De regulering van privaatrechtelijke onderwerpen is grotendeels in handen van de nationale wetgevers van de Europese lidstaten. Als gevolg daarvan moet het Europese resolutiekader worden geïnterpreteerd en toegepast op een wijze die consistent is met het nationale privaatrecht. |
Zoekresultaat: 13 artikelen
Artikel |
EU Bank Resolution Framework. A Comparative Study on the Relation with National Private LawBespreking van het proefschrift van mr. L.G.A. Janssen |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 1 2021 |
Trefwoorden | resolutiekader, privaatrecht, coherentie, harmonisatie, crediteuren |
Auteurs | Mr. dr. M.L. Louisse-Read |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Niet-preferent concurrent, ofwel lager in rang maar niet achtergesteld |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 11 2020 |
Trefwoorden | preferent-concurrent, non-preferred senior, senior non-preferred, BRRD, MREL |
Auteurs | Mr. W.J. Horsten |
SamenvattingAuteursinformatie |
Naar aanleiding van een wijziging van een Europese richtlijn kent ons recht sinds eind 2018 voor banken een bijzondere categorie concurrente schulden, aangeduid als ‘niet-preferente concurrente’ schuld. Dit betreft een (sub)categorie concurrente schulden, die in faillissement na gewone concurrente (dan ‘preferent-concurrente’) schulden wordt betaald zonder als ‘achtergesteld’ te worden aangemerkt. |
Wetenschap en praktijk |
Leveranciers van elektriciteit en warmte in financiële moeilijkheden: een verkenning van de wettelijke regelingen |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | energie, warmtewet, banken, noodsituatie, faillissement |
Auteurs | Mr. drs. P. van Asperen en Prof. mr. H. Koster |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel onderzoeken de auteurs de regelingen uit de Elektriciteitswet 1998 en de Warmtewet die gericht zijn op het voorkomen van financiële problemen dan wel de toezichthouder de mogelijkheid geven in te grijpen als dat nodig is. Deze regelingen zijn bedoeld ter bescherming van afnemers tegen die situaties waarbij een leverancier van elektriciteit of warmte in de financiële problemen komt. Zij vergelijken deze regelingen met de regelingen uit de Wet op het financieel toezicht of Europese regelgeving gericht op het voorkomen van financiële problemen bij banken. De auteurs kiezen voor deze vergelijking met banken omdat deze ondernemingen, net als bij elektriciteit en warmte, een maatschappelijke functie kunnen vervullen. De vraag die zij stellen, is of de regelingen voor banken een inspiratiebron kunnen zijn voor het waarborgen van de belangen van de afnemers van elektriciteit en warmte. |
Article |
|
Tijdschrift | Erasmus Law Review, Aflevering 2 2020 |
Trefwoorden | Basel Accords, EU Law, shadow banking, financial stability, prudential regulation |
Auteurs | Katarzyna Parchimowicz en Ross Spence |
SamenvattingAuteursinformatie |
In the aftermath of the 2007 global financial crisis, regulators have agreed a substantial tightening of prudential regulation for banks operating in the traditional banking sector (TBS). The TBS is stringently regulated under the Basel Accords to moderate financial stability and to minimise risk to government and taxpayers. While prudential regulation is important from a financial stability perspective, the flipside is that the Basel Accords only apply to the TBS, they do not regulate the shadow banking sector (SBS). While it is not disputed that the SBS provides numerous benefits given the net credit growth of the economy since the global financial crisis has come from the SBS rather than traditional banking channels, the SBS also poses many risks. Therefore, the fact that the SBS is not subject to prudential regulation is a cause of serious systemic concern. The introduction of Basel IV, which compliments Basel III, seeks to complete the Basel framework on prudential banking regulation. On the example of this set of standards and its potential negative consequences for the TBS, this paper aims to visualise the incentives for TBS institutions to move some of their activities into the SBS, and thus stress the need for more comprehensive regulation of the SBS. Current coronavirus crisis forced Basel Committee to postpone implementation of the Basel IV rules – this could be perceived as a chance to complete the financial regulatory framework and address the SBS as well. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 12 2019 |
Trefwoorden | verzekeraar, noodregeling, DNB, afwikkeling, bail-in |
Auteurs | Mr. B. Bierman en Mr. P. Kerckhaert |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bierman en Kerckhaert onderzoeken de Conservatrix-casus en gaan in op de vraag of er, na de introductie van de Wet herstel en afwikkeling verzekeraars, lessen uit deze zaak zijn te trekken. Uiterst actueel, nu een aantal verzekeraars de afgelopen jaren (bijna) in de problemen is gekomen, meest recent Yarden in oktober 2019. |
Artikel |
Staatssteun aan bankenWaarom het staatssteunrecht ook interessant kan zijn voor een ondernemingsrechtjurist |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 3-4 2019 |
Trefwoorden | staatssteun, bank, gelijkheidsbeginsel, Europese Commissie, Hof van Justitie |
Auteurs | Mr. dr. R.E. van Lambalgen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Staatssteun aan banken is in beginsel verboden en kan alleen door de Europese Commissie goedgekeurd worden. In deze bijdrage wordt beschreven hoe de Europese Commissie is omgegaan met staatssteun aan banken. |
Staatssteun |
Het FIH-arrest: over de toepassing van het ‘Market Economy Operator Principle’ |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 3-4 2018 |
Trefwoorden | staatssteun aan banken, niet-marktconform voordeel, beginsel van de particuliere marktdeelnemer, Market Economy Operator Principle |
Auteurs | Mr. dr. R.E. van Lambalgen |
SamenvattingAuteursinformatie |
De vraag of een bepaalde maatregel staatssteun vormt, wordt onder meer beoordeeld aan de hand van het beginsel van de particuliere marktdeelnemer. Bij de toepassing van dit beginsel mag geen rekening worden gehouden met de risico’s die voortvloeien uit eerdere staatssteunmaatregelen. Tot dit oordeel kwam het Hof van Justitie in het arrest van 6 maart 2018 in zaak C-579/16P, FIH. |
Artikel |
Controlevereiste bij FZO’s: beschikken door de pandgever niet (langer) geoorloofd? |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 4 2017 |
Trefwoorden | financiëlezekerheidsovereenkomst (FZO), controlevereiste, gebruiksrecht pandgever, beschikken pandgever |
Auteurs | Prof. mr. W.A.K. Rank |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 10 november 2016 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie een belangrijk arrest gewezen over de betekenis van het controlevereiste bij FZO’s. Onderzocht wordt of de huidige Nederlandse praktijk op dit punt zich verdraagt met de uitspraak van het Hof, en zo nee, wat daarvan de consequenties zijn. |
Artikel |
Europees Depositoverzekeringsstelsel (EDIS). Institutionele en praktische perspectieven |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 4 2016 |
Trefwoorden | Bankenunie, EDIS, depositogarantie, resolutie, depositoverzekeringsstelsel |
Auteurs | Dr. G. ter Kuile en A. Veuskens LL.M, M.Sc |
SamenvattingAuteursinformatie |
De bankenunie krijgt een derde pijler voor het verzekeren van deposito’s binnen de gehele Eurozone. Het voorstel hiertoe van de Europese Commissie, dat eind november 2015 werd gepubliceerd, wordt in dit artikel besproken. Aandacht wordt gegeven aan het concept van depositogarantie, de grondslag, de reikwijdte en de ratio, de interne governance (gelieerd aan die van het resolutiemechanisme), en aan het nieuwe depositofonds. Met enkele bespiegelingen over ‘vertrouwen’, de grondgedachte van de derde pijler, wordt het artikel besloten. |
Praktijk |
Hof van Justitie oordeelt over mandaat van ECB inzake monetair beleidOnafhankelijkheid van de ECB gewaarborgd? |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 3 2015 |
Trefwoorden | ECB, mandaat, monetair beleid, onafhankelijkheid, kwantitatieve verruiming (QE) |
Auteurs | Mr. M.L. Louisse |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 16 juni 2015 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie prejudiciële vragen beantwoord van het Bundesverfassungsgericht over de verenigbaarheid van het Outright Monetary Transactions-programma (OMT-programma) met het Europese recht, en meer in het bijzonder met het mandaat van de Europese Centrale Bank (ECB). Dit OMT-programma is vergelijkbaar met het programma van kwantitatieve verruiming (QE), waarmee de ECB in maart 2015 is gestart. Dit artikel gaat in op het arrest van het Hof van Justitie, de mogelijke aanknopingspunten die dit arrest biedt voor de beantwoording van de vraag of de ECB met het QE-programma binnen haar mandaat blijft, en de mogelijke gevolgen die dit arrest heeft voor de onafhankelijkheid van de ECB. |
Artikel |
Europese bankenresolutie (SRM). Institutionele perspectieven |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 1 2015 |
Trefwoorden | bankenunie, afwikkeling, resolutie, SRM, SSM |
Auteurs | G. ter Kuile LLM Dr. |
SamenvattingAuteursinformatie |
‘Too Big to Fail’ banken waren een kostbaar probleem tijdens de crisis die in 2007 uitbrak. Een speciaal soort afwikkelingsrecht voor banken – ‘resolutierecht’ – bleek nodig om belastingbetalers voortaan te sparen. Met het oprichten van een gemeenschappelijk resolutiemechanisme stonden de EU-lidstaten voor een nieuwe uitdaging. Gemeenschappelijke regels, procedures en instellingen werden bij richtlijn en verordening geïntroduceerd, terwijl het resolutiefonds met een intergouvernementele overeenkomst werd bestendigd. Dit artikel bespreekt resolutie als concept, de verdragsgrondslag van de regelingen, de Single Resolution Board als agentschap en de Meroni-discussie, gedeelde bevoegdheden en significantiecriterium, interne en externe governance, het Resolutiefonds en ‘mutualisatie’, en rechtsbescherming. De hoop is uiteraard dat met een effectief Europees bankentoezicht het daadwerkelijk overgaan tot resolutie niet nodig is. Maar de voorbereiding op eventuele resoluties blijft vereist. |
Casus |
Governance en bescherming van banken |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 3 2014 |
Trefwoorden | banken, publiek belang, publiek aandeelhouderschap, privatisering, Interventiewet, overheidsinvloed, vijandige overnames, beschermingsconstructies, certificering |
Auteurs | Prof. mr. D.F.M.M. Zaman, Mr. G.M. Portier en Mr. dr. J. Nijland |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage bespreken de auteurs de vraag welke publiek- en privaatrechtelijke mogelijkheden er bestaan om op permanente wijze een bank (of andere financiële instelling) te beschermen tegen beleid dat niet gericht is op het publieke belang. Daarbij worden mogelijke publiek- en privaatrechtelijke instrumenten vergeleken en geplaatst in een nationaal- en Europeesrechtelijk kader. Aangezien publiekrechtelijke instrumenten uit hoofde van de Interventiewet slechts onder bepaalde voorwaarden inzetbaar zijn (dreigende insolventie van de onderneming of instabiliteit van het financieel stelsel) en traditionele beschermingsconstructies slechts kunnen worden ingezet ter voorkoming van vijandige overnames, zien de auteurs mogelijkheden voor het gebruik van aanvullende privaatrechtelijke instrumenten ter stimulering van beleid van banken gericht op het publieke belang. |
Praktijk |
Regulering na Lehman |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 3 2014 |
Trefwoorden | kredietcrisis, toezichtregels, wijzigingen, ontwikkelingen, trends |
Auteurs | Mr. drs. C. Riekerk |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel bevat een overzicht van relevante regelgeving die tot stand is gekomen naar aanleiding van (de lessen uit) het faillissement van Lehman Brothers. Het overzicht kent een onderverdeling in vier categorieën. Te weten ‘toezicht en systeem’, ‘soliditeit’, ‘transparantie’ en ‘integriteit en kwaliteit’. Op basis van het overzicht wordt een aantal trends gesignaleerd met betrekking tot de beschreven regelgeving. |