In het voorjaar van 2019 verscheen het rapport van de tweede evaluatie van de Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting. Bij de invoering van deze wet in 2004 was bij velen de gedachte dat het om een beperkte regeling ging die vooral regels stelde over de betrekkelijk overzichtelijke registratie en verstrekking van gegevens van donoren aan donorkinderen. Ruim vijftien jaar later is veel meer zicht ontstaan op het ingrijpende karakter van de materie die in de wet centraal staat en daarmee van de regeling zelf. In dit artikel worden de belangrijkste resultaten van de wetsevaluatie besproken en de reactie van de minister daarop. |
Zoekresultaat: 37 artikelen
Jurisprudentie |
Kroniek ondernemingsstrafrechtTweede helft 2020 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 1 2021 |
Auteurs | Prof. mr. H.J.B. Sackers (red.), mr. J. Boonstra, mr. dr. S.S. Buisman e.a. |
Artikel |
De Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting geëvalueerd: nog steeds veel dorre grond |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 1 2020 |
Trefwoorden | registratie persoonsidentificerende gegevens, afstammingsinformatie, anonimiteitsbelang, kinderrechtenverdrag |
Auteurs | Prof. dr. H.B. Winter, mr. N.O.M. Woestenburg, mr. dr. J.H.H.M. Dorscheidt e.a. |
SamenvattingAuteursinformatie |
Kroniek rechtspraak |
Kroniek rechtspraak civiel recht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 6 2019 |
Trefwoorden | aansprakelijkheid hulpverlener, causaal verband, behandelovereenkomst |
Auteurs | Mr. drs. M.J.J. de Ridder |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze kroniek worden in het kort de belangrijkste uitspraken besproken in de periode van 15 juni 2017 tot en met 15 juni 2019. Daarbij wordt eerst ingegaan op de diverse gronden waarop de aansprakelijkheid van de hulpverlener kan worden gebaseerd. Voorts wordt ingegaan op de productaansprakelijkheid, het causaal verband, en de jurisprudentie inzake polisdekking van de beroepsaansprakelijkheidsverzekering. Andere uitspraken die in de kroniek worden besproken hebben betrekking op: (voorlopige) deskundigenberichten, inzage in het medisch dossier, het beëindigen c.q. niet-aangaan van de geneeskundige behandelovereenkomst en immateriële schadevergoeding. |
Artikel |
Voorontwerp wetsvoorstel overgang van onderneming in faillissement |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 8-9 2019 |
Trefwoorden | faillissement, doorstart, overgang van onderneming |
Auteurs | Mr. M.R. van Zanten |
SamenvattingAuteursinformatie |
De auteur bespreekt het voorontwerp wetsvoorstel overgang van onderneming in faillissement. Hiermee moet een einde worden gemaakt aan de onzekerheid die is ontstaan na het Smallsteps-arrest. De huidige wettelijke regeling voor werknemers na een doorstart na faillissement gaat volledig op de schop. De auteur bespreekt daarnaast praktische gevolgen van het voorontwerp en alternatieven. |
Discussie |
|
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 1 2018 |
Trefwoorden | Impact van de ILO op het Nederlandse arbeidsrecht |
Auteurs | Prof. mr. Paul F. van der Heijden |
SamenvattingAuteursinformatie |
De ILO bestaat in 2019 honderd jaar. Nederland is vanaf het begin lid geweest van deze tripartite internationale organisatie, die na 1945 onder de paraplu van de Verenigde Naties is komen te vallen. |
Artikel |
Grensoverschrijdende bewijsverkrijging door de Nederlandse rechter in strijd met buitenlandse wettelijke geheimhoudingsplichtenLessen uit de Amerikaanse discovery-praktijk |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 2 2018 |
Trefwoorden | grensoverschrijdende bewijsverkrijging, geheimhouding, comitas, inzage |
Auteurs | Mr. R. Jansen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze bijdrage bespreekt een mogelijk internationaal gevolg van het advies Modernisering burgerlijk bewijsrecht. Uit Amerikaanse federale jurisprudentie blijkt dat partijen in een spagaat kunnen belanden, wanneer hun wederpartij hen kan verplichten om informatie te verstrekken waarop een buitenlandse wettelijke geheimhoudingsplicht rust. De auteur beschrijft de afweging die federale rechters maken bij het beoordelen van een inzageverzoek. Deze blijkt soortgelijk te zijn aan een beoordeling onder art. 843a Rv. Zijns inziens bestaat hierdoor de kans dat de Nederlandse rechter onvoldoende gewicht toekent aan een buitenlandse geheimhoudingsplicht. De comitas-leer zou de rechter ertoe kunnen bewegen om het inzageverzoek via de internationale bewijsverkrijgingsregelingen te laten verlopen. |
Casus |
De Governancecode Zorg 2017Wondermiddel, doekje voor het bloeden of een geschikt instrument? |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 1 2017 |
Trefwoorden | Governancecode Zorg 2017, Corporate Governancecode 2016, Zorgbrede Governancecode, Corporate governance, Zorg |
Auteurs | Prof. mr. W.J. Oostwouder en Mr. F.L. Leijdesdorff |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 15 december 2016 is de Governancecode Zorg 2017 aangeboden aan de cliëntenorganisaties binnen de zorg. De auteurs van dit artikel houden deze Code tegen het licht en vergelijken deze met de Zorgbrede Governancecode 2010 en de Corporate Governancecode 2016. Voorts beantwoorden zij de volgende vragen: (a) draagt de Code op een adequate wijze bij aan de vier speerpunten van het beleid van de minister van VWS; (b) hoe vernieuwend is de Code; (c) wat moet er in de bestuurskamer en de kamer van de raad van toezicht veranderen; en (d) vergroot de Code het aansprakelijkheidsrisico voor bestuurders en leden van de raad van toezicht? |
Praktijk |
Kroniek Nederlands mededingingsrecht 2015 |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 2 2016 |
Auteurs | Robin Struijlaart, Marc Custers en Marc Wiggers |
Auteursinformatie |
Artikel |
Praktijkervaring met een cao-commissie |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 1 2015 |
Trefwoorden | ABN AMRO, afwijking cao, Ontslagcommissie, Geschillenregeling, sociaal plan |
Auteurs | Mr. A.H. Van Empel en Mr. R. Hansma |
Auteursinformatie |
Praktijk |
Kroniek Nederlands mededingingsrecht 2014 |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 2 2015 |
Auteurs | Marc Wiggers, Robin Struijlaart en Marc Custers |
Auteursinformatie |
Artikel |
Drie drijvende krachten achter bedrijfscriminaliteitEen empirisch onderzoek naar fraude in het midden- en kleinbedrijf |
Tijdschrift | Justitiële verkenningen, Aflevering 3 2014 |
Trefwoorden | business crime, small and medium sized enterprises, control, opportunity, motivation |
Auteurs | G.W. Brummelkamp, W. Huisman en T. Flikweert |
SamenvattingAuteursinformatie |
This article gives a report of an empirical study on business crime among small and medium sized enterprises (< 250 employees). The researchers examined 37 cases of business crime by interviewing the entrepreneurs. They were asked how the offence occurred, about their personal stake and their reflections on the interests that were impaired. Although the concept of business crime covers a huge amount of unlawful actions committed with various intentions, in the end there are three main driving forces: control, opportunity and motivation. Control refers to the entrepreneurs’ professionalism and ability to bring business processes – that can be rather complex – in line with regulations. Opportunity refers to the economic interest c.q. the (opportunity) costs of compliance. Motivation refers to the entrepreneurs’ perception of responsibility toward direct stakeholders and social values. |
Artikel |
Kroniek Nederlands mededingingsrecht 2013 |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 2 2014 |
Trefwoorden | kroniek, regelgeving, mededingingsafspraken, machtspositie, procedurele aangelegenheden |
Auteurs | Mr. Robert Bosman en Mr. Edmon Oude Elferink |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze kroniek worden de besluiten en informele zienswijzen besproken die ACM in 2013 op het gebied van het kartelverbod en het verbod van misbruik van economische machtspositie heeft genomen. De voor de toepassing van het mededingingsrecht aangewezen bestuursrechters wezen in totaal zeventien uitspraken in kartel- en daarmee gerelateerde zaken. In 2013 viel ook definitief het doek voor de NMa. Na een periode van ruim vijftien jaar waarin de NMa het mededingingsrecht in Nederland op de kaart zette, ging de toezichthouder op in ACM. Kortom, er viel ook in dit verslagjaar weer het nodige te beleven. |
Artikel |
Aandeelhouders: van ‘flitskapitaal’ naar ‘geduldig kapitaal’ |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 2 2013 |
Trefwoorden | aandeelhouders, typologie, stewardship, dialoog, betrokken aandeelhouderschap |
Auteurs | drs. J. van der Ende en mr.dr. A. van der Krans |
SamenvattingAuteursinformatie |
Aandeelhouders worden vaak over één kam geschoren als het gaat om de verantwoordelijkheid voor inzicht en toezicht bij (beursgenoteerde) ondernemingen. In dit artikel wordt een eenvoudige typologie van aandeelhouders ontwikkeld aan de hand van twee criteria. Uitgangspunt is verder dat een gezonde balans nodig is tussen de verschillende typen aandeelhouders. Een onderneming zal vooral behoefte hebben aan langetermijnaandeelhouders die betrokken zijn, de onderneming en haar management kennen en daardoor de monitoringrol adequaat kunnen invullen. Ook vanuit maatschappelijk oogpunt is een aanzienlijk percentage ‘loyaal-kritische aandeelhouders’ gewenst. Het gaat dan om aandeelhouders met geconcentreerde portefeuilles, een langetermijnhorizon en grote betrokkenheid bij de onderneming. Stimulering van deze vorm van aandeelhouderschap kan door financiële stimulering, regelgeving en samenwerking. De ‘Best practices voor betrokken aandeelhouderschap’ van Eumedion zijn een stap in de goede richting tot betere samenwerking tussen institutionele beleggers. Een aanzienlijk deel van de aandeelhouders van beursvennootschappen zal zich als loyale aandeelhouders moeten gedragen om het alternatief, inperking van aandeelhoudersrechten, te voorkomen. Dit zal inspanning vragen, maar dergelijk gedrag is essentieel voor een goede corporate democracy. |
Artikel |
Kroniek Nederlands mededingingsrecht 2012 |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 2 2013 |
Trefwoorden | kroniek, regelgeving, mededingingsafspraken, machtspositie, procedurele aangelegenheden |
Auteurs | Mr. A.R. Bosman, mr. E. Oude Elferink, mr. R.N.A. Nieuwmeyer e.a. |
SamenvattingAuteursinformatie |
In 2012 viel op het gebied van het nationaal mededingingsrecht het nodige te beleven. In deze kroniek passeren de interessantste zaken en ontwikkelingen de revue. Zoals gebruikelijk beperken de auteurs zich tot de bespreking van besluiten van de NMa en zaken die hun oorsprong vinden in een besluit van de NMa of daarmee verband houden. |
Artikel |
De Nederlandse privaatrechtswetenschap en de wetgever (1992-2012) |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 5 2012 |
Trefwoorden | Burgerlijk Wetboek, horizontale codificatie, sectorale wetgeving, privaatrecht, burgerlijk procesrecht |
Auteurs | Prof. dr. W.H. van Boom |
SamenvattingAuteursinformatie |
In 1992 werd het nieuwe vermogensrecht gecodificeerd in het nieuwe BW. Dat was een hoogtijdag in de verhouding tussen wetgever en privaatrechtswetenschappers. Maar hoe is het daarna gegaan? Hebben academici een rol van betekenis behouden in het wetgevingsproces? Het beeld is gemengd, zo is de indruk van de auteur. Het privaatrecht is om verschillende redenen een minder belangrijk object van wetgeving geworden. Zo is een aantal rechtsgebieden functioneel afgescheiden geraakt en veelal gereguleerd in sectorale regelingen. Bovendien is de rol van academici in het wetgevingsproces wisselend gebleken – dat heeft te maken met de dynamiek van wetgeving, maar ook met de ambivalenties van het wetenschapsbedrijf. De invloed van de privaatrechtswetenschap op het huidige wetgevingsgebeuren is veelal zeer indirect, zeker waar het grootse academische vergezichten en voorstellen voor radicale veranderingen betreft. |
Casus |
De zeven pijlers van corporate democracy |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 3 2011 |
Trefwoorden | corporate democracy, corporate governance, aandeelhoudersvergadering, algemene vergadering van aandeelhouders (AVA), virtuele aandeelhoudersvergadering |
Auteurs | Mr. dr. A. van der Krans |
SamenvattingAuteursinformatie |
De zeven pijlers van een goede corporate democracy zijn: recht van initiatief, spreekrecht, stemrecht, recht op inlichtingen, opkomst en representativiteit, ordehandhaving en cohesie tussen economisch belang en juridische zeggenschap. Hoewel er bij elke pijler nog (veel) te wensen blijft, hebben alle pijlers zich de afgelopen jaren positief ontwikkeld. In deze bijdrage wordt een weergave gegeven van de belangrijkste ontwikkelingen en hun impact op de zeven pijlers van corporate democracy. Hiernaast bespreekt de auteur twee nieuwe ontwikkelingen binnen de investment community die een gevaar vormen voor de corporate democracy: het volledig geautomatiseerd handelen en portfoliodiversificatie gedreven door de Modern Investment Theory en kostenbewustzijn. Ten slotte wordt ingegaan op de vraag hoe investeerders het beste kunnen omgaan met deze ontwikkelingen met het oog op verantwoorde waardecreatie, waarbij ondernemingen niet alleen op strategisch en financiële criteria beoordeeld worden, maar ook op criteria voor sociale en milieu-impact, goed ondernemingsbestuur en duurzaamheid. |
Artikel |
Loyaliteitsdividend bij beursvennootschappen; gerechtvaardigd? |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 2 2011 |
Trefwoorden | loyaliteitsdividend, Corporate Governance, loyaliteitsregeling, DSM-beschikking, loyaliteitsdividendregeling |
Auteurs | Mr. S.F. de Beurs |
SamenvattingAuteursinformatie |
Al enige tijd gaan stemmen op in het Corporate Governance-debat om aandeelhouders, met name institutionele beleggers, meer te betrekken bij het reilen en zeilen van de vennootschap. De gedachte is dat loyaliteitsregelingen zoals loyaliteitsdividend – het toekennen van extra dividend aan trouwe aandeelhouders– hieraan kunnen bijdragen. In deze bijdrage wordt aan de hand van de door DSM in 2006 bedachte loyaliteitsregeling ingegaan op de vennootschapsrechtelijke mogelijkheden voor het introduceren van loyaliteitsdividend bij beursvennootschappen. Hiertoe wordt er allereerst ingegaan op de regeling die door DSM was opgesteld en de statutaire vereisten voor loyaliteitsdividend. Vervolgens bespreekt de auteur het beginsel van gelijke behandeling van aandeelhouders en wordt het model dat het HvJ EG hanteert voor toetsing aan publiekrechtelijke varianten van het gelijkheidsbeginsel behandeld. Daarna wordt er bezien hoe loyaliteitsdividend kan worden ingevoerd binnen een bestaande vennootschap. De bijdrage wordt afgesloten met een analyse omtrent het nut van wettelijke facilitering van loyaliteitsdividend. |
Artikel |
Corporate governance op de grens van een nieuw decenniumVerhoudingen tussen bestuur, commissarissen en aandeelhouders van de beursvennootschap |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 1 2011 |
Trefwoorden | corporate governance, wetsvoorstel corporate governance, rapport commissie-De Wit, ASMI-beschikking, Corporate Governance Code, Code 2009, Code Banken |
Auteurs | Mr. J.J. Prinsen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Corporate governance gaat over het functioneren van de raad van bestuur, de raad van commissarissen en de algemene vergadering van aandeelhouders. Het functioneren (of disfunctioneren) van die organen bij beursvennootschappen staat volop in de belangstelling, mede door de financiële crisis. Na een inleiding over de stand van zaken doet deze bijdrage verslag van: het wetsvoorstel corporate governance, het rapport van de commissie-De Wit, de enquêtebeschikking van de Hoge Raad inzake ASMI, de Corporate Governance Code 2009 en het rapport van de Monitoring Commissie over de naleving ervan, en de Code Banken en de Voorrapportage van de Monitoring Commissie Code Banken. De bijdrage wordt afgesloten met enkele slotopmerkingen, waarin een aantal tendensen wordt waargenomen dat in de eerstkomende tijd relevant zal zijn voor de ontwikkeling van corporate governance voor beursvennootschappen. |
Artikel |
De aanbevelingen van de commissie-De Wit |
Tijdschrift | Vennootschap & Onderneming, Aflevering 10 2010 |
Trefwoorden | aanbevelingen commissie-De Wit, beloningsbeleid |
Auteurs | Mr. J.P. Kreule |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage bespreekt de auteur de aanbevelingen van de commissie-De Wit, waarbij met name wordt ingegaan op de aanbevelingen met betrekking tot het beloningsbeleid en de bedrijfsvoering. |
Artikel |
Financieel toezicht op Europees niveau |
Tijdschrift | Justitiële verkenningen, Aflevering 6 2009 |
Auteurs | D. Schoenmaker |
SamenvattingAuteursinformatie |
There is currently no legal base for financial supervision and crisis management at the European level. Powers are nationally based. This article develops the financial trilemma, which states that a stable financial system, an integrated financial system and national financial autonomy are incompatible. Any two of the three objectives can be combined, but not all three; one has to give. Assuming that a stable financial system is desirable, this article explores the trade-off between national financial autonomy and financial integration in Europe. Policymakers face a clear choice. If they want to preserve the benefits of the single market for financial services (financial integration), financial supervision and crisis management have to be based on a European footing. This article stresses that a strong legal base is needed for such European arrangements. Voluntary cooperation does not work in a crisis, as national governments tend to follow their national interests. The alternative to European arrangements is preserving the current national powers. This article predicts that banking will then become national: each country has its own national banks. |