative research project on breach decision-making (COST Action on Offender Supervision in Europe). Using Hawkins’ concept of serial decision-making, the interdependence of early stage and final stage decision makers is highlighted. The significant power exercised by early stage actors raises the issue of the need to ensure credibility of community sanctions and appropriate due process protections, without reducing their discretion so much that they cannot perform their role of supporting the offender to complete the supervisory order successfully. |
Artikel |
Modernisering Strafvordering en het voorstel tot invoering van de voorlopige vrijheidsbeperking: de gevolgen van het schrappen van de schorsing onder voorwaarden voor jeugdige verdachten |
Tijdschrift | PROCES, Aflevering 3 2019 |
Trefwoorden | Jeugdstrafrecht, Schorsing voorlopige hechtenis onder voorwaarden, Voorlopige vrijheidsbeperking, Alternatieve tenuitvoerlegging/nachtdetentie |
Auteurs | Sascha Bambach |
SamenvattingAuteursinformatie |
As part of the project aiming to modernise the Dutch Code of Criminal Procedure the regulation on pre-trial detention is being revised. The proposal is to replace the conditional suspension of remand detention for both adults and juveniles with a new modality of provisional restraint. Furthermore, the proposal in its current form implies the exclusion of the alternative enforcement and the possibility of night detention. In this article, the consequences of the proposal on juvenile suspects are being discussed. |
Recent |
Gezien |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 3 2019 |
Auteurs | Kees Pijnappels |
Artikel |
Gesloten jeugdinrichtingen in Nederland en België: anders maar hetzelfde?Een rechtsvergelijkend onderzoek naar de rechtspositie in gesloten jeugdinrichtingen in Nederland en België vanuit historisch en internationaal perspectief |
Tijdschrift | PROCES, Aflevering 2 2019 |
Trefwoorden | Gesloten jeugdinrichting, Interne rechtspositie, Jeugdzorgplus, Gemeenschapsinstelling, Justitiële jeugdinrichting |
Auteurs | Mr. Charmaine Purperhart |
SamenvattingAuteursinformatie |
A comparative legal research between Dutch and Belgian closed juvenile detention centres, focused on the internal legal status |
Artikel |
VPH en dwangpsychiatrie: hoe verder?Een aanzet voor een principieel debat |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 1 2018 |
Trefwoorden | VPH, Dwangpsychiatrie, Discriminatie |
Auteurs | Mr. dr. S.P.K. Welie en mr. drs. T.P. Widdershoven |
SamenvattingAuteursinformatie |
Vanuit VN-verband is aangegeven dat de regulering van dwangpsychiatrie zoals die in Nederland bestaat in het kader van de Wet Bopz en haar beoogde opvolgster, de Wvggz, strijdig is met het door Nederland geratificeerde VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap (VPH). Deze strijdigheid is vanuit het kabinet echter ontkend. Bij beide visies worden kanttekeningen geplaatst, waarna twee varianten voor een mogelijke alternatieve dwangregeling bespreking vinden. In de bedoelde varianten bestaat minder wrijving met het VPH en de noties die aan dit verdrag ten grondslag liggen, doordat het begrip ‘geestesstoornis’ daarin geen deel uitmaakt van de juridische criteria ter rechtvaardiging van dwang, te weten 1) wilsonbekwaamheid of 2) gevaar ‘sec’. |
Diversen |
Jaarregister 2017 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Criminologie, Aflevering 4 2017 |