De strijd tegen fraude die ten koste kan gaan van EU-middelen heeft een nieuwe impuls gekregen. Op 1 juni 2021 is het Europees Openbaar Ministerie (EOM) met zijn werkzaamheden begonnen. De komst van het EOM brengt ook veranderingen met zich voor de rol en de taakuitoefening van het Europees bureau voor fraudebestrijding (OLAF). In dit artikel gaan de auteurs in op deze ontwikkelingen en leggen daarbij de nadruk op het spanningsveld rond deze bevoegdheidsoverdracht en de noodzaak om te voorzien in effectieve procedurele waarborgen. |
Zoekresultaat: 7106 artikelen
Europees strafrecht |
Het Europees Openbaar Ministerie en het hervormde OLAF uit de startblokkenEen nieuwe impuls voor Europese fraudebestrijding |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 5-6 2022 |
Trefwoorden | EOM, rechtsbescherming, OLAF, fraude, strafrecht |
Auteurs | mr. S.J. Lopik, mr. E.M.R.H. Vancraybex en mr. Y. de Vries |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Maatschappelijk verantwoord afscheid nemen onder de WNT – geen gouden handdruk voor de topfunctionaris? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Ontslagrecht, Aflevering 3 2022 |
Trefwoorden | WNT / Wet normering topinkomens, Beëindigingsovereenkomst, Topfunctionaris, Beëindigingsvergoeding, Vertrekregeling |
Auteurs | mr. Michelle Immerzeel |
SamenvattingAuteursinformatie |
Na bijna tien jaar WNT beoogt dit artikel een overzicht te geven van de aandachts- en discussiepunten bij het sluiten van een vertrekregeling met een WNT-topfunctionaris. Daarbij komen verschillende onderdelen van de beëindigingsovereenkomst aan bod, waaronder de beëindigingsvergoeding, de vrijstelling van werkzaamheden en het uitbetalen van vakantiedagen. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Ontslagrecht, Aflevering 3 2022 |
Trefwoorden | abpslapend dienstverband, beëindiging, art. 3:300 BW, reële executie, Amsta-beschikking |
Auteurs | mr. Koos Janssens en mr. Marieke ten Broeke |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage onderzoeken de auteurs de mogelijkheid om art. 3:300 BW toe te passen bij de beëindiging van slapende dienstverbanden. In dat geval veroordeelt de rechter de werkgever niet tot instemming met beëindiging, maar treedt de uitspraak in de plaats van de beëindigingsovereenkomst. De auteurs zien ruimte voor deze toepassing en schetsen de mogelijke voordelen voor werknemers. Zij zien geen beletsel in de kritiek die op de Amsta-beschikking van de Hoge Raad is geuit. Tot slot bespreken de auteurs de inhoud van de beëindigingsovereenkomst die met toepassing van art. 3:300 BW kan worden afgedwongen. |
Artikel |
De regeling voorbehouden handelingen en criteria voor regulering van beroepen in de Wet BIG |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 4 2022 |
Trefwoorden | individuele gezondheidszorg, toekomstbestendigheid, beroepenregulering, patiëntenbescherming, kwaliteitswetgeving |
Auteurs | Mr. N.O.M. Woestenburg en Prof. dr. H.B. Winter |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het huidige systeem van voorbehouden handelingen en de regulering van beroepen komt steeds meer onder druk te staan door veranderingen in de zorg. Dit artikel geeft een reflectie op de toekomstbestendigheid van de huidige regels voor voorbehouden handelingen en de criteria voor het reguleren van beroepen binnen de Wet BIG. In de praktijk blijken rond beide regelingen onduidelijkheden, misvattingen en interpretatieverschillen te spelen. Onder meer wordt voorgesteld om de criteria en afwegingskaders te verduidelijken. |
Artikel |
Verslag jaarvergadering Vereniging voor Gezondheidsrecht 2022 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 4 2022 |
Trefwoorden | samenwerking zorg, preadvies, bekostiging |
Auteurs | Mr. J.Q. Hooglugt |
SamenvattingAuteursinformatie |
Verslag van de jaarvergadering van de Vereniging voor Gezondheidsrecht van 8 april 2022 met als thema samenwerking in de zorg en als sprekers de preadviseurs mr. M.R.D. Crijns, mr. R. Hagendoorn, mr. drs. L.G.J.M. van Wijck, mr. dr. R.P. Wijne, mr. dr. W.I. Koelewijn en mr. B.A. van Schelven, en de coreferenten prof. mr. dr. J. Legemaate, dr. ir. R. Friele en mr. drs. K.D. Meersma. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 4 2022 |
Trefwoorden | behandelingsovereenkomst, aansprakelijkheid hulpverlener, behandeling binnen ziekenhuis, behandeling buiten ziekenhuis |
Auteurs | Mr. dr. R.P. Wijne |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel geeft inzicht in de gedachte achter en de reikwijdte van de centrale aansprakelijkheid van het ziekenhuis wanneer zich een fout binnen de muren van dat ziekenhuis voordoet. Via een schakelbepaling kan de werkingssfeer van de centrale aansprakelijkheid worden uitgebreid. Een probleem blijft echter de figuur van netwerkzorg. |
Actualiteiten rechtspraak |
NTS 2022/47HR 22 april 2022, 21/04295, ECLI:NL:HR:2022:653 |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 3 2022 |
Voorwoord |
NTS 2022/33 |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 3 2022 |
Artikel |
Het Europees onderzoeksbevel: vergaande Europese samenwerking op basis van het beginsel van wederzijdse erkenning |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 3 2022 |
Trefwoorden | EOB, rechtsbescherming, rechterlijke toetsing, geheimhouding, beklag |
Auteurs | Mr. T.M. (Tessa) de Groot en Mr. P. (Paul) van Glabbeek |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het Europees onderzoeksbevel (EOB) is een instrument, gebaseerd op het beginsel van wederzijdse erkenning, dat vergaande samenwerking tussen EU-lidstaten op het gebied van de bewijsvergaring voor strafzaken mogelijk maakt. In deze bijdrage wordt ingegaan op de mate van rechtsbescherming die aan de betrokkene kan worden geboden bij de uitvoering van een EOB. De auteurs concluderen dat het EOB grote voordelen kent, maar ook spanning kan opleveren met de mate van rechtsbescherming die in de uitvoerende staat kan worden geboden. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 3 2022 |
Trefwoorden | culpa, bewuste schuld, schuldverkrachting, onvrijwillige seksuele handelingen, onbewuste schuld |
Auteurs | Mr. L. (Linda) Kesteloo, Mr. R. (Rob) ter Haar en Mr. N. (Nicole) Korthals |
SamenvattingAuteursinformatie |
In maart 2021 publiceerde de Minister van Justitie en Veiligheid zijn ‘Wetsvoorstel seksuele misdrijven’. Hierin wordt o.m. voorgesteld een culpoze variant van verkrachting in het Wetboek van Strafrecht op te nemen (‘schuldverkrachting’). De formulering van de culpa in dit voorstel verschilt echter van die in het (op de Kamerbrief uit 2019 gebaseerde) Voorontwerp uit 2020 in die zin dat het ‘redelijkerwijs moeten vermoeden dat bij de ander de wil ontbreekt’ is gewijzigd in ‘ernstige reden om te vermoeden dat bij de ander de wil ontbreekt’. De reden voor deze wijziging is vooralsnog onduidelijk. In dit artikel hebben wij kritiek op het feit dat er verschillende voorstellen met verschillende formuleringen van de culpa zijn, zonder dat wordt verduidelijkt wat de relevante verschillen precies zijn. Die duidelijkheid moet er wel komen en gepleit wordt (mede daarom) voor een terugkeer naar het ‘redelijkerwijs had moeten vermoeden’ uit het eerste voorstel. |
Artikel |
De Hoge Raad als klankbordOver het stellen van prejudiciële vragen aan de strafkamer van de Hoge Raad |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 3 2022 |
Trefwoorden | prejudiciële procedure, Hoge Raad, innovatiewet, strafvordering |
Auteurs | Mr. S. (Sam) van den Akker |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze bijdrage behandelt de toekomstige procedure voor het stellen van prejudiciële zaken aan de Hoge Raad in strafzaken. De auteur bespreekt onder meer de voor- en nadelen van deze procedure en geeft handvatten aan de feitenrechter in de vorm van een beslissingsschema dat de rechter voorafgaand aan het stellen van een prejudiciële vraag kan doorlopen. |
Artikel |
Een nieuw licht op het verbieden van ‘radicale’ organisaties en de democratische paradox |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 3 2022 |
Trefwoorden | weerbare democratie, artikel 2:20 BW, verboden rechtspersoon, vrijheid van vereniging, radicalisering |
Auteurs | Mr.dr. L.A. (Marloes) van Noorloos |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel geeft een beschouwing van de per 1 januari 2022 verruimde wettelijke mogelijkheden om een rechtspersoon te verbieden en te ontbinden wegens strijd met de openbare orde (art. 2:20 BW) vanuit het perspectief van de discussie over democratische weerbaarheid en grond- en mensenrechten. Deze wetswijziging beoogt onder meer om de rechtsstaat weerbaarder te maken tegen radicale organisaties. Bij de noodzaak, selectieve focus en invulling worden verschillende kritische vragen gesteld. Geconcludeerd wordt dat de wijze waarop van de verbodenverklaring gebruik zal worden gemaakt, zal moeten getuigen van terughoudendheid, wijsheid en mensenrechtelijk besef. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht, Aflevering 4 2022 |
Trefwoorden | advocaatkosten, procespartij, privatieve, vertegenwoordigingsbevoegdheid, ontvankelijkheid |
Auteurs | Mr. drs. R. van Dijken |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze bijdrage over de procederende executeur gaat – met name aan de hand van gepubliceerde jurisprudentie – in op perikelen die dit fenomeen met zich kan brengen en die in de praktijk soms tot problemen of discussies leiden. Aan de orde komen: van wanneer tot wanneer sprake is van executele, procespartijperikelen, de privatieve vertegenwoordigingsbevoegdheid en de advocaatkosten van de executeur. |
Jurisprudentie |
Jurisprudentieoverzicht |
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht, Aflevering 4 2022 |
Auteurs | Mr. M.C.A. Scholten |
Auteursinformatie |
Artikel |
De inhoud van het begrip inboedel: een evoluerend concept |
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht, Aflevering 4 2022 |
Trefwoorden | inboedel, artikel 3:5 BW, verzamelingen, huisraad, stoffering |
Auteurs | Mr. R. van der Beek-Lugten, Mr. J.W.A. Schenk en Mr. T.S. van Veen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel 3:5 BW geeft een definitie voor het begrip inboedel: ‘het geheel van tot huisraad en tot stoffering en meubilering van een woning dienende roerende zaken, met uitzondering van boekerijen en verzamelingen van voorwerpen van kunst, wetenschap of geschiedkundige aard’. De auteurs zijn in de praktijk evenwel verschillende keren tegen het vraagstuk aangelopen wat eigenlijk onder de uitzonderingen valt. Zij onderzochten de totstandkoming van het artikel 3:5 BW en de (wettelijke) interpretaties daarvan. Ze concluderen dat huns inziens het begrip inboedel behelst het geheel van tot huisraad en tot stoffering en meubilering van een woning tot blijvend gebruik dienende roerende zaken, met uitzondering van boekerijen en (verzamelingen van) voorwerpen van kunst, wetenschap of geschiedkundige aard. |
Analyse |
Corona & huurDe herontdekking van een verloren leerstuk |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 6 2022 |
Auteurs | Jan Spanjaard |
Auteursinformatie |
Vak & mens |
Overnames verzekerd |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 6 2022 |
Auteurs | Bendert Zevenbergen |
Vak & mens |
45 jaar lang geen moment verveeld |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 6 2022 |
Auteurs | Nathalie de Graaf |